Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Bestuurder van bosexploitatiemachines

 

BK-0560-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Bestuurder van bosexploitatiemachines

Definitie

De bestuurder van bosexploitatiemachines voert gemechaniseerd werk uit met bosexploitatiemachines, rekening houdend met de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en de milieunormen teneinde de bosexploitatiedoelstellingen (kwaliteit, kwantiteit …) van de opdrachtgever te realiseren.

Afbakening

Enkel bewegingen op het terrein, niet op de openbare weg.

Niveau (VKS en EQF)

3

Deelkwalificaties

De beroepskwalificatie 'Bestuurder van bosexploitatiemachines' omvat de volgende deelkwalificatie(s)
  • 'Bestuurder van een harvester' (BK-0560-1-DBK-01) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14.
  • 'Bestuurder van een skidder' (BK-0560-1-DBK-02) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 15.
  • 'Bestuurder van een forwarder' (BK-0560-1-DBK-03) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 16.

Jaar van erkenning

versie 1, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
    • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Communiceert gepast intern en extern (collega, opdrachtgever/verantwoordelijke …)
    • Rapporteert over de opdracht aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
    • Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
    • Past zich flexibel aan veranderende werkomstandigheden aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
  • Competentie 2:
    Bouwt eigen deskundigheid op
    • Meldt de nood aan opleiding aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
    • Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
    • Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
    • Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het opleidingsaanbod
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt kostenbewust
    • Werkt ecologisch
    • Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
    • Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
    • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
    • Houdt rekening met voertuigbewegingen op het terrein
    • Meldt ongevallen onmiddellijk
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van EHBO in afgelegen werkomstandigheden
    • Basiskennis van ergonomische technieken
    • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Basiskennis van wet- en regelgeving i.f.v. uit te voeren taken
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van veiligheidspictogrammen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
    • Kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van signalisatie en markering van bosexploitatiewerkzaamheden
    • Kennis van risico’s met betrekking tot de werkzaamheden
  • Competentie 4:
    Communiceert intern en extern
    • Gebruikt communicatiemiddelen (CB*, GSM, …) op correcte manier
    • Gebruikt de boordcomputer op correcte manier
    • Registreert en/of rapporteert over de eigen werkzaamheden
    • Communiceert met het bedrijf/collega’s
    • Communiceert op een (klant)vriendelijke manier met derden
    • Past zijn communicatie aan de situatie aan
    • Communiceert effectief en efficiënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van het gebruik van communicatiemiddelen
    • Basiskennis van het gebruik van een boordcomputer
    • Basiskennis van (werk)documenten i.f.v. uit te voeren taken
* CB: Citizens' Band: een radio waarmee ontvangen en uitgezonden kan worden op een wettelijk bepaalde radiofrequentie
  • Competentie 5:
    Treedt op bij ongevallen
    • Schat de situatie in
    • Voorkomt erger
    • Roept de hulpdiensten correct op en informeert ze (plaats, toestand, ….)
    • Biedt eerste hulp
    • Gebruikt brandbestrijdingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van EHBO in afgelegen werkomstandigheden
    • Basiskennis van het gebruik van brandbestrijdingsmiddelen
  • Competentie 6:
    Voert periodieke controles en basisonderhoud uit
    • Controleert de machine voor ingebruikname
    • Controleert de veiligheidsvoorzieningen
    • Controleert de elektrische uitrusting
    • Controleert de wielen/banden/rupsen en vering
    • Controleert luchtdruk en vloeistofpeilen
    • Controleert op algemene slijtage
    • Signaleert defecten
    • Voert basisonderhoud uit
    • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
    • Houdt de werkplaats ordelijk
    • Reinigt de machine
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van toegepaste mechanica
    • Basiskennis van hydraulica voor voertuigen
    • Basiskennis van pneumatica voor voertuigen
    • Basiskennis van elektriciteit voor voertuigen
    • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
    • Basiskennis van informatiebronnen (handleidingen, technische fiches …)
  • Competentie 7:
    Stelt de opdracht en de plaats van de opdracht vast op basis van de planning
    • Controleert de planning
    • Leest kaarten
    • Situeert een perceel in een gebied
    • Leest de opgelegde exploitatievoorwaarden
    • Handelt in functie van de opdracht, rekening houdend met de exploitatievoorwaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kaartlezen
    • Basiskennis van (werk)documenten i.f.v. uit te voeren taken
