Schipper zeevisserij

 
BK-0202-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Schipper zeevisserij

Definitie

De schipper bepaalt en beveelt de verplaatsingsmanoeuvres van het vissersvaartuig en coördineert de visvangst volgens de bedrijfsdoelstellingen (hoeveelheid, kwaliteit, …) ,de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde de visproductie te commercialiseren in samenspraak met de rederij.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle bemanningsleden
    • Voert het bevel over het vissersvaartuig en de bemanning
    • Wisselt informatie uit met alle bemanningsleden
    • Werkt efficiënt samen met de andere bemanningsleden
    • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden, …)
    • Rapporteert aan de reder
    • Volgt aanwijzingen van de reder op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van Maritiem Engels
    • Kennis van teamwork
    • Kennis van leidinggevende vaardigheden op een vissersvaartuig
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de afspraken aan boord
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Handelt volgens de aan boord gemaakte afspraken
    • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van de afspraken aan boord
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Lost alle dagelijks voorkomende afwijkingen en problemen op
    • Meldt ernstige problemen aan de reder
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Volgt de technische en reglementaire evoluties in het vakgebied op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
    • Kennis van de afspraken aan boord
    • Kennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
    • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Kennis van preventiemaatregelen en arbeidsveiligheid op zee
    • Kennis van de reglementering van de organisatie
    • Kennis van de toepassing van maritieme wetgeving
    • Kennis van de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van het mariene milieu
    • Kennis van vakterminologie
    • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
    • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
  • Competentie 4:
    Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen
    • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Controleert de behandeling van de afvalstoffen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Kennis van de toepassing van maritieme wetgeving
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
    • Kennis van het mariene milieu
  • Competentie 5:
    Onderhoudt het vaartuig en de uitrusting
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (schoonmaken, detergenten, …)
    • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma
    • Controleert het dek en het materieel
    • Maakt materialen zeewaardig vast
    • Verbetert de situaties aan boord die een gevaar kunnen zijn
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 6:
    Controleert de veiligheidsuitrusting aan boord en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
    • Doet controlerondes aan boord
    • Controleert de veiligheidsuitrusting aan boord
    • Controleert de werking van de installaties en het reddingsmaterieel (oa. AED-toestel)
    • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de reder en neemt actie indien nodig na overleg
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
    • Organiseert en neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
    • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
    • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van Maritiem Engels
    • Kennis van het veiligheidsplan en de veiligheidsuitrusting aan boord
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
    • Kennis van EHBO en van de Internationale Medische Gids voor Schepen
    • Kennis van sociale verantwoordelijkheden
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van het vissersvaartuig
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vissersvaartuig
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
    • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
  • Competentie 7:
    Neemt gepast maatregelen bij incidenten en/of accidenten (storingen, inbreuk, ongeval, ...) in overleg met de reder
    • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
    • Gebruikt nood- en reddingsuitrusting
    • Sluit in geval van brand de stroomtoevoer, brandstoftoevoer en ventilatie af en bestrijdt de brand indien mogelijk
    • Volgt de wetgeving en procedures bij noodsituaties op
    • Leest het veiligheidsplan en voert het uit indien nodig (man over boord, gewonden, brandplan, …)
    • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
    • Rapporteert een incident en/of een accident aan de reder
    • Hanteert de collectieve beschermingsmiddelen
    • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
    • Gebruikt radiocommunicatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van Maritiem Engels
    • Kennis van het veiligheidsplan en de veiligheidsuitrusting aan boord
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
    • Kennis van EHBO en van de Internationale Medische Gids voor Schepen
    • Kennis van sociale verantwoordelijkheden
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van het vissersvaartuig
    • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
  • Competentie 8:
    Meert het vaartuig veilig af en aan
    • Gebruikt de nodige technieken en hulpmiddelen om het vaartuig veilig af- en aan te meren
    • Geeft instructies aan de bemanning bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
    • Kennis van navigatietechnieken (radarnavigatie, …) en positiebepaling
    • Kennis van kompasgebruik
    • Kennis van het wachtlopen
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
    • Grondige kennis van manoeuvreren met een vissersvaartuig
    • Grondige kennis van zeekaarten
    • Grondige kennis van nautische publicaties
  • Competentie 9:
    Houdt toezicht en geeft instructies bij het uitzetten en ophalen van de vistuigen
    • Geeft instructies van op de brug aan alle bemanningsleden
    • Ziet erop toe dat de instructies worden uitgevoerd aan dek door alle bemanningsleden
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vissersvaartuig
    • Kennis van visserijtechnieken
    • Kennis van visgronden
  • Competentie 10:
    Houdt toezicht op het ophalen, het sorteren en verwerken van de vangst
    • Houdt toezicht op het binnenhalen van de netten
    • Houdt toezicht op het controleren van de vis
    • Houdt toezicht op het strippen (gutten) van de vis
    • Houdt toezicht op de verwerking en verpakking van de vis
    • Houdt toezicht op het bergen van de vis in de viskisten
    • Houdt toezicht op het zeewaardig stapelen van de viskisten in het visruim
    • Bedient de weegschaal
    • Gaat de temperatuur van de koelruimte na
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor voedselveiligheid
    • Houdt indien nodig loten apart (traceerbaarheid)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vissersvaartuig
    • Kennis van visserijtechnieken
    • Kennis van technieken voor visverwerking aan boord
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen hazard Analysis Critical Control Point (HACCP)
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
    • Kennis van voorraadbeheer
    • Kennis van de te gebruiken producten ((vis)kisten, schoonmaakproducten,…)
  • Competentie 11:
    Onderzoekt de staat van de netten, sleepnetten, boeien, touwen en geeft de nodige instructies voor herstellingen aan de bemanningsleden
    • Herkent netsoorten (maaswijdte, tekening, …)
    • Leest een nettenplan
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (breien, boeten, touwwerk, en kabels splitsen, …)
    • Geeft opdracht voor preventief onderhoud
    • Merkt afwijkingen op en geeft opdracht tot herstelling
    • Bespreekt de afwijkingen met de bemanningsleden
    • Geeft opdracht tot vernieuwing van de vislijnen, borgen, kabels van de gieken, …
    • Ziet toe op de voorraad in het nettenruim voor vertrek
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 12:
    Controleert de route van het vaartuig op basis van de richting, de snelheid
    • Loopt wacht op de brug en heeft hierbij volledige verantwoordelijkheid over het vaartuig en bemanningsleden
    • Kijkt, luistert en maakt gebruik van alle beschikbare middelen om de veiligheid van vaartuig, bemanning en lading te vrijwaren
    • Bestuurt een vissersvaartuig zowel vissend als niet-vissend
    • Bedient de instrumenten op de brug
    • Geeft de stuurinstructies
    • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, …)
    • Volgt de informatie van de beeldschermen op
    • Past de navigatieparameters van het vaartuig aan op basis van koersverschillen en potentiële risico’s
    • Lost problemen op
    • Meldt majeure problemen aan de reder
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van oceanografie
    • Kennis van meteorologie
    • Kennis van navigatietechnieken (radarnavigatie, …) en positiebepaling
    • Kennis van kompasgebruik
    • Kennis van het wachtlopen
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
    • Grondige kennis van manoeuvreren met een vissersvaartuig
    • Grondige kennis van zeekaarten
    • Grondige kennis van nautische publicaties
  • Competentie 13:
    Houdt toezicht op en leidt de bemanningsleden op in vaktechnieken
    • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
    • Geeft zelf het goede voorbeeld
    • Volgt de vaardigheden op
    • Geeft feedback indien nodig
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van opleidingstechnieken
    • Kennis van leidinggevende vaardigheden op een vissersvaartuig
    • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
    • Kennis van het mariene milieu
    • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
  • Competentie 14:
    Coördineert het onderhoud van het vaartuig en de uitrusting
    • Zorgt voor het nodige materieel voor de onderhoudsopdracht
    • Bepaalt het onderhoudsprogramma
    • Coördineert en controleert of materialen zeewaardig vastgemaakt zijn
    • Houdt toezicht op het sorteren van het afval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de machines van het vissersvaartuig
    • Kennis van onderhoudsprocedures
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 15:
    Coördineert de activiteiten van een bemanning (visvangst, kwartieren, …)
    • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad, …)
    • Verleent hulp en advies bij technische problemen (op het dek, de brug en in de machinekamer)
    • Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
    • Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
    • Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de machines van het vissersvaartuig
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
    • Kennis van de reglementering van de organisatie
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 16:
    Houdt toezicht op de route van het vaartuig, bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
    • Leest zeekaarten
    • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, radiozendapparatuur, …)
    • Houdt toezicht op de route van het vaartuig
    • Bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van oceanografie
    • Kennis van meteorologie
    • Kennis van navigatietechnieken (radarnavigatie, …) en positiebepaling
    • Kennis van kompasgebruik
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
    • Grondige kennis van manoeuvreren met een vissersvaartuig
    • Grondige kennis van zeekaarten
    • Grondige kennis van nautische publicaties
  • Competentie 17:
    Bepaalt de vaarroute en houdt toezicht op de route van het vaartuig
    • Stelt de parameters in op de stuur- en controle- instrumenten
    • Bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
    • Leest zeekaarten
    • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, radiozendapparatuur, …)
    • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachting, andere schepen, …)
    • Stelt de planning voor het wachtlopen op
    • Ziet toe op de uitvoering van het wachtlopen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van oceanografie
    • Kennis van meteorologie
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vissersvaartuig
    • Kennis van visserijtechnieken
    • Kennis van visvangsteconomie
    • Kennis van visgronden
    • Kennis van navigatietechnieken (radarnavigatie, …) en positiebepaling
    • Kennis van kompasgebruik
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
    • Grondige kennis van manoeuvreren met een vissersvaartuig
    • Grondige kennis van zeekaarten
    • Grondige kennis van nautische publicaties
  • Competentie 18:
    Voert de manoeuvres met het vaartuig uit tijdens het vissen en navigeert volgens de visserij
    • Volgt de positie van het vissersvaartuig en de bewegingen van andere schepen op en past indien nodig de navigatieroute aan
    • Gebruikt nautische hulpmiddelen (videoplotter, …)
    • Hanteert vislier, sleephaak, werplijn, loper, …
    • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachtingen, andere schepen, …)
    • Zet de netten uit
    • Communiceert met de matrozen aan dek
    • Haalt de netten binnen
    • Houdt toezicht over het verwerken van de vis
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de machines van het vissersvaartuig
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 19:
    Plant het onderhoud van het schip en de scheepsuitrusting (koelkamer, netten, motoren,…)
    • Stelt de planning op voor het onderhoud aan de koelinstallaties, hulpwerktuigen en motoren en houdt toezicht op de uitvoering
    • Geeft opdracht voor noodreparaties
    • Overlegt met de motorist
    • Gebruikt controlehulpmiddelen voor het onderhoud (sensor, detector, …)
    • Doet controlerondes
    • Gebruikt software voor de registratie van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de machines van het vissersvaartuig
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
    • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Competentie 20:
    Houdt toezicht op de ontscheping van de vis door de bemanning
    • Registreert het aantal viskisten dat per soort wordt gelost en zorgt voor de noodzakelijke documenten
    • Zorgt dat het lossen van de vangst vlot verloopt
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van de te gebruiken producten ((vis)kisten, schoonmaakproducten,…)
  • Competentie 21:
    Volgt de voorraden op, stelt tekorten vast en plaatst bestellingen
    • Maakt gebruik van software voor voorraadbeheer
    • Houdt de gegevens bij over het verbruik van het materiaal
    • Inventariseert de voorraad wisselstukken, producten en materieel
    • Verwerkt de bestellingen van de stuurman
    • Plaatst bestellingen in overleg met de rederij
    • Plaatst bestellingen rekening houdend met kosten en levertermijnen
    • Ontvangt de bestelling en controleert of ze voldoet aan de gestelde vereisten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van voorraadbeheer
  • Competentie 22:
    Volgt de informatie over afwijkende situaties aan de havenautoriteiten en aan andere schepen op
    • Gebruikt signalisatie- en beveiligingsmateriaal (bakens, boren, …)
    • Volgt de berichten aan de zeevarenden op
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
    • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
    • Grondige kennis van nautische publicaties
  • Competentie 23:
    Verifieert de scheepsdocumenten en voert verrichtingen uit voor het administratief beheer van een vaartuig (douaneaangifteformulieren van cargotransport, …)
    • Houdt alle scheepsdocumenten bij en volgt ze op
    • Vult het scheepslogboeken dagelijks in (schriftelijk, elektronisch)
    • Bezorgt de instanties aan wal dagelijks gegevens over de vangst via een elektronisch logboek (soorten, gewicht, …°
    • Houdt een scheepsjournaal bij (visvakken, weersgesteldheid, positie, afwijkende gebeurtenissen, …)
    • Vervult de wettelijke verplichte formaliteiten (personeelsdossier, scheepsjournaal, vaartijdenboekje, meetbrief, zeebrief, exploitatievergunning, douanedocumenten, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis administratief beheer
    • Kennis van bedrijfsspecifieke software
    • Kennis van scheepsdocumenten
  • Competentie 24:
    Stelt de planning op voor de vangst volgens het seizoen en de weersomstandigheden
    • Bepaalt de visgrond
    • Spoort visscholen op met apparatuur
    • Bepaalt de positie van het vissersvaartuig voor de vangst (visserijwacht)
    • Bepaalt de visserijmethode (soort visnetten, …)
    • Houdt rekening met visquota
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Kennis van visvangsteconomie
    • Kennis van visgronden

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van sociale vaardigheden
  • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
  • Basiskennis administratief beheer
  • Basiskennis van Maritiem Engels
  • Basiskennis van de machines van het vissersvaartuig
  • Basiskennis van oceanografie
  • Basiskennis van opleidingstechnieken
  • Kennis van meteorologie
  • Kennis van teamwork
  • Kennis van leidinggevende vaardigheden op een vissersvaartuig
  • Kennis van bedrijfsspecifieke software
  • Kennis van scheepsdocumenten
  • Kennis van de afspraken aan boord
  • Kennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
  • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Kennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
  • Kennis van preventiemaatregelen en arbeidsveiligheid op zee
  • Kennis van de reglementering van de organisatie
  • Kennis van het veiligheidsplan en de veiligheidsuitrusting aan boord
  • Kennis van de toepassing van maritieme wetgeving
  • Kennis van de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van EHBO en van de Internationale Medische Gids voor Schepen
  • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
  • Kennis van sociale verantwoordelijkheden
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van het vissersvaartuig
  • Kennis van het mariene milieu
  • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vissersvaartuig
  • Kennis van visserijtechnieken
  • Kennis van visvangsteconomie
  • Kennis van technieken voor visverwerking aan boord
  • Kennis van visgronden
  • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
  • Kennis van navigatietechnieken (radarnavigatie, …) en positiebepaling
  • Kennis van kompasgebruik
  • Kennis van het wachtlopen
  • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
  • Kennis van de werkingsstaat van de instrumenten
  • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
  • Kennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen hazard Analysis Critical Control Point (HACCP)
  • Kennis van onderhoudsprocedures
  • Kennis van de te gebruiken materialen
  • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van de te gebruiken producten ((vis)kisten, schoonmaakproducten,…)
  • Grondige kennis aangaande het Internationaal Reglement ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee
  • Grondige kennis van veiligheidsregels op zee
  • Grondige kennis van manoeuvreren met een vissersvaartuig
  • Grondige kennis van zeekaarten
  • Grondige kennis van nautische publicaties

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle bemanningsleden
  • Voert het bevel over het vissersvaartuig en de bemanning
  • Wisselt informatie uit met alle bemanningsleden
  • Werkt efficiënt samen met de andere bemanningsleden
  • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden, …)
  • Rapporteert aan de reder
  • Volgt aanwijzingen van de reder op
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens de aan boord gemaakte afspraken
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Volgt de technische en reglementaire evoluties in het vakgebied op
  • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Controleert de behandeling van de afvalstoffen
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (schoonmaken, detergenten, …)
  • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma
  • Controleert het dek en het materieel
  • Doet controlerondes aan boord
  • Controleert de veiligheidsuitrusting aan boord
  • Controleert de werking van de installaties en het reddingsmaterieel (oa. AED-toestel)
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Organiseert en neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
  • Volgt de wetgeving en procedures bij noodsituaties op
  • Rapporteert een incident en/of een accident aan de reder
  • Geeft instructies aan de bemanning bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • Geeft instructies van op de brug aan alle bemanningsleden
  • Ziet erop toe dat de instructies worden uitgevoerd aan dek door alle bemanningsleden
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Houdt toezicht op het binnenhalen van de netten
  • Houdt toezicht op het controleren van de vis
  • Houdt toezicht op het strippen (gutten) van de vis
  • Houdt toezicht op de verwerking en verpakking van de vis
  • Houdt toezicht op het bergen van de vis in de viskisten
  • Houdt toezicht op het zeewaardig stapelen van de viskisten in het visruim
  • Gaat de temperatuur van de koelruimte na
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor voedselveiligheid
  • Herkent netsoorten (maaswijdte, tekening, …)
  • Leest een nettenplan
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (breien, boeten, touwwerk, en kabels splitsen, …)
  • Geeft opdracht voor preventief onderhoud
  • Merkt afwijkingen op en geeft opdracht tot herstelling
  • Bespreekt de afwijkingen met de bemanningsleden
  • Geeft opdracht tot vernieuwing van de vislijnen, borgen, kabels van de gieken, …
  • Ziet toe op de voorraad in het nettenruim voor vertrek
  • Loopt wacht op de brug en heeft hierbij volledige verantwoordelijkheid over het vaartuig en bemanningsleden
  • Kijkt, luistert en maakt gebruik van alle beschikbare middelen om de veiligheid van vaartuig, bemanning en lading te vrijwaren
  • Geeft de stuurinstructies
  • Volgt de informatie van de beeldschermen op
  • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
  • Geeft zelf het goede voorbeeld
  • Volgt de vaardigheden op
  • Geeft feedback indien nodig
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Zorgt voor het nodige materieel voor de onderhoudsopdracht
  • Bepaalt het onderhoudsprogramma
  • Coördineert en controleert of materialen zeewaardig vastgemaakt zijn
  • Houdt toezicht op het sorteren van het afval volgens de richtlijnen
  • Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
  • Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
  • Leest zeekaarten
  • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, radiozendapparatuur, …)
  • Houdt toezicht op de route van het vaartuig
  • Bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
  • Stelt de parameters in op de stuur- en controle- instrumenten
  • Bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
  • Leest zeekaarten
  • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, radiozendapparatuur, …)
  • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachting, andere schepen, …)
  • Stelt de planning voor het wachtlopen op
  • Ziet toe op de uitvoering van het wachtlopen
  • Volgt de positie van het vissersvaartuig en de bewegingen van andere schepen op en past indien nodig de navigatieroute aan
  • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachtingen, andere schepen, …)
  • Communiceert met de matrozen aan dek
  • Houdt toezicht over het verwerken van de vis
  • Stelt de planning op voor het onderhoud aan de koelinstallaties, hulpwerktuigen en motoren en houdt toezicht op de uitvoering
  • Overlegt met de motorist
  • Gebruikt controlehulpmiddelen voor het onderhoud (sensor, detector, …)
  • Doet controlerondes
  • Gebruikt software voor de registratie van de werkzaamheden
  • Zorgt dat het lossen van de vangst vlot verloopt
  • Maakt gebruik van software voor voorraadbeheer
  • Inventariseert de voorraad wisselstukken, producten en materieel
  • Verwerkt de bestellingen van de stuurman
  • Plaatst bestellingen in overleg met de rederij
  • Plaatst bestellingen rekening houdend met kosten en levertermijnen
  • Ontvangt de bestelling en controleert of ze voldoet aan de gestelde vereisten
  • Gebruikt signalisatie- en beveiligingsmateriaal (bakens, boren, …)
  • Volgt de berichten aan de zeevarenden op
  • Houdt alle scheepsdocumenten bij en volgt ze op
  • Vult het scheepslogboeken dagelijks in (schriftelijk, elektronisch)
  • Bezorgt de instanties aan wal dagelijks gegevens over de vangst via een elektronisch logboek (soorten, gewicht, …°
  • Houdt een scheepsjournaal bij (visvakken, weersgesteldheid, positie, afwijkende gebeurtenissen, …)
  • Vervult de wettelijke verplichte formaliteiten (personeelsdossier, scheepsjournaal, vaartijdenboekje, meetbrief, zeebrief, exploitatievergunning, douanedocumenten, …)
  • Bepaalt de visgrond
  • Spoort visscholen op met apparatuur
  • Bepaalt de positie van het vissersvaartuig voor de vangst (visserijwacht)
  • Bepaalt de visserijmethode (soort visnetten, …)
  • Houdt rekening met visquota

Probleemoplossende vaardigheden

  • Lost alle dagelijks voorkomende afwijkingen en problemen op
  • Meldt ernstige problemen aan de reder
  • Verbetert de situaties aan boord die een gevaar kunnen zijn
  • Gebruikt nood- en reddingsuitrusting
  • Sluit in geval van brand de stroomtoevoer, brandstoftoevoer en ventilatie af en bestrijdt de brand indien mogelijk
  • Leest het veiligheidsplan en voert het uit indien nodig (man over boord, gewonden, brandplan, …)
  • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
  • Past de navigatieparameters van het vaartuig aan op basis van koersverschillen en potentiële risico’s
  • Lost problemen op
  • Meldt majeure problemen aan de reder
  • Verleent hulp en advies bij technische problemen (op het dek, de brug en in de machinekamer)
  • Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
  • Geeft opdracht voor noodreparaties
  • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de reder en neemt actie indien nodig na overleg

Motorische vaardigheden

  • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Recupereert materialen
  • Maakt materialen zeewaardig vast
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
  • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
  • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
  • Hanteert de collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt radiocommunicatie
  • Gebruikt de nodige technieken en hulpmiddelen om het vaartuig veilig af- en aan te meren
  • Bedient de weegschaal
  • Houdt indien nodig loten apart (traceerbaarheid)
  • Bestuurt een vissersvaartuig zowel vissend als niet-vissend
  • Bedient de instrumenten op de brug
  • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, …)
  • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad, …)
  • Gebruikt nautische hulpmiddelen (videoplotter, …)
  • Hanteert vislier, sleephaak, werplijn, loper, …
  • Zet de netten uit
  • Haalt de netten binnen
  • Registreert het aantal viskisten dat per soort wordt gelost en zorgt voor de noodzakelijke documenten
  • Houdt de gegevens bij over het verbruik van het materiaal

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op zee en aan de wal. De activiteiten kunnen aan dek en in een koelzone plaatsvinden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met aangepaste/veranderende werktijdentijden , in shift (volcontinu, tijdens de nachts, , het weekend en tijdens feestdagen
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort visvangst
  • De schipper zeevisserij werkt in een omgeving waarin leidinggevende, coördinerende, opleidende, informerende, bewakende en uitvoerende taken moeten gecombineerd worden. Hij gaat hierbij zowel routinematige als meer specifieke handelingen uitvoeren. Hij moet in bij bepaalde omstandigheden snel, alert en oplossingsgericht te werk gaan
  • Verlof wordt toegestaan in samenspraak met de rederij, zodat een schip nooit onbemand is of met een tekort aan gekwalificeerd personeel vaart
  • De tijd van huis weg kan in bepaalde omstandigheden oplopen tot ongeveer 1 maand, indien langer dan 1 maand zorgt de reder voor aflossing van het bemanningslid
  • Een vaartuig mag maar een beperkte periode ononderbroken varen. De termijn zoals bepaald in de wetgeving moet hierbij steeds gerespecteerd worden
  • De zeevisserij kent veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten
  • De situatie aan boord kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • De uitoefening van dit beroep vergt een organisatievermogen om ervoor te zorgen dat de visvangst en visverwerking vlot verloopt conform de reglementeringen
  • De organisatie van de werkzaamheden wordt deels bepaald door vigerende wet- en regelgeving, anderzijds door meer context specifieke elementen zoals infrastructuur, de steeds wisselende praktijksituaties. De schipper zeevisserij moet hier adequaat kunnen mee omgaan.

Handelingscontext

  • De schipper zeevisserij gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden
  • De schipper zeevisserij stelt afhankelijk van de toestand van het vaartuig, vooral gevarieerde handelingen
  • De schipper zeevisserij is verantwoordelijk voor zijn bemanning, schip en lading
  • De schipper zeevisserij geeft opdrachten
  • De schipper zeevisserij kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren
  • De schipper zeevisserij controleert de bemanning en het materieel
  • De schipper zeevisserij moet zorgvuldig gebruik maken van materieel
  • De schipper zeevisserij moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
  • De schipper zeevisserij moet aandacht hebben voor de voor voedselveiligheid en hygiëne
  • De schipper zeevisserij kan gericht reageren bij gevaarlijke situaties (zoals storm, man-over-boord , …)
  • De schipper zeevisserij draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De schipper zeevisserij moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De schipper zeevisserij loopt wacht als hoofd van wacht
  • De schipper zeevisserij moet gericht beslissingen nemen
  • De schipper zeevisserij moet initiatief nemen
  • De schipper zeevisserij moet de werkzaamheden kunnen organiseren
  • De schipper zeevisserij moet het werk van zijn werknemers superviseren en controleren en evalueren

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
  • het geven van opdrachten en controleren van de werkzaamheden van de bemanning
  • het geven van opdrachten en controleren bij de visvangst
  • het controleren van de verwerking van de visvangst
  • Het geven van opdracht tot vernieuwing van scheepsuitrusting (vislijnen, borgen, kabels van gieken, …)
  • Het geven van opdracht tot herstelling aan het materieel
  • Het controleren van de werking van de installaties en het reddingsmaterieel
  • het toepassen van het evacuatieplan
  • het uitleg geven over de uitvoering van de opdracht aan de bemanning
  • het wacht lopen als hoofd op de brug en de wachtschema’s opmaken
  • het navigeren van het vaartuig
  • het oplossen van problemen en geschillen aan boord
  • het bestellen van de voorraad
  • het bepalen van de vaarroute en de planning van de vangst
Is gebonden aan
  • De door de regelgeving beschreven beroeps specifieke competenties
  • het ontvangen van werkopdracht en tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • instructies van de reder
  • de nationale en internationale wetgeving
  • de orde en tuchtregeling van het vaartuig
Doet beroep op
  • de bemanning voor het ondersteunen van de activiteiten
  • de reder voor de opdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies
*Het Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de afspraken aan boord
  • Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Onderhoudt het vaartuig en de uitrusting
  • Controleert de veiligheidsuitrusting aan boord en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
  • Neemt gepast maatregelen bij incidenten en/of accidenten (storingen, inbreuk, ongeval, ...) in overleg met de reder
  • Meert het vaartuig veilig af en aan
  • Houdt toezicht en geeft instructies bij het uitzetten en ophalen van de vistuigen
  • Houdt toezicht op het ophalen, het sorteren en verwerken van de vangst
  • Onderzoekt de staat van de netten, sleepnetten, boeien, touwen en geeft de nodige instructies voor herstellingen aan de bemanningsleden
  • Controleert de route van het vaartuig op basis van de richting, de snelheid
  • Houdt toezicht op en leidt de bemanningsleden op in vaktechnieken
  • Coördineert het onderhoud van het vaartuig en de uitrusting
  • Coördineert de activiteiten van een bemanning (visvangst, kwartieren, …)
  • Houdt toezicht op de route van het vaartuig, bepaalt de afstanden en past de navigatieparameters aan
  • Bepaalt de vaarroute en houdt toezicht op de route van het vaartuig
  • Voert de manoeuvres met het vaartuig uit tijdens het vissen en navigeert volgens de visserij
  • Plant het onderhoud van het schip en de scheepsuitrusting (koelkamer, netten, motoren,…)
  • Houdt toezicht op de ontscheping van de vis door de bemanning
  • Volgt de voorraden op, stelt tekorten vast en plaatst bestellingen
  • Volgt de informatie over afwijkende situaties aan de havenautoriteiten en aan andere schepen op
  • Verifieert de scheepsdocumenten en voert verrichtingen uit voor het administratief beheer van een vaartuig (douaneaangifteformulieren van cargotransport, …)
  • Stelt de planning op voor de vangst volgens het seizoen en de weersomstandigheden

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Schipper zeevisserij ’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Attest zeevisserij zoals bepaald in Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer.