Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Installateur nutsvoorzieningen

 

BK-0403-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Installateur nutsvoorzieningen

Definitie

De installateur nutsvoorzieningen plaatst, koppelt en sluit kabels, leidingen en buizen voor elektriciteit, gas en telecom aan in een distributienetwerk, vernieuwt en vervangt oude installaties teneinde het distributienetwerk te vernieuwen, uit te breiden en klanten daarop aan te sluiten.

Afbakening

Elektriciteitskabels: enkel laagspanning (<1000V)
Gas: Lagedrukgas (< 5 bar)
Telecom: Distributielijnen

Niveau (VKS en EQF)

4

Deelkwalificaties

De beroepskwalificatie 'Installateur nutsvoorzieningen' omvat de volgende deelkwalificatie(s)
  • 'Aansluiter aardgasdistributie ' (BK-0403-2-DBK-01) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 16, 17 en 18.
  • 'Aansluiter elektriciteitsdistributie' (BK-0403-2-DBK-02) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14.
  • 'Aansluiter telecomdistributie' (BK-0403-2-DBK-03) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 15.

Jaar van erkenning

versie 2, 2019

Competenties

Opsomming competenties

Algemeen en veiligheid
  • Competentie 1:
    Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
    • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden
    • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
    • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
    • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
    • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
    • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
    • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
    • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ATEX-regelgeving
    • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
    • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
    • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
    • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
    • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
    • Sorteert afval
    • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
    • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
    • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
    • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
    • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
    • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van ATEX-richtlijnen
    • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
    • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
    • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
    • Kennis van procedures van BA4/BA5
    • Kennis van technische dossiers en schema’s
    • Kennis van traceerbaarheid van producten
    • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
    • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
    • Kennis van voorraadbeheer
  • Competentie 3:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
    • Plaatst ladders
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
    • Kennis van grenzen van bevoegdheden
    • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Competentie 4:
    Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
    • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
    • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
    • Gebruikt beheerssoftware
    • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
    • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 5:
    Gebruikt meetinstrumenten
    • Ijkt regelmatig het meetinstrument
    • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
    • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
    • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
    • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
    • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
    • Kennis van controle- en meetmethoden
    • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 6:
    Communiceert helder met klanten
    • Gaat om met (moeilijke) klanten
    • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
Leidingen
  • Competentie 7:
    Plaatst boven- en ondergrondse leidingen
    • Bereidt aanleg- en montagewerkzaamheden voor en richt de werklocatie in op basis van het (nutsleidingen-)plan
    • Bevoorraadt de werkplek met het nodige materieel
    • Graaft sleuven of delft putten met behulp van de daartoe bestemde middelen
    • Verdicht de put en herstelt voorlopig de bestrating, voetpaden,…
    • Neemt actie bij onregelmatigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
    • Kennis van de specifieke plaatsingstechnieken en volgorde voor de nutsleidingen
    • Kennis van procedures en instructies (om putten en sleuven te graven en te verdichten, voor het plaatsen van omhulsels, kabels beschermbuizen en/of wachtbuizen en voor werkplekvrijgave, gebruiks- en onderhoudsinstructies voor de arbeidsmiddelen, …)
Elektriciteit
  • Competentie 8:
    Sluit de (tijdelijke) elektriciteitsmeterkast bij de gebruiker aan
    • Sluit de meetmodule aan op de netspanning
    • Sluit de centrale sturing aan
    • Voert de nodige metingen uit (inclusief indexopname,...)
    • Stelt de meterkast in dienst
    • Sluit een tijdelijke meterkast aan
    • Vervangt een tijdelijke meterkast en neemt een tijdelijke meterkast weg
    • Test de meter op klein verbruik
    • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van aansluiten van centrale sturing
    • Kennis van de opbouw en onderdelen van de meterkast (nulgeleider, scheider,…)
    • Kennis van de soorten netten (NT 3N400V, TUT + BC, TUT)
    • Kennis van de werking en installatie van de meetinstallatie (fasevolgorde, beveiliging,…)
  • Competentie 9:
    Vernieuwt een (oude) elektrische meetinstallatie
    • Voert metingen uit in verschillende types oude meetopstellingen
    • Realiseert netwerkverbindingen tussen de verschillende meetinstallaties
    • Verwijdert oude meetinstallatie
    • Werkt veilig in aansluitdozen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
    • Kennis van de (oude en nieuwe) metertypes, soorten bekabeling en beveiligingen
    • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
  • Competentie 10:
    Sluit de brandweerschakelaar aan en voert controles uit
    • Sluit de brandweerschakelaar aan
    • Voert de controle uit van de vermogensbedrading
    • Voert de controle uit van de stuurdraden
    • Meet het draaiveld op de brandweerschakelaar
    • Stelt de brandweerschakelaar in dienst
    • Voert aanpassingen uit op bestaande meervoudige meteropstellingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van opbouw en gebruik van meervoudige meteropstellingen
  • Competentie 11:
    Schorst en sluit een aansluiting opnieuw aan
    • Schorst een aansluiting
    • Sluit een aansluiting opnieuw aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de veiligheidsregels voor werkzaamheden onder spanning
  • Competentie 12:
    Voert de ondergrondse aftakkingen op kunststofkabels en papierloodkabels op het ondergrondse elektriciteitsnet uit
    • Maakt een (opgiet)mof (EAXeVB, papierlood,…)
    • Maakt een overgangsmof
    • Bereidt de netkabel voor
    • Bereidt de aftakkabel voor
    • Plaatst de klemring op de hoofdkabel
    • Verbindt de (papier)loodmantel door
    • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
    • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
    • Brengt de aftakkabel op de hoofdkabel onder spanning
    • Werkt de opgietmof af
    • Maakt een muurdoorvoer dicht
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van laagspanning
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van verschillende types kabel
    • Kennis van verschillende types moffen
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften
  • Competentie 13:
    Voert de bovengrondse aftakkingen op het bovengronds elektriciteits(bundel)net uit
    • Bereidt de aftakkabel voor
    • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
    • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
    • Maakt een kabelopvoer
    • Verbindt de aftakkabel met de bovengrondse leiding
    • Brengt de aftakkabel op het net onder spanning
    • Maakt een muurdoorvoer dicht
    • Sloopt een bovengrondse aftakking
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de nodige materialen om een verbinding te maken met het bovengronds net
    • Kennis van gereedschappen
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van verschillende types kabel
  • Competentie 14:
    Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen of verzwaren van de elektrische aansluiting
    • Neemt de aansluitkabel weg
    • Verplaatst de aansluitkabel
    • Vervangt de aansluitdozen
    • Vervangt de aansluitkabel
    • Verlengt de aansluitkabel
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van reglementering en normen
    • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
    • Kennis van verschillende types kabel
    • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
Telecom
  • Competentie 15:
    Plaatst, verplaatst of vernieuwt telecom-aansluitingen
    • Plaatst de aftakkast (bij gevelnet)of voetpadkast (bij ondergrondse verbinding)
    • Monteert de connectoren op de verschillende types van kabels
    • Maakt de geveldoorboring en werkt deze waterdicht af
    • Nummert de aansluitingen in de aftakkast of voetpadkast
    • Detecteert de lekstroom
    • Stelt de telecomaansluitingen in dienst
    • Plaatst een filter in de aftakkast of voetpadkast in functie van het abonnement van de klant
    • Monteert de kabel langs de gevel of op een paal naar boven (opstijgpunt)
    • Stelt de telecomaansluitingen uit dienst
    • Spant kabels
    • Vervangt of verlengt kabels
    • Legt stukken van het gevelnet aan vanaf het opstijgpunt
    • Herstelt stukken van het gevelnet
    • Vervangt de voetpadkast
    • Aardt de installatie
    • Verbindt elk type van kabel (lassen,...)
    • Koppelt de bovengrondse aansluiting over naar een ondergrondse
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis elektronica
    • Kennis van aansluittechnieken
    • Kennis van gereedschappen
    • Kennis van glasvezellastechniek
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van reglementering en normen
    • Kennis van verschillende types connectoren
    • Kennis van verschillende types kabel
    • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)
Gas
  • Competentie 16:
    Voert de lage- en middendruk gasaansluiting uit
    • Kiest de juiste materialen afhankelijk van de soort leiding
    • Schraapt en reinigt de leidingen
    • Monteert en last het aftakzadel op de distributieleiding
    • Neemt de gepaste veiligheidsmaatregelen bij doorboren
    • Maakt koppelingen op de dienstleiding
    • Plaatst de ronddrukklemmen en de positioneerklemmen
    • Brengt de correcte aanduidingen aan (markeringen, indicatie afkoeltijd, lasklevers, afsluiterplaatje)
    • Monteert de brandafsluiter, indien nodig
    • Plaatst de muurdoorvoer (overgang PE naar staal)
    • Plaatst leiding(en) en de monoblok binnenshuis voor de aansluiting van de teller
    • Voert de dichtheids- en weerstandsproef op de dienstleiding uit met lucht
    • Test de dichtheid van het monoblok en de monoblokkraan
    • Beschermt de stalen leidingen tegen corrosie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van wettelijke vereisten m.b.t. traceerbaarheid
    • Kennis van bewerkingstechnieken (schrapen, reinigen, ontbramen,…)
    • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
    • Kennis van gereedschappen
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van ontbramings- en reinigingstechnieken
    • Kennis van PE-lastechniek
    • Kennis van reglementering en normen
    • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)
  • Competentie 17:
    Sluit de lagedrukteller(s) aan voor één of meerdere gebruikers
    • Monteert de opstelling voor de gasmeter(s) volgens opgemaakt plan
    • Plaatst de teller en indien nodig de ontspanner
    • Brengt de aansluiting onder gasdruk
    • Ontlucht de dienstleiding
    • Meet de gasdruk
    • Test de volledige meetopstelling op dichtheid
    • Test de meter op klein verbruik
    • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van reglementering en normen
  • Competentie 18:
    Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen, vernieuwen of verzwaren van de lage- of middendruk gasaansluiting
    • Brengt de bestaande gasinstallatie buiten dienst
    • Controleert de gasdichtheid van de binneninstallatie
    • Beoordeelt de bestaande gasaansluiting i.k.v. conformiteit met huidige regels en normen
    • Koppelt verschillende soorten oude aftakkingen af op bestaande leidingen (PE, staal, gietijzer, VC, PVC)
    • Plaatst afdichtingsmiddelen op oude distributieleiding
    • Maakt de overgang van bestaande dienstleiding naar nieuwe dienstleiding en/of nieuwe distributieleiding
    • Vervangt de bestaande gasmeter
    • Wijzigt en vervangt niet conforme onderdelen op de gasaansluiting
    • Brengt de gasinstallatie opnieuw in dienst
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van reglementering en normen
    • Kennis van verschillende soorten distributie- en dienstleidingen
    • Kennis van verschillende soorten installaties
    • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis ATEX-regelgeving
  • Basiskennis elektronica
  • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
  • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
  • Basiskennis van wettelijke vereisten m.b.t. traceerbaarheid
  • Kennis van aansluiten van centrale sturing
  • Kennis van aansluittechnieken
  • Kennis van as-builtplan
  • Kennis van ATEX-richtlijnen
  • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
  • Kennis van bewerkingstechnieken (schrapen, reinigen, ontbramen,…)
  • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden
  • Kennis van de nodige materialen om een verbinding te maken met het bovengronds net
  • Kennis van de opbouw en onderdelen van de meterkast (nulgeleider, scheider,…)
  • Kennis van de (oude en nieuwe) metertypes, soorten bekabeling en beveiligingen
  • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Kennis van de soorten netten (NT 3N400V, TUT + BC, TUT)
  • Kennis van de specifieke plaatsingstechnieken en volgorde voor de nutsleidingen
  • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
  • Kennis van de veiligheidsregels voor werkzaamheden onder spanning
  • Kennis van de werking en installatie van de meetinstallatie (fasevolgorde, beveiliging,…)
  • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
  • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
  • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
  • Kennis van gereedschappen
  • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
  • Kennis van glasvezellastechniek
  • Kennis van grenzen van bevoegdheden
  • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
  • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
  • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
  • Kennis van laagspanning
  • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
  • Kennis van montagetechnieken
  • Kennis van ontbramings- en reinigingstechnieken
  • Kennis van opbouw en gebruik van meervoudige meteropstellingen
  • Kennis van PE-lastechniek
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van procedures en instructies (om putten en sleuven te graven en te verdichten, voor het plaatsen van omhulsels, kabels beschermbuizen en/of wachtbuizen en voor werkplekvrijgave, gebruiks- en onderhoudsinstructies voor de arbeidsmiddelen, …)
  • Kennis van procedures van BA4/BA5
  • Kennis van reglementering en normen
  • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
  • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
  • Kennis van technische dossiers en schema’s
  • Kennis van traceerbaarheid van producten
  • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
  • Kennis van veiligheidsvoorschriften
  • Kennis van verschillende soorten distributie- en dienstleidingen
  • Kennis van verschillende soorten installaties
  • Kennis van verschillende types connectoren
  • Kennis van verschillende types kabel
  • Kennis van verschillende types moffen
  • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)

Cognitieve vaardigheden

  • Aardt de installatie
  • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • Beoordeelt de bestaande gasaansluiting i.k.v. conformiteit met huidige regels en normen
  • Bereidt aanleg- en montagewerkzaamheden voor en richt de werklocatie in op basis van het (nutsleidingen-)plan
  • Beschermt de stalen leidingen tegen corrosie
  • Brengt de aansluiting onder gasdruk
  • Brengt de aftakkabel op de hoofdkabel onder spanning
  • Brengt de aftakkabel op het net onder spanning
  • Brengt de bestaande gasinstallatie buiten dienst
  • Brengt de correcte aanduidingen aan (markeringen, indicatie afkoeltijd, lasklevers, afsluiterplaatje)
  • Brengt de gasinstallatie opnieuw in dienst
  • Controleert de gasdichtheid van de binneninstallatie
  • Detecteert de lekstroom
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
  • Gebruikt beheerssoftware
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
  • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
  • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
  • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
  • Herstelt stukken van het gevelnet
  • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
  • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
  • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
  • Ijkt regelmatig het meetinstrument
  • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
  • Kiest de juiste materialen afhankelijk van de soort leiding
  • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • Meet de gasdruk
  • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
  • Meet het draaiveld op de brandweerschakelaar
  • Monteert de opstelling voor de gasmeter(s) volgens opgemaakt plan
  • Neemt de gepaste veiligheidsmaatregelen bij doorboren
  • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
  • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
  • Realiseert netwerkverbindingen tussen de verschillende meetinstallaties
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
  • Schorst een aansluiting
  • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
  • Stelt de telecomaansluitingen in dienst
  • Stelt de telecomaansluitingen uit dienst
  • Stelt de brandweerschakelaar in dienst
  • Stelt de meterkast in dienst
  • Test de dichtheid van het monoblok en de monoblokkraan
  • Test de meter op klein verbruik
  • Test de volledige meetopstelling op dichtheid
  • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
  • Voert aanpassingen uit op bestaande meervoudige meteropstellingen
  • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
  • Voert de controle uit van de stuurdraden
  • Voert de controle uit van de vermogensbedrading
  • Voert de dichtheids- en weerstandsproef op de dienstleiding uit met lucht
  • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
  • Voert de nodige metingen uit (inclusief indexopname,...)
  • Voert metingen uit in verschillende types oude meetopstellingen
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
  • Werkt veilig in aansluitdozen
  • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
  • Wijzigt en vervangt niet conforme onderdelen op de gasaansluiting

Probleemoplossende vaardigheden

  • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Gaat om met (moeilijke) klanten
  • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • Neemt actie bij onregelmatigheden

Motorische vaardigheden

  • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
  • Bereidt de aftakkabel voor
  • Bereidt de netkabel voor
  • Bevoorraadt de werkplek met het nodige materieel
  • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden
  • Graaft sleuven of delft putten met behulp van de daartoe bestemde middelen
  • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
  • Koppelt de bovengrondse aansluiting over naar een ondergrondse
  • Koppelt verschillende soorten oude aftakkingen af op bestaande leidingen (PE, staal, gietijzer, VC, PVC)
  • Legt stukken van het gevelnet aan vanaf het opstijgpunt
  • Maakt de geveldoorboring en werkt deze waterdicht af
  • Maakt de overgang van bestaande dienstleiding naar nieuwe dienstleiding en/of nieuwe distributieleiding
  • Maakt een kabelopvoer
  • Maakt een muurdoorvoer dicht
  • Maakt een (opgiet)mof (EAXeVB, papierlood,…)
  • Maakt een overgangsmof
  • Maakt koppelingen op de dienstleiding
  • Monteert de brandafsluiter, indien nodig
  • Monteert de connectoren op de verschillende types van kabels
  • Monteert de kabel langs de gevel of op een paal naar boven (opstijgpunt)
  • Monteert en last het aftakzadel op de distributieleiding
  • Neemt de aansluitkabel weg
  • Nummert de aansluitingen in de aftakkast of voetpadkast
  • Ontlucht de dienstleiding
  • Plaatst leiding(en) en de monoblok binnenshuis voor de aansluiting van de teller
  • Plaatst afdichtingsmiddelen op oude distributieleiding
  • Plaatst de aftakkast (bij gevelnet)of voetpadkast (bij ondergrondse verbinding)
  • Plaatst de klemring op de hoofdkabel
  • Plaatst de muurdoorvoer (overgang PE naar staal)
  • Plaatst de ronddrukklemmen en de positioneerklemmen
  • Plaatst de teller en indien nodig de ontspanner
  • Plaatst een filter in de aftakkast of voetpadkast in functie van het abonnement van de klant
  • Plaatst ladders
  • Schraapt en reinigt de leidingen
  • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
  • Sloopt een bovengrondse aftakking
  • Sluit de brandweerschakelaar aan
  • Sluit de centrale sturing aan
  • Sluit de meetmodule aan op de netspanning
  • Sluit een aansluiting opnieuw aan
  • Sluit een tijdelijke meterkast aan
  • Sorteert afval
  • Spant kabels
  • Verbindt de aftakkabel met de bovengrondse leiding
  • Verbindt de (papier)loodmantel door
  • Verbindt elk type van kabel (lassen,...)
  • Verdicht de put en herstelt voorlopig de bestrating, voetpaden,…
  • Verlengt de aansluitkabel
  • Verplaatst de aansluitkabel
  • Vervangt de aansluitdozen
  • Vervangt de aansluitkabel
  • Vervangt de bestaande gasmeter
  • Vervangt de voetpadkast
  • Vervangt een tijdelijke meterkast en neemt een tijdelijke meterkast weg
  • Vervangt of verlengt kabels
  • Verwijdert oude meetinstallatie
  • Verzegelt de meteropstelling
  • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
  • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
  • Werkt de opgietmof af

Omgevingscontext

  • Bij de installatie kan men op hoogte werken, in contact komen met stof, geur, geluidshinder en in aanraking komen met gevaarlijke stoffen (vb. asbest).
  • De (basis)technieken an sich veranderen niet, maar er gebeuren innovaties binnen de installaties en systemen (vb. digitale meter, ombouw telecomnet,…). Continue bijscholing is noodzakelijk.
  • De beroepsbeoefenaar kan zich in de praktijk focussen op een of meer van de volgende technieken: installatie van gas-, elektriciteits- of telecominstallatie van de hoofdleiding tot aan de klant.
  • De installateur installeert diverse installaties, waarbij steeds de regelgeving en technische voorschriften in acht genomen moeten worden. De installatie of herstelling verloopt via procedures en methodes, maar zal steeds (licht) aan de wensen van de klant of de beperkingen van het gebouw moeten aangepast worden.
  • De installateur werkt zowel in teamverband als individueel.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines.
  • Dit beroep wordt vaak uitgeoefend bij netbeheerders en installatiebedrijven, zowel bij nieuwbouw als renovatie. De focus ligt op residentiële toepassingen. De beroepsbeoefenaar kan ook in een niet-residentiële context terecht komen voor de uitvoering van de installatie.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar komt vaak in contact met verschillende types van klanten en moet er professioneel mee kunnen communiceren.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met zorg, toewijding en zin voor precisie. Hij behandelt materiaal en onderdelen met de nodige voorzichtigheid om schade te voorkomen.
  • De installateur moet er zich van bewust zijn dat elke handeling van belang is voor de veilige aansluiting van een klant op het distributienet. Hij/zij heeft oog voor gevaarlijke situaties, gebruikt PBM’s en CBM’s op een correcte manier, aangezien ze ook onder spanning werken.
  • De installateur wordt verondersteld leergierig te zijn want bijblijven met de technologische ontwikkelingen in het vakgebied is een must.
  • Hij heeft aandacht voor ergonomie omdat hij regelmatig lasten moet dragen en in moeilijke posities en op moeilijk bereikbare plaatsen moet werken.
  • Hij/zij moet flexibel kunnen omspringen met wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • Installaties worden volgens opgelegde voorschriften opgebouwd. De toepassing, omvang en uitvoering van het systeem kan echter erg verschillen en heel specifiek zijn. Tijdens het werkproces moet de beroepsbeoefenaar geschikte oplossingen kunnen bedenken op basis van aanwijzingen, metingen en waarnemingen. Hij moet daarbij redeneren en combineren om zelfstandig tot oplossingen te komen. De installateur kan steeds een beroep doen op collega’s of leidinggevenden bij moeilijke problemen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het rapporteren van de uitgevoerde werken (as built)
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van het eigen werk
Is gebonden aan
  • De toegewezen opdracht
  • Regelgeving en normeringen
  • Technische dossiers en plannen
  • Veiligheidsregels
Doet beroep op
  • Collega’s en leidinggevende voor niet-standaardsituaties
  • De lokale planningscel

Verantwoordelijkheid

  • Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
  • Communiceert helder met klanten
  • Gebruikt meetinstrumenten
  • Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
  • Plaatst boven- en ondergrondse leidingen
  • Plaatst, verplaatst of vernieuwt telecom-aansluitingen
  • Schorst en sluit een aansluiting opnieuw aan
  • Sluit de brandweerschakelaar aan en voert controles uit
  • Sluit de lagedrukteller(s) aan voor één of meerdere gebruikers
  • Sluit de (tijdelijke) elektriciteitsmeterkast bij de gebruiker aan
  • Vernieuwt een (oude) elektrische meetinstallatie
  • Voert de bovengrondse aftakkingen op het bovengronds elektriciteits(bundel)net uit
  • Voert de lage- en middendruk gasaansluiting uit
  • Voert de ondergrondse aftakkingen op kunststofkabels en papierloodkabels op het ondergrondse elektriciteitsnet uit
  • Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen of verzwaren van de elektrische aansluiting
  • Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen, vernieuwen of verzwaren van de lage- of middendruk gasaansluiting
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
  • Werkt op hoogte

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.

Bijkomende attesten

  • EDAS-pasje (Elektriciteit distributie aansluitingswerken)
  • GDAS-pasje (Gas distributie aansluitingswerken)