Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Decor- en standenbouwer

 
BK-0097-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Decor- en standenbouwer

Deze benaming wordt gebruikt in de stoffering en houtbewerking beroepenstructuur van de SERV (januari 2002 D/2001/4665/).

Het beroep kent ook andere benamingen. De Competent-fiche F160401 ‘Monteur van interieurinrichtingen (m/v)’ geeft andere benamingen aan zoals ‘installateur van stands’ en ‘monteur van stands’. Competent-fiche L150301 ‘Podiumtechnicus decor en rekwisieten (m/v)’ geeft andere benamingen zoals ‘hoofddecorbouwer’, ‘assistent podiumtechnicus decor en rekwisieten’.

Definitie

Het voorbereiden van de eigen werkzaamheden en het verwerken van de grondstoffen, het in- en omstellen van (houtbewerkings)machines, het bewerken, vergaren van onderdelen voor decors en standen, het op- en afbouwen, het integreren van rekwisieten, sanitaire en elektrische toestellen en (audiovisuele) randapparatuur en het afwerken en inrichten van decors en standen teneinde standen en decors voor beurzen, tentoonstellingen, theater, musical, film en televisie aan de hand van een werkopdracht te vervaardigen en op en af te bouwen.

Niveau (VKS en EQF)

3

Deelkwalificaties

De beroepskwalificatie 'Decor- en standenbouwer' omvat de volgende deelkwalificatie(s)
  • 'Werkplaatsdecor- en standenbouwer' (BK-0097-3-DBK-01) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17.
  • 'Plaatser decors en standen' (BK-0097-3-DBK-02) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 15, 18, 19, 20, 21 en 22.

