Huishoudhulp zorg

 
BK-0491-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Huishoudhulp zorg

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "K130401 Huishouddiensten"

Definitie

De huishoudhulp zorg zorgt, met oog voor de zorgnood van de cliënt, voor het dagelijks onderhoud en de schoonmaak van de woning teneinde een aangename leefomgeving te behouden en/of te herstellen zodat de cliënt thuis kan blijven wonen

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Voert de huishoudelijke taken uit volgens de kwaliteitsnormen
    • Verleent huishoudelijke hulp conform de organisatiespecifieke voorschriften en de gemaakte afspraken
    • Werkt conform het zorg- en ondersteuningsplan
    • Werkt hygiënisch
    • Werkt volgens de veiligheidsvoorschriften van de organisatie
    • Werkt milieubewust
    • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt kostenbewust
    • Lost problemen op binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van planning en organisatie van taken
    • Basiskennis van beschermingsmaatregelen tegen infectie, zowel bij zichzelf als op de werkplek
    • Basiskennis van bedrijfseigen software en dagelijkse administratie
    • Basiskennis van zorg- en ondersteuningsplan
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van de richtlijnen en de procedures van de organisatie
    • Kennis van de basisprincipes in het huishouden (hygiëne, comfort, inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Kennis van vakterminologie
    • kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van huishoudelijke schoonmaaktechnieken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels en organisatiespecifieke procedures
    • Kennis van beschermingsmaatregelen tegen infectie, zowel bij zichzelf als op de werkplek
    • Kennis van gevarensymbolen
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de professionele gedragscode
    • Handelt volgens de professionele (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de cliënt , scheiding beroepscontext-privé, …)
    • Handelt professioneel met empathie en respect voor de achtergrond van de cliënt
    • Voert haar/zijn taken uit met aandacht voor een veilige omgeving voor de cliënt
    • Helpt bij noodsituaties
    • Herkent weerstanden van de cliënt en gaat hier professioneel mee om
    • Voert zijn/haar taken uit met de nodige verantwoordelijkheidszin
    • Respecteert de professionele omgangsvormen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
    • Handelt volgens de grenzen van het beroepsdomein
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de holistische visie op de mens
    • Basiskennis van diversiteit (diverse sociale, etnische, religieuze of filosofische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, …)
    • Basiskennis professionele omgangsvormen en deontologie
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke verzorging en hygiëne
  • Competentie 3:
    Werkt samen met de cliënt en communiceert op professionele wijze
    • Gaat op empathische wijze om met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden
    • Voert in overleg met de cliënt kleine wijzigingen aan het afgesproken takenpakket uit
    • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen en vergewist zich ervan dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft
    • Kaart moeilijke situaties aan
    • Past zijn/ haar taalgebruik aan in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm
    • Is in staat adequaat om te gaan met agressie, grensoverschrijdend gedrag
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de holistische visie op de mens
    • Basiskennis van contexten (residentiële zorg, thuisverpleging, thuiszorg, gehandicaptenzorg, ziekenhuissector, palliatieve zorg, revalidatie, ...)
    • Basiskennis van rapportering
    • Basiskennis van observatietechnieken
    • Basiskennis van het begrip zorgvisie
    • Basiskennis professionele omgangsvormen en deontologie
    • Basiskennis van het begrip zorgvisie
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van communicatie in het Nederlands (kan in functie van de taken zichzelf verstaanbaar uitdrukken en de gesprekspartner begrijpen. Zij/hij kan een beperkte conversatie voeren met de cliënt. Kan mededelingen en instructies lezen, begrijpen, en noteren)
  • Competentie 4:
    Werkt samen met andere (zorg)actoren
    • Communiceert doelgericht en efficiënt met alle actoren (leidinggevende, collega’s, cliënten, familie, …)
    • Wisselt informatie uit met de betrokken actoren binnen het cliëntsysteem collega’s, cliënt(en) en leidinggevende(n)
    • Rapporteert aan de leidinggevende(n)
    • Werkt efficiënt samen met collega’s en betrokken (zorg)actoren
    • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, verandering van werkschema, …)
    • Gebruikt de geschikte communicatiemiddelen (sms, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van planning en organisatie van taken
    • Basiskennis van bedrijfseigen software en dagelijkse administratie
    • Basiskennis van de holistische visie op de mens
    • Basiskennis van contexten (residentiële zorg, thuisverpleging, thuiszorg, gehandicaptenzorg, ziekenhuissector, palliatieve zorg, revalidatie, ...)
    • Basiskennis van rapportering
    • Basiskennis van observatietechnieken
    • Basiskennis van het begrip zorgvisie
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van communicatie in het Nederlands (kan in functie van de taken zichzelf verstaanbaar uitdrukken en de gesprekspartner begrijpen. Zij/hij kan een beperkte conversatie voeren met de cliënt. Kan mededelingen en instructies lezen, begrijpen, en noteren)
  • Competentie 5:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Reflecteert over het eigen handelen aan de hand van de feedback van de leidinggevende
    • Stuurt haar/zijn handelen bij aan in samenspraak met de leidinggevende
    • Volgt opleiding in functie van de eigen competenties en groeimogelijkheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van evaluatie- en feedbackmethoden
    • Basiskennis van (zelf-)reflectie
  • Competentie 6:
    Plant en organiseert de huishoudelijke taken bij de cliënt
    • Plant de huishoudelijke taken, rekening houdend met de prioriteiten, tijdsbesteding, efficiëntie, ...…
    • Maakt materieel en (reinigings)producten gebruiksklaar
    • Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten
    • Bergt het materieel en de (reinigings)producten op na de taakuitvoering
    • Voert administratieve taken uit (registratie van uitgevoerde taken, verwittigen van cliënt, bijhouden van bewijs van uitgevoerde taken, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van planning en organisatie van taken
    • Basiskennis van bedrijfseigen software en dagelijkse administratie
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van de basisprincipes in het huishouden (hygiëne, comfort, inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van huishoudelijke producten en hun gebruikswijze
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels en organisatiespecifieke procedures
    • Kennis van toepassen van instructies, gebruikshandleidingen, instructiefiches en etiketten
    • Kennis van pictogrammen
  • Competentie 7:
    Doet boodschappen
    • Maakt samen met de cliënt een boodschappenlijst op
    • Houdt rekening met houdbaarheid van producten
    • Doet boodschappen aan de hand van een boodschappenlijst
    • Volgt de budgetafspraak van de cliënt
    • Vervoert de boodschappen
    • Bergt de boodschappen op
    • Controleert en houdt rekening met de houdbaarheid van producten bij aankoop
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van first-in first-out principe
    • Basiskennis van kostenbewust aankopen
    • Basiskennis van vervoer voedingswaren
    • Basiskennis van versheid van producten
    • Basiskennis van algemene vaardigheden rekenen (regel van drie, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen…)
  • Competentie 8:
    Bereidt maaltijden
    • Past bereidings- en bewaringstechnieken toe voor maaltijden
    • Controleert en houdt rekening met de houdbaarheid van producten
    • Gebruikt het benodigde keukengerei en –apparatuur
    • Bereidt een maaltijd conform de opdracht
    • Bergt overschotten correct op of verwijdert ze indien nodig
    • Zorgt voor het opdienen, afruimen en afwassen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van first-in first-out principe
    • Basiskennis van de bewaarmethoden van voedsel
    • Basiskennis van malnutritie
    • Basiskennis van algemene vaardigheden rekenen (regel van drie, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen…)
    • Kennis van gebruik van veelvoorkomende keukengerei en apparatuur
    • Kennis van bereiden van eenvoudige maaltijden
    • Kennis van soorten afval en afvalsortering
  • Competentie 9:
    Verzorgt de kledij en het ander textiel van de cliënt
    • Sorteert, wast en droogt het textiel conform de voorschriften
    • Strijkt volgens de gebruiksaanwijzingen van het toestel en het te strijken textiel
    • Vouwt kleding en ander textiel op
    • Voert klein verstelwerk van kleding en ander textiel uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kenmerken van textiel
    • Basiskennis van versteltechnieken
    • Kennis van was- en droogmachines
    • Kennis van was- en droogtechnieken
    • Kennis van strijktechnieken
    • Kennis van het toepassen van instructies, gebruikshandleidingen, instructiefiches, bijsluiters en etiketten
  • Competentie 10:
    Maakt oppervlakken, meubilair en uitrusting schoon
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
    • Stemt het product en de techniek af op het oppervlak en het type vervuiling
    • Gebruikt het materiaal en materieel volgens de handleiding
    • Gaat zorgzaam om met materiaal
    • Gebruikt apart materiaal voor het toilet
    • Onderhoudt het schoonmaakmateriaal en bergt het op
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheidsregels
    • kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van huishoudelijke producten en hun gebruikswijze
    • Kennis van huishoudelijke schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures
    • Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
    • Kennis van technieken om vloeren huishoudelijk te reinigen
    • Kennis van schoonmaak van glazen oppervlakken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels en organisatiespecifieke procedures
  • Competentie 11:
    Sorteert en verwijdert het huishoudelijk afval
    • Sorteert afval volgens richtlijnen
    • Verzamelt en verwijdert afval volgens de richtlijnen
    • Vervangt eventueel de vuilniszakjes
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van soorten afval en afvalsortering
    • Kennis van gevarensymbolen
  • Competentie 12:
    Zorgt voor het woon- en leefklimaat
    • Zorgt voor de planten
    • Zorgt voor huisdieren
    • Dekt bedden op en ververst lakens indien nodig
    • Heeft oog voor veiligheid in de leefruimte
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis plantverzorging
    • Basiskennis van verzorging van dieren
    • kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van soorten afval en afvalsortering
    • Kennis van bedopmaak
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels en organisatiespecifieke procedures
  • Competentie 13:
    Ondersteunt het welbevinden van de cliënt(en)
    • Geeft aandacht en verzekert aanwezigheid
    • Heeft aandacht voor de draagkracht van de cliënt
    • Heeft aandacht voor het welbevinden van de cliënt
    • Heeft oog voor de zorgnood van de cliënt
    • Signaleert veranderingen in het welbevinden van de cliënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van rapportering
    • Basiskennis van observatietechnieken
    • Basiskennis van preventie van valincidenten
    • Basiskennis van hulpmiddelen (krukken, rolstoel …)
    • Basiskennis van doorverwijzing naar hulpmiddelen en -instanties
    • Basiskennis van de verschillende levensfases
    • Basiskennis van veelvoorkomende zorg- en ondersteuningsvragen
    • Basiskennis van algemene vaardigheden rekenen (regel van drie, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen…)
    • Kennis van algemene principes voor een gezonde levenswijze en een goede lichaamszorg: gezonde en aangepaste voeding, valpreventie en zorg voor voldoende slaap
    • Kennis van communicatie in het Nederlands (kan in functie van de taken zichzelf verstaanbaar uitdrukken en de gesprekspartner begrijpen. Zij/hij kan een beperkte conversatie voeren met de cliënt. Kan mededelingen en instructies lezen, begrijpen, en noteren)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van planning en organisatie van taken
  • Basiskennis van beschermingsmaatregelen tegen infectie, zowel bij zichzelf als op de werkplek
  • Basiskennis van bedrijfseigen software en dagelijkse administratie
  • Basiskennis van de holistische visie op de mens
  • Basiskennis van diversiteit (diverse sociale, etnische, religieuze of filosofische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, …)
  • Basiskennis van contexten (residentiële zorg, thuisverpleging, thuiszorg, gehandicaptenzorg, ziekenhuissector, palliatieve zorg, revalidatie, ...)
  • Basiskennis van rapportering
  • Basiskennis van observatietechnieken
  • Basiskennis van het begrip zorgvisie
  • Basiskennis professionele omgangsvormen en deontologie
  • Basiskennis van evaluatie- en feedbackmethoden
  • Basiskennis van (zelf-)reflectie
  • Basiskennis van first-in first-out principe
  • Basiskennis van kostenbewust aankopen
  • Basiskennis van vervoer voedingswaren
  • Basiskennis van versheid van producten
  • Basiskennis van de bewaarmethoden van voedsel
  • Basiskennis van malnutritie
  • Basiskennis van kenmerken van textiel
  • Basiskennis plantverzorging
  • Basiskennis van verzorging van dieren
  • Basiskennis van preventie van valincidenten
  • Basiskennis van hulpmiddelen (krukken, rolstoel …)
  • Basiskennis van doorverwijzing naar hulpmiddelen en -instanties
  • Basiskennis van de verschillende levensfases
  • Basiskennis van veelvoorkomende zorg- en ondersteuningsvragen
  • Basiskennis van algemene vaardigheden rekenen (regel van drie, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen…)
  • Basiskennis van zorg- en ondersteuningsplan
  • Basiskennis van het begrip zorgvisie
  • Basiskennis van versteltechnieken
  • Kennis van sociale vaardigheden
  • Kennis van veiligheidsregels
  • Kennis van beschermingsmiddelen
  • Kennis van de richtlijnen en de procedures van de organisatie
  • Kennis van de basisprincipes in het huishouden (hygiëne, comfort, inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
  • Kennis van vakterminologie
  • kennis van ergonomisch werken
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van gebruik van veelvoorkomende keukengerei en apparatuur
  • Kennis van bereiden van eenvoudige maaltijden
  • Kennis van soorten afval en afvalsortering
  • Kennis van was- en droogmachines
  • Kennis van was- en droogtechnieken
  • Kennis van strijktechnieken
  • Kennis van bedopmaak
  • Kennis van het toepassen van instructies, gebruikshandleidingen, instructiefiches, bijsluiters en etiketten
  • Kennis van huishoudelijke producten en hun gebruikswijze
  • Kennis van huishoudelijke schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures
  • Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
  • Kennis van technieken om vloeren huishoudelijk te reinigen
  • Kennis van schoonmaak van glazen oppervlakken
  • Kennis van hygiëne- en netheidsregels en organisatiespecifieke procedures
  • Kennis van persoonlijke verzorging en hygiëne
  • Kennis van beschermingsmaatregelen tegen infectie, zowel bij zichzelf als op de werkplek
  • Kennis van toepassen van instructies, gebruikshandleidingen, instructiefiches en etiketten
  • Kennis van pictogrammen
  • Kennis van algemene principes voor een gezonde levenswijze en een goede lichaamszorg: gezonde en aangepaste voeding, valpreventie en zorg voor voldoende slaap
  • Kennis van communicatie in het Nederlands (kan in functie van de taken zichzelf verstaanbaar uitdrukken en de gesprekspartner begrijpen. Zij/hij kan een beperkte conversatie voeren met de cliënt. Kan mededelingen en instructies lezen, begrijpen, en noteren)
  • Kennis van gevarensymbolen

Cognitieve vaardigheden

  • Verleent huishoudelijke hulp conform de organisatiespecifieke voorschriften en de gemaakte afspraken
  • Werkt conform het zorg- en ondersteuningsplan
  • Werkt hygiënisch
  • Werkt volgens de veiligheidsvoorschriften van de organisatie
  • Werkt milieubewust
  • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt kostenbewust
  • Handelt volgens de professionele (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de cliënt , scheiding beroepscontext-privé, …)
  • Handelt professioneel met empathie en respect voor de achtergrond van de cliënt
  • Voert haar/zijn taken uit met aandacht voor een veilige omgeving voor de cliënt
  • Voert zijn/haar taken uit met de nodige verantwoordelijkheidszin
  • Respecteert de professionele omgangsvormen
  • Handelt volgens de grenzen van het beroepsdomein
  • Gaat op empathische wijze om met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden
  • Voert in overleg met de cliënt kleine wijzigingen aan het afgesproken takenpakket uit
  • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen en vergewist zich ervan dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft
  • Past zijn/ haar taalgebruik aan in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm
  • Communiceert doelgericht en efficiënt met alle actoren (leidinggevende, collega’s, cliënten, familie, …)
  • Wisselt informatie uit met de betrokken actoren binnen het cliëntsysteem collega’s, cliënt(en) en leidinggevende(n)
  • Rapporteert aan de leidinggevende(n)
  • Werkt efficiënt samen met collega’s en betrokken (zorg)actoren
  • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, verandering van werkschema, …)
  • Gebruikt de geschikte communicatiemiddelen (sms, …)
  • Reflecteert over het eigen handelen aan de hand van de feedback van de leidinggevende
  • Stuurt haar/zijn handelen bij aan in samenspraak met de leidinggevende
  • Volgt opleiding in functie van de eigen competenties en groeimogelijkheden
  • Plant de huishoudelijke taken, rekening houdend met de prioriteiten, tijdsbesteding, efficiëntie, ...…
  • Maakt samen met de cliënt een boodschappenlijst op
  • Volgt de budgetafspraak van de cliënt
  • Gaat zorgzaam om met materiaal
  • Geeft aandacht en verzekert aanwezigheid
  • Heeft aandacht voor de draagkracht van de cliënt
  • Heeft aandacht voor het welbevinden van de cliënt
  • Heeft oog voor de zorgnood van de cliënt
  • Signaleert veranderingen in het welbevinden van de cliënt
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
  • Stemt het product en de techniek af op het oppervlak en het type vervuiling
  • Verzamelt en verwijdert afval volgens de richtlijnen
  • Houdt rekening met houdbaarheid van producten
  • Controleert en houdt rekening met de houdbaarheid van producten bij aankoop
  • Controleert en houdt rekening met de houdbaarheid van producten
  • Heeft oog voor veiligheid in de leefruimte

Probleemoplossende vaardigheden

  • Lost problemen op binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid
  • Herkent weerstanden van de cliënt en gaat hier professioneel mee om
  • Kaart moeilijke situaties aan
  • Is in staat adequaat om te gaan met agressie, grensoverschrijdend gedrag
  • Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten

Motorische vaardigheden

  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
  • Maakt materieel en (reinigings)producten gebruiksklaar
  • Bergt het materieel en de (reinigings)producten op na de taakuitvoering
  • Voert administratieve taken uit (registratie van uitgevoerde taken, verwittigen van cliënt, bijhouden van bewijs van uitgevoerde taken, …)
  • Doet boodschappen aan de hand van een boodschappenlijst
  • Vervoert de boodschappen
  • Bergt de boodschappen op
  • Past bereidings- en bewaringstechnieken toe voor maaltijden
  • Gebruikt het benodigde keukengerei en –apparatuur
  • Bereidt een maaltijd conform de opdracht
  • Bergt overschotten correct op of verwijdert ze indien nodig
  • Zorgt voor het opdienen, afruimen en afwassen
  • Sorteert, wast en droogt het textiel conform de voorschriften
  • Strijkt volgens de gebruiksaanwijzingen van het toestel en het te strijken textiel
  • Vouwt kleding en ander textiel op
  • Voert klein verstelwerk van kleding en ander textiel uit
  • Gebruikt het materiaal en materieel volgens de handleiding
  • Gebruikt apart materiaal voor het toilet
  • Onderhoudt het schoonmaakmateriaal en bergt het op
  • Sorteert afval volgens richtlijnen
  • Vervangt eventueel de vuilniszakjes
  • Zorgt voor de planten
  • Zorgt voor huisdieren
  • Dekt bedden op en ververst lakens indien nodig
  • Helpt bij noodsituaties

Omgevingscontext

  • Het beroep vereist dat de huishoudhulp zorg de voorgeschreven taken uitvoert rekening houdend met de wensen van de cliënt
  • Het beroep vereist een werkwijze op maat volgens de noden van de cliënt waarbij de cliënt op een holistische wijze benaderd wordt
  • Het beroep van huishoudhulp zorg wordt uitgeoefend in de thuiszorg waarbij de doelgroepen heel verschillend kunnen zijn
  • Bij dit beroep wordt rekening gehouden met de diversiteit van de cliënten wat inhoudt dat hij/zij de cliënt en zijn omgeving erkennen en waarderen
  • De werkopdrachten worden uitgevoerd binnen een afgesproken werkrooster.
  • Dit beroep wordt ook uitgeoefend binnen regelmatige werktijden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in samenwerking met andere zorgverstrekkers, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is
  • De sector volgt de reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu, …
  • Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico’s inhouden voor de huishoudhulp zorg en zijn/haar werkomgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Bij de beroepsuitoefening moet men zich bewust zijn de van de effecten van de eigen verbale, non-verbale en digitale communicatie en de invloed hiervan op de zorgvrager
  • De uitoefening van het beroep vraagt verantwoordelijkheidszin
  • Bij dit beroep wordt er door alle huishoudhulp zorg meegebouwd aan een cultuur van collegialiteit, welzijn, respect binnen de professionele relaties
  • Dit beroep wordt op verplaatsing uitgevoerd en vraagt de nodige mobiliteit.
  • De werkopdrachten worden uitgevoerd binnen een afgesproken werkrooster. Hij/zij werkt steeds conform het zorg- en ondersteuningsplan. Daarbinnen moet de huishoudhulp zorg de voorgeschreven taken uitvoeren rekening houdend met de wensen van de cliënt

Handelingscontext

  • De huishoudhulp zorg moet op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere actoren
  • De huishoudhulp zorg is zich constant bewust van de impact van zijn handelingen op de cliënt
  • De huishoudhulp zorg kan zich aanpassen aan en flexibel opstellen bij wisselende werkomstandigheden
  • De huishoudhulp zorg moet steeds regelgeving en kwaliteitseisen respecteren
  • De huishoudhulp zorg moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt levenslang leren en het volgen van opleidingen
  • De huishoudhulp zorg moet planmatig kunnen denken, prioriteiten stellen en zijn/haar werkzaamheden organiseren
  • De huishoudhulp zorg moet discreet handelen conform de organisatiegebonden gedragscode
  • De huishoudhulp zorg gaat adequaat om met stressfactoren
  • De huishoudhulp zorg moet kwaliteitsvol handelen
  • De huishoudhulp zorg moet op holistische wijze zorgvragergericht werken
  • De huishoudhulp zorg moet het positief imago van zijn/haar onderneming uitstralen
  • De huishoudhulp zorg moet op empathische wijze omgaan met de zorgvrager
  • De huishoudhulp zorg heeft aandacht voor gevaarlijke situaties en meldt deze aan de leidinggevende.
  • De huishoudhulp zorg moet zorgvuldig gebruik maken van materieel.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het ondersteunen van het welbevinden van de cliënt
  • het uitvoeren van boodschappen
  • het veilig en ordelijk organiseren van zijn werkplek
  • het uitvoeren van huishoudelijke taken
  • het bereiden van maaltijden
  • het gebruiken en reinigen van het materieel
  • het bijhouden en afleveren van de opvolgdocumenten
  • het opvolgen van de voorraad
Is gebonden aan
  • de wettelijke reglementering
  • het uitvoeren van opdrachten toegewezen door de leidinggevende en de client
  • de richtlijnen en procedures aangaande de uit te voeren taken
  • het beleid van de organisatie
  • tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • de organisatiegebonden gedragscode
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de opdracht, gegevens en bijkomende instructies en voor de uit te voeren taken
  • de leidinggevende, cliënt, omgeving van de client, collega’s, …voor advies en samenwerking
  • de leidinggevende voor het melden van problemen
  • de leidinggevende voor gevaarlijke situaties

Verantwoordelijkheid

  • Voert de huishoudelijke taken uit volgens de kwaliteitsnormen
  • Handelt volgens de professionele gedragscode
  • Werkt samen met de cliënt en communiceert op professionele wijze
  • Werkt samen met andere (zorg)actoren
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Plant en organiseert de huishoudelijke taken bij de cliënt
  • Doet boodschappen
  • Bereidt maaltijden
  • Verzorgt de kledij en het ander textiel van de cliënt
  • Maakt oppervlakken, meubilair en uitrusting schoon
  • Sorteert en verwijdert het huishoudelijk afval
  • Zorgt voor het woon- en leefklimaat
  • Ondersteunt het welbevinden van de cliënt(en)

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.