Dispatcher luchtvracht (loadcontroller)
BK-0093-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Dispatcher luchtvracht (loadcontroller)
In de competent-fiche N220401 Vluchtvoorbereider wordt de titel ‘loadcontroller’ bij de andere benamingen vermeld.
Voor dit dossier werd de titel ‘Dispatcher Luchtvracht (loadcontroller)’ gekozen omwille van de parallellie met de andere dispatcher dossiers. Loadcontroller, de gangbare term binnen de sector, werd voor de herkenbaarheid opgenomen tussen haakjes.
Definitie
Het organiseren, coördineren en controleren van het geheel of een deel van de grondactiviteiten voor een luchtvaartuig op technisch (raming van gewicht en balans,…), operationeel (laden/lossen van vracht,…) en organisatorisch vlak (communicatie met betrokkenen…) rekening houdend met (kwaliteits-)normen, voorschriften en reglementering teneinde een efficiënte voorbereiding te treffen van alle elementen met betrekking tot een vlucht en het laden ervan (weerbericht, vluchtplan, beladingsplan,…).
Niveau (VKS en EQF)
5
Jaar van erkenning
versie 1, 2014
Competenties
Opsomming competenties
Plannen en organiseren van het transport
- Competentie 1:
De behandeling van de goederen/personeelsinzet/routes organiseren/plannen/programmeren volgens de daartoe geëigende methoden (bv. lastenboeken, opdrachten,…)
- Volgt procedures en werkmethodes
- Leest en begrijpt orders/opdrachten
- Sorteert en groepeert orders/opdrachten
- Bepaalt, bij drukte, prioriteiten
- Past, indien nodig, de planning aan
- Wisselt informatie uit met collega’s, verantwoordelijken en/of klant
- Gebruikt software voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Elektronic Data Interchange)
- Gebruikt planningsinstrumenten
- Zorgt continu voor een afstemming tussen de te vervoeren goederen/gevraagde diensten en het beschikbare materieel
- Competentie 2:
De toewijzing van (rollend) materieel plannen en organiseren
- Gebruikt bedrijfseigen software (vb. Terminal Operating Systems - TOS)
- Gebruikt planningsinstrumenten
Opvolgen van het transport
- Competentie 3:
De uitvoering van het transport opvolgen, controleren, gebreken identificeren en bijsturen
- Gebruikt elektronische applicaties om de goederen/voertuigen te allen tijde te lokaliseren en op te volgen
- Verschaft de klant/de chauffeur indien gewenst informatie over de stand van zaken
- Wisselt informatie uit met interne en externe diensten
- Schat de aard en de omvang van problemen in
- Doet de klant/de chauffeur een voorstel voor oplossing volgens de gangbare procedures
- Competentie 4:
De opvolgdocumenten (operationele en administratieve documenten) van de activiteiten invullen, afwijkingen vaststellen en verbeteringen voorstellen
- Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
- Gebruikt domeinspecifieke software
- Rapporteert intern en extern
- Geeft de documenten door aan de administratie
- Competentie 5:
Toezien op de toepassing van procedures en regels op vlak van veiligheid, kwaliteit, milieu, en hygiëne
- Ziet (proactief) toe op de correcte uitvoering van de opdrachten
- Zet, indien nodig, noodprocedures in werking
- Contacteert, indien nodig, de technische dienst
- Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
- Volgt, coördineert en registreert bijkomende dienstverlening
- Competentie 6:
Technische informatie over het verloop van de werkzaamheden bijhouden en aan internen en externen bezorgen
- Gebruikt domeinspecifieke software
- Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
- Gebruikt instrumenten voor radioverkeer
- Gebruikt vakterminologie
- Wisselt informatie uit met interne en externe diensten (doorsturen gegevens om bij te sturen, systematisch informeren en rapporteren)
- Competentie 7:
De evoluties en de uitbating van het eigen werkterrein bepalen en de toepassing opvolgen
- Ziet toe op de productiviteit, rendabiliteit
- Zorgt voor een goede voortgang van de werkzaamheden
- Competentie 8:
De activiteiten van medewerkers operationeel opvolgen binnen de geldende wetgeving/regelgeving/procedures
- Gebruikt domeinspecifieke software
- Gebruikt planningsinstrumenten
- Gebruikt kantoorsoftware
- Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
- Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers
- Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
- Competentie 9:
Technische gegevens verzamelen en de verdeling van de lading berekenen en organiseren
- Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
- Gebruikt domeinspecifieke software
- Heeft inzicht in het laadvermogen van het vliegtuig en kan het laadvermogen optimaal benutten
- Berekent de lading en controleert de berekeningen over de lading, rekening houdend met de eigenschappen van de goederen, de kenmerken van het vliegtuig, de afmetingen van goederen, wijze van stapelen, stabiliteit, …
- Ziet er op toe dat de lading de stabiliteit tijdens de reis niet in gevaar kan brengen
- Competentie 10:
Grondoperaties tijdens de rotatie (of werkzaamheden aan en rond het vliegtuig bij aankomst, stilstand en vertrek) coördineren, controleren en bijsturen in geval van vertragingen, technische averij (aan vliegtuig, goederen of verpakking van de goederen ), incidenten, ...
