Typodrukker

 
BK-0393-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Typodrukker

Deze benaming wordt niet gebruikt in de Competent fiche E130101 Drukker, maar de sector wenst deze term te hanteren omdat dit binnen de sector een meer gangbare en hedendaagse term is.

Definitie

Het analyseren van de opdracht, het verrichten van voorbereidende werkzaamheden, het aanmaken van de hoogdrukvorm, het instellen, omstellen, bedienen, opvolgen en het sturen van de productie aan de typopers, het uitvoeren van kwaliteitscontroles op geregelde tijdstippen, het uitvoeren van het onderhoud en het nemen van maatregelen in geval van storingen en afwijkingen, steeds in navolging van kwaliteitsprocedures, hygiëne-, milieu-, veiligheids- en productievoorschriften (kwaliteit, kosten, termijn, …), teneinde grondstoffen en bedrukte grondstoffen/dragers aan de typopers te bewerken tot (half)afgewerkte en/of veredelde producten.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Verzamelt en neemt kennis van de productiefiches en -voorschriften
    • Neemt de werkzaamheden van de vorige ploeg over
    • Neemt de planning door
    • Controleert en houdt zich aan productieorder en technische fiche
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van productieplanning
    • Basiskennis van kwaliteitscontrolesystemen
    • Kennis van registratiesystemen
    • Kennis van interne productieprocedures
  • Competentie 2:
    Controleert de voorraad grondstoffen/dragers en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, dosering, mengeling, conformiteit, kwaliteitsafwijkingen)
    • Houdt de voorraad op peil en onderneemt actie bij tekorten
    • Controleert de te verwerken grondstoffen/dragers en onderneemt actie bij afwijkingen
    • Stemt de hoeveelheid grondstoffen/dragers af op de opdracht
    • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
    • Houdt rekening met de interne codering
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Gebruikt software voor voorraadbeheer
    • Gebruikt toestellen voor goederentransport
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Kennis van de grondstoffen/dragers
    • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 3:
    Stelt de procesinstallatie in door het instellen, selecteren van een programma
    • Houdt zich aan de productieorder en de technische fiche
    • Stelt de machine(onderdelen) manueel of computergestuurd in
    • Kiest een programma uit een keuzemenu voor het proces
    • Voert interventies in het programma uit
    • Stelt de parameters en coördinaten manueel of computergestuurd in en volgt ze op, onder andere via beeldschermen of display
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productiefiches
    • Gebruikt informaticatoepassingen voor de opvolging van de productie
    • Gebruikt processturingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis pneumatica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
    • Basiskennis hydraulica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
    • Basiskennis PLC (Programmable Logic Controller)
    • Kennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van het productieproces
    • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
    • Kennis van de werking van een procesinstallatie
    • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
    • Kennis van machinesturingen
    • Kennis van geautomatiseerde processen
    • Kennis van procedures om de procesinstallatie te bedienen
  • Competentie 4:
    Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de eigen procesinstallatie
    • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
    • Volgt ter plaatse veiligheidsinformatie op via beeldschermen en controlepanelen en reageert op gepaste wijze
    • Doet veiligheidscontroles/ controlerondes
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de procesinstallatie op
    • Voert risicoanalyses uit en reageert op gepaste wijze
    • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
    • Legt de productie stil indien nodig
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van storingsanalyse in het productieproces
    • Kennis van onderhoudstechnieken/-procedures voor preventief (basis)onderhoud
    • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
    • Kennis van regels voor conversie van meeteenheden
    • Kennis van nood- en evacuatieprocedures
    • Kennis van stopprocedures
    • Kennis van procedures om de procesinstallatie te bedienen
    • Kennis van risicoanalyse
  • Competentie 5:
    Stuurt de procesinstallatie
    • Organiseert de opeenvolgende werkzaamheden van de productiestappen en zorgt voor onderlinge afstemming
    • Houdt zich aan de (technische) voorschriften en productiefiches
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
    • Start de procesinstallatie op
    • Verzorgt de toevoer van grondstoffen/dragers en hulpproducten
    • Draait proef en geeft (al dan niet) vrij voor productie
    • Bedient de procesinstallatie
    • Volgt ter plaatse de informatie op via beeldschermen en controlepanelen en display
    • Interpreteert gegevens en reageert passend
    • Stelt parameters manueel of computergestuurd af
    • Organiseert een zo efficiënt mogelijk procesverloop
    • Regelt de afvoer van geproduceerde goederen
    • Doet controles/controlerondes
    • Stopt de procesinstallatie
    • Gebruikt informaticatoepassingen voor de opvolging van de productie
    • Gebruikt processturingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van het productieproces
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
    • Kennis van de werking van een procesinstallatie
    • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
    • Kennis van machinesturingen
    • Kennis van geautomatiseerde processen
    • Kennis van de grondstoffen/dragers
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van meet- en regeltechnieken
    • Kennis van procestechnieken
    • Kennis van opstartprocedures
    • Kennis van procedures om de procesinstallatie te bedienen
  • Competentie 6:
    Bewaakt het (geautomatiseerde) proces en stuurt bij indien nodig
    • Doet controles en controlerondes
    • Volgt ter plaatse informatie op via beeldschermen en controlepanelen of display
    • Verzamelt, controleert en analyseert gegevens ter plaatse
    • Merkt afwijkingen, storingen of nood aan preventief onderhoud op en neemt op passende wijze actie
    • Gaat na wat de oorzaak is van een storing, afwijking
    • Regelt de procesinstallatie bij volgens de analyse
    • Regelt parameters/coördinaten bij volgens de analyse
    • Legt de productie stil indien nodig
    • Meldt problemen, afwijkingen aan de verantwoordelijke
    • Houdt gegevens bij over de aard van de storing of afwijking, het tijdstip en de oplossing
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productiefiches
    • Anticipeert proactief op afwijkingen en storingen
    • Formuleert verbetervoorstellen
    • Gebruikt processturingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van statistiek
    • Kennis van registratiesystemen
    • Kennis van het productieproces
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
    • Kennis van de werking van een procesinstallatie
    • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
    • Kennis van machinesturingen
    • Kennis van geautomatiseerde processen
    • Kennis van de grondstoffen/dragers
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van meet- en regeltechnieken
    • Kennis van procestechnieken
  • Competentie 7:
    Stuurt preventief of correctief (basis)onderhoud aan de procesinstallatie
    • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
    • Raadpleegt technische fiches en voorschriften
    • Plaatst de procesinstallatie in veiligheidsmodus en bereidt ze voor op het uitvoeren van onderhoud
    • Houdt zich aan onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
    • Verleent hulp en advies aan onderhoudstechnici
    • Formuleert verbetervoorstellen inzake preventief onderhoud
    • Registreert (basis)onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis pneumatica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
    • Basiskennis hydraulica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
    • Kennis van de werking van een procesinstallatie
    • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
    • Kennis van machinesturingen
    • Kennis van meet- en regeltechnieken
    • Kennis van onderhoudstechnieken/-procedures voor preventief (basis)onderhoud
    • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 8:
    Registreert en rapporteert het verloop van het productieproces
    • Houdt gegevens bij en rapporteert over het productieverloop
    • Houdt gegevens bij en rapporteert over het gebruik van grondstoffen/dragers en werkmateriaal
    • Rapporteert mondeling en/of schriftelijk aan collega’s en leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van registratiesystemen
  • Competentie 9:
    Voert kwaliteitscontroles uit
    • Volgt informatie op via beeldschermen en controlepanelen ter plaatse en/of vanuit de controlekamer
    • Gebruikt instrumenten voor de productcontrole
    • Voert productcontroles uit
    • Neemt en labelt representatieve stalen
    • Vergelijkt de resultaten van controles met richtwaarden
    • Merkt afwijkingen aan producten op
    • Neemt gepaste actie bij producten die niet voldoen aan de voorschriften
    • Analyseert en interpreteert controlegegevens
    • Gaat na wat de oorzaak is van een afwijking aan het product
    • Rapporteert problemen aan de verantwoordelijke
    • Legt de productie stil indien nodig
    • Registreert de gegevens over de aard van de afwijking, het tijdstip en de oplossing
    • Vult opvolgdocumenten in (tijdstip, waarden, … )
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van statistiek
    • Basiskennis van kwaliteitscontrolesystemen
    • Kennis van registratiesystemen
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van procedures voor productcontrole
    • Kennis van stopprocedures
  • Competentie 10:
    Stelt de procesinstallatie om
    • Houdt zich aan de productieorder en de technische fiche
    • Stelt de procesinstallatieonderdelen manueel of computergestuurd om
    • Stelt parameters manueel of computergestuurd af
    • Kiest een programma uit een keuzemenu voor de productie
    • Volgt ter plaatse informatie op via beeldschermen en controlepanelen of display
    • Interpreteert de gegevens en reageert passend
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
    • Kennis van de werking van een procesinstallatie
    • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
    • Kennis van machinesturingen
    • Kennis van geautomatiseerde processen
    • Kennis van meet- en regeltechnieken
    • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 11:
    Organiseert de werkplek veilig, ordelijk en milieubewust
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Ziet erop toe dat de veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen
    • Kennis van regels van persoonlijke hygiëne
    • Kennis van regels m.b.t. afvalsortering
    • Kennis van milieuvoorschriften
  • Competentie 12:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Draagt de werkzaamheden over aan de volgende ploeg
    • Werkt efficiënt samen met collega’s
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Geeft aanwijzingen aan collega’s en medewerkers in functie van het productieproces
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van regels m.b.t. welzijn op het werk
    • Kennis van interne productieprocedures
    • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 13:
    Beheerst en maakt gebruik van typodruk als procedé of druktechniek
    • Bedient één of meerdere van de volgende types machines: degelpers, cilinderpers of stansmachine
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het grafisch productieproces
    • Kennis van typo als afwerkings- en drukwerkveredelingstechniek
    • Kennis van typo als druktechniek ((zoals het instellen, fijn afregelen, regelen van de inleg van papier (voor- en zijaanleg met vellenschuivers, de aanleg (positionering en doorvoer) en de uitleg (stapelen van gedrukte vellen), …))
    • Kennis van de verschillende onderdelen van de typopers
  • Competentie 14:
    Verricht voorbereidende werkzaamheden voor de realisatie van het drukwerk op de typopers
    • Neemt kennis van het productieorder
    • Gebruikt randapparatuur zoals de micrometer, polymeerapparaat, cicerometer, …
    • Maakt een zo voordelig en efficiënt mogelijke papierberekening
    • Beoordeelt het papier op een correcte wijze, bepaalt m.a.w. de dikte, de looprichting, …
    • Mengt inkten volgens afgesproken waarden (bijv. via de Pantonewaaier)
    • Voegt inkten toe in de inktbak en regelt de inktschroeven naar verhouding van hoeveelheid inkt.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van een MIS-systeem (management informatiesysteem, bijv. ASAP, OMP,…)
    • Kennis van de likrol en de inktbak
    • Kennis van meetapparatuur: een micrometer, ciceromeetlat
    • Kennis van het meten in cicero-eenheden
    • Kennis van efficiënte papierberekening
    • Kennis van kleurmengsystemen
    • Kennis van de eigenschappen, de aard en de samenstelling van inkten
    • Kennis van apparatuur om densiteit en viscositeit van inkten te meten
    • Kennis van de eigenschappen en de aard van de substraten, zoals papier, karton, hotfoil, …
    • Kennis van papiersoorten en hun eigenschappen (dikte, formaten en looprichting)
    • Kennis van de milieuwetgeving
    • Kennis van de basisvaardigheden voor rekenen
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
  • Competentie 15:
    Beoordeelt en maakt de hoogdrukvorm aan
    • Monteert hulpstukken in functie van stans- en rilwerk
    • Stelt het ‘ritsen’ en ‘rillen’ in (voorvouwlijnen)
    • Regelt de typodrukpers fijn af
    • Bevoorraadt de lader met papier en regelt de inleg van het papier, de aanleg (positionering en doorvoer) en uitleg (stapelen van gedrukte vellen)
    • Start de drukpers op
    • Controleert de eerste drukproef vooraleer het drukproces te lanceren
    • Regelt bij indien nodig
    • Raamt de drukvorm in
    • Beoordeelt de hoogdrukvorm(en) op productiefouten
    • Signaleert mogelijke fouten op de hoogdrukvorm (meestal polymeer) en onderneemt de nodige stappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van drukvormmontage
    • Kennis van afwerkingstechnieken toepasbaar op een hoogdrukapparaat (zoals rillen, ritsen, stansen, pregen, …)
    • Kennis van een polymeerapparaat
    • Kennis van de eigenschappen en de kwaliteit van verschillende (hoogdruk)drukvormen voor de typopers (zoals polymeer)
    • Kennis van afwijkingen aan de typodrukvorm
    • Kennis van de correcte manipulatie van typodrukvormen
    • Kennis van de bevoorrading van de typodrukpers
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
  • Competentie 16:
    Verricht handelingen om de typopers in bedrijf te stellen
    • Maakt een legger aan en past deze aan, afhankelijk van het te bedrukken materiaal
    • Brengt een stansplaat aan
    • Bepaalt de juiste productiesnelheid, afhankelijk van het te verwerken materiaal
    • Regelt de drukspanning
    • Werkt met vellenschuivers en maakt het onderscheid tussen nikkel of koperen vellenschuivers)
    • Bouwt letterrollen in- en uit
    • Regelt het papiertransport af, zowel invoer, doorvoer en uitvoer en vermijdt beschadiging van het papier
    • Maakt gebruik van de likrol en de inktbak en doseert de hoeveelheid inkt
    • Maakt register en werkt passend met voor- en zijaanleg bij gebruik van vellenschuivers
    • Biegt en maakt gebruik van alle materialen nodig voor het maken van één of meerdere bieg- of kaplijnen
    • Raamt een bestaande kapvorm in en maakt stand
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van omstellen naar vellenschuivers en werken met voor- en zijmarges (register)
    • Kennis van het in- en uitbouwen van rollen
    • Kennis van het maken van register
    • Kennis van nikkel en koperen vellenschuivers
    • Kennis van stand maken
    • Kennis van het vervangen van de kapplaat bij de degel- of cilinderpers of stansmachine
    • Kennis van het inramen van een bestaande kapvorm
    • Kennis van de likrol en de inktbak
    • Kennis van biegen en bieg- of kaplijnen
    • Kennis van tegenbiegen en het maken van de juiste keuze, afhankelijk van de papierdikte (channels)
    • Kennis van de correcte invoer van grondstoffen/dragers en correct afgeladen geproduceerde (veredelde of afgewerkte) eindproducten
    • Kennis van de invloed van luchtvochtigheid op de substraten
    • Kennis van de meting en instelling van de inktbalans met de stelschroeven
    • Kennis van de milieuwetgeving
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
    • Kennis van stansplaten
  • Competentie 17:
    Past afwerkingstechnieken toe
    • Past alle afwerkingstechnieken zoals rillen, ritsen, perforeren, stansen, pregen toe op een hoogdrukapparaat
    • Werkt met een hotfoil* of warmfolie
    • Vervangt foliemateriaal
    • Ondervult bij oneffenheden het te bedrukken materiaal (bijv. bij omslagen)
    • Plaatst hulpstukken bij het niet goed transporteren van het papier (zijgelijkhouders, rubbertjes op de zuigers,...)
    • Maakt onderscheid tussen nikkel of koperen vellenschuivers
    • Bewaakt de kwaliteit van het afwerkingsproces
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van afwerkingstechnieken toepasbaar op een hoogdrukapparaat (zoals rillen, ritsen, stansen, pregen, …)
    • Kennis van nikkel en koperen vellenschuivers
    • Kennis van stand maken
    • Kennis van hulstukken hulpstukken (zijgelijkhouders, rubbertjes op de zuigers, …)
    • Kennis van de eigenschappen en de aard van de substraten, zoals papier, karton, hotfoil, …
    • Kennis van papiersoorten en hun eigenschappen (dikte, formaten en looprichting)
    • Kennis van de consequenties van het werken met bepaalde substraten op het productieproces
    • Kennis van de gevolgen voor het eindproduct wanneer met oplosmiddelen en alcohol gewerkt wordt
    • Kennis van de invloed van luchtvochtigheid op de substraten
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
* Verklaring afwerkingstechnieken
Rillen / Biegen (letterlijk buigen, krommen)
Dik papier vouwen is niet eenvoudig. Om te voorkomen dat de buitenste laag zou barsten, wordt het papier (vanaf ongeveer 170 à 200 gram is dat een absolute must) eerst gerild = aanbrengen van een vouwlijn. Dat resulteert in een perfecte gladde vouwlijn. Hierdoor is manueel of machinaal vouwen een stuk makkelijker. Bovendien oogt het resultaat ook veel mooier.

Perforeren / Scheurstrook
Met een scheurstrook kan je eenvoudig een deel van het drukwerk recht afscheuren. Proper en praktisch. Ideaal voor bonnen, tickets of antwoordkaarten.

Stansen / Uitkappen
Met een stans kan het papier in zowat elke mogelijke vorm uitgekapt/uitgesneden worden. Een schitterende techniek die het toelaat om creatieve projecten te realiseren.

Pregen / Blinddruk
Het papier wordt geperst tussen een metaal en een zacht polymeer, hierdoor krijg je een verhoogd of een verdiept beeld. Het reliëf is afhankelijk van het gebruikte papier.

Hotfoliedruk
Hotfoil of warmfolie is een techniek waarbij een dunne laag folie op papier aangebracht wordt door middel van warmte. Een stempel of cliché brengt het beeld aan op het papier met een temperatuur van 100°C tot 150°C. Folie bestaat in allerlei kleuren, zowel glanzend als mat. Zilver of goud, metaal-, spiegel-, holografische, laser- en zelfs transparante folies zijn mogelijk. Er een ondertussen een waaier van kleuren beschikbaar. Daarenboven kan folie gecombineerd worden met pregen of kan er structuur in de folie aangebracht worden. De techniek resulteert in een heel blinkend en veredelend effect.
  • Competentie 18:
    Realiseert het drukwerk op de typopers conform de afdrukvereisten en de gewenste kwaliteit
    • Vergelijkt en past de kleur aan de noden aan of aan de vraag van de klant
    • Drukt stabiel met behoud van kleur tijdens het drukken van een oplage
    • Maakt een witberekening voor het positioneren van de drukvorm t.o.v. het papier
    • Bewaakt het vlot verloop van het drukproces met het oog op een constant kwaliteit
    • Controleert regelmatig de netheid, kwaliteit van de afdruk, e.a.
    • Verhelpt inkt- en drukproblemen: plukken (beschadiging van papierlaag), smetten (afzetten van de inkt op andere vellen), strepen, …
    • Regelt indien nodig de papierdoorvoer, de inktdosering, de druksnelheid, e.d. bij
    • Verhelpt technische storingen en defecten aan de typodrukpers of doet beroep op de technici indien nodig
    • Registreert ordergegevens (insteltijden, aantallen, pannes, enz.) en ondernomen acties
    • Laadt tijdig geproduceerde goederen van de machine af om de machine vrij te maken voor verdere productie
    • Ziet toe op het tijdig en correct afladen van geproduceerde goederen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van typo als druktechniek ((zoals het instellen, fijn afregelen, regelen van de inleg van papier (voor- en zijaanleg met vellenschuivers, de aanleg (positionering en doorvoer) en de uitleg (stapelen van gedrukte vellen), …))
    • Kennis van het in- en uitbouwen van rollen
    • Kennis van de likrol en de inktbak
    • Kennis van kleurmengsystemen
    • Kennis van de eigenschappen, de aard en de samenstelling van inkten
    • Kennis van apparatuur om densiteit en viscositeit van inkten te meten
    • Kennis van de eigenschappen en de aard van de substraten, zoals papier, karton, hotfoil, …
    • Kennis van papiersoorten en hun eigenschappen (dikte, formaten en looprichting)
    • Kennis van de conditioneringstechnieken van de grondstoffen en de half-afgewerkte producten
    • Kennis van de eigenschappen en de kwaliteit van verschillende (hoogdruk)drukvormen voor de typopers (zoals polymeer)
    • Kennis van het inramen
    • Kennis van de consequenties van het werken met bepaalde substraten op het productieproces
    • Kennis van de gevolgen voor het eindproduct wanneer met oplosmiddelen en alcohol gewerkt wordt
    • Kennis van de bevoorrading van de typodrukpers
    • Kennis van de correcte invoer van grondstoffen/dragers en correct afgeladen geproduceerde (veredelde of afgewerkte) eindproducten
    • Kennis van de (de)montage van onderdelen van typodrukpersen
    • Kennis van randapparatuur zoals reinigingssystemen, inspectiesystemen, ...
    • Kennis van de invloed van luchtvochtigheid op de substraten
    • Kennis van de meting en instelling van de inktbalans met de stelschroeven
    • Kennis van het gestandaardiseerd werken (= meten onder bepaalde lichtbronnen)
    • Kennis van de beoogde effenheid en de egaliteit van het drukwerk
    • Kennis van kleurmeting (bijv. spectraal fotometrie**; densitometrie***)
    • Kennis van de milieuwetgeving
    • Kennis van de basisvaardigheden voor rekenen
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
    • Kennis van mechanica gelinkt aan de werking van de typopers
  • Competentie 19:
    Onderhoud manueel de typodrukpers
    • Zoekt onderdelen op in het stukkenboek
    • Leest de handleiding en begrijpt ze
    • Verhelpt storingen bij het verwerken van hotfoilmaterialen
    • Wast de machine uit met een rakel
    • Houdt alles netjes en proper, zowel op als rond de machine
    • Legt gereedschappen terug op zijn plaats (werksleutels, sluitijzers, magneetblokken, opvulwit, typolatten, bieg- perforeer- of kaplijnen, …)
    • Demonteert en bevestigt inktrollen
    • Verhelpt storingen
    • Verricht smering en onderhoud volgens smeerplan
    • Zorgt voor preventief onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de verschillende onderdelen van de typopers
    • Kennis van het in- en uitbouwen van rollen
    • Kennis van het vervangen van de kapplaat bij de degel- of cilinderpers of stansmachine
    • Kennis van de likrol en de inktbak
    • Kennis van de (de)montage van onderdelen van typodrukpersen
    • Kennis van randapparatuur zoals reinigingssystemen, inspectiesystemen, ...
    • Kennis van de milieuwetgeving
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
  • Competentie 20:
    Bewaakt het continu productieproces en stemt hiervoor af met de medewerkers aan de machine(straat), -lijn
    • Verleent hulp en advies bij technische problemen aan de medewerker
    • Geeft tijdens het productieproces aanwijzingen aan de medewerker
    • Ziet toe op en bespreekt de uitvoering van de opdrachten van de medewerker
    • Ziet toe op de uitvoering van de productie
    • Ziet toe op de netheid aan de pers
    • Overlegt met de productieverantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het grafisch productieproces
    • Kennis van de milieuwetgeving
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
    • Kennis van schriftelijke en mondelinge communicatie (o.a. in functie van doelgerichte communicatie met de medewerker)
    • Kennis van omgangsvormen
    • Kennis van vakterminologie

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

Generiek
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis pneumatica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
  • Basiskennis hydraulica gelinkt aan de werking van de procesinstallatie
  • Basiskennis van statistiek
  • Basiskennis PLC (Programmable Logic Controller)
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Basiskennis van productieplanning
  • Basiskennis van kwaliteitscontrolesystemen
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen
  • Basiskennis van regels m.b.t. welzijn op het werk
  • Kennis van bedrijfseigen software
  • Kennis van storingsanalyse in het productieproces
  • Kennis van registratiesystemen
  • Kennis van het productieproces
  • Kennis van interne productieprocedures
  • Kennis van productieapparatuur en gereedschappen
  • Kennis van de werking van een procesinstallatie
  • Kennis van procedures voor het afstellen van de procesinstallatie
  • Kennis van machinesturingen
  • Kennis van geautomatiseerde processen
  • Kennis van de grondstoffen/dragers
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van meet- en regeltechnieken
  • Kennis van procestechnieken
  • Kennis van onderhoudstechnieken/-procedures voor preventief (basis)onderhoud
  • Kennis van veiligheidsmaatregelen en -voorschriften
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van regels van persoonlijke hygiëne
  • Kennis van regels m.b.t. afvalsortering
  • Kennis van milieuvoorschriften
  • Kennis van procedures voor productcontrole
  • Kennis van regels voor conversie van meeteenheden
  • Kennis van nood- en evacuatieprocedures
  • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Kennis van opstartprocedures
  • Kennis van stopprocedures
  • Kennis van procedures om de procesinstallatie te bedienen
  • Kennis van risicoanalyse
Specifiek
  • Basiskennis van het grafisch productieproces
  • Basiskennis van drukvormmontage
  • Basiskennis van een MIS-systeem (management informatiesysteem, bijv. ASAP, OMP,…)
  • Kennis van afwerkingstechnieken toepasbaar op een hoogdrukapparaat (zoals rillen, ritsen, stansen, pregen, …)
  • Kennis van typo als afwerkings- en drukwerkveredelingstechniek
  • Kennis van typo als druktechniek ((zoals het instellen, fijn afregelen, regelen van de inleg van papier (voor- en zijaanleg met vellenschuivers, de aanleg (positionering en doorvoer) en de uitleg (stapelen van gedrukte vellen), …))
  • Kennis van omstellen naar vellenschuivers en werken met voor- en zijmarges (register)
  • Kennis van de verschillende onderdelen van de typopers
  • Kennis van het in- en uitbouwen van rollen
  • Kennis van het maken van register
  • Kennis van nikkel en koperen vellenschuivers
  • Kennis van stand maken
  • Kennis van hulstukken hulpstukken (zijgelijkhouders, rubbertjes op de zuigers, …)
  • Kennis van het vervangen van de kapplaat bij de degel- of cilinderpers of stansmachine
  • Kennis van het inramen van een bestaande kapvorm
  • Kennis van de likrol en de inktbak
  • Kennis van biegen en bieg- of kaplijnen
  • Kennis van meetapparatuur: een micrometer, ciceromeetlat
  • Kennis van tegenbiegen en het maken van de juiste keuze, afhankelijk van de papierdikte (channels)
  • Kennis van het meten in cicero-eenheden
  • Kennis van efficiënte papierberekening
  • Kennis van kleurmengsystemen
  • Kennis van de eigenschappen, de aard en de samenstelling van inkten
  • Kennis van apparatuur om densiteit en viscositeit van inkten te meten
  • Kennis van de eigenschappen en de aard van de substraten, zoals papier, karton, hotfoil, …
  • Kennis van papiersoorten en hun eigenschappen (dikte, formaten en looprichting)
  • Kennis van de conditioneringstechnieken van de grondstoffen en de half-afgewerkte producten
  • Kennis van een polymeerapparaat
  • Kennis van de eigenschappen en de kwaliteit van verschillende (hoogdruk)drukvormen voor de typopers (zoals polymeer)
  • Kennis van het inramen
  • Kennis van afwijkingen aan de typodrukvorm
  • Kennis van de correcte manipulatie van typodrukvormen
  • Kennis van de consequenties van het werken met bepaalde substraten op het productieproces
  • Kennis van de gevolgen voor het eindproduct wanneer met oplosmiddelen en alcohol gewerkt wordt
  • Kennis van de bevoorrading van de typodrukpers
  • Kennis van de correcte invoer van grondstoffen/dragers en correct afgeladen geproduceerde (veredelde of afgewerkte) eindproducten
  • Kennis van de (de)montage van onderdelen van typodrukpersen
  • Kennis van randapparatuur zoals reinigingssystemen, inspectiesystemen, ...
  • Kennis van de invloed van luchtvochtigheid op de substraten
  • Kennis van de meting en instelling van de inktbalans met de stelschroeven
  • Kennis van het gestandaardiseerd werken (= meten onder bepaalde lichtbronnen)
  • Kennis van de beoogde effenheid en de egaliteit van het drukwerk
  • Kennis van kleurmeting (bijv. spectraal fotometrie**; densitometrie***)
  • Kennis van de milieuwetgeving
  • Kennis van de basisvaardigheden voor rekenen
  • Kennis van veiligheidsvoorschriften (zoals in bepaalde gevallen specifieke BRC-reglementering* en de strenge regels met betrekking tot kledij, ...)
  • Kennis van schriftelijke en mondelinge communicatie (o.a. in functie van doelgerichte communicatie met de medewerker)
  • Kennis van omgangsvormen
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van stansplaten
  • Kennis van mechanica gelinkt aan de werking van de typopers

Cognitieve vaardigheden

Generiek
  • Neemt de werkzaamheden van de vorige ploeg over
  • Neemt de planning door
  • Controleert en houdt zich aan productieorder en technische fiche
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
  • Controleert de te verwerken grondstoffen/dragers en onderneemt actie bij afwijkingen
  • Stemt de hoeveelheid grondstoffen/dragers af op de opdracht
  • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
  • Houdt rekening met de interne codering
  • Gebruikt software voor voorraadbeheer
  • Houdt zich aan de productieorder en de technische fiche
  • Stelt de machine(onderdelen) manueel of computergestuurd in
  • Kiest een programma uit een keuzemenu voor het proces
  • Voert interventies in het programma uit
  • Stelt de parameters en coördinaten manueel of computergestuurd in en volgt ze op, onder andere via beeldschermen of display
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productiefiches
  • Gebruikt informaticatoepassingen voor de opvolging van de productie
  • Gebruikt processturingen
  • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
  • Doet veiligheidscontroles/ controlerondes
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de procesinstallatie op
  • Organiseert de opeenvolgende werkzaamheden van de productiestappen en zorgt voor onderlinge afstemming
  • Houdt zich aan de (technische) voorschriften en productiefiches
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
  • Start de procesinstallatie op
  • Draait proef en geeft (al dan niet) vrij voor productie
  • Bedient de procesinstallatie
  • Volgt ter plaatse de informatie op via beeldschermen en controlepanelen en display
  • Stelt parameters manueel of computergestuurd af
  • Organiseert een zo efficiënt mogelijk procesverloop
  • Doet controles/controlerondes
  • Gebruikt informaticatoepassingen voor de opvolging van de productie
  • Gebruikt processturingen
  • Doet controles en controlerondes
  • Volgt ter plaatse informatie op via beeldschermen en controlepanelen of display
  • Verzamelt, controleert en analyseert gegevens ter plaatse
  • Houdt gegevens bij over de aard van de storing of afwijking, het tijdstip en de oplossing
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productiefiches
  • Anticipeert proactief op afwijkingen en storingen
  • Gebruikt processturingen
  • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
  • Raadpleegt technische fiches en voorschriften
  • Houdt zich aan onderhoudsplan en -richtlijnen
  • Registreert (basis)onderhoud
  • Houdt gegevens bij en rapporteert over het productieverloop
  • Houdt gegevens bij en rapporteert over het gebruik van grondstoffen/dragers en werkmateriaal
  • Rapporteert mondeling en/of schriftelijk aan collega’s en leidinggevende
  • Volgt informatie op via beeldschermen en controlepanelen ter plaatse en/of vanuit de controlekamer
  • Gebruikt instrumenten voor de productcontrole
  • Voert productcontroles uit
  • Neemt en labelt representatieve stalen
  • Vergelijkt de resultaten van controles met richtwaarden
  • Merkt afwijkingen aan producten op
  • Analyseert en interpreteert controlegegevens
  • Registreert de gegevens over de aard van de afwijking, het tijdstip en de oplossing
  • Vult opvolgdocumenten in (tijdstip, waarden, … )
  • Houdt zich aan de productieorder en de technische fiche
  • Stelt de procesinstallatieonderdelen manueel of computergestuurd om
  • Stelt parameters manueel of computergestuurd af
  • Kiest een programma uit een keuzemenu voor de productie
  • Volgt ter plaatse informatie op via beeldschermen en controlepanelen of display
  • Ziet erop toe dat de veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Draagt de werkzaamheden over aan de volgende ploeg
  • Werkt efficiënt samen met collega’s
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Geeft aanwijzingen aan collega’s en medewerkers in functie van het productieproces
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Meldt problemen, afwijkingen aan de verantwoordelijke
  • Rapporteert problemen aan de verantwoordelijke
  • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
  • Verleent hulp en advies aan onderhoudstechnici
Specifiek
  • Bedient één of meerdere van de volgende types machines: degelpers, cilinderpers of stansmachine
  • Maakt een zo voordelig en efficiënt mogelijke papierberekening
  • Controleert de eerste drukproef vooraleer het drukproces te lanceren
  • Beoordeelt de hoogdrukvorm(en) op productiefouten
  • Bepaalt de juiste productiesnelheid, afhankelijk van het te verwerken materiaal
  • Werkt met vellenschuivers en maakt het onderscheid tussen nikkel of koperen vellenschuivers)
  • Past alle afwerkingstechnieken zoals rillen, ritsen, perforeren, stansen, pregen toe op een hoogdrukapparaat
  • Maakt onderscheid tussen nikkel of koperen vellenschuivers
  • Bewaakt de kwaliteit van het afwerkingsproces
  • Vergelijkt en past de kleur aan de noden aan of aan de vraag van de klant
  • Drukt stabiel met behoud van kleur tijdens het drukken van een oplage
  • Maakt een witberekening voor het positioneren van de drukvorm t.o.v. het papier
  • Bewaakt het vlot verloop van het drukproces met het oog op een constant kwaliteit
  • Controleert regelmatig de netheid, kwaliteit van de afdruk, e.a.
  • Registreert ordergegevens (insteltijden, aantallen, pannes, enz.) en ondernomen acties
  • Zoekt onderdelen op in het stukkenboek
  • Leest de handleiding en begrijpt ze
  • Zorgt voor preventief onderhoud
  • Verleent hulp en advies bij technische problemen aan de medewerker
  • Geeft tijdens het productieproces aanwijzingen aan de medewerker
  • Ziet toe op en bespreekt de uitvoering van de opdrachten van de medewerker
  • Ziet toe op het tijdig en correct afladen van geproduceerde goederen
  • Neemt kennis van het productieorder
  • Ziet toe op de uitvoering van de productie
  • Ziet toe op de netheid aan de pers
  • Overlegt met de productieverantwoordelijke

Probleemoplossende vaardigheden

Generiek
  • Voert risicoanalyses uit en reageert op gepaste wijze
  • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
  • Legt de productie stil indien nodig
  • Merkt afwijkingen, storingen of nood aan preventief onderhoud op en neemt op passende wijze actie
  • Gaat na wat de oorzaak is van een storing, afwijking
  • Regelt de procesinstallatie bij volgens de analyse
  • Regelt parameters/coördinaten bij volgens de analyse
  • Legt de productie stil indien nodig
  • Formuleert verbetervoorstellen inzake preventief onderhoud
  • Neemt gepaste actie bij producten die niet voldoen aan de voorschriften
  • Gaat na wat de oorzaak is van een afwijking aan het product
  • Legt de productie stil indien nodig
  • Volgt ter plaatse veiligheidsinformatie op via beeldschermen en controlepanelen en reageert op gepaste wijze
  • Interpreteert gegevens en reageert passend
  • Interpreteert de gegevens en reageert passend
  • Formuleert verbetervoorstellen
Specifiek
  • Signaleert mogelijke fouten op de hoogdrukvorm (meestal polymeer) en onderneemt de nodige stappen
  • Plaatst hulpstukken bij het niet goed transporteren van het papier (zijgelijkhouders, rubbertjes op de zuigers,...)
  • Verhelpt inkt- en drukproblemen: plukken (beschadiging van papierlaag), smetten (afzetten van de inkt op andere vellen), strepen, …
  • Regelt indien nodig de papierdoorvoer, de inktdosering, de druksnelheid, e.d. bij
  • Verhelpt technische storingen en defecten aan de typodrukpers of doet beroep op de technici indien nodig
  • Verhelpt storingen bij het verwerken van hotfoilmaterialen
  • Verhelpt storingen
  • Ondervult bij oneffenheden het te bedrukken materiaal (bijv. bij omslagen)

Motorische vaardigheden

Generiek
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Regelt de afvoer van geproduceerde goederen
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt toestellen voor goederentransport
  • Verzorgt de toevoer van grondstoffen/dragers en hulpproducten
  • Stopt de procesinstallatie
  • Houdt de voorraad op peil en onderneemt actie bij tekorten
  • Gebruikt toestellen voor goederentransport
  • Verzorgt de toevoer van grondstoffen/dragers en hulpproducten
  • Stopt de procesinstallatie
  • Plaatst de procesinstallatie in veiligheidsmodus en bereidt ze voor op het uitvoeren van onderhoud
Specifiek
  • Voegt inkten toe in de inktbak en regelt de inktschroeven naar verhouding van hoeveelheid inkt.
  • Monteert hulpstukken in functie van stans- en rilwerk
  • Stelt het ‘ritsen’ en ‘rillen’ in (voorvouwlijnen)
  • Bevoorraadt de lader met papier en regelt de inleg van het papier, de aanleg (positionering en doorvoer) en uitleg (stapelen van gedrukte vellen)
  • Raamt de drukvorm in
  • Maakt een legger aan en past deze aan, afhankelijk van het te bedrukken materiaal
  • Brengt een stansplaat aan
  • Regelt de drukspanning
  • Bouwt letterrollen in- en uit
  • Maakt gebruik van de likrol en de inktbak en doseert de hoeveelheid inkt
  • Werkt met een hotfoil* of warmfolie
  • Vervangt foliemateriaal
  • Wast de machine uit met een rakel
  • Houdt alles netjes en proper, zowel op als rond de machine
  • Legt gereedschappen terug op zijn plaats (werksleutels, sluitijzers, magneetblokken, opvulwit, typolatten, bieg- perforeer- of kaplijnen, …)
  • Demonteert en bevestigt inktrollen
  • Verricht smering en onderhoud volgens smeerplan
  • Start de drukpers op
  • Laadt tijdig geproduceerde goederen van de machine af om de machine vrij te maken voor verdere productie
  • Gebruikt randapparatuur zoals de micrometer, polymeerapparaat, cicerometer, …
  • Beoordeelt het papier op een correcte wijze, bepaalt m.a.w. de dikte, de looprichting, …
  • Mengt inkten volgens afgesproken waarden (bijv. via de Pantonewaaier)
  • Regelt bij indien nodig
  • Regelt de typodrukpers fijn af
  • Regelt het papiertransport af, zowel invoer, doorvoer en uitvoer en vermijdt beschadiging van het papier
  • Maakt register en werkt passend met voor- en zijaanleg bij gebruik van vellenschuivers
  • Biegt en maakt gebruik van alle materialen nodig voor het maken van één of meerdere bieg- of kaplijnen
  • Raamt een bestaande kapvorm in en maakt stand

Omgevingscontext

Generiek
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in productiebedrijven
  • Het kan ook uitgeoefend worden in ploegen, tijdens het weekend, op feestdagen of ’s nachts
  • De activiteit varieert naar gelang de grootte en de automatiseringsgraad van de onderneming
  • Het werk vindt plaats in een productieruimte, waarbij de eigenschappen van de grondstoffen/dragers en het productieproces bepalend kunnen zijn voor de omgevingscondities van de productieruimte
  • Het werk vindt plaats aan een procesinstallatie en/of vanuit een controlekamer met beeldschermen en/of controlepanelen
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist en kan verschillen naar gelang de producten die behandeld worden en de aard van de uitgevoerde operaties
  • Er moet voortdurend rekening gehouden worden met hygiëne-, milieu- en veiligheidsvoorschriften
  • Samenwerking in team is noodzakelijk
Specifiek
  • Dit beroep wordt staande uitgevoerd
  • Dit beroep vraagt een inspannende houding bij het uitvoeren van stelwerkzaamheden
  • Het werk vraagt zware kracht bij het regelmatig tillen van stapels papier, karton, … bij het bevoorraden van de typodrukpers
  • Er wordt gewerkt in een ruimte waar men wordt blootgesteld aan lawaai, warmte, stof, geurhinder (inkt, reinigingsmiddelen), een wisselende vochtigheidsgraad en chemicaliën. Binnen deze context worden er indien nodig aangepaste beschermingsmiddelen voorzien zoals een stofmasker, handschoenen, beschermende bril, beschermend zeep en wordt de werkruimte ingericht met plaatselijke afzuiging en luchtverversing
  • Dit beroep kent een verhoogd risico op letsel door gekneld raken
  • Het werk vindt plaats aan zeer specifieke persen waarvoor (zoals een Heidelberg degelpers of cilinderpers of stansmachine) die de een behoorlijk aantal decibels kunnen produceren
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist en kan verschillen naar gelang de producten die behandeld worden en de aard van de uitgevoerde operaties. Zo zal de beroepsbeoefenaar in bepaalde gevallen handschoenen dragen tijdens de werkzaamheden ter preventie van snijwonden
  • Het beroep vraagt dat de eisen op vlak van persoonlijke veiligheid en hygiëne strikt toegepast worden
  • Het werk vraagt om een ergonomische houding aan de drukpers
  • Het werk vraagt om een eenzijdige houding bij het nauwkeurig monteren van witregels en magneetblokken

Handelingscontext

Generiek
  • Communiceert efficiënt met het team o.a. voor de overdracht naar de volgende shift
  • Houdt rekening met veiligheids- en milieuvoorschriften in omgang met grondstoffen/dragers en producten
  • Gaat economisch en ecologisch om met grondstoffen/dragers en producten
  • Houdt zich aan voorschriften en procedures
  • Houdt rekening met veiligheidssignalisatie op de werkplek
  • Heeft permanente aandacht voor de kwaliteit van het product
  • Volgt alle informatiegegevens m.b.t. het productieproces permanent op
  • Houdt zich aan tijdsschema’s voor de realisatie van het productieproces
  • Voert uiteenlopende opdrachten uit met diverse grondstoffen/dragers
  • Is zich constant bewust van de mogelijke impact van zijn handelingen
  • Is mee verantwoordelijk voor het volledige proces
Specifiek
  • Het beroep vereist een grote mate aan nauwkeurigheid
  • De uitoefening van het beroep vereist een hoge mate van handigheid en technisch inzicht bij het hanteren van kleine gereedschappen en meetlatten
  • Het beroep vraagt een groot vermogen om de machines en toebehoren fijn af te regelen
  • De zeer specifieke persen (zoals een Heidelberg degelpers of cilinderpers of de stansmachine) vragen van de beroepsbeoefenaar technisch inzicht in mechanica en een hoog redeneringsvermogen om de machine in gereedheid te brengen
  • Het beroep vraagt een groot visueel inlevingsvermogen
  • Het beroep vraagt een hoge mate aan oplettendheid en concentratie bij het samenstellen en instellen van drukvormen
  • De beroepsbeoefenaar is alert voor kwaliteitsafwijkingen
  • De beroepsbeoefenaar heeft feeling en oog voor kwaliteit
  • De beroepsbeoefenaar moet actief zoeken naar situaties om zijn/haar competentie(s) te verbreden en te verdiepen
  • De beroepsbeoefenaar moet open staan voor en zich aanpassen aan wisselende contexten, eisen, omstandigheden, vereisten, gebeurtenissen, handleidingen (er is namelijk geen specifieke handleiding voor een typodrukker), ...
  • Het beroep vraagt dat de eisen op vlak van persoonlijke veiligheid en hygiëne strikt toegepast worden.
  • Een volwaardig typodrukker moet over voldoenden communicatieve vaardigheden beschikken en de over nodige basiskennis van assertiviteitstechnieken beschikken, teneinde het productieproces aan de flexopers in goede banen te kunnen leiden
  • Het ganse drukkersteam is mee verantwoordelijk voor het proces en het resultaat, de typodrukker legt zich toe op drukwerkveredeling of een afwerkingsproces, en komt vaak op het einde van de productieketen in actie
  • De typodrukker moet op eigen kracht kunnen handelen en beslissingen durven/kunnen nemen.
  • De taakverdeling ligt in de ene organisatie meer vast dan in de andere. In veel gevallen zal de typodrukker nauw samenwerken met de procesoperator drukken.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het opstellen van de eigen planning
  • zorgen voor de toevoer van de grondstoffen;
  • het opstarten, instellen, proefdraaien, sturen, bijstellen, omstellen en stoppen van de procesinstallatie
  • de opvolging van het productieproces
  • kwaliteitsopvolging en -controle en (basis)onderhoud
  • het overleggen met de collega’s over concrete werkzaamheden om een continu productieproces te garanderen
Is gebonden aan
  • tijdschema/planning
  • veiligheids- en milieuvoorschriften/procedures
  • productieorder/technische fiche, hygiëneregelgeving
  • kenmerken van de grondstoffen/dragers
  • richtwaarden; kwaliteitsnormen/voorschriften en rapporteringsprocedures
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de planning; productieorder; meldingen van storingen, technische interventies of nood aan (extern) onderhoud; productieoptimalisatie en bijkomende instructies en doet beroep op de (onderhouds)technieker voor storingen, technische interventies en onderhoud

Verantwoordelijkheid

Generiek
  • Verzamelt en neemt kennis van de productiefiches en -voorschriften
  • Controleert de voorraad grondstoffen/dragers en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, dosering, mengeling, conformiteit, kwaliteitsafwijkingen)
  • Stelt de procesinstallatie in door het instellen, selecteren van een programma
  • Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de eigen procesinstallatie
  • Stuurt de procesinstallatie
  • Bewaakt het (geautomatiseerde) proces en stuurt bij indien nodig
  • Stuurt preventief of correctief (basis)onderhoud aan de procesinstallatie
  • Registreert en rapporteert het verloop van het productieproces
  • Voert kwaliteitscontroles uit
  • Stelt de procesinstallatie om
  • Organiseert de werkplek veilig, ordelijk en milieubewust
  • Werkt in teamverband
  • Verricht voorbereidende werkzaamheden voor de realisatie van het drukwerk op de typopers
  • Beoordeelt en maakt de hoogdrukvorm aan
  • Verricht handelingen om de typopers in bedrijf te stellen
  • Past afwerkingstechnieken toe
  • Realiseert het drukwerk op de typopers conform de afdrukvereisten en de gewenste kwaliteit
  • Onderhoud manueel de typodrukpers
  • Bewaakt het continu productieproces en stemt hiervoor af met de medewerkers aan de machine(straat), -lijn
Specifiek
  • Beheerst en maakt gebruik van flexodruk als procedé of druktechniek
  • Interpreteert de orderinformatie voor productie
  • Stelt de machine in voor productie
  • Verricht productieondersteunende werkzaamheden
  • Maakt, volgens bepaalde voorschriften (bijv. recepten, werkprocedures, …) inkten aan (samenstellen), om de voorgeschreven kleur en de hoeveelheid drukklaar aan de drukmachines te kunnen aanleveren
  • Bedient de machine voor productie
  • Bewaakt de kwaliteit van het productieproces
  • Coördineert de activiteiten van (eventuele) medewerkers aan de machine(straat), -lijn

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.