Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Medewerker stukadoorwerken

 

BK-0552-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Medewerker stukadoorwerken

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel “Afwerkingsberoepen” van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. Het Competent Beroepscompetentieprofiel (OP-120) ‘Stukadoor’ geeft ook andere benamingen aan zoals bv. Gipswerker, Plaatser van gipsblokken, Pleisterwerker, Stukker, …

Definitie

De medewerker stukadoorwerken helpt bij het uitvoeren van natte binnenbepleisteringen, buitenbepleisteringen, droge bepleisteringen (droogbouwsystemen) en helpt bij het plaatsen van gipsblokken teneinde de bouwfysische en esthetische eigenschappen van gebouwen te verbeteren en af te werken.

Niveau (VKS en EQF)

2

Jaar van erkenning

versie 1, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 6:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 7:
    Helpt bij het voorbereiden van het plaatsen van gipsblokken
    • Bereidt de vloer en aangrenzende wanden voor
    • Maakt bouwlijm aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
    • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
    • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
  • Competentie 8:
    Helpt bij het plaatsen van gipsblokken
    • Brengt gipsblokken op maat
    • Verlijmt gipsblokken
    • Plaatst gipsblokken
    • Voorziet openingen (deur, raam, doorgangen nutsleidingen, ...)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
    • Kennis van eigenschappen en verwerking van bouwlijmen
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
    • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
    • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
  • Competentie 9:
    Helpt bij het voorbereiden van de natte binnenbepleistering
    • Schermt openingen voor nutsleidingen en vaste elementen af
    • Bereidt de te bewerken oppervlakten voor
    • Bereidt de pleistermortel voor
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
    • Basiskennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
  • Competentie 10:
    Helpt bij het aanbrengen van natte bepleistering
    • Brengt manueel of machinaal een onderlaag aan op voorbereide wanden en plafonds
    • Schaaft indien nodig de onderlaag uit
    • Ruwt, indien nodig, de onderlaag op
    • Kamt, indien nodig, de onderlaag op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
    • Basiskennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
    • Kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
    • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
  • Competentie 11:
    Helpt bij het beschermen van de natte binnenbepleistering
    • Ventileert de bepleisterde kamers
    • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van risico's van weersomstandigheden en van een slechte ventilatie
  • Competentie 12:
    Helpt bij het voorbereiden van de buitenbepleistering
    • Schermt openingen af
    • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
    • Maakt pleistermortel aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
    • Kennis van bevestigingstechnieken
    • Kennis van de toe te passen voorbehandelingen en bepleisteringen in functie van de gevels (bv. verschillende soorten metselwerk, aanzuigkracht van de diverse te bepleisteren materialen, ...)
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
  • Competentie 13:
    Helpt bij het aanbrengen van buitenbepleistering
    • Bestrijkt of bespuit gevels met hechtmortel
    • Bestrijkt of bespuit gevels met plastische tussenlaag
    • Reit af
    • Reinigt zijn uitrusting en gereedschap bij het overgaan op een andere mortelsoort
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
    • Basiskennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
    • Basiskennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
    • Kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
    • Kennis van de werking van de spuitmachine
    • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
    • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
  • Competentie 14:
    Helpt bij het beschermen van de buitenbepleistering
    • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van risico's van wisselende weersomstandigheden
  • Competentie 15:
    Helpt bij het plaatsen van droogbouwsystemen
    • Zet de benodigde gereedschappen, profielen en platen klaar
    • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
    • Snijdt en knipt stijlen en regels
    • Isoleert, indien nodig, tussen de stijlen en regels
    • Snijdt platen
    • Schaaft, indien nodig, de platen bij
    • Zaagt sparingen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bouwmaterialen voor droogbouw wanden en plafonds (isolatie, dragers, profielen, bevestiging, ...)
    • Basiskennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
  • Basiskennis van bouwmaterialen voor droogbouw wanden en plafonds (isolatie, dragers, profielen, bevestiging, ...)
  • Basiskennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
  • Basiskennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
  • Basiskennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur
  • Basiskennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van risico's van weersomstandigheden en van een slechte ventilatie
  • Basiskennis van risico's van wisselende weersomstandigheden
  • Basiskennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
  • Kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
  • Kennis van bevestigingstechnieken
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
  • Kennis van de toe te passen voorbehandelingen en bepleisteringen in functie van de gevels (bv. verschillende soorten metselwerk, aanzuigkracht van de diverse te bepleisteren materialen, ...)
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van de werking van de spuitmachine
  • Kennis van eigenschappen en verwerking van bouwlijmen
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
  • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
  • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
  • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

Probleemoplossende vaardigheden

  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)

Motorische vaardigheden

  • Beperkt stofemissie
  • Bereidt de pleistermortel voor
  • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
  • Bereidt de te bewerken oppervlakten voor
  • Bereidt de vloer en aangrenzende wanden voor
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Bestrijkt of bespuit gevels met hechtmortel
  • Bestrijkt of bespuit gevels met plastische tussenlaag
  • Brengt gipsblokken op maat
  • Brengt manueel of machinaal een onderlaag aan op voorbereide wanden en plafonds
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Houdt de werkplek schoon
  • Isoleert, indien nodig, tussen de stijlen en regels
  • Kamt, indien nodig, de onderlaag op
  • Maakt bouwlijm aan
  • Maakt pleistermortel aan
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Plaatst gipsblokken
  • Reinigt zijn uitrusting en gereedschap bij het overgaan op een andere mortelsoort
  • Reit af
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Ruwt, indien nodig, de onderlaag op
  • Schaaft indien nodig de onderlaag uit
  • Schaaft, indien nodig, de platen bij
  • Schermt openingen af
  • Schermt openingen voor nutsleidingen en vaste elementen af
  • Snijdt en knipt stijlen en regels
  • Snijdt platen
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Ventileert de bepleisterde kamers
  • Verlijmt gipsblokken
  • Voorziet openingen (deur, raam, doorgangen nutsleidingen, ...)
  • Werkt ergonomisch
  • Zaagt sparingen uit
  • Zet de benodigde gereedschappen, profielen en platen klaar

Omgevingscontext

  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkopdracht en het eindresultaat worden strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit om zich aan te passen aan wijzigingen van de planning, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines, belangrijk is.
  • Dit beroep wordt uitgeoefend op locatie in open of gesloten bouwplaatsen (woning- en utiliteitsbouw).
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, elektrocutie,…

Handelingscontext

  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, waarschuwingstekens en veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg gebruiken, onderhouden en opbergen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Omzichtig omgaan met en opbergen van grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • de uitvoering en rapportering van de toegewezen eigen werkzaamheden
  • het gebruik van gereedschappen, materiaal en materieel
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het voorbereiden van de toegewezen eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant
  • codes van goede praktijk
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • wettelijke en technische voorschriften
Doet beroep op
  • een leidinggevende tijdens de uitvoering van de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, …

Verantwoordelijkheid

  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Helpt bij het aanbrengen van buitenbepleistering
  • Helpt bij het aanbrengen van natte bepleistering
  • Helpt bij het beschermen van de buitenbepleistering
  • Helpt bij het beschermen van de natte binnenbepleistering
  • Helpt bij het plaatsen van droogbouwsystemen
  • Helpt bij het plaatsen van gipsblokken
  • Helpt bij het voorbereiden van de buitenbepleistering
  • Helpt bij het voorbereiden van de natte binnenbepleistering
  • Helpt bij het voorbereiden van het plaatsen van gipsblokken
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Werkt op hoogte

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.