Amateur dirigent

 
BK-0411-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Amateur dirigent

Definitie

Een amateur dirigent leidt een muziekgezelschap tijdens repetities en komt tot een weloverwogen interpretatie van de muziekstukken teneinde deze als artistiek geheel ten gehore te brengen tijdens uitvoeringen en/of opnames in de vrije tijd.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 2, 2019

Competenties

Opsomming competenties

Transversaal algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt samen
    • Communiceert gepast met alle betrokken actoren
    • Wisselt informatie uit met alle betrokken actoren
    • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering
    • Doet een eigen inbreng
    • Respecteert de inbreng van anderen
    • Geeft aanwijzingen aan alle betrokken actoren
    • Stelt zich flexibel op
    • Werkt mee aan het groepsbelang
    • Enthousiasmeert anderen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Coördineert de activiteiten van een groep
    • Stelt een planning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
    • Verdeelt taken en verantwoordelijkheden
    • Informeert, begeleidt, stuurt en motiveert groepsleden
    • Organiseert en leidt groepsoverleg
    • Heeft oog voor de mogelijkheden van groepsleden
    • Evalueert samen met de groepsleden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van groepsmanagement
  • Competentie 3:
    Functioneert binnen een groep
    • Beleeft de kunstuitvoering samen met anderen
    • Leert bij en vervolmaakt zich door samen uit te voeren
    • Gaat om met conflicten
    • Is resultaatgericht
    • Inspireert anderen
    • Creëert en waakt over de groepsdynamiek
    • Ontwikkelt een artistieke visie
    • Overtuigt anderen van zijn artistieke visie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
    • Handelt ergonomisch verantwoord
    • Beschermt zich tegen gehoorschade
    • Gaat veilig om met materiaal en instrumenten
    • Signaleert risico’s
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gehoorbescherming.
    • Basiskennis ergonomie
    • Basiskennis van veiligheidsregels
Transversaal creëren
  • Competentie 5:
    Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
    • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen
    • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken
    • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden
    • Onderzoekt in functie van de eigen artistieke praktijk
    • Reflecteert over de eigen praktijk
    • Ontwikkelt een eigen artistieke taal
    • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling
    • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
    • Basiskennis van de artistieke terminologie.
    • Kennis van de verschillende muzikale contexten (de podiumsector, festivals, evenementen, wedstrijden …).
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
  • Competentie 6:
    Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
    • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces
    • Verzamelt basismateriaal
    • Analyseert basismateriaal
    • Werkt aan een persoonlijke visie
    • Gaat (her)scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties
    • Interageert met andere artistieke disciplines
    • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën
    • Werkt aan een collectieve visie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van muziekstijlen.
    • Basiskennis van andere artistieke disciplines
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
    • Kennis van muziekgeschiedenis.
  • Competentie 7:
    Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
    • Geeft vorm aan verbeelding
    • Kiest technieken en methodes
    • Volgt uitvoering op
    • Leidt uitvoerders
    • Bewaakt de artistieke visie
    • Komt tot een weloverwogen interpretatie van de uit te voeren muziekstukken
    • Bewaakt het persoonlijk aandeel in het artistieke geheel
    • Geeft artistieke aanwijzingen en waakt over de uitvoering ervan
    • Houdt rekening met het artistieke potentieel van de uitvoerders
    • Overtuigt anderen van de eigen artistieke visie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van de verschillende muzikale contexten (de podiumsector, festivals, evenementen, wedstrijden …).
    • Kennis van vakterminologie.
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
Specifieke activiteiten
  • Competentie 8:
    Stelt de kenmerken van een muziekstuk vast aan de hand van partituren of teksten (opbouw, arrangementen, technische moeilijkheden ...)
    • Leest muziekschrift
    • Analyseert muziek, tekst of libretto
    • Analyseert de partituur om de bedoeling van de componist artistiek te vertalen
    • Schat de technische moeilijkheden in in functie van de vaardigheden van de uitvoerende muzikanten
    • Komt tot een weloverwogen en uitvoerbare interpretatie van het uit te voeren werk in lijn met de bedoeling van de componist
    • Communiceert de impliciete en expliciete kenmerken van het muziekstuk aan de uitvoerders (opbouw, spanningsbogen, technische moeilijkheden, muzikaal-technische bijzonderheden, bedoeling van de componist, achtergrond, muziekhistorische context …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van muziektheorie.
    • Basiskennis van interpretatietechnieken.
    • Basiskennis van muziekstijlen.
    • Basiskennis van het intellectueel eigendomsrecht.
    • Kennis van ritmiek.
    • Kennis van repertoire.
    • Kennis van muzieknotatie en -noten.
    • Kennis van muzieknotatiesystemen.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale technieken.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale uitdrukkingsmogelijkheden.
    • Kennis van instrumenten
  • Competentie 9:
    Bepaalt de voorwaarden voor de uitvoering
    • Bespreekt de voorwaarden voor de uitvoering
    • Stelt een programma samen in functie van de bezetting
    • Ontwikkelt alleen of met anderen ideeën voor optredens
    • Test alleen of met anderen ideeën voor optredens uit
    • Bepaalt de bezetting
    • Houdt rekening met de mogelijkheden en de beperkingen (zaal, materiaal, infrastructuur, tijd, budgetten, muzikanten …)
    • Geeft richtlijnen voor de opbouw van het podium
    • Bepaalt en onderhandelt nodige budgetten, medewerkers, materiaal, logistieke vereisten …
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van geluidsinstallaties.
    • Basiskennis van ensceneringsprincipes.
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van groepsmanagement
    • Basiskennis budgetbeheer.
  • Competentie 10:
    Bereidt het eigen lichaam, dat van de muzikanten en instrumenten voor op de nodige vaardigheden
    • Bereidt het lichaam voor op de repetities, de voorstellingen, de opnames ...
    • Bereidt zich voor op de fysische vereisten van zijn aandeel
    • Kiest instrumenttechnische en/of zangvaardigheden
    • Kiest uitdrukkingsmogelijkheden
    • Stuurt aan op het gebruik van bepaalde uitdrukkingsmogelijkheden
    • Manifesteert een persoonlijke aanpak
    • Gebruikt stemapparatuur
    • Bewaakt de harmonische samenhang
    • Laat de toonhoogte van de verschillende muziekinstrumenten/stemmen op elkaar afstemmen
    • Doet de nodige aanpassingen in functie van de uitvoering
    • Luistert naar de kwaliteit van de klank
    • Begeleidt stemoefeningen of instrumentale oefeningen
    • Geeft aanwijzingen over ademhaling, stemtechniek en speeltechniek
    • Waakt over samenspel/samenzang
    • Gaat veilig en duurzaam om met lichaam en instrument
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gehoorbescherming.
    • Basiskennis van interpretatietechnieken.
    • Basiskennis van muziekstijlen.
    • Kennis van stemopwarmingstechnieken.
    • Kennis van ademhalingstechnieken.
    • Kennis van uitspraaktechnieken.
    • Kennis van gehoortraining.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale technieken.
    • Kennis van instrument en/of hard- en software.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale uitdrukkingsmogelijkheden.
  • Competentie 11:
    Begeleidt de repetities
    • Stuurt het ensemble aan om het artistieke concept te realiseren
    • Leidt repetities
    • Neemt deel aan vergaderingen
    • Leidt vergaderingen omtrent het creatief proces
    • Geeft vorm aan de eigen visie en verbeelding
    • Past composities of arrangementen verder aan om het artistieke concept op punt te stellen
    • Communiceert hier op heldere en doordachte wijze over
    • Zoekt, onderzoekt en experimenteert
    • Stelt zich open en laat zich inspireren
    • Onderbouwt voor zichzelf artistieke beslissingen of aanpak
    • Controleert tijdens de repetities of alle vertolkingen en technische bijdragen aan het artistieke concept voldoen en stuurt bij waar nodig
    • Communiceert en maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers
    • Gaat efficiënt om met de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en belangen in het artistieke proces
    • Evalueert repetities en voorstellingen met de muzikanten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van motivatie- en coachingtechnieken bij het aansturen van een team.
    • Basiskennis van didactische technieken.
    • Basiskennis van interpretatietechnieken.
    • Basiskennis van memorisatietechnieken.
    • Basiskennis van de gebaren van een dirigent.
    • Kennis van stemopwarmingstechnieken.
    • Kennis van ademhalingstechnieken.
    • Kennis van uitspraaktechnieken.
    • Kennis van gehoortraining.
    • Kennis van ritmiek.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale technieken.
    • Kennis van instrument en/of hard- en software.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale uitdrukkingsmogelijkheden.
  • Competentie 12:
    Dirigeert een orkest of een koor
    • Selecteert muziek
    • Maakt afspraken over de uitvoering
    • Begeleidt muziek met gebaren en mimiek
    • Zet een partituur om in een andere toonhoogte, muzieksleutel … naargelang de stijl of het instrument
    • Wijzigt de opstelling om een muzikaal evenwicht in de groep te bekomen
    • Past het programma aan wijzigende omstandigheden aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van interpretatietechnieken.
    • Basiskennis van de gebaren van een dirigent.
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van groepsmanagement
    • Kennis van ritmiek.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale technieken.
    • Kennis van instrument en/of hard- en software.
    • Kennis van instrumentale en/of vocale uitdrukkingsmogelijkheden.
  • Competentie 13:
    Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
    • Reflecteert over de eigen artistieke ideeën in verband met zijn rol als dirigent
    • Toetst af of de artistieke uitdrukkingsvorm het gewenste effect heeft bereikt
    • Reflecteert over eigen en andermans praktijk
    • Reflecteert over zijn eigen artistieke visie en aanpak en over de groepsprestatie
    • Stuurt zichzelf bij ten voordele van een gemeenschappelijk resultaat
    • Communiceert over de eigen artistieke visie en aanpak en over de groepsprestatie met alle betrokkenen
    • Maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers
    • Accepteert feedback
    • Stelt zich flexibel op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van groepsmanagement
    • Basiskennis van vakterminologie
  • Competentie 14:
    Registreert de eigen uitvoering
    • Gebruikt consumer hard- en software
    • Neemt een uitvoering op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van akoestiek.
    • Basiskennis van geluidsinstallaties.
    • Basiskennis van types audiodragers.
  • Competentie 15:
    Begeleidt de promotie en verspreiding naar de media en het publiek
    • Levert inhoudelijk materiaal aan voor de communicatie over de uitvoering
    • Geeft informatie over de uitvoering en zijn aandeel erin (uitvoering, inhoud …)
    • Gebruikt sociale/digitale media
    • Onderhoudt contacten met lokale media, radio en televisie
    • Kiest bewust voor een bepaalde vormgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis vormgeving
    • Basiskennis sociale/digitale media

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
  • Basiskennis van de artistieke terminologie.
  • Basiskennis van motivatie- en coachingtechnieken bij het aansturen van een team.
  • Basiskennis van akoestiek.
  • Basiskennis van geluidsinstallaties.
  • Basiskennis van muziektheorie.
  • Basiskennis van didactische technieken.
  • Basiskennis van ensceneringsprincipes.
  • Basiskennis van gehoorbescherming.
  • Basiskennis van interpretatietechnieken.
  • Basiskennis van memorisatietechnieken.
  • Basiskennis van de gebaren van een dirigent.
  • Basiskennis van muziekstijlen.
  • Basiskennis van het intellectueel eigendomsrecht.
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van groepsmanagement
  • Basiskennis ergonomie
  • Basiskennis van veiligheidsregels
  • Basiskennis vormgeving
  • Basiskennis sociale/digitale media
  • Basiskennis van types audiodragers.
  • Basiskennis van vakterminologie
  • Basiskennis van andere artistieke disciplines
  • Basiskennis budgetbeheer.
  • Kennis van de verschillende muzikale contexten (de podiumsector, festivals, evenementen, wedstrijden …).
  • Kennis van vakterminologie.
  • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
  • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
  • Kennis van stemopwarmingstechnieken.
  • Kennis van ademhalingstechnieken.
  • Kennis van uitspraaktechnieken.
  • Kennis van gehoortraining.
  • Kennis van muziekgeschiedenis.
  • Kennis van ritmiek.
  • Kennis van repertoire.
  • Kennis van muzieknotatie en -noten.
  • Kennis van muzieknotatiesystemen.
  • Kennis van instrumentale en/of vocale technieken.
  • Kennis van instrument en/of hard- en software.
  • Kennis van instrumentale en/of vocale uitdrukkingsmogelijkheden.
  • Kennis van instrumenten

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert gepast met alle betrokken actoren
  • Wisselt informatie uit met alle betrokken actoren
  • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering
  • Doet een eigen inbreng
  • Respecteert de inbreng van anderen
  • Geeft aanwijzingen aan alle betrokken actoren
  • Stelt zich flexibel op
  • Werkt mee aan het groepsbelang
  • Enthousiasmeert anderen.
  • Verdeelt taken en verantwoordelijkheden
  • Informeert, begeleidt, stuurt en motiveert groepsleden
  • Organiseert en leidt groepsoverleg
  • Heeft oog voor de mogelijkheden van groepsleden
  • Evalueert samen met de groepsleden
  • Beleeft de kunstuitvoering samen met anderen
  • Leert bij en vervolmaakt zich door samen uit te voeren
  • Gaat om met conflicten
  • Is resultaatgericht
  • Inspireert anderen
  • Creëert en waakt over de groepsdynamiek
  • Ontwikkelt een artistieke visie
  • Overtuigt anderen van zijn artistieke visie
  • Signaleert risico’s
  • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen
  • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken
  • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Onderzoekt in functie van de eigen artistieke praktijk
  • Reflecteert over de eigen praktijk
  • Ontwikkelt een eigen artistieke taal
  • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces
  • Verzamelt basismateriaal
  • Analyseert basismateriaal
  • Werkt aan een persoonlijke visie
  • Gaat (her)scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties
  • Interageert met andere artistieke disciplines
  • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën
  • Werkt aan een collectieve visie
  • Geeft vorm aan verbeelding
  • Kiest technieken en methodes
  • Volgt uitvoering op
  • Leidt uitvoerders
  • Bewaakt de artistieke visie
  • Komt tot een weloverwogen interpretatie van de uit te voeren muziekstukken
  • Bewaakt het persoonlijk aandeel in het artistieke geheel
  • Geeft artistieke aanwijzingen en waakt over de uitvoering ervan
  • Houdt rekening met het artistieke potentieel van de uitvoerders
  • Overtuigt anderen van de eigen artistieke visie
  • Leest muziekschrift
  • Analyseert muziek, tekst of libretto
  • Analyseert de partituur om de bedoeling van de componist artistiek te vertalen
  • Schat de technische moeilijkheden in in functie van de vaardigheden van de uitvoerende muzikanten
  • Komt tot een weloverwogen en uitvoerbare interpretatie van het uit te voeren werk in lijn met de bedoeling van de componist
  • Communiceert de impliciete en expliciete kenmerken van het muziekstuk aan de uitvoerders (opbouw, spanningsbogen, technische moeilijkheden, muzikaal-technische bijzonderheden, bedoeling van de componist, achtergrond, muziekhistorische context …)
  • Bespreekt de voorwaarden voor de uitvoering
  • Stelt een programma samen in functie van de bezetting
  • Ontwikkelt alleen of met anderen ideeën voor optredens
  • Test alleen of met anderen ideeën voor optredens uit
  • Bepaalt de bezetting
  • Houdt rekening met de mogelijkheden en de beperkingen (zaal, materiaal, infrastructuur, tijd, budgetten, muzikanten …)
  • Geeft richtlijnen voor de opbouw van het podium
  • Bepaalt en onderhandelt nodige budgetten, medewerkers, materiaal, logistieke vereisten …
  • Kiest instrumenttechnische en/of zangvaardigheden
  • Kiest uitdrukkingsmogelijkheden
  • Stuurt aan op het gebruik van bepaalde uitdrukkingsmogelijkheden
  • Manifesteert een persoonlijke aanpak
  • Gebruikt stemapparatuur
  • Bewaakt de harmonische samenhang
  • Laat de toonhoogte van de verschillende muziekinstrumenten/stemmen op elkaar afstemmen
  • Doet de nodige aanpassingen in functie van de uitvoering
  • Luistert naar de kwaliteit van de klank
  • Begeleidt stemoefeningen of instrumentale oefeningen
  • Geeft aanwijzingen over ademhaling, stemtechniek en speeltechniek
  • Waakt over samenspel/samenzang
  • Stuurt het ensemble aan om het artistieke concept te realiseren
  • Leidt repetities
  • Neemt deel aan vergaderingen
  • Leidt vergaderingen omtrent het creatief proces
  • Geeft vorm aan de eigen visie en verbeelding
  • Communiceert hier op heldere en doordachte wijze over
  • Zoekt, onderzoekt en experimenteert
  • Stelt zich open en laat zich inspireren
  • Onderbouwt voor zichzelf artistieke beslissingen of aanpak
  • Communiceert en maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers
  • Gaat efficiënt om met de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en belangen in het artistieke proces
  • Evalueert repetities en voorstellingen met de muzikanten
  • Selecteert muziek
  • Maakt afspraken over de uitvoering
  • Begeleidt muziek met gebaren en mimiek
  • Zet een partituur om in een andere toonhoogte, muzieksleutel … naargelang de stijl of het instrument
  • Wijzigt de opstelling om een muzikaal evenwicht in de groep te bekomen
  • Reflecteert over de eigen artistieke ideeën in verband met zijn rol als dirigent
  • Toetst af of de artistieke uitdrukkingsvorm het gewenste effect heeft bereikt
  • Reflecteert over eigen en andermans praktijk
  • Reflecteert over zijn eigen artistieke visie en aanpak en over de groepsprestatie
  • Communiceert over de eigen artistieke visie en aanpak en over de groepsprestatie met alle betrokkenen
  • Maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers
  • Accepteert feedback
  • Stelt zich flexibel op
  • Gebruikt consumer hard- en software
  • Neemt een uitvoering op
  • Levert inhoudelijk materiaal aan voor de communicatie over de uitvoering
  • Geeft informatie over de uitvoering en zijn aandeel erin (uitvoering, inhoud …)
  • Gebruikt sociale/digitale media
  • Onderhoudt contacten met lokale media, radio en televisie
  • Kiest bewust voor een bepaalde vormgeving

Probleemoplossende vaardigheden

  • Stelt een planning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
  • Past composities of arrangementen verder aan om het artistieke concept op punt te stellen
  • Controleert tijdens de repetities of alle vertolkingen en technische bijdragen aan het artistieke concept voldoen en stuurt bij waar nodig
  • Past het programma aan wijzigende omstandigheden aan
  • Stuurt zichzelf bij ten voordele van een gemeenschappelijk resultaat

Motorische vaardigheden

  • Handelt ergonomisch verantwoord
  • Beschermt zich tegen gehoorschade
  • Gaat veilig om met materiaal en instrumenten
  • Bereidt het lichaam voor op de repetities, de voorstellingen, de opnames ...
  • Bereidt zich voor op de fysische vereisten van zijn aandeel
  • Gaat veilig en duurzaam om met lichaam en instrument

Omgevingscontext

  • Het musiceren wordt uitgeoefend in de amateurkunstensector. De omgeving is artistiek/creatief.
  • Het repeteren gebeurt meestal in vertrouwde omgevingen en omstandigheden.
  • Het vertolken gebeurt in diverse omgevingen en omstandigheden zowel binnen als buiten.
  • Het repeteren en vertolken gebeurt in teamverband.
  • De repetities en vertolkingen worden afgebakend in de tijd, wat deadlines met zich meebrengt: resultaatgerichtheid, concentratie, stressbestendigheid, flexibiliteit en doorzettingsvermogen zijn belangrijke eigenschappen.
  • Repeteren en vertolken gebeurt meestal in de vrije tijd (’s avonds, tijdens weekends en/of in de gebruikelijke vakantieperiodes).
  • Bij het vertolken wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van een publiek.
  • Kunstbeoefening gebeurt veel in gezinsverband.
  • Het artistiek proces bepaalt de volgorde van uitvoering van de verschillende activiteiten.
  • Men dient rekening te houden met een opgelegde hiërarchie.
  • Sommige amateur dirigenten zoeken een internationale context op in het kader van hun kunstzinnige vrijetijdsbesteding.

Handelingscontext

  • De amateur dirigent heeft oog voor esthetiek.
  • Er is resultaatgerichtheid wat concentratie en nauwkeurigheid vergt.
  • De amateur dirigent is actief betrokken bij de omgeving en gaat er flexibel mee om.
  • De handelingscontext is afwisselend hetgeen enig reflectief handelen vergt.
  • De amateur dirigent gaat veilig om met materiaal.
  • De amateur dirigent heeft oog voor de tevredenheid van het publiek door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • De amateur dirigent heeft bijzondere aandacht voor de (artistieke/creatieve) context van het eindproduct.
  • Het functioneren in een groep vraagt een zekere flexibiliteit.
  • Empathisch vermogen is belangrijk: de amateur dirigent motiveert en coacht de uitvoerende muzikanten.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het bedenken van motiverende technieken.
  • het memoriseren en/of aflezen van muziekstukken en/of teksten.
  • het voorbereiden van partituren voor repetities, voorstellingen en opnames.
  • het zich fysiek voorbereiden.
  • het bedenken van concepten.
  • het nemen van artistieke beslissingen.
  • het reflecteren over en het verbeteren van de eigen prestatie en/of groepsprestatie en in het communiceren hierover.
Is gebonden aan
  • zijn concept, het collectieve concept.
  • het beschikbaar budget.
  • de beschikbare ruimte.
  • de beschikbaarheid van muzikanten.
  • de uitvoerbaarheid van het concept.
  • het intellectueel eigendomsrecht.
  • de vaardigheden van de uitvoerende muzikanten.
  • de materiële en technische omstandigheden waarin de voorstelling plaatsvindt.
Doet beroep op
  • de muzikanten.
  • het logistiek team.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt samen
  • Coördineert de activiteiten van een groep
  • Functioneert binnen een groep
  • Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
  • Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
  • Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
  • Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
  • Stelt de kenmerken van een muziekstuk vast aan de hand van partituren of teksten (opbouw, arrangementen, technische moeilijkheden ...)
  • Bepaalt de voorwaarden voor de uitvoering
  • Bereidt het eigen lichaam, dat van de muzikanten en instrumenten voor op de nodige vaardigheden
  • Begeleidt de repetities
  • Dirigeert een orkest of een koor
  • Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
  • Registreert de eigen uitvoering
  • Begeleidt de promotie en verspreiding naar de media en het publiek

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.