Werkplaatsdecor- en standenbouwer

Onderdeel van de beroepskwalificatie Decor- en standenbouwer

 
BK-0097-3-DBK-01

Globaal

Titel

Werkplaatsdecor- en standenbouwer

De deelkwalificatie Werkplaatsdecor- en standenbouwer is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Decor- en standenbouwer, ingeschaald op niveau 3 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Decor- en standenbouwer vormen samen de deelkwalificatie Werkplaatsdecor- en standenbouwer (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Beperkt stofemissie
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt (rol)steigers en/of hoogwerkers volgens de instructies en veiligheidsvoorschriften
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 6:
    Plant en bereidt de eigen werkzaamheden voor de productie voor
    • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Controleert de aangeleverde (productie)gegevens (aantal, compleetheid, juistheid, …)
    • Neemt de planning door
    • Stelt correct en overzichtelijk een hout-, meet-, en/of materiaalstaat op
    • Stelt een zaagplan op
    • Bepaalt de uit te voeren bewerkingen
    • Bepaalt een optimale werkvolgorde
    • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke
    • Beheert administratie: houdt planning en eventuele documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
  • Competentie 7:
    Controleert (de voorraad) grondstoffen en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, kwaliteitsafwijkingen, …)
    • Verzamelt bestaande decor- en standonderdelen en toebehoren
    • Houdt de voorraad bij en vult aan
    • Signaleert tekorten
    • Controleert de te hergebruiken en te verwerken grondstoffen, materialen en elementen en onderneemt actie bij afwijkingen (gebreken, beschadigingen, vochtigheid, …)
    • Stemt de hoeveelheid af op de opdracht
    • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
    • Houdt rekening met de (interne) codering
    • Neemt leveringen in ontvangst en controleert de leveringen
    • Selecteert, controleert en hanteert materialen / gereedschappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 8:
    Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Kantrecht en/of kort (ruw hout) af
    • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
    • Tekent uit te zagen onderdelen uit
    • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van afschrijfmethodes
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 9:
    Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
    • Raadpleegt technische bronnen (werkstuktekeningen, instelgegevens, omrekeningstabellen, …)
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
    • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
    • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
    • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
    • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
    • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van snijgereedschappen
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 10:
    Stelt (houtbewerkings)machines in en om
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
    • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
    • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
    • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
    • Maakt een proefstuk
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van CNC-sturing
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 11:
    Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
    • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
    • Volgt informatie op, zowel ter plaatse als via beeldschermen
    • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
    • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
    • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 12:
    Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Bepaalt de te gebruiken machines
    • Controleert de beveiliging voor het opstarten
    • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
    • Schaaft tot ontruwde vlakken
    • Zaagt op maat
    • Boort gaten
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Brengt (gebogen) profileringen aan
    • Maakt verbindingen
    • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
    • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Controleert kwaliteit en maatvoering
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van CNC-sturing
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
  • Competentie 13:
    Vergaart onderdelen van decors en standen
    • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
    • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
    • Verlijmt verbindingsgedeelten
    • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
    • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
    • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
    • Verwijdert lijmresten
    • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
    • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van lijmsoorten
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
  • Competentie 14:
    Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
    • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
    • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
    • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
    • Registreert basisonderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 15:
    Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op locatie, …)
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Maakt kisten en/of karren op maat voor (internationaal) transport
    • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
    • Controleert de lading (aantal, compleetheid, juistheid, …)
    • Laadt, lost met behulp van (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, …).
    • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
    • Transporteert op de plaats van bestemming
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Organiseert tussentijdse opslag rekening houdend met de omstandigheden op de locatie
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van verpakkingstechnieken
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 16:
    Behandelt oppervlakken van decors en standen (schuren, beschermen, afwerken, …)
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
    • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontvetten, …)
    • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan
    • Past speciale technieken toe in functie van de werkopdracht (kunstmatig verouderen, verftechnieken, …)
    • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken
    • Voert kleine herstellingen en retouches uit
    • Brengt (interne) codering aan (etiketten, labels, …)
    • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor decors en standen
    • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van afwerkingstechnieken voor decors en standen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 17:
    Monteert en regelt beslag af
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Voorziet uitsparingen voor beslag
    • Stelt beslag samen
    • Bevestigt beslag
    • Regelt beslag af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van beslag voor decors en standen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van montagetechnieken
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor decors en standen
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
  • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
  • Basiskennis van CNC-sturing
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van informatiebronnen
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Kennis van hout en plaatmaterialen
  • Kennis van materialen en gereedschappen
  • Kennis van beslag voor decors en standen
  • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van randapparatuur
  • Kennis van afschrijfmethodes
  • Kennis van snijgereedschappen
  • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
  • Kennis van bewerkingsmethodes
  • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
  • Kennis van lijmsoorten
  • Kennis van montagetechnieken
  • Kennis van afwerkingstechnieken voor decors en standen
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van verpakkingstechnieken
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
  • Kennis van functionele rekenvaardigheden
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
  • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
  • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
  • Controleert de aangeleverde (productie)gegevens (aantal, compleetheid, juistheid, …)
  • Neemt de planning door
  • Stelt correct en overzichtelijk een hout-, meet-, en/of materiaalstaat op
  • Stelt een zaagplan op
  • Bepaalt de uit te voeren bewerkingen
  • Bepaalt een optimale werkvolgorde
  • Beheert administratie: houdt planning en eventuele documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft bij
  • Signaleert tekorten
  • Stemt de hoeveelheid af op de opdracht
  • Houdt rekening met de (interne) codering
  • Raadpleegt technische bronnen (werkstuktekeningen, instelgegevens, omrekeningstabellen, …)
  • Houdt zich aan procedures en voorschriften
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
  • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
  • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
  • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
  • Volgt informatie op, zowel ter plaatse als via beeldschermen
  • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
  • Bepaalt de te gebruiken machines
  • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
  • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
  • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
  • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
  • Registreert basisonderhoud
  • Controleert de lading (aantal, compleetheid, juistheid, …)
  • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
  • Controleert de beveiliging voor het opstarten
  • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
  • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Controleert de te hergebruiken en te verwerken grondstoffen, materialen en elementen en onderneemt actie bij afwijkingen (gebreken, beschadigingen, vochtigheid, …)
  • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
  • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
  • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
  • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Beperkt stofemissie
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt (rol)steigers en/of hoogwerkers volgens de instructies en veiligheidsvoorschriften
  • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Verzamelt bestaande decor- en standonderdelen en toebehoren
  • Houdt de voorraad bij en vult aan
  • Neemt leveringen in ontvangst en controleert de leveringen
  • Selecteert, controleert en hanteert materialen / gereedschappen
  • Kantrecht en/of kort (ruw hout) af
  • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
  • Tekent uit te zagen onderdelen uit
  • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
  • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
  • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
  • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
  • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
  • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
  • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
  • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
  • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
  • Maakt een proefstuk
  • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
  • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
  • Schaaft tot ontruwde vlakken
  • Zaagt op maat
  • Boort gaten
  • Brengt (gebogen) profileringen aan
  • Maakt verbindingen
  • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
  • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
  • Verlijmt verbindingsgedeelten
  • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
  • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
  • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
  • Verwijdert lijmresten
  • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
  • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontvetten, …)
  • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan
  • Past speciale technieken toe in functie van de werkopdracht (kunstmatig verouderen, verftechnieken, …)
  • Voert kleine herstellingen en retouches uit
  • Brengt (interne) codering aan (etiketten, labels, …)
  • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • Voorziet uitsparingen voor beslag
  • Stelt beslag samen
  • Bevestigt beslag
  • Regelt beslag af
  • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
  • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
  • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
  • Maakt kisten en/of karren op maat voor (internationaal) transport
  • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
  • Laadt, lost met behulp van (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, …).
  • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
  • Transporteert op de plaats van bestemming
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Organiseert tussentijdse opslag rekening houdend met de omstandigheden op de locatie