Jaar van erkenning

versie 3, 2019

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Beperkt stofemissie
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt (rol)steigers en/of hoogwerkers volgens de instructies en veiligheidsvoorschriften
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 6:
    Plant en bereidt de eigen werkzaamheden voor de productie voor
    • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Controleert de aangeleverde (productie)gegevens (aantal, compleetheid, juistheid, …)
    • Neemt de planning door
    • Stelt correct en overzichtelijk een hout-, meet-, en/of materiaalstaat op
    • Stelt een zaagplan op
    • Bepaalt de uit te voeren bewerkingen
    • Bepaalt een optimale werkvolgorde
    • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke
    • Beheert administratie: houdt planning en eventuele documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
  • Competentie 7:
    Controleert (de voorraad) grondstoffen en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, kwaliteitsafwijkingen, …)
    • Verzamelt bestaande decor- en standonderdelen en toebehoren
    • Houdt de voorraad bij en vult aan
    • Signaleert tekorten
    • Controleert de te hergebruiken en te verwerken grondstoffen, materialen en elementen en onderneemt actie bij afwijkingen (gebreken, beschadigingen, vochtigheid, …)
    • Stemt de hoeveelheid af op de opdracht
    • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
    • Houdt rekening met de (interne) codering
    • Neemt leveringen in ontvangst en controleert de leveringen
    • Selecteert, controleert en hanteert materialen / gereedschappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 8:
    Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Kantrecht en/of kort (ruw hout) af
    • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
    • Tekent uit te zagen onderdelen uit
    • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van afschrijfmethodes
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 9:
    Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
    • Raadpleegt technische bronnen (werkstuktekeningen, instelgegevens, omrekeningstabellen, …)
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
    • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
    • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
    • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
    • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
    • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van snijgereedschappen
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 10:
    Stelt (houtbewerkings)machines in en om
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
    • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
    • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
    • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
    • Maakt een proefstuk
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van CNC-sturing
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 11:
    Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
    • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
    • Volgt informatie op, zowel ter plaatse als via beeldschermen
    • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
    • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
    • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 12:
    Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Bepaalt de te gebruiken machines
    • Controleert de beveiliging voor het opstarten
    • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
    • Schaaft tot ontruwde vlakken
    • Zaagt op maat
    • Boort gaten
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Brengt (gebogen) profileringen aan
    • Maakt verbindingen
    • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
    • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Controleert kwaliteit en maatvoering
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van CNC-sturing
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
  • Competentie 13:
    Vergaart onderdelen van decors en standen
    • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
    • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
    • Verlijmt verbindingsgedeelten
    • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
    • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
    • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
    • Verwijdert lijmresten
    • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
    • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van lijmsoorten
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
  • Competentie 14:
    Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
    • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
    • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
    • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
    • Registreert basisonderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 15:
    Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op locatie, …)
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Maakt kisten en/of karren op maat voor (internationaal) transport
    • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
    • Controleert de lading (aantal, compleetheid, juistheid, …)
    • Laadt, lost met behulp van (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, …).
    • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
    • Transporteert op de plaats van bestemming
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Organiseert tussentijdse opslag rekening houdend met de omstandigheden op de locatie
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van verpakkingstechnieken
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 16:
    Behandelt oppervlakken van decors en standen (schuren, beschermen, afwerken, …)
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
    • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontvetten, …)
    • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan
    • Past speciale technieken toe in functie van de werkopdracht (kunstmatig verouderen, verftechnieken, …)
    • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken
    • Voert kleine herstellingen en retouches uit
    • Brengt (interne) codering aan (etiketten, labels, …)
    • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor decors en standen
    • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van afwerkingstechnieken voor decors en standen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 17:
    Monteert en regelt beslag af
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Voorziet uitsparingen voor beslag
    • Stelt beslag samen
    • Bevestigt beslag
    • Regelt beslag af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van beslag voor decors en standen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van montagetechnieken
    • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
  • Competentie 18:
    Stelt de situatie op de locatie in functie van de eigen werkzaamheden vast en bereidt de plaatsing voor
    • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
    • Neemt kennis van de veiligheids- en opbouwvoorschriften van de locatie
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Controleert de levering (aantal, compleetheid, juistheid, …)
    • Beoordeelt de locatie, controleert de inplantingsplaats, vloeren, muren, plafonds, …
    • Controleert de aanwezigheid van de nutsvoorzieningen
    • Bepaalt een optimale werkvolgorde
    • Signaleert grote aanpassingen aan nutsvoorzieningen en/of omgeving aan de bevoegde persoon
    • Brengt signalisatie aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van decors en standen
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 19:
    Bouwt decors en standen op
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Bevestigt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde aan elkaar
    • Plaatst (systeem)vloeren
    • Plaatst soepele en houten vloerbekleding
    • Monteert wanden en plafonds
    • Monteert systeemstanden
    • Bevestigt doeken in een frame
    • Controleert de kwaliteit en maatvoering
    • Meldt problemen aan de bevoegde persoon
    • Ziet er op toe dat veiligheidsvoorschriften worden gerespecteerd (brand, publiek, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van decors en standen
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van bevestigingsmiddelen voor onderdelen van decors en standen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
    • Grondige kennis van plaatsingsmethodes voor onderdelen van decors en standen
  • Competentie 20:
    Integreert (audiovisuele) randapparatuur
    • Leest en begrijpt montage-instructies
    • Brengt (elektrische) bekabeling aan
    • Sluit elektrische toestellen en verlichting aan
    • Sluit (audiovisuele) randapparatuur aan (projectoren, projectieschermen, beeldschermen, audio, …)
    • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
    • Lokaliseert storingen en lost ze op of meldt problemen aan leidinggevenden en verantwoordelijken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
    • Basiskennis van (audiovisuele) randapparatuur
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 21:
    Werkt decors en standen af
    • Integreert andere materialen in de decors en standen (elektrische toestellen, sanitair …)
    • Sluit eenvoudige watertoevoer en –afvoer aan
    • Monteert / kleeft belettering op decors en standen (stickers, …)
    • Richt decors en standen in (tafels, stoelen, toonbank, kaders, …)
    • Regelt beslag af
    • Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk
    • Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van decors en standen
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van beslag voor decors en standen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Competentie 22:
    Bouwt decors en standen af
    • Bepaalt welke onderdelen hergebruikt moeten/kunnen worden
    • Leeft de veiligheidsvoorschriften na bij afbouw
    • Demonteert standen en decors volgens een logische volgorde
    • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
    • Organiseert tussentijdse opslag rekening houdend met de omstandigheden op de locatie
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Ruimt de werkplek op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van decors en standen
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Basiskennis van aanslaan van lasten op hoogte
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van verpakkingstechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van aanslaan van lasten op hoogte
  • Basiskennis van (audiovisuele) randapparatuur
  • Basiskennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor decors en standen
  • Basiskennis van CNC-sturing
  • Basiskennis van elektriciteit in functie van decors en standen
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van sanitair in functie van decors en standen
  • Basiskennis van specifieke materialen (gietharsen, schuimen, epoxy, …)
  • Kennis van afschrijfmethodes
  • Kennis van afwerkingstechnieken voor decors en standen
  • Kennis van beslag voor decors en standen
  • Kennis van bevestigingsmiddelen voor onderdelen van decors en standen
  • Kennis van bewerkingsmethodes
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
  • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Kennis van functionele rekenvaardigheden
  • Kennis van hout en plaatmaterialen
  • Kennis van informatiebronnen
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van lijmsoorten
  • Kennis van materialen en gereedschappen
  • Kennis van montagetechnieken
  • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van randapparatuur
  • Kennis van snijgereedschappen
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van verpakkingstechnieken
  • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor decors en standen
  • Grondige kennis van het productieproces voor decors en standen
  • Grondige kennis van plaatsingsmethodes voor onderdelen van decors en standen

Cognitieve vaardigheden

  • Beheert administratie: houdt planning en eventuele documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft bij
  • Beoordeelt de locatie, controleert de inplantingsplaats, vloeren, muren, plafonds, …
  • Bepaalt de te gebruiken machines
  • Bepaalt de uit te voeren bewerkingen
  • Bepaalt een optimale werkvolgorde
  • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
  • Bepaalt welke onderdelen hergebruikt moeten/kunnen worden
  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Controleert de aangeleverde (productie)gegevens (aantal, compleetheid, juistheid, …)
  • Controleert de aanwezigheid van de nutsvoorzieningen
  • Controleert de beveiliging voor het opstarten
  • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
  • Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk
  • Controleert de lading (aantal, compleetheid, juistheid, …)
  • Controleert de levering (aantal, compleetheid, juistheid, …)
  • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
  • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken
  • Houdt rekening met de (interne) codering
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
  • Houdt zich aan procedures en voorschriften
  • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
  • Leeft de veiligheidsvoorschriften na bij afbouw
  • Leest en begrijpt montage-instructies
  • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
  • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Meldt problemen aan de bevoegde persoon
  • Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • Neemt de planning door
  • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
  • Neemt kennis van de veiligheids- en opbouwvoorschriften van de locatie
  • Raadpleegt technische bronnen (werkstuktekeningen, instelgegevens, omrekeningstabellen, …)
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
  • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
  • Registreert basisonderhoud
  • Signaleert grote aanpassingen aan nutsvoorzieningen en/of omgeving aan de bevoegde persoon
  • Signaleert tekorten
  • Stelt correct en overzichtelijk een hout-, meet-, en/of materiaalstaat op
  • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
  • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
  • Stelt een zaagplan op
  • Stemt de hoeveelheid af op de opdracht
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Volgt informatie op, zowel ter plaatse als via beeldschermen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Ziet er op toe dat veiligheidsvoorschriften worden gerespecteerd (brand, publiek, …)

Probleemoplossende vaardigheden

  • Controleert de te hergebruiken en te verwerken grondstoffen, materialen en elementen en onderneemt actie bij afwijkingen (gebreken, beschadigingen, vochtigheid, …)
  • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
  • Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens
  • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • Lokaliseert storingen en lost ze op of meldt problemen aan leidinggevenden en verantwoordelijken
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
  • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
  • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)

Motorische vaardigheden

  • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Beperkt stofemissie
  • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
  • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontvetten, …)
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
  • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • Bevestigt beslag
  • Bevestigt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde aan elkaar
  • Bevestigt doeken in een frame
  • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
  • Boort gaten
  • Brengt (elektrische) bekabeling aan
  • Brengt (gebogen) profileringen aan
  • Brengt (interne) codering aan (etiketten, labels, …)
  • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan
  • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
  • Brengt signalisatie aan
  • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
  • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
  • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
  • Demonteert standen en decors volgens een logische volgorde
  • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
  • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt (rol)steigers en/of hoogwerkers volgens de instructies en veiligheidsvoorschriften
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
  • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
  • Houdt de voorraad bij en vult aan
  • Houdt de werkplek schoon
  • Integreert andere materialen in de decors en standen (elektrische toestellen, sanitair …)
  • Kantrecht en/of kort (ruw hout) af
  • Laadt, lost met behulp van (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, …).
  • Maakt een proefstuk
  • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
  • Maakt kisten en/of karren op maat voor (internationaal) transport
  • Maakt verbindingen
  • Monteert / kleeft belettering op decors en standen (stickers, …)
  • Monteert systeemstanden
  • Monteert wanden en plafonds
  • Neemt leveringen in ontvangst en controleert de leveringen
  • Organiseert tussentijdse opslag rekening houdend met de omstandigheden op de locatie
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
  • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
  • Past speciale technieken toe in functie van de werkopdracht (kunstmatig verouderen, verftechnieken, …)
  • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
  • Plaatst soepele en houten vloerbekleding
  • Plaatst (systeem)vloeren
  • Regelt beslag af
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Richt decors en standen in (tafels, stoelen, toonbank, kaders, …)
  • Ruimt de werkplek op
  • Schaaft tot ontruwde vlakken
  • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
  • Selecteert, controleert en hanteert materialen / gereedschappen
  • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
  • Sluit (audiovisuele) randapparatuur aan (projectoren, projectieschermen, beeldschermen, audio, …)
  • Sluit eenvoudige watertoevoer en –afvoer aan
  • Sluit elektrische toestellen en verlichting aan
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
  • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
  • Stelt beslag samen
  • Tekent uit te zagen onderdelen uit
  • Transporteert op de plaats van bestemming
  • Verlijmt verbindingsgedeelten
  • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
  • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
  • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
  • Verwijdert lijmresten
  • Verzamelt bestaande decor- en standonderdelen en toebehoren
  • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
  • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
  • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
  • Voert kleine herstellingen en retouches uit
  • Voorziet uitsparingen voor beslag
  • Werkt ergonomisch
  • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
  • Zaagt op maat

Omgevingscontext

  • Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en (hout)stof voorkomen.
  • Bij het werken op locatie kunnen onvoorziene omstandigheden optreden, wat de nodige probleemoplossende vaardigheden vergt.
  • Binnen dit beroep maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor het oplopen van snijwonden, het klem raken van de machine, de terugslag van het werkstuk en/of van de machine, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie, …
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
  • Dit beroep kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in de werkplaats binnen ondernemingen en/of op locatie in gebouwen (televisiestudio’s, beurshallen, theaters, culturele centra, …) en vergt de nodige mobiliteit.
  • Het beroep wordt soms uitgeoefend op lange afstand van het atelier waarbij overnachten in de buurt van de werklocatie noodzakelijk is.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Het kan ook uitgeoefend worden tijdens het weekend, op feestdagen of ’s nachts.

Handelingscontext

  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek en/of op locatie respecteren en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen met zorg gebruiken en onderhouden.
  • Esthetische en artistieke elementen in een werkopdracht technisch vertalen
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften.
  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant of opdrachtgever door met zorg, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten, collega’s en derden.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig omgaan met machines, gereedschappen en materialen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • datgene wat binnen zijn opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
  • het bepalen van zijn werkvolgorde
  • het gebruiken van gereedschappen en machines
  • het opmaken van het zaagplan
  • het opmeten
  • het opstellen van de hout-, meet- en materiaalstaat
  • het uitvoeren van de werkopdrachten en plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het uitvoeren van zijn werkzaamheden, voorbereiden, het bewerken, vergaren, (af)monteren, afwerken, inrichten , op- en afbouwen en controleren
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- en milieuvoorschriften, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
Doet beroep op
  • leidinggevende voor de werkopdracht, (productie)gegevens, planning, melden van problemen/storingen en bijkomende instructies
  • (onderhouds)technieker en/of derden voor storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het machinepark
  • ontwerpers bij onduidelijkheden
  • specialisten voor het bevestigen van lasten op hoogte

Verantwoordelijkheid

  • Behandelt oppervlakken van decors en standen (schuren, beschermen, afwerken, …)
  • Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
  • Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
  • Bouwt decors en standen af
  • Bouwt decors en standen op
  • Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
  • Controleert (de voorraad) grondstoffen en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, kwaliteitsafwijkingen, …)
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Integreert (audiovisuele) randapparatuur
  • Monteert en regelt beslag af
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Plant en bereidt de eigen werkzaamheden voor de productie voor
  • Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
  • Stelt de situatie op de locatie in functie van de eigen werkzaamheden vast en bereidt de plaatsing voor
  • Stelt (houtbewerkings)machines in en om
  • Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op locatie, …)
  • Vergaart onderdelen van decors en standen
  • Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
  • Werkt decors en standen af
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Werkt op hoogte

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.