Productieverantwoordelijke

 
BK-0196-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Productieverantwoordelijke

Deze benaming ‘verantwoordelijke productie’ wordt gebruikt in de Competent-fiche H250201 Productiemanager.

Definitie

‘Het plannen, coördineren en controleren van de verschillende fasen in het productieproces en het aansturen van één of meerdere productieteams/productieafdelingen teneinde een vlot verloop van dit productieproces te garanderen, tijdig kwaliteitsvolle producten af te leveren en toe te zien op het welzijn van de medewerkers.’

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 1, 2015

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Identificeert de kenmerken van het order
    • Gebruikt relevante (software)systemen
    • Raadpleegt de productieplanning en de productiefiches
    • Toets de productiehaalbaarheid af
    • Geeft feedback aan de betrokken diensten
    • Stelt indien nodig aanpassingen voor
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 2:
    Koppelt het order aan de verschillende productiefases
    • Bepaalt de meest efficiënte productiestappen
    • Verifieert de beschikbaarheid van de nodige middelen (mensen, materiaal en materieel)
    • Koppelt de productiestappen aan de beschikbare middelen (mensen, materiaal en materieel)
    • Organiseert de werkposten optimaal
    • Bepaalt de optimale doorlooptijd
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 3:
    Maakt (in overleg) de productie- en personeelsplanning op
    • Houdt rekening met de vaardigheden van de medewerkers
    • Verdeelt het werk onder de medewerkers rekening houdend met de werkbezetting en werkbelasting
    • Gebruikt relevante software(systemen)
    • Past de planning en inzet van het personeel aan bij wijzigende omstandigheden
    • Stelt de productie- en personeelsplanning op
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 4:
    Laat grondstoffen of producten controleren en hun bestemming superviseren
    • Superviseert de uitvoering van de controle volgens de richtlijnen
    • Beslist over de bestemming van de grondstoffen of producten na controle
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 5:
    Organiseert de bevoorrading van de werkplaats met grondstoffen, producten, consumptiegoederen en laat de voorraad controleren
    • Gebruikt relevante software(systemen)
    • Stemt de hoeveelheid te bestellen producten af op de planning en de verwerkingssnelheden
    • Verwerkt de gegevens van het verbruik van het materiaal
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 6:
    Superviseert het productieproces
    • Houdt overzicht op de werkzaamheden op de afdeling
    • Ziet toe op de efficiënte, correcte en performante uitvoering van de productie
    • Benut de machines en personeel optimaal
    • Stuurt het verloop van het productieproces bij indien nodig
    • Vergelijkt resultaten van controles met richtwaarden
    • Merkt afwijkingen aan de producten op
    • Gaat na wat de oorzaak is bij afwijkingen aan de producten
    • Reageert gepast bij afwijkingen in het productieproces
    • Registreert (en analyseert) de productiegegevens en bijsturingen
    • Stuurt het productieproces bij indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 7:
    Analyseert de storingen in het productieverloop en stuurt bij
    • Gaat na wat de oorzaken zijn van storingen
    • Schat de impact van de storingen in op de productieplanning
    • Zoekt naar een oplossing die de planning niet in de war brengt
    • Gebruikt een (software)systeem
    • Registreert storingen en meldt deze aan de verantwoordelijken
    • Houdt gegevens bij over storingen in het productieverloop
    • Stemt de aanpak af op de voorrang van problemen
    • Overlegt over aanpassingen van het productieproces
    • Verleent de medewerkers hulp en advies bij technische problemen
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 8:
    Stelt verbeteracties voor en implementeert deze (na overleg)
    • Analyseert en synthetiseert de geregistreerde gegevens
    • Verzamelt bijkomende informatie
    • Vormt een conclusie in functie van het optimaliseren van het productieproces
    • Toets de verbeteracties af met de verantwoordelijke en/of betrokkenen
    • Implementeert (na overleg) de verbeteracties
    • Gebruikt een (software)systeem
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 9:
    Coördineert en plant de onderhoudswerkzaamheden volgens de productievereisten
    • Controleert de uitvoering van de onderhoudsschema’s
    • Merkt afwijkingen, storingen en de nood aan preventief en correctief onderhoud op
    • Merkt de nood aan vervanging van machines op
    • Schakelt indien nodig de onderhoudsdienst in
    • Wisselt technische informatie uit
    • Laat specifieke herstellingen, regelingen of bijstellingen aan machines uitvoeren
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 10:
    Ziet toe op de naleving van hygiëne-, veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften
    • Ziet toe op het aannemen van een ergonomische houding van alle werknemers
    • Ziet toe op de uitvoering van de veiligheidsvoorschriften en werkprocedures
    • Licht regels en afspraken van de organisatie toe
    • Instrueert de medewerkers in het werken volgens hygiëne-, veiligheids-, milieu en kwaliteitsregels
    • Bekijkt samen met een deskundige of er aanpassingen op de afdeling moeten gebeuren
    • Volgt de implementatie van deze aanpassingen op
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 11:
    Sensibiliseert het team over de reglementering en de kwaliteit
    • Bouwt permanent de eigen deskundigheid op
    • Licht regels en afspraken van de organisatie toe
    • Demonstreert de werking van materieel
    • Controleert en ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
    • Controleert en ziet toe op de vaktechnische uitvoering van het werk
    • Geeft waar nodig extra uitleg
    • Stimuleert de medewerkers tot het leveren van kwaliteit binnen het voorziene tijdsbestek
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 12:
    Volgt de activiteiten en het administratieve beheer van het personeel op en controleert deze
    • Gebruikt een (software)systeem
    • Houdt personeelsgegevens bij in het kader van de productie
    • Onthaalt en begeleidt nieuwe medewerkers
    • Instrueert medewerkers over het omgaan met machines
    • Geeft waar nodig extra uitleg
    • Begeleidt medewerkers bij een opleiding of nieuwe taken
    • Luistert naar voorstellen en vragen van de medewerkers
    • Stimuleert de medewerkers tot een goede werksfeer en teamvorming
    • Merkt opleidings- en ontwikkelingsbehoeftes op
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 13:
    Werkt mee aan het preventiebeleid van de onderneming
    • Heeft een actieve inbreng in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan
    • Evalueert het voorstel tot aankoop van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Treedt adequaat op in geval van risicosituaties en ongeval
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 14:
    Adviseert bij te nemen beslissingen betreffende investeringen en uitgaven van de eigen afdeling(en)
    • Adviseert bij de toewijzing van budgetten aan de verschillende productieactiviteiten en -benodigdheden
    • Bepaalt de prioriteiten wat betreft kostentoewijzing van eigen afdeling(en)
    • Doet voorstellen over de aankoop van nieuwe machines in overleg met de financieel directeur
  • met inbegrip van kennis:

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van personeelsadministratie
  • Basiskennis van sociale wetgeving
  • Basiskennis van de welzijnswet
  • Basiskennis van ergonomie
  • Basiskennis van automatisering
  • Basiskennis van chemie
  • Basiskennis van mechanica
  • Basiskennis van elektromechanica
  • Basiskennis van hydraulica
  • Basiskennis van pneumatica
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering en -normen
  • Kennis van dagelijkse werking van productieafdeling
  • Kennis van arbeidsanalyse
  • Kennis van organisatietechnieken
  • Kennis van planningstechnieken
  • Kennis van productietechnieken
  • Kennis van de productiemachines
  • Kennis van methodes voor het management van productiemiddelen
  • Kennis van technisch tekenen (ontwerp, referentienummers, normalisatie, …)
  • Kennis van onderhoudsmodaliteiten
  • Kennis van preventief en curatief onderhoud
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van zakelijke communicatie
  • Kennis van aankooptechnieken
  • Kennis van onderhandelen
  • Kennis van methodes voor probleemoplossing
  • Kennis van statistische analyse
  • Kennis van methodes voor risicoanalyse
  • Kennis van computergebruik (software: administratieve pakketten, plannings- en databeheerssystemen)
  • Kennis van technieken voor het leiden van een team
  • Kennis van administratieve procedures en vormvereisten
  • Kennis van kostenbeheer en van begrotingsmodellen
  • Kennis van Engels, Frans en Duits (functionele kennis: machine-instructies kunnen lezen en begrijpen, kunnen communiceren)

Cognitieve vaardigheden

  • Het kunnen gebruiken van relevante (software)systemen
  • Het kunnen raadplegen van de productieplanning en de productiefiches
  • Het kunnen geven van feedback aan de betrokken diensten
  • Het kunnen verifiëren van de beschikbaarheid van de nodige middelen (mensen, materiaal en materieel)
  • Het kunnen koppelen van de productiestappen aan de beschikbare middelen (mensen, materiaal en materieel)
  • Het kunnen optimaal organiseren van de werkposten
  • Het kunnen bepalen van de optimale doorlooptijd
  • Het kunnen rekening houden met de vaardigheden van de medewerkers
  • Het kunnen verdelen van het werk onder de medewerkers rekening houdend met de werkbezetting en werkbelasting
  • Het kunnen opstellen van de productie- en personeelsplanning
  • Het kunnen, volgens de richtlijnen, superviseren van de uitvoering van de controle
  • Het kunnen, na controle, beslissen over de bestemming van de grondstoffen of producten
  • Het kunnen afstemmen de hoeveelheid te bestellen producten op de planning en de verwerkingssnelheden
  • Het kunnen verwerken van gegevens van het verbruik van het materiaal
  • Het kunnen houden van een overzicht op de werkzaamheden op de afdeling
  • Het kunnen toezien op de efficiënte, correcte en performante uitvoering van de productie
  • Het kunnen vergelijken van resultaten van controles met richtwaarden
  • Het kunnen opmerken van afwijkingen aan de producten
  • Het kunnen registreren van storingen en deze melden aan de verantwoordelijke
  • Het kunnen bijhouden van gegevens over storingen in het productieverloop
  • Het kunnen overleggen over aanpassingen van het productieproces
  • Het kunnen verlenen van hulp en advies bij technische problemen aan de medewerkers
  • Het kunnen analyseren en synthetiseren van de geregistreerde gegevens
  • Het kunnen verzamelen van bijkomende informatie
  • Het kunnen vormen van een conclusie in functie van het optimaliseren van het productieproces
  • Het kunnen aftoetsen van de verbeteracties met de verantwoordelijke en/of betrokkenen
  • Het kunnen (na overleg) implementeren van verbeteracties
  • Het kunnen controleren van de uitvoering van de onderhoudsschema’s
  • Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen en de nood aan preventief en correctief onderhoud
  • Het kunnen opmerken van de nood aan vervanging van machines
  • Het kunnen inschakelen van de onderhoudsdienst
  • Het kunnen uitwisselen van technische informatie
  • Het kunnen laten uitvoeren van specifieke herstellingen, regelingen of bijstellingen aan machines
  • Het kunnen toezien op het aannemen van een ergonomische houding van alle werknemers
  • Het kunnen toezien op de uitvoering van de veiligheidsvoorschriften en werkprocedures
  • Het kunnen toelichten van regels en afspraken van de organisatie
  • Het kunnen instrueren van de medewerkers in het werken volgens hygiëne-, veiligheids-, milieu en kwaliteitsregels
  • Het kunnen samen bekijken met een deskundige of er aanpassingen op de afdeling moeten gebeuren
  • Het kunnen opvolgen van de implementatie van deze aanpassingen
  • Het permanent kunnen opbouwen van de eigen deskundigheid
  • Het kunnen controleren en toezien op de uitvoering van de opdrachten
  • Het kunnen controleren en toezien op de vaktechnische uitvoering van het werk
  • Het kunnen geven van extra uitleg waar nodig
  • Het kunnen stimuleren van de medewerkers tot het leveren van kwaliteit binnen het voorziene tijdsbestek
  • Het kunnen bijhouden van personeelsgegevens in het kader van de productie
  • Het kunnen onthalen en begeleiden van nieuwe medewerkers
  • Het kunnen instrueren van medewerkers over het omgaan met machines
  • Het kunnen begeleiden van medewerkers bij een opleiding of nieuwe taken
  • Het kunnen luisteren naar voorstellen en vragen van de medewerkers
  • Het kunnen stimuleren de medewerkers tot een goede werksfeer en teamvorming
  • Het kunnen opmerken van opleidings- en ontwikkelingsbehoeftes
  • Het kunnen hebben van een actieve inbreng in het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan
  • Het kunnen evalueren van het voorstel tot aankoop van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Het kunnen adviseren bij de toewijzing van budgetten aan de verschillende productieactiviteiten en -benodigdheden
  • Het kunnen bepalen van de prioriteiten wat betreft kostentoewijzing van eigen afdeling(en)
  • Het kunnen doen van voorstellen over de aankoop van nieuwe machines in overleg met de financieel directeur

Probleemoplossende vaardigheden

  • Het kunnen aftoetsen van de productiehaalbaarheid
  • Het indien nodig kunnen voorstellen van aanpassingen
  • Het kunnen bepalen van de meest efficiënte productiestappen
  • Het kunnen aanpassen de planning en inzet van het personeel bij wijzigende omstandigheden
  • Het kunnen optimaal benutten van de machines en het personeel
  • Het indien nodig kunnen bijsturen het verloop van het productieproces
  • Het kunnen gepast reageren bij afwijkingen in het productieproces
  • Het kunnen nagaan wat de oorzaak is bij afwijkingen aan de producten
  • Het kunnen registreren en analyseren van de productiegegevens en stuurt indien nodig bij
  • Het kunnen nagaan wat de oorzaken zijn van storingen
  • Het kunnen inschatten de impact van de storingen op de productieplanning
  • Het kunnen zoeken naar een oplossing die de planning niet in de war brengt
  • Het kunnen afstemmen de aanpak op de voorrang van problemen
  • Het kunnen adequaat optreden in geval van risicosituaties en ongeval

Motorische vaardigheden

  • Het kunnen demonstreren van de werking van materieel

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in productiebedrijven
  • Het kan ook uitgeoefend worden in ploegen, tijdens het weekend, op feestdagen of ’s nachts
  • De activiteit varieert naargelang de grootte en de automatiseringsgraad van de onderneming
  • Een productieverantwoordelijke bevindt zich voor een groot deel van zijn werktijd op de werkvloer waar de productie plaatsheeft (machine(straat), -lijn, eventueel met beeldschermen en/of controlepanelen) , waarbij de eigenschappen van de grondstoffen en het productieproces bepalend kunnen zijn voor de omgevingscondities van de productieruimte
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist
  • De producten die behandeld worden en de aard van de uitgevoerde handelingen kan verschillen
  • In de betrokken sectoren bestaan hygiëne-, milieu- en veiligheidsvoorschriften
  • De beroepsbeoefenaar moet zich flexibel (ook wat de werktijden betreft) en polyvalent opstellen bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden

Handelingscontext

  • Communiceert efficiënt met het team
  • Ziet toe op de naleving van veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met grondstoffen en producten
  • Gaat economisch en ecologisch om met grondstoffen en producten
  • Heeft permanente aandacht voor de kwaliteit van het productieproces en de kwaliteit van het afgewerkt product
  • Ziet toe op het respecteren van de tijdsschema’s voor de realisatie van het productieproces
  • Heeft oog voor/creëert optimale werkomstandigheden voor de medewerkers
  • De beroepsbeoefenaar ziet toe op de veiligheid en netheid op en rond de werkplek en voorziet bij de machines de nodige veiligheidsinstructies
  • Binnen dit beroep is een zekere stressbestendigheid noodzakelijk
  • Deze job bevat naast de administratieve taken een vertegenwoordiging op de werkvloer

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het opstarten, coördineren, plannen, controleren en bijsturen van de verschillende fasen in het productieproces en het aansturen van één of meerdere productieteams of productieafdelingen, in het uitbouwen van een professioneel netwerk in binnen- en buitenland, het uitvoeren van prospectie en inspectie in andere filialen, het aanwerven van werknemers.
Is gebonden aan
  • opdrachten, kwaliteits-, veiligheids-, hygiëne- en milieuvoorschriften, het productieorder, kenmerken van de grondstoffen en rapporteringsprocedures.
Doet beroep op
  • de (onderhouds)technieker voor storingen, technische interventies en onderhoud, op ondersteunende diensten (administratie, boekhouding,…), de preventieadviseur voor het vormgeven van het preventiebeleid en op operatoren en medewerkers voor het uitvoeren van de productie.

Verantwoordelijkheid

  • Geïdentificeerde kenmerken van het order
  • Gekoppeld order aan de verschillende productiefases
  • Opgemaakte productie- en personeelsplanning
  • Gecontroleerde grondstoffen of producten en een gesuperviseerde bestemming
  • Georganiseerde en gecontroleerde bevoorrading van de werkplaats met grondstoffen, producten, consumptiegoederen
  • Gesuperviseerd productieproces
  • Geanalyseerde storingen en een bijgestuurd productieproces
  • Voorgestelde en geïmplementeerde verbeteracties
  • Gecoördineerde en geplande onderhoudswerkzaamheden volgens de productievereisten
  • Nageleefde hygiëne-, veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften
  • Gesensibiliseerd team
  • Opgevolgd administratief beheer van het personeel
  • Ondersteund preventiebeleid van de onderneming
  • Geadviseerde beslissingen betreffende investeringen en uitgaven van de eigen afdeling(en)

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.