Medewerker schilder- en decoratiewerken
BK-0554-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Medewerker schilder- en decoratiewerken
Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. Het Competent Beroepscompetentieprofiel (OP-215) ‘Schilder-decorateur’ geeft ook andere benamingen aan zoals: hulpschilder, …
Definitie
Een medewerker schilder- en decoratiewerken helpt bij het behandelen van oppervlakken, zowel binnen als buiten, met daartoe geëigende producten, helpt bij het plaatsen van wandbekleding (behang, vlies, …) en helpt bij het bedekken van muren en vloeren met soepele bekledingen teneinde woningen en bouwwerken te beschermen en te verfraaien.
Niveau (VKS en EQF)
2
Deelkwalificaties
De beroepskwalificatie 'Medewerker schilder- en decoratiewerken' omvat de volgende deelkwalificatie(s)
- 'Medewerker behangwerken' (BK-0554-1-DBK-01) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10 en 13.
- 'Medewerker schilderwerken' (BK-0554-1-DBK-02) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 13.
- 'Medewerker soepele vloerbekleding' (BK-0554-1-DBK-03) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 11, 12 en 13.
Jaar van erkenning
versie 1, 2021
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Werkt in teamverband
- Communiceert effectief en efficiënt
- Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
- Rapporteert aan leidinggevenden
- Werkt efficiënt samen met collega's
- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
- Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van communicatietechnieken
- Kennis van vakterminologie
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
- Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
- Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
- Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
- Werkt ergonomisch
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
- Beperkt stofemissie
- Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
- Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
- Meldt problemen aan de verantwoordelijke
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van algemene principes EPB
- Kennis van (veiligheids)pictogrammen
- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
- Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
- Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en tolerantienormen
- Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
- Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
- Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
- Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
- Competentie 3:
Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
- Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
- Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
- Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
- Competentie 4:
Organiseert zijn werkplek
- Ontvangt en begrijpt de opdracht
- Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
- Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
- Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
- Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
- Controleert de klimatologische omstandigheden
- Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
- Verplaatst niet te behandelen delen
- Dekt niet te behandelen en niet-verplaatsbare delen af
- Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de functies in een woonruimte
- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
- Kennis van de bouwplaatsorganisatie
- Kennis van signalisatievoorschriften
- Kennis van werkdocumenten
- Competentie 5:
Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
- Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
- Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
- Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
- Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
- Kennis van de opbouw van rolsteigers
- Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
- Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
- Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Competentie 6:
Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. beschermen en verfraaien
- Ontkorrelt nieuwe oppervlakken
- Verwijdert losse verf-film van reeds geverfd of beklede oppervlakken d.m.v. afsteken, decaperen, schuren, …
- Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
- Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
- Plamuurt
- Schuurt (en ontroest indien nodig) het oppervlak mechanisch en/of manueel
- Maakt het oppervlak stofvrij
- Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
- Verlijmt het vliesbehang volgens de richtlijnen van de producent, lijmt de muur in en niet het vliesbehang
- Strijkt het vliesbehang aan
- Snijdt het vliesbehang boven en onder correct af
- Verwijdert lijmresten
- Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de schilder- en decoratiewerken en de voorbereiding
- Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
- Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
- Kennis van lijmsoorten en hun toepassingen en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
- Kennis van soorten, gebruik en toepassingen van decapeer- en schuurmiddelen
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van vliesbehang
- Competentie 7:
Helpt bij het gebruiksklaar maken van het afwerkingsproduct
- Leest de gebruiksaanwijzingen van de gebruikte producten
- Maakt het afwerkingsproduct aan
- Voegt eventueel de door de schilder decorateur bepaalde pigmenten, oliën, verharders of verdunners toe aan het afwerkingsproduct
- Mengt het afwerkingsproduct
- Zet het aangemaakte afwerkingsproduct klaar
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
- Competentie 8:
Helpt bij het manueel schilderen van oppervlakken zowel binnen als buiten
- Gebruikt het type rol, borstel of spatel in functie van de uit te voeren werken
- Brengt een grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel of spatel
- Kit af
- Brengt tussenlagen aan met rol of borstel
- Schuurt
- Brengt de afdeklaag aan met rol, borstel of spatels
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
- Kennis van de opeenvolgende stappen bij manueel schilderwerk
- Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
- Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag
- Competentie 9:
Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. behangwerken
- Ontkorrelt nieuwe oppervlakken
- Verwijdert losse verf-film van reeds geverfd of beklede oppervlakken d.m.v. afsteken, decaperen, schuren, …
- Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
- Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
- Plamuurt
- Schuurt het oppervlak mechanisch en/of manueel
- Maakt het oppervlak stofvrij
- Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
- Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van behangwerken
- Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
- Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
- Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag
- Kennis van oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
- Kennis van soorten, gebruik en toepassingen van decapeer- en schuurmiddelen
- Competentie 10:
Helpt bij het aanbrengen van behang
- Leest de plaatsingsvoorschriften
- Selecteert de lijm (kant-en-klaar of aan te maken)
- Knipt of snijdt het behangmateriaal op lengte
- Lijmt het behangmateriaal in
- Verwijdert lijmresten
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de verschillende soorten behang
- Kennis van het behangplan, plaatsingsvoorschriften en de richtlijnen van de fabrikant van gebruikte materialen
- Kennis van lijmsoorten en hun toepassingen en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van meetmethoden en -instrumenten
- Kennis van versnijdingsvoorschriften van behang
- Competentie 11:
Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. de te plaatsen soepele vloerbekleding
- Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
- Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
- Maakt het oppervlak stofvrij
- Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
- Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van soepele vloerbekleding
- Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
- Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
- Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag
- Kennis van oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
- Competentie 12:
Helpt bij het plaatsen van soepele vloerbekledingen
- Laat de vloerbekleding acclimatiseren
- Brengt de lijmlaag aan
- Snijdt de vloerbekleding tot de gewenste afmetingen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de verschillende soorten soepele vloerbekleding
- Kennis van lijmsoorten en hun toepassingen en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van versnijdingsvoorschriften van soepele vloerbekleding
- Competentie 13:
Helpt bij het afronden van de werkzaamheden en het reinigen van het materieel
- Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
- Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
- Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
- Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
- Reinigt beschermingsmiddelen
- Kijkt de beschermingsmiddelen na en bergt deze op
- Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
- Laat de werkplek ordelijk en net achter
- Reinigt de machines en gereedschappen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van algemene principes EPB
- Basiskennis van de functies in een woonruimte
- Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
- Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
- Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
- Kennis van communicatietechnieken
- Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van behangwerken
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van soepele vloerbekleding
- Kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de schilder- en decoratiewerken en de voorbereiding
- Kennis van de bouwplaatsorganisatie
- Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
- Kennis van de opbouw van rolsteigers
- Kennis van de opeenvolgende stappen bij manueel schilderwerk
- Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
- Kennis van de verschillende soorten behang
- Kennis van de verschillende soorten soepele vloerbekleding
- Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
- Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
- Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
- Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
- Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
- Kennis van het behangplan, plaatsingsvoorschriften en de richtlijnen van de fabrikant van gebruikte materialen
- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en tolerantienormen
- Kennis van lijmsoorten en hun toepassingen en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag
- Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
- Kennis van meetmethoden en -instrumenten
- Kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
- Kennis van oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
- Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Kennis van signalisatievoorschriften
- Kennis van soorten, gebruik en toepassingen van decapeer- en schuurmiddelen
- Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
- Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van (veiligheids)pictogrammen
- Kennis van versnijdingsvoorschriften van behang
- Kennis van versnijdingsvoorschriften van soepele vloerbekleding
- Kennis van vliesbehang
- Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
- Kennis van werkdocumenten
- Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
Cognitieve vaardigheden
- Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
- Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
- Communiceert effectief en efficiënt
- Controleert de klimatologische omstandigheden
- Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
- Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
- Leest de gebruiksaanwijzingen van de gebruikte producten
- Leest de plaatsingsvoorschriften
- Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
- Meldt problemen aan de verantwoordelijke
- Ontvangt en begrijpt de opdracht
- Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
- Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
- Rapporteert aan leidinggevenden
- Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
- Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
- Selecteert de lijm (kant-en-klaar of aan te maken)
- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
- Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
- Werkt efficiënt samen met collega's
- Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
- Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
Probleemoplossende vaardigheden
- Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
- Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
- Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
Motorische vaardigheden
- Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
- Beperkt stofemissie
- Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
- Brengt de afdeklaag aan met rol, borstel of spatels
- Brengt de lijmlaag aan
- Brengt een grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel of spatel
- Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
- Brengt tussenlagen aan met rol of borstel
- Dekt niet te behandelen en niet-verplaatsbare delen af
- Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
- Gebruikt het type rol, borstel of spatel in functie van de uit te voeren werken
- Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
- Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
- Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
- Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
- Kijkt de beschermingsmiddelen na en bergt deze op
- Kit af
- Knipt of snijdt het behangmateriaal op lengte
- Laat de vloerbekleding acclimatiseren
- Laat de werkplek ordelijk en net achter
- Lijmt het behangmateriaal in
- Maakt het afwerkingsproduct aan
- Maakt het oppervlak stofvrij
- Mengt het afwerkingsproduct
- Ontkorrelt nieuwe oppervlakken
- Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
- Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
- Plamuurt
- Reinigt beschermingsmiddelen
- Reinigt de machines en gereedschappen
- Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
- Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
- Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
- Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
- Schuurt
- Schuurt (en ontroest indien nodig) het oppervlak mechanisch en/of manueel
- Schuurt het oppervlak mechanisch en/of manueel
- Snijdt de vloerbekleding tot de gewenste afmetingen
- Snijdt het vliesbehang boven en onder correct af
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
- Strijkt het vliesbehang aan
- Verlijmt het vliesbehang volgens de richtlijnen van de producent, lijmt de muur in en niet het vliesbehang
- Verplaatst niet te behandelen delen
- Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
- Verwijdert lijmresten
- Verwijdert losse verf-film van reeds geverfd of beklede oppervlakken d.m.v. afsteken, decaperen, schuren, …
- Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
- Voegt eventueel de door de schilder decorateur bepaalde pigmenten, oliën, verharders of verdunners toe aan het afwerkingsproduct
- Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
- Werkt ergonomisch
- Zet het aangemaakte afwerkingsproduct klaar
Omgevingscontext
- De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
- De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, contact met gevaarlijke producten (verven, verdunners, ...) en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
- De werkopdracht en het eindresultaat worden strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
- Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, collega’s, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines belangrijk is.
- Dit beroep wordt uitgeoefend op locatie in open of gesloten bouwplaatsen (woning- en utiliteitsbouw).
- Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, voor elektrocutie, … .
Handelingscontext
- Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, waarschuwingstekens en veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg gebruiken, onderhouden en opbergen.
- Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
- Omzichtig omgaan met en opbergen van grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
- Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
- Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
- Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
Autonomie
Is zelfstandig in
- de uitvoering en rapportering van de toegewezen eigen werkzaamheden
- het gebruik van gereedschappen, materiaal en materieel
- het inrichten van de eigen werkplek
- het voorbereiden van de toegewezen eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
- afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant
- codes van goede praktijk
- een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
- klimatologische omstandigheden
- kwaliteits- en milieuvoorschriften
- veiligheids- en gezondheidsinstructies
- wettelijke en technische voorschriften
Doet beroep op
- een leidinggevende tijdens de uitvoering van de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, …)
Verantwoordelijkheid
- Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
- Helpt bij het aanbrengen van behang
- Helpt bij het afronden van de werkzaamheden en het reinigen van het materieel
- Helpt bij het gebruiksklaar maken van het afwerkingsproduct
- Helpt bij het manueel schilderen van oppervlakken zowel binnen als buiten
- Helpt bij het plaatsen van soepele vloerbekledingen
- Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. behangwerken
- Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. beschermen en verfraaien
- Helpt bij het voorbereiden van de oppervlakken i.f.v. de te plaatsen soepele vloerbekleding
- Organiseert zijn werkplek
- Werkt in teamverband
- Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.