- Gebruikt geïntegreerde beheersprogramma’s
- Gebruikt planningsinstrumenten
- Volgt de voortgang van de planning op
- Past de planning aan bij veranderingen
- Bedient materieel (schaarlift,…)
- Verleent assistentie aan het team bij incidenten (bijv. het doorduwen van paletten die vastzitten)
- Competentie 11:
De activiteiten bij het vertrekken van het vliegtuig organiseren, coördineren, opvolgen en bijsturen (pushback, headset communicatie, ontvriezen (de-icing), (speciale) vracht (bederfbare goederen, dieren, gevaarlijke stoffen, , ...), catering, onderhoud cabine-cockpit (cabin-cockpit-cleaning), (overbelasting) overweight cargo,…)
- Gebruikt geïntegreerde beheersprogramma’s
- Gebruikt planningsinstrumenten
- Volgt de voortgang van de planning op
- Past de planning aan bij veranderingen
- Controleert de brandstofbevoorrading
- Competentie 12:
Het vluchtdossier samenstellen (vluchtplan, ladingsplan, raming van het gewicht, ...) en voorstellen aan de luchtvaartmaatschappij, de boordcommandant ...
- Beslist, rekening houdend met alle elementen (weersomstandigheden, bevrachting,…) en in overleg (bv. piloot), of de goederen aan boord mogen
- Communiceert met het team over de wijze waarop de taken moeten uitgevoerd worden
- Pleegt overleg met de boordcommandant
- Gebruikt luchtvaartsoftware
- Gebruikt instrumenten voor radioverkeer
- Gebruikt technisch Engels
- Gebruikt planningsinstrumenten
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van (burger)luchtvaartwetgeving
- Basiskennis van de beveiligingsvoorschriften (=security)
- Basiskennis van de organisatie van de nationale en internationale transportketen en de tussenpersonen
- Basiskennis van de reglementering voor het goederentransport
- Basiskennis van de werking en eigenschappen van (nationale en internationale) luchthavens
- Basiskennis van drie vreemde talen (Engels, Frans, Duits). De beroepsbeoefenaar beheerst de vaktechnische terminologie. Daarnaast kan de beroepsbeoefenaar zich verstaanbaar maken ten aanzien van een native speaker.
- Basiskennis van een optimaal gebruik van ruimte
- Basiskennis van ladingszekering en -beveiliging
- Basiskennis van meetkundige principes (gewicht, oppervlakte, volume)
- Basiskennis van sociale wetgeving (basiskennis regelgeving en cao’s m.b.t. planning, uurroosters,…)
- Basiskennis van tankprocedures
- Kennis van buitengewone vervoeren
- Kennis van courante software (tekstverwerking, rekenblad, ...)
- Kennis van de verschillende vliegtuigtypes en hun technische eigenschappen (in het kader van de laadnormen)
- Kennis van doelgerichte (digitale en analoge) communicatie
- Kennis van het gebruik van de informatie- en communicatietechnologieën (internet, e-mail, ...)
- Kennis van internationale documenten (transport- en douanedocumenten, vergunningen,…)
- Kennis van (nationale en internationale) normen met betrekking tot veiligheid, kwaliteit en milieu
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
- Kennis van principes voor crisisinterventie
- Kennis van rapporteringstechnieken en -procedures
- Kennis van specifieke eigenschappen van luchthavenmaterieel en -uitrusting
- Kennis van technieken voor de uitwerking van de belading van toestellen (gewicht, balans, ...)
- Kennis van technieken voor het leiden van een team (functioneel aansturen)
- Kennis van veiligheidsregels voor samenladingsvoorschriften voor (gevaarlijke) goederen/producten
- Kennis van verschillende types van lading en vervoerseenheden
- Grondige kennis en toepassing van navigatiemateriaal (routeplanner, GPS, VHF, radar, wegenkaarten, internet, ...)
- Grondige kennis en toepassing van professionele software voor transport (Transport Management Systeem) voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Electronic Data Interchange)
- Grondige kennis van de procedures m.b.t. het laden van vliegtuigen, tankprocedures vanuit de verschillende luchtvaartmaatschappijen
- Grondige kennis van luchtvaartterminologie (IATA – International Air Transport Association, luchtvaartalfabet ...)
- Grondige kennis van planningsmethodieken
- Grondige kennis van veiligheids- en kwaliteitsnormen (gevaarlijke stoffen, vertrek vliegtuig)
Cognitieve vaardigheden
- Berekent de lading en controleert de berekeningen over de lading, rekening houdend met de eigenschappen van de goederen, de kenmerken van het vliegtuig, de afmetingen van goederen, wijze van stapelen, stabiliteit, …
- Communiceert met het team over de wijze waarop de taken moeten uitgevoerd worden
- Contacteert, indien nodig, de technische dienst
- Controleert de brandstofbevoorrading
- Gebruikt bedrijfseigen software (vb. Terminal Operating Systems - TOS)
- Gebruikt domeinspecifieke software
- Gebruikt elektronische applicaties om de goederen/voertuigen te allen tijde te lokaliseren en op te volgen
- Gebruikt geïntegreerde beheersprogramma’s
- Gebruikt instrumenten voor radioverkeer
- Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
- Gebruikt luchtvaartsoftware
- Gebruikt planningsinstrumenten
- Gebruikt software voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Elektronic Data Interchange)
- Gebruikt technisch Engels
- Gebruikt vakterminologie
- Geeft de documenten door aan de administratie
- Leest en begrijpt orders/opdrachten
- Past de planning aan bij veranderingen
- Pleegt overleg met de boordcommandant
- Sorteert en groepeert orders/opdrachten
- Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
- Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers
- Verleent assistentie aan het team bij incidenten (bijv. het doorduwen van paletten die vastzitten)
- Verschaft de klant/de chauffeur indien gewenst informatie over de stand van zaken
- Volgt, coördineert en registreert bijkomende dienstverlening
- Volgt de voortgang van de planning op
- Volgt procedures en werkmethodes
- Wisselt informatie uit met interne en externe diensten (doorsturen gegevens om bij te sturen, systematisch informeren en rapporteren)
- Ziet (proactief) toe op de correcte uitvoering van de opdrachten
- Ziet toe op de productiviteit, rendabiliteit
- Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
- Zorgt voor een goede voortgang van de werkzaamheden
Probleemoplossende vaardigheden
- Bepaalt, bij drukte, prioriteiten
- Beslist, rekening houdend met alle elementen (weersomstandigheden, bevrachting,…) en in overleg (bv. piloot), of de goederen aan boord mogen
- Doet de klant/de chauffeur een voorstel voor oplossing volgens de gangbare procedures
- Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
- Heeft inzicht in het laadvermogen van het vliegtuig en kan het laadvermogen optimaal benutten
- Past, indien nodig, de planning aan
- Schat de aard en de omvang van problemen in
- Zet, indien nodig, noodprocedures in werking
- Ziet er op toe dat de lading de stabiliteit tijdens de reis niet in gevaar kan brengen
- Zorgt continu voor een afstemming tussen de te vervoeren goederen/gevraagde diensten en het beschikbare materieel
Motorische vaardigheden
- Bedient materieel (schaarlift,…)
Omgevingscontext
- De dispatcher combineert bureauwerk met buitenwerk (administratief en fysiek).
- De dispatcher komt in contact met interne partners (goederencontroleurs, planning manager, lijnbedienden, technische dienst, operationele medewerkers). Daarnaast komt de dispatcher ook in contact met externe partners (rederijen-scheepsagenten, herstellers van containers, spoorwegoperatoren, havenautoriteiten, transporteurs, truckers, schippers, shuntfirma’s).
- De dispatcher werkt vaak een computer, wat belastend kan zijn voor de ogen.
- De dispatcher zal geconfronteerd worden met een variërend werkritme. Piekmomenten geven aanleiding tot een grote werk- en tijdsdruk die stressbestendigheid vraagt.
- Er wordt in een wisselend ploegenstelsel (shiften) gewerkt. Het is mogelijk dat de dispatcher tijdens het weekend, op feestdagen of ‘s nachts moet werken.
- Het werk van de dispatcher (de volgorde van de activiteiten) wordt bepaald door een logische werkvolgorde. Gekende werkwijzen en procedures dienen echter flexibel aangewend te worden (prioriteiten stellen,…). Daarnaast moet de dispatcher ook frequent inspelen op wisselende elementen/onverwachte situaties/onvoorziene omstandigheden die een real-time bijsturing van de planning kunnen vragen.
Handelingscontext
- De dispatcher is flexibel en stressbestendig omdat in de planning vaak met deadlines rekening gehouden moet worden.
- De dispatcher moet constant de nodige aandacht, nauwkeurigheid en precisie aan de dag. leggen bij de opmaak en opvolging van de opdrachten die van vele elementen afhankelijk zijn.
- De dispatcher moet de dienstverlening optimaliseren en de kost minimaliseren door het gelijktijdig in het oog houden van/rekening te houden met verschillende elementen: tijdsdruk, gemaakte (dag)afspraken, beschikbaarheid van middelen en personeel, deadlines, voorschriften, tijdsinschatting van opeenvolgende taken,… De dispatcher kan daarbij vlot en foutloos schakelen tussen verschillende opdrachten.
- Het ingeven van gegevens/posities in het systeem en het opmaken van documenten (bv. vrachtbrief,…) vraagt een grote zorgvuldigheid.
Autonomie
Is zelfstandig in
- de voor hem toegekende vluchten en middelen. De dispatcher luchtvracht coördineert de grondoperaties.
Is gebonden aan
- procedures m.b.t. het laden van een vliegtuig. Hij/zij moet ook rekening houden met de veiligheidsnormen.
Doet beroep op
- de vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappij en/of gezagvoerder om de uit te voeren werkzaamheden onmiddellijk bij te sturen in geval van afwijking. Hij/zij overlegt ook met de vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappij of boordcommandant indien hij/zij te maken krijgt met problemen waarmee hij/zij niet eerder geconfronteerd werd.
Verantwoordelijkheid
- Bijgehouden technische informatie die bezorgd werd aan internen en externen
- Gecoördineerde, gecontroleerde en bijgestuurde grondoperaties tijdens de rotatie (of werkzaamheden aan en rond het vliegtuig bij aankomst, stilstand en vertrek) in geval van vertragingen, technische averij (aan vliegtuig, goederen of verpakking van de goederen ), incidenten, ...
- Georganiseerde, gecoördineerde, opgevolgde en bijgestuurde activiteiten bij het vertrekken van het vliegtuig
- Georganiseerde/geplande toewijzing van (rollend) materieel
- Georganiseerde/geplande/geprogrammeerde behandeling van de goederen/personeelsinzet/routes volgens de daartoe geëigende methoden
- Ingevulde opvolgdocumenten waarbij afwijkingen werden vastgesteld en verbeteringen werden voorgesteld
- Opgevolgd en gecontroleerde uitvoering van het transport waarbij, indien nodig, gebreken werden geïdentificeerd en bijgestuurd
- Opgevolgde activiteiten van medewerkers binnen de geldende wetgeving/regelgeving/procedures
- Opgevolgde werking van het eigen werkterrein op vlak van productiviteit, rendabiliteit en efficiëntie
- Samengesteld vluchtdossier en voorgesteld aan de luchtvaartmaatschappij, de boordcommandant ...
- Toegepaste procedures en regels op vlak van veiligheid, kwaliteit, milieu, en hygiëne
- Verzamelde technische gegevens en een berekende en georganiseerde verdeling van de lading
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.