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in de werkplaats binnen ondernemingen en/of op locatie in gebouwen (televisiestudio’s, beurshallen, theaters, culturele centra, …) en vergt de nodige mobiliteit.
  • Het kan ook uitgeoefend worden tijdens het weekend, op feestdagen of ’s nachts.
  • Het beroep wordt soms uitgeoefend op lange afstand van het atelier waarbij overnachten in de buurt van de werklocatie noodzakelijk is.
  • Bij het werken op locatie kunnen onvoorziene omstandigheden optreden, wat de nodige probleemoplossende vaardigheden vergt.
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
  • Dit beroep kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • Binnen dit beroep maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor het oplopen van snijwonden, het klem raken van de machine, de terugslag van het werkstuk en/of van de machine, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie, …
  • Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en (hout)stof voorkomen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant of opdrachtgever door met zorg, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Esthetische en artistieke elementen in een werkopdracht technisch vertalen
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten, collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek en/of op locatie respecteren en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen met zorg gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig omgaan met machines, gereedschappen en materialen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van de werkopdrachten en plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het opmeten
  • het opstellen van de hout-, meet- en materiaalstaat
  • het opmaken van het zaagplan
  • het bepalen van zijn werkvolgorde
  • het uitvoeren van zijn werkzaamheden, voorbereiden, het bewerken, vergaren, (af)monteren, afwerken, inrichten , op- en afbouwen en controleren
  • het gebruiken van gereedschappen en machines
  • datgene wat binnen zijn opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- en milieuvoorschriften, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
Doet beroep op
  • leidinggevende voor de werkopdracht, (productie)gegevens, planning, melden van problemen/storingen en bijkomende instructies
  • (onderhouds)technieker en/of derden voor storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het machinepark
  • ontwerpers bij onduidelijkheden
  • specialisten voor het bevestigen van lasten op hoogte

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt op hoogte
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Plant en bereidt de eigen werkzaamheden voor de productie voor
  • Controleert (de voorraad) grondstoffen en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, kwaliteitsafwijkingen, …)
  • Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
  • Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
  • Stelt (houtbewerkings)machines in en om
  • Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
  • Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
  • Vergaart onderdelen van decors en standen
  • Behandelt oppervlakken van decors en standen (schuren, beschermen, afwerken, …)
  • Monteert en regelt beslag af
  • Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
  • Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op locatie, …)

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.