Educatief begeleider jonge kinderen
BK-0614-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Educatief begeleider jonge kinderen
Definitie
De ‘Educatief begeleider jonge kinderen’ creëert een rijke zorg-, speel-, leef- en leeromgeving voor jonge kinderen en ondersteunt de ontwikkeling van elk kind, afgestemd op de ontwikkelingsleeftijd en specifieke ondersteuningsbehoeften. Daarbij is deze professional een coachende en trekkende kracht op de werkvloer: door educatieve expertise gedreven motiveert en inspireert de begeleider collega’s en stagiairs, stimuleert samenwerking en draagt actief bij aan een leerrijke en betrokken werkomgeving.
Niveau (VKS en EQF)
5
Jaar van erkenning
versie 1, 2025
Competenties
Opsomming competenties
Vakspecifieke competenties
- Competentie 1:
Past reflectiemethodes toe op het pedagogisch handelen
- Reflecteert vanuit ervaringen met kinderen, ouders, team en buurt
- Onderneemt bijkomende acties voor verdiepende reflectie
- Verbindt de ervaringen met theoretische handvatten
- Plaatst reflecties binnen een ruimer perspectief van (steeds veranderende) lokale en maatschappelijke context
- Stuurt het handelen bij op basis van reflectie
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de maatschappelijke en lokale context en ontwikkelingen
- Kennis van ervaringsgebieden (in pedagogisch raamwerk)
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van pedagogische principes en theorieën
- Kennis van reflectiemodellen en -methodieken
- Competentie 2:
Handelt op basis van observatie van het welbevinden en de betrokkenheid van het kind in functie van de ontwikkeling
- Observeert gedrag van het kind met doelgerichte focus
- Kiest doelgericht een gepast moment en observatiemethode
- Gebruikt bijkomende informatie over het kind en de context van relevante betrokkenen
- Interpreteert de observaties binnen de ruimere context van de leefwereld van het kind
- Gebruikt relevante rapportage en documentatiemethoden
- Handelt gepast bij signalen van verontrusting
- Stuurt het handelen bij op basis van observatie
- Herkent gedrag dat verontrustend is
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van grensoverschrijdend gedrag
- Kennis van groepsdynamiek
- Kennis van sociale interacties
- Kennis van handelingsgericht werken
- Kennis van hechtingstheorieën
- Kennis van observatiemodellen en -methodieken
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van documentatiemethodes
- Kennis van rapportagetechnieken
- Kennis van signalen van verontrusting in de thuissituatie
- Kennis van communicatietheorie en -strategieën
- Competentie 3:
Creëert een rijke en betekenisvolle zorg-, speel-, leef- en leeromgeving voor alle kinderen (individueel en in groep)
- Zet ruimte en materiaal in, in functie van een rijke zorg-, speel-, leef- en leeromgeving
- Draagt bij tot het creëren van een ruimte waar kinderen en gezinnen zich gerepresenteerd voelen
- Hanteert de dagplanning en -structuur flexibel rekening houdend met de behoeften van kinderen, ouders en team
- Benut opportuniteiten om de zorg-, speel-, leef- en leeromgeving te verrijken
- Voegt verdiepende en diverse spelprikkels toe (binnen-buiten, leeftijd van de kinderen, individueel vs. groep, ...)
- Neemt zorgtaken op in functie van de behoefte van het kind
- Organiseert en begeleidt eetmomenten
- Voert ADL-handelingen uit conform de ADL-wetgeving
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van algemeen dagelijkse handelingen (ADL)
- Kennis van (buiten) slapen
- Kennis van (preventieve) gezondheidszorg (bvb voeding, beweging….)
- Kennis van buitenspelen
- Kennis van de ruimte als derde pedagoog
- Kennis van een pedagogische maaltijd
- Kennis van het belang van regelmaat in de dagindeling
- Kennis van het speelklaar zetten van materiaal
- Kennis van open einde materiaal
- Kennis van belang van wennen
- Kennis van diversiteit en inclusieve praktijken
- Kennis van educatieve leeromgeving
- Kennis van groepsdynamiek
- Kennis van dagstructuren en -planning
- Kennis van ontwikkelingsstadia (fysiek, cognitief, sociaal, emotioneel)
- Kennis van ruimte- en materiaalgebruik in pedagogische omgevingen
- Kennis van socialisatieprocessen
- Kennis van speltheorie en spelontwikkeling
- Kennis van zorgomgeving
- Competentie 4:
Realiseert betekenisvolle interacties met en voor alle kinderen doorheen de zorg-, speel-, leef- en leermomenten
- Zorgt voor een emotioneel veilige context
- Handelt vanuit het perspectief van de kinderen
- Moedigt kinderen aan en geeft feedback
- Zet bewust verschillende begeleidingsrollen in om spelen en ontdekken te ondersteunen
- Verrijkt verzorgingsmomenten met emotionele en educatieve ondersteuning
- Neemt ook subtiele signalen van kinderen waar
- Creëert rijke en talige interacties met en tussen kinderen
- Benut taal in al zijn facetten (verbaal, non-verbaal, schriftelijk)
- Ondersteunt meertaligheid
- Versterkt relaties tussen kinderen onderling
- Reageert (pro-)actief bij conflicten tussen kinderen
- Stimuleert expressie en creativiteit
- Reageert gepast op ongewenst gedrag van kinderen en tussen kinderen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de verschillende speelgebieden
- Kennis van kinderparticipatie
- Kennis van risicovol spel
- Kennis van speelvisies
- Kennis van adequate begeleidershouding
- Kennis van adequate begeleidingsstijl(en)
- Kennis van betekenisvolle interacties
- Kennis van diversiteit en inclusieve praktijken
- Kennis van groepsdynamiek
- Kennis van hechtingstheorieën
- Kennis van emotionele ontwikkeling
- Kennis van interactievaardigheden
- Kennis van leertheorieën en -strategieën
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van opvoedingsvaardigheden
- Kennis van structuur en routines
- Kennis van taalontwikkeling, taalstimulering en meertaligheid
- Kennis van vigerende modellen over speelleeromgevingen
- Competentie 5:
Ondersteunt de ontwikkeling van elk kind vanuit een inclusieve visie met oog voor specifieke ondersteuningsbehoeften
- Herkent signalen van specifieke ondersteuningsbehoeften bij het kind en het gezin
- Gaat open in dialoog met ouders (zorgen benoemen, vragen stellen, erkenning geven…)
- Bespreekt signalen en bezorgdheden met het team
- Draagt in samenspraak met ouders bij in het plan van aanpak en het ondersteuningsplan
- Werkt samen met externe partners aan het ondersteuningsplan van het kind vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van diversiteit en inclusieve praktijken
- Kennis van specifieke ondersteuningsinterventies en -strategieën
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van screeningtools
- Kennis van specifieke ondersteuningsbehoeften
- Kennis van communicatietheorie en -strategieën
- Competentie 6:
Begeleidt kinderen bij horizontale en verticale overgangsmomenten om pedagogische continuïteit te realiseren *
- Realiseert warme transities (wenmomenten, nieuwe school, thuis – opvang – school, ...)
- Signaleert drempels bij overgangen aan het team en zoekt mee naar mogelijkheden om deze bij te sturen of weg te werken
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van beleidskaders rond overgangsmomenten en -beleid
- Kennis van fases en drempels bij overgangen
- Kennis van hechtingstheorieën
- Kennis van modellen voor horizontale en verticale continuïteit
- Kennis van observatiemodellen en -methodieken
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van belang van pedagogische continuïteit
* zie woordverklaring in 'extra info'
- Competentie 7:
Bouwt een samenwerkingsrelatie uit met de ouders als eerste opvoedingspartner
- Communiceert met ouders in een wederkerige dialoog vanuit respect voor eigenheid en diversiteit
- Betrekt ouders als actieve partner doorheen alle aspecten van het professioneel functioneren
- Gaat proactief en oplossingsgericht in dialoog bij spanning en conflict
- Faciliteert ouderbetrokkenheid
- Documenteert en rapporteert op maat van ouders
- Zet methodes in om ouders te verbinden met elkaar
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van contextuele theorie
- Kennis van ethiek en deontologie
- Kennis van gezinspedagogiek en -diversiteit in samenlevingsvormen
- Kennis van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie
- Kennis van communicatietheorie en -strategieën
- Competentie 8:
Werkt buurtgericht
- Benut opportuniteiten in de buurt om de zorg-, speel-, leef- en leeromgeving van alle kinderen te verrijken
- Bevordert ontmoeting en sociale cohesie in en met de buurt
- Werkt activiteiten met buurtpartners mee uit
- Promoot activiteiten en enthousiasmeert ouders en de buurt
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis sociologie (gemeenschapsstructuren en sociale cohesie)
- Basiskennis van projectwerking
- Kennis van beleidskaders- en regelgeving
- Kennis van gezins- en ouderparticipatie
- Kennis van sociale structuren
- Competentie 9:
Neemt het mentorschap op van nieuwe collega’s en mensen in opleiding
- Inspireert met goede praktijkvoorbeelden
- Faciliteert een krachtige en kansrijke leeromgeving (= een context die leerrendement creëert)
- Werkt samen aan de doelstellingen/leerdoelen/competenties die van de mentee worden verwacht (planmatig & doelgericht werken)
- Bespreekt het groeitraject van de mentee en zijn/haar leerkansen met het team (collega’s en leidinggevende)
- Reflecteert over het eigen mentorschap en stuurt het bij
- Past de mentorstijl aan op maat van de mentee
- Draagt bij aan de leercultuur van het team
- Deelt effectieve pedagogische methoden met argumenten en voorbeelden
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van professionaliseringsbeleid van mentee
- Kennis van het onderwijslandschap
- Kennis van coachingsmodellen
- Kennis van competentiegericht werken (opbouw van leertrajecten ifv leerdoelen en faciliteren van een kansrijke leeromgeving)
- Kennis van leertheorieën en -strategieën
- Kennis van modeling (model staan)
- Kennis van motivatietheorieën
- Kennis van observatiemodellen en -methodieken
- Kennis van pedagogische en didactische methodieken
- Kennis van communicatietheorie en -strategieën
- Kennis van intervisiemodellen
- Competentie 10:
Biedt adequate eerste hulp en aanvullende zorg aan bij jonge kinderen
- Herkent de symptomen van ziek zijn
- Meet parameters behorende tot een aantal biologische functiestelsels*
- Dient de voorgeschreven medicatie toe via subcutane weg, na evaluatie van de arts *
- Handelt volgens de voorgeschreven procedures als de veiligheid van een kind in gevaar is
- Voert specifieke reanimatievaardigheden uit
- Dient voorgeschreven medicatie toe (ADL)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van algemeen dagelijkse handelingen (ADL)
- Kennis van reanimatietechnieken voor baby's en peuters
- Kennis van spoelen van neus, ogen en oren
- Kennis van nemen parameters
- Kennis van medicatie toedienen
- Kennis van temperatuur nemen
- Kennis van vaststellen saturatie
- Kennis van nemen hartslag
- Kennis van monitoring van kinderen met slaapapneu
- Kennis van nemen glycemie
- Kennis van toedienen van medicatie via subcutane weg
* Handelingen uit de wetgeving 'Bekwame Helper'
- Competentie 11:
Werkt met oog voor voedselveiligheid
- Werkt conform voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Past preventieve maatregelen toe om voedselveiligheid op het werk te garanderen
- Instrueert medewerkers in het werken volgens en voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van allergenen
- Kennis van kruisbesmetting
- Kennis van voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Competentie 12:
Voert EHBO uit
- Herkent levensbedreigende en niet-levensbedreigende situaties
- Houdt zich aan de voorgeschreven procedures voor eerste hulp
- Zorgt voor de eigen veiligheid, deze van de persoon in nood en van de omstaanders
- Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de persoon in nood
- Past de noodzakelijke eerste hulp toe
- Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
- met inbegrip van kennis:
- Grondige kennis van BLS en AED
- Grondige kennis van EHBO (eerste zorgen bij bloedingen, verwondingen, verstikking, vergiftiging, insectenbeten …)
- Grondige kennis van voorgeschreven procedures m.b.t. EHBO
- Competentie 13:
Werkt met oog voor hygiëne
- Werkt conform hygiënevoorschriften en -richtlijnen
- Past preventieve maatregelen toe om hygiëne op het werk te garanderen
- Instrueert medewerkers in het werken volgens hygiënevoorschriften en -richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van hygiënevoorschriften en -richtlijnen
Algemene competenties
- Competentie 14:
Werkt in teamverband
- Houdt zich aan de afspraken van het team
- Geeft constructieve feedback
- Gaat constructief om met feedback
- Communiceert effectief en efficiënt
- Past het taalgebruik aan in functie van de teamleden, zowel naar inhoud als naar vorm
- Wisselt informatie uit
- Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan
- Werkt effectief en efficiënt samen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de rollen van de teamleden
- Kennis van informatiesystemen
- Kennis van interdisciplinair werken
- Kennis van organisatiecultuur
- Kennis van organisatiegebonden richtlijnen
- Kennis van organisatiestructuur
- Kennis van teamgericht handelen
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van communicatietechnieken
- Kennis van sociale vaardigheden
- Competentie 15:
Werkt samen met externen
- Werkt effectief en efficiënt samen met externen
- Consulteert externen bij vragen en/of problemen
- Communiceert effectief en efficiënt met externen
- Wisselt informatie uit met externen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de rollen van externe partners
- Kennis van het professionele netwerk
- Kennis van organisatiegebonden richtlijnen
- Kennis van communicatietechnieken
- Competentie 16:
Werkt digitaal
- Gebruikt digitale communicatietools effectief en efficiënt
- Werkt met digitale documenten en bestanden
- Gebruikt software en applicaties
- Past digitale veiligheidsregels toe
- Past privacyregels toe
- Werkt conform digitale werkmethodes en richtlijnen
- Werkt samen in digitale omgevingen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van (bedrijfseigen) software en applicaties
- Kennis van digitale communicatietools
- Kennis van digitale veiligheidsregels
- Kennis van digitale werkmethodes en richtlijnen
- Kennis van privacyregels
- Competentie 17:
Werkt kwaliteitsvol
- Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen
- Bewaakt de kwaliteit van geleverde diensten
- Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking
- Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit
- Werkt mee aan de optimalisatie van de kwaliteitszorg
- Handelt als rolmodel
- Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften- en richtlijnen
- Werkt mee aan de optimalisatie van de kwaliteitszorg
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van kwaliteitsbeleid
- Kennis van kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen
- Kennis van kwaliteitszorg
- Competentie 18:
Werkt met oog voor welbevinden, veiligheid, orde en netheid
- Werkt ergonomisch
- Past hef- en tiltechnieken toe
- Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen
- Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Draagt zorg voor het welbevinden op het werk
- Instrueert medewerkers in het werken volgens veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Respecteert de geldende privacywetgeving
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van ergonomische werkhouding
- Kennis van hef- en tiltechnieken
- Kennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
- Kennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
- Kennis van geldende privacywetgeving
- Competentie 19:
Werkt duurzaam en milieubewust
- Sorteert afval
- Gebruikt materialen duurzaam
- Beperkt afval
- Gebruikt water duurzaam
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van (basis)principes van duurzaamheid
- Kennis van afvalpreventie
- Kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
- Competentie 20:
Plant actief de eigen werkzaamheden
- Plant (proactief) de eigen werkzaamheden rekening houdend met de prioriteiten, tijdsbesteding, efficiëntie en gemaakte afspraken
- Bereidt de eigen werkzaamheden voor
- Behoudt het overzicht van de eigen werkzaamheden
- Past de planning aan wijzigende omstandigheden
- Past de werkzaamheden aan wijzigende omstandigheden
- Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen werkzaamheden
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van (bedrijfseigen) registratiesystemen
- Kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
- Kennis van probleemoplossend werken
- Kennis van werkorganisatie en werkvolgorde
- Competentie 21:
Bouwt de eigen deskundigheid op
- Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk
- Wisselt deskundigheid uit
- Gaat constructief om met feedback
- Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op
- Meldt de behoefte aan vorming
- Vormt zich permanent (formele, informele en niet-formele vormen van levenslang leren)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van het werkveld
- Kennis van reflectietechnieken
- Kennis van vakspecifieke bronnen
- Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen (technieken, materialen, materieel...)
- Kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia...)
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis sociologie (gemeenschapsstructuren en sociale cohesie)
- Basiskennis van projectwerking
- Kennis van adequate begeleidershouding
- Kennis van adequate begeleidingsstijl(en)
- Kennis van afvalpreventie
- Kennis van algemeen dagelijkse handelingen (ADL)
- Kennis van allergenen
- Kennis van (basis)principes van duurzaamheid
- Kennis van (bedrijfseigen) registratiesystemen
- Kennis van (bedrijfseigen) software en applicaties
- Kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
- Kennis van belang van pedagogische continuïteit
- Kennis van belang van wennen
- Kennis van beleidskaders- en regelgeving
- Kennis van beleidskaders rond overgangsmomenten en -beleid
- Kennis van betekenisvolle interacties
- Kennis van (buiten) slapen
- Kennis van buitenspelen
- Kennis van coachingsmodellen
- Kennis van communicatietechnieken
- Kennis van communicatietheorie en -strategieën
- Kennis van competentiegericht werken (opbouw van leertrajecten ifv leerdoelen en faciliteren van een kansrijke leeromgeving)
- Kennis van contextuele theorie
- Kennis van dagstructuren en -planning
- Kennis van de maatschappelijke en lokale context en ontwikkelingen
- Kennis van de rollen van de teamleden
- Kennis van de rollen van externe partners
- Kennis van de ruimte als derde pedagoog
- Kennis van de verschillende speelgebieden
- Kennis van digitale communicatietools
- Kennis van digitale veiligheidsregels
- Kennis van digitale werkmethodes en richtlijnen
- Kennis van diversiteit en inclusieve praktijken
- Kennis van documentatiemethodes
- Kennis van educatieve leeromgeving
- Kennis van een pedagogische maaltijd
- Kennis van emotionele ontwikkeling
- Kennis van ergonomische werkhouding
- Kennis van ervaringsgebieden (in pedagogisch raamwerk)
- Kennis van ethiek en deontologie
- Kennis van fases en drempels bij overgangen
- Kennis van geldende privacywetgeving
- Kennis van gezins- en ouderparticipatie
- Kennis van gezinspedagogiek en -diversiteit in samenlevingsvormen
- Kennis van grensoverschrijdend gedrag
- Kennis van groepsdynamiek
- Kennis van handelingsgericht werken
- Kennis van hechtingstheorieën
- Kennis van hef- en tiltechnieken
- Kennis van het belang van regelmaat in de dagindeling
- Kennis van het onderwijslandschap
- Kennis van het professionele netwerk
- Kennis van het speelklaar zetten van materiaal
- Kennis van het werkveld
- Kennis van hygiënevoorschriften en -richtlijnen
- Kennis van informatiesystemen
- Kennis van interactievaardigheden
- Kennis van interdisciplinair werken
- Kennis van intervisiemodellen
- Kennis van kinderparticipatie
- Kennis van kruisbesmetting
- Kennis van kwaliteitsbeleid
- Kennis van kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen
- Kennis van kwaliteitszorg
- Kennis van leertheorieën en -strategieën
- Kennis van medicatie toedienen
- Kennis van modeling (model staan)
- Kennis van modellen voor horizontale en verticale continuïteit
- Kennis van monitoring van kinderen met slaapapneu
- Kennis van motivatietheorieën
- Kennis van nemen glycemie
- Kennis van nemen hartslag
- Kennis van nemen parameters
- Kennis van observatiemodellen en -methodieken
- Kennis van ontwikkelingspsychologische modellen
- Kennis van ontwikkelingsstadia (fysiek, cognitief, sociaal, emotioneel)
- Kennis van open einde materiaal
- Kennis van opvoedingsvaardigheden
- Kennis van organisatiecultuur
- Kennis van organisatiegebonden richtlijnen
- Kennis van organisatiestructuur
- Kennis van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie
- Kennis van pedagogische en didactische methodieken
- Kennis van pedagogische principes en theorieën
- Kennis van (preventieve) gezondheidszorg (bvb voeding, beweging….)
- Kennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
- Kennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
- Kennis van privacyregels
- Kennis van probleemoplossend werken
- Kennis van professionaliseringsbeleid van mentee
- Kennis van rapportagetechnieken
- Kennis van reanimatietechnieken voor baby's en peuters
- Kennis van reflectiemodellen en -methodieken
- Kennis van reflectietechnieken
- Kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
- Kennis van risicovol spel
- Kennis van ruimte- en materiaalgebruik in pedagogische omgevingen
- Kennis van screeningtools
- Kennis van signalen van verontrusting in de thuissituatie
- Kennis van sociale interacties
- Kennis van sociale structuren
- Kennis van sociale vaardigheden
- Kennis van socialisatieprocessen
- Kennis van specifieke ondersteuningsbehoeften
- Kennis van specifieke ondersteuningsinterventies en -strategieën
- Kennis van speelvisies
- Kennis van speltheorie en spelontwikkeling
- Kennis van spoelen van neus, ogen en oren
- Kennis van structuur en routines
- Kennis van taalontwikkeling, taalstimulering en meertaligheid
- Kennis van teamgericht handelen
- Kennis van temperatuur nemen
- Kennis van toedienen van medicatie via subcutane weg
- Kennis van vakspecifieke bronnen
- Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen (technieken, materialen, materieel...)
- Kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia...)
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van vaststellen saturatie
- Kennis van vigerende modellen over speelleeromgevingen
- Kennis van voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Kennis van werkorganisatie en werkvolgorde
- Kennis van zorgomgeving
- Grondige kennis van BLS en AED
- Grondige kennis van EHBO (eerste zorgen bij bloedingen, verwondingen, verstikking, vergiftiging, insectenbeten …)
- Grondige kennis van voorgeschreven procedures m.b.t. EHBO
Cognitieve vaardigheden
- Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de persoon in nood
- Behoudt het overzicht van de eigen werkzaamheden
- Benut opportuniteiten in de buurt om de zorg-, speel-, leef- en leeromgeving van alle kinderen te verrijken
- Benut opportuniteiten om de zorg-, speel-, leef- en leeromgeving te verrijken
- Benut taal in al zijn facetten (verbaal, non-verbaal, schriftelijk)
- Beperkt afval
- Bereidt de eigen werkzaamheden voor
- Bewaakt de kwaliteit van geleverde diensten
- Communiceert effectief en efficiënt
- Communiceert effectief en efficiënt met externen
- Deelt effectieve pedagogische methoden met argumenten en voorbeelden
- Documenteert en rapporteert op maat van ouders
- Draagt zorg voor het welbevinden op het werk
- Faciliteert een krachtige en kansrijke leeromgeving (= een context die leerrendement creëert)
- Gaat constructief om met feedback
- Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking
- Gebruikt bijkomende informatie over het kind en de context van relevante betrokkenen
- Gebruikt software en applicaties
- Handelt als rolmodel
- Handelt vanuit het perspectief van de kinderen
- Herkent de symptomen van ziek zijn
- Herkent gedrag dat verontrustend is
- Herkent levensbedreigende en niet-levensbedreigende situaties
- Houdt zich aan de voorgeschreven procedures voor eerste hulp
- Inspireert met goede praktijkvoorbeelden
- Instrueert medewerkers in het werken volgens en voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Instrueert medewerkers in het werken volgens hygiënevoorschriften en -richtlijnen
- Kiest doelgericht een gepast moment en observatiemethode
- Meldt de behoefte aan vorming
- Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen werkzaamheden
- Observeert gedrag van het kind met doelgerichte focus
- Onderneemt bijkomende acties voor verdiepende reflectie
- Ondersteunt meertaligheid
- Organiseert en begeleidt eetmomenten
- Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk
- Past digitale veiligheidsregels toe
- Past preventieve maatregelen toe om hygiëne op het werk te garanderen
- Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen
- Past preventieve maatregelen toe om voedselveiligheid op het werk te garanderen
- Past privacyregels toe
- Plant (proactief) de eigen werkzaamheden rekening houdend met de prioriteiten, tijdsbesteding, efficiëntie en gemaakte afspraken
- Reflecteert vanuit ervaringen met kinderen, ouders, team en buurt
- Respecteert de geldende privacywetgeving
- Stimuleert expressie en creativiteit
- Verbindt de ervaringen met theoretische handvatten
- Verrijkt verzorgingsmomenten met emotionele en educatieve ondersteuning
- Voegt verdiepende en diverse spelprikkels toe (binnen-buiten, leeftijd van de kinderen, individueel vs. groep, ...)
- Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op
- Werkt activiteiten met buurtpartners mee uit
- Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen
- Werkt conform digitale werkmethodes en richtlijnen
- Werkt conform hygiënevoorschriften en -richtlijnen
- Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Werkt conform voedselveiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Werkt mee aan de optimalisatie van de kwaliteitszorg
- Werkt met digitale documenten en bestanden
- Werkt samen aan de doelstellingen/leerdoelen/competenties die van de mentee worden verwacht (planmatig & doelgericht werken)
- Wisselt deskundigheid uit
- Wisselt informatie uit
- Wisselt informatie uit met externen
- Zet bewust verschillende begeleidingsrollen in om spelen en ontdekken te ondersteunen
- Zet methodes in om ouders te verbinden met elkaar
- Zorgt voor de eigen veiligheid, deze van de persoon in nood en van de omstaanders
- Zorgt voor een emotioneel veilige context
Probleemoplossende vaardigheden
- Bespreekt het groeitraject van de mentee en zijn/haar leerkansen met het team (collega’s en leidinggevende)
- Bespreekt signalen en bezorgdheden met het team
- Betrekt ouders als actieve partner doorheen alle aspecten van het professioneel functioneren
- Bevordert ontmoeting en sociale cohesie in en met de buurt
- Communiceert met ouders in een wederkerige dialoog vanuit respect voor eigenheid en diversiteit
- Consulteert externen bij vragen en/of problemen
- Creëert rijke en talige interacties met en tussen kinderen
- Draagt bij aan de leercultuur van het team
- Draagt bij tot het creëren van een ruimte waar kinderen en gezinnen zich gerepresenteerd voelen
- Draagt in samenspraak met ouders bij in het plan van aanpak en het ondersteuningsplan
- Faciliteert ouderbetrokkenheid
- Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit
- Gaat constructief om met feedback
- Gaat open in dialoog met ouders (zorgen benoemen, vragen stellen, erkenning geven…)
- Gaat proactief en oplossingsgericht in dialoog bij spanning en conflict
- Gebruikt digitale communicatietools effectief en efficiënt
- Gebruikt relevante rapportage en documentatiemethoden
- Geeft constructieve feedback
- Handelt gepast bij signalen van verontrusting
- Hanteert de dagplanning en -structuur flexibel rekening houdend met de behoeften van kinderen, ouders en team
- Herkent signalen van specifieke ondersteuningsbehoeften bij het kind en het gezin
- Houdt zich aan de afspraken van het team
- Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften- en richtlijnen
- Instrueert medewerkers in het werken volgens veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
- Interpreteert de observaties binnen de ruimere context van de leefwereld van het kind
- Moedigt kinderen aan en geeft feedback
- Neemt ook subtiele signalen van kinderen waar
- Past de mentorstijl aan op maat van de mentee
- Past de planning aan wijzigende omstandigheden
- Past de werkzaamheden aan wijzigende omstandigheden
- Past het taalgebruik aan in functie van de teamleden, zowel naar inhoud als naar vorm
- Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan
- Plaatst reflecties binnen een ruimer perspectief van (steeds veranderende) lokale en maatschappelijke context
- Promoot activiteiten en enthousiasmeert ouders en de buurt
- Reageert gepast op ongewenst gedrag van kinderen en tussen kinderen
- Reageert (pro-)actief bij conflicten tussen kinderen
- Realiseert warme transities (wenmomenten, nieuwe school, thuis – opvang – school, ...)
- Reflecteert over het eigen mentorschap en stuurt het bij
- Signaleert drempels bij overgangen aan het team en zoekt mee naar mogelijkheden om deze bij te sturen of weg te werken
- Stuurt het handelen bij op basis van observatie
- Stuurt het handelen bij op basis van reflectie
- Versterkt relaties tussen kinderen onderling
- Vormt zich permanent (formele, informele en niet-formele vormen van levenslang leren)
- Werkt effectief en efficiënt samen
- Werkt effectief en efficiënt samen met externen
- Werkt mee aan de optimalisatie van de kwaliteitszorg
- Werkt samen in digitale omgevingen
- Werkt samen met externe partners aan het ondersteuningsplan van het kind vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid
Motorische vaardigheden
- Dient de voorgeschreven medicatie toe via subcutane weg, na evaluatie van de arts *
- Dient voorgeschreven medicatie toe (ADL)
- Gebruikt materialen duurzaam
- Handelt volgens de voorgeschreven procedures als de veiligheid van een kind in gevaar is
- Meet parameters behorende tot een aantal biologische functiestelsels*
- Neemt zorgtaken op in functie van de behoefte van het kind
- Past de noodzakelijke eerste hulp toe
- Past hef- en tiltechnieken toe
- Sorteert afval
- Voert ADL-handelingen uit conform de ADL-wetgeving
- Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
- Voert specifieke reanimatievaardigheden uit
- Werkt ergonomisch
- Zet ruimte en materiaal in, in functie van een rijke zorg-, speel-, leef- en leeromgeving
Omgevingscontext
- De Educatief begeleider jonge kinderen gaat constructief om met een verscheidenheid aan kinderen, gezinnen, externen en collega’s.
- De Educatief begeleider jonge kinderen neemt zelf initiatief om de kinderen op overgangsmomenten te begeleiden.
- De Educatief begeleider jonge kinderen werkt binnen een pedagogisch kader waarin de ontwikkeling van kinderen centraal staat.
- De Educatief begeleider jonge kinderen werkt binnen het kader van wettelijke voorschriften en kwaliteitsnormen die betrekking hebben op de kinderopvang, de veiligheid, een gezonde leefomgeving en de pedagogische kwaliteit.
- De Educatief begeleider jonge kinderen werkt op de werkvloer, in het team met de kinderbegeleiders, kleuteronderwijzers en kinderverzorgers en stuurt kinderbegeleiders operationeel aan
- De Educatief begeleider jonge kinderen werkt zowel in de kinderopvang, de buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) als in kleuteronderwijs en preventieve gezinszorg.
- De grootte en samenstelling van de groepen kan variëren afhankelijk van het moment van de dag, de activiteit of de setting.
- Het bedenken en aanpassen van activiteiten aan de diverse behoeften en niveaus van de kinderen vereist creativiteit en flexibiliteit.
- Het omgaan met jonge kinderen vereist geduld, veerkracht en het vermogen om in een drukke omgeving rustig en positief te blijven.
Handelingscontext
- De Educatief begeleider jonge kinderen bekijkt de ontwikkeling van kinderen als een geheel en verbindt de zorg- en pedagogische activiteiten.
- De Educatief begeleider jonge kinderen blijft bij met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt levenslang leren en het volgen van aangeboden opleidingen.
- De Educatief begeleider jonge kinderen bouwt een vertrouwensrelatie op met de kinderen.
- De Educatief begeleider jonge kinderen gaat empathisch om met kinderen en ouders.
- De Educatief begeleider jonge kinderen handelt binnen het afgesproken professionele kader en neemt verantwoordelijkheid voor het eigen werk. Hij/zij toont hierbij initiatief en is zich bewust van de eigen professionele grenzen.
- De Educatief begeleider jonge kinderen handelt integer, ethisch en conform de professionele en deontologische principes.
- De Educatief begeleider jonge kinderen handelt kwaliteitsvol.
- De Educatief begeleider jonge kinderen is alert om de veiligheid van de kinderen te garanderen en de risico’s op ongevallen te beperken.
- De Educatief begeleider jonge kinderen is betrouwbaar en werkt loyaal en constructief samen met collega’s, leidinggevenden, gezinnen en externe partners.
- De Educatief begeleider jonge kinderen is georganiseerd en kan gestructureerd werken.
- De Educatief begeleider jonge kinderen is zich bewust van de impact van het eigen handelen en het eigen referentiekader op de dagelijkse praktijk.
- De Educatief begeleider jonge kinderen is zich voortdurend bewust van de impact van de eigen handelingen op zowel het kind als het eigen team.
- De Educatief begeleider jonge kinderen moet zich bewust zijn dat gemaakte fouten gevolgen kunnen hebben op korte en lange termijn voor het welzijn van het kind.
- De Educatief begeleider jonge kinderen neemt een coachende en trekkende rol op binnen een team.
- De Educatief begeleider jonge kinderen organiseert de eigen werkzaamheden binnen het afgesproken kader.
- De Educatief begeleider jonge kinderen stelt zich flexibel op.
- De Educatief begeleider jonge kinderen toont initiatief binnen het afgesproken professionele kader, zowel in dagelijkse werkzaamheden als in probleemsituaties.
- De Educatief begeleider jonge kinderen verdeelt zijn aandacht tussen de zorg voor één kind en het aandacht hebben voor de groep.
- De Educatief begeleider jonge kinderen werkt ergonomisch en kan kinderen tillen en dragen en werkt op kindhoogte.
- De Educatief begeleider jonge kinderen wisselt op constructieve en transparante wijze informatie uit met de andere actoren conform het deontologisch kader.
- Het werken met een groep kinderen vergt stressbestendigheid om tegemoet te komen aan de behoeften van de verschillende kinderen.
Autonomie
Is zelfstandig in
- het coachen van teamleden bij het plannen van de eigen activiteit
- het gestructureerd aanpakken van de werkzaamheden
- het indelen van de eigen werkzaamheden
- het operationeel leiding geven aan collega's op de werkvloer
- het organiseren van activiteiten
- het stellen van prioriteiten tijdens de dagelijkse werking op basis van de signalen en de behoeften van de kinderen
Is gebonden aan
- de eigenheid van elk kind
- de procedures van de organisatie
- gemaakte afspraken met ouders, teamleden, de organisator, de pedagogisch ondersteuners
- het opvangplan van het kind met specifieke ondersteuningsbehoeften
Doet beroep op
- collega’s om informatie uit te wisselen en af te toetsen
- deskundigen als het gaat over de aanpak van kinderen met specifieke zorgbehoeften
- ouders voor het uitwisselen van informatie van het kind
Verantwoordelijkheid
- Begeleidt kinderen bij horizontale en verticale overgangsmomenten om pedagogische continuïteit te realiseren *
- Bouwt de eigen deskundigheid op
- Bouwt een samenwerkingsrelatie uit met de ouders als eerste opvoedingspartner
- Creëert een rijke en betekenisvolle zorg-, speel-, leef- en leeromgeving voor alle kinderen (individueel en in groep)
- Handelt op basis van observatie van het welbevinden en de betrokkenheid van het kind in functie van de ontwikkeling
- Neemt het mentorschap op van nieuwe collega’s en mensen in opleiding
- Ondersteunt de ontwikkeling van elk kind vanuit een inclusieve visie met oog voor specifieke ondersteuningsbehoeften
- Past reflectiemethodes toe op het pedagogisch handelen
- Plant actief de eigen werkzaamheden
- Realiseert betekenisvolle interacties met en voor alle kinderen doorheen de zorg-, speel-, leef- en leermomenten
- Voert EHBO uit
- Werkt buurtgericht
- Werkt digitaal
- Werkt duurzaam en milieubewust
- Werkt in teamverband
- Werkt kwaliteitsvol
- Werkt met oog voor hygiëne
- Werkt met oog voor voedselveiligheid
- Werkt met oog voor welbevinden, veiligheid, orde en netheid
- Werkt samen met externen
Wettelijke attesten en voorwaarden
Wettelijke attesten en voorwaarden om de beroepskwalificatie te behalen
Om de beroepskwalificatie van ‘Educatief begeleider jonge kinderen’ te behalen moet voldaan worden aan volgende wettelijke attesten en/of voorwaarden voor de beroepsuitoefening:
-
Van onberispelijk gedrag zijn, zoals dat blijkt uit een uittreksel uit het strafregister (artikel 596.2 "minderjarigenmodel") zoals bepaald in Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters van 20 april 2012, artikel 6
-
Attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen zoals bepaald in Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdend de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, artikel 43
-
Minimum 18 jaar zijn zoals bepaald in Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdend de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, artikel 43
-
Medisch geschikt voor de uitoefening van het beroep zoals bepaald in Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdend de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, artikel 43
Bijkomende wettelijke attesten en voorwaarden, niet verplicht voor het behalen van de beroepskwalificatie
-
Afhankelijk van de concrete beroepsuitoefening kan de werkgever het bezit van een attest Nederlands (voor luisteren en gesprekken voeren ERK-niveau B1 - voor lezen en schrijven ERK-niveau A2) als voorwaarde stellen (Conform Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdend de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters, artikel 43)