    • Kennis van exploitatievoorwaarden i.f.v. de eigen werkzaamheden
  • Competentie 8:
    Bereidt de locatie en het traject voor de werkzaamheden voor
    • Stelt de toestand van de bodem, de beperkingen en obstakels van het terrein vast
    • Bepaalt de plaats waar de machine moet komen om het werk aan te vangen
    • Stippelt een haalbare en efficiënte route uit naargelang de machine, de eventuele lading, de planning en de opgelegde exploitatievoorwaarden
    • Voert preventieve maatregelen ter bescherming van derden uit, zoals het plaatsen van signalisatie
    • Voert een last-minute risico-analyse uit voor aanvang van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
    • Basiskennis van kenmerken van het terrein, de bodem en de grondsoorten
    • Basiskennis van exploitatiemethodes
    • Kennis van veiligheidspictogrammen
    • Kennis van signalisatie en markering van bosexploitatiewerkzaamheden
    • Kennis van risico’s met betrekking tot de werkzaamheden
  • Competentie 9:
    Maakt de bosexploitatiemachine werkklaar
    • Kiest een bosexploitatiemachine uit in functie van de opdracht
    • Hangt indien nodig machines aan
    • Controleert de aanhechting en de beveiliging van de machines
    • Past de machine aan naargelang de toestand van de bodem, het terrein en de weersomstandigheden
    • Stelt de machine in op basis van de werkvoorschriften en de technische bepalingen van de opdracht
    • Controleert alle noodzakelijke onderdelen van de machine
    • Controleert of het voertuig startklaar is
    • Neemt corrigerende maatregelen indien nodig
    • Start de bosexploitatiemachine
    • Rijdt de bosexploitatiemachine naar het startpunt van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
    • Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
    • Basiskennis van kenmerken van het terrein, de bodem en de grondsoorten
    • Basiskennis van exploitatiemethodes
    • Basiskennis van wielen/banden/rupsen in relatie tot terrein, bodem, gewicht en rijsnelheden
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine
  • Competentie 10:
    Ziet toe op veiligheid, gezondheid en milieu bij het besturen van bosexploitatiemachines
    • Vermijdt fysieke risico’s (checken of de afscherming van de draaiende onderdelen aan de machine intact is, sluiten van de cabine tegen o.a. geluidshinder,…)
    • Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
    • Zorgt bij gebruik van last- en laadarmen voor een stabiele stand van het voertuig
    • Houdt rekening met de mogelijke impact van de werkzaamheden op het milieu
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ergonomische technieken
    • Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
    • Basiskennis van de effecten van vermoeidheid en stress, alcohol, medicijnen of andere stoffen die het gedrag kunnen beïnvloeden
    • Basiskennis van wielen/banden/rupsen in relatie tot terrein, bodem, gewicht en rijsnelheden
    • Kennis van de kenmerken van de krachtoverbrenging met het oog op een optimaal gebruik
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Kennis van risico’s met betrekking tot de werkzaamheden
  • Competentie 11:
    Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, bodem- en terreinomstandigheden
    • Schat in of de activiteiten uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, bodem- en terreinomstandigheden
    • Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, bodem- en terreinomstandigheden aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
    • Houdt rekening met wettelijke voorschriften en/of exploitatievoorwaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van weersinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van kenmerken van het terrein, de bodem en de grondsoorten
    • Basiskennis van wet- en regelgeving i.f.v. uit te voeren taken
    • Basiskennis van wielen/banden/rupsen in relatie tot terrein, bodem, gewicht en rijsnelheden
    • Kennis van de kenmerken van de krachtoverbrenging met het oog op een optimaal gebruik
    • Kennis van exploitatievoorwaarden i.f.v. de eigen werkzaamheden
  • Competentie 12:
    Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bosexploitatiemachine af
    • Parkeert de bosexploitatiemachine
    • Zet de bosexploitatiemachine stop en schakelt de besturing uit
    • Laat de bosexploitatiemachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
    • Laat de werkplek achter zoals opgelegd in de exploitatievoorwaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van exploitatievoorwaarden i.f.v. de eigen werkzaamheden
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine
  • Competentie 13:
    Brengt verslag uit over eigen werkzaamheden
    • Vult opvolgdocumenten in
    • Rapporteert mondeling over de voortgang van de uitgevoerde opdrachten
    • Brengt de verantwoordelijke op de hoogte bij iedere werksituatie die een gevaar kan vormen voor de veiligheid
    • Meldt defecten die zelf niet kunnen opgelost worden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van functionele rekenvaardigheden
    • Basiskennis van (werk)documenten i.f.v. uit te voeren taken
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
    • Kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
    • Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
  • Competentie 14:
    Oogst hout met een harvester
    • Stelt de boordcomputer in (kalibratie, sortimentering …)
    • Verifieert de merktekens op de te vellen bomen
    • Bestuurt en bedient de harvester
    • Bepaalt de velrichting van de bomen rekening houdend met veiligheidsaspecten, terreinomstandigheden en de ruimingswerken die volgen
    • Velt gemarkeerde bomen volgens de velrichting en werkt ze op
    • Sorteert de houtsortimenten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
    • Basiskennis van functionele rekenvaardigheden
    • Basiskennis van het gebruik van een boordcomputer
    • Basiskennis van meetmethoden en -middelen
    • Basiskennis van courante boomsoorten
    • Kennis van signalisatie en markering van bosexploitatiewerkzaamheden
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Kennis van veltechnieken
    • Kennis van onttak- en doorkorttechnieken
    • Kennis van houtsortimentering
    • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine
  • Competentie 15:
    Sleept gevelde bomen uit met een skidder
    • Bestuurt en bedient de skidder
    • Liert indien nodig het te ruimen hout bij tot de exploitatiepiste
    • Plaatst verankeringssystemen aan de boomstammen of takken (kabel, riemen, takel …)
    • Grijpt boomstammen
    • Sleept boomstammen naar de stapelplaats
    • Stapelt boomstammen, rekening houdend met de laad- en transportwerkzaamheden die volgen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
    • Basiskennis van courante boomsoorten
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Kennis van het gebruik van gereedschappen en hulpmiddelen bij het uitslepen (lier, katrol, riemen, kabels …)
    • Kennis van sleeptechnieken
    • Kennis van verankeringstechnieken
    • Kennis van stapeltechnieken
    • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine
  • Competentie 16:
    Rijdt hout uit met een forwarder
    • Bestuurt en bedient de forwarder
    • Laadt het hout op m.b.v. de grijper, rekening houdend met de houtsortimentering
    • Rijdt het hout naar de stapelplaats
    • Lost het hout op de stapelplaats
    • Stapelt het hout, rekening houdend met de laad- en transportwerkzaamheden die volgen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
    • Basiskennis van courante boomsoorten
    • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
    • Kennis van houtsortimentering
    • Kennis van stapeltechnieken
    • Kennis van laadtechnieken
    • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van courante boomsoorten
  • Basiskennis van de effecten van vermoeidheid en stress, alcohol, medicijnen of andere stoffen die het gedrag kunnen beïnvloeden
  • Basiskennis van de technische onderdelen van de bosexploitatiemachine
  • Basiskennis van EHBO in afgelegen werkomstandigheden
  • Basiskennis van elektriciteit voor voertuigen
  • Basiskennis van ergonomische technieken
  • Basiskennis van exploitatiemethodes
  • Basiskennis van functionele rekenvaardigheden
  • Basiskennis van het gebruik van brandbestrijdingsmiddelen
  • Basiskennis van het gebruik van communicatiemiddelen
  • Basiskennis van het gebruik van een boordcomputer
  • Basiskennis van het opleidingsaanbod
  • Basiskennis van hydraulica voor voertuigen
  • Basiskennis van informatiebronnen (handleidingen, technische fiches …)
  • Basiskennis van kaartlezen
  • Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
  • Basiskennis van kenmerken van het terrein, de bodem en de grondsoorten
  • Basiskennis van meetmethoden en -middelen
  • Basiskennis van pneumatica voor voertuigen
  • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
  • Basiskennis van toegepaste mechanica
  • Basiskennis van weersinvloeden op de activiteiten
  • Basiskennis van (werk)documenten i.f.v. uit te voeren taken
  • Basiskennis van wet- en regelgeving i.f.v. uit te voeren taken
  • Basiskennis van wielen/banden/rupsen in relatie tot terrein, bodem, gewicht en rijsnelheden
  • Kennis van de eigenschappen van de bosexploitatiemachine
  • Kennis van de kenmerken van de krachtoverbrenging met het oog op een optimaal gebruik
  • Kennis van exploitatievoorwaarden i.f.v. de eigen werkzaamheden
  • Kennis van het gebruik van gereedschappen en hulpmiddelen bij het uitslepen (lier, katrol, riemen, kabels …)
  • Kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Kennis van houtsortimentering
  • Kennis van laadtechnieken
  • Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
  • Kennis van onttak- en doorkorttechnieken
  • Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
  • Kennis van risico’s met betrekking tot de werkzaamheden
  • Kennis van signalisatie en markering van bosexploitatiewerkzaamheden
  • Kennis van sleeptechnieken
  • Kennis van stapeltechnieken
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Kennis van veiligheidspictogrammen
  • Kennis van veltechnieken
  • Kennis van verankeringstechnieken
  • Grondige kennis van de bedienings- en besturingsmechanismen van de bosexploitatiemachine

Cognitieve vaardigheden

  • Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
  • Bepaalt de plaats waar de machine moet komen om het werk aan te vangen
  • Bepaalt de velrichting van de bomen rekening houdend met veiligheidsaspecten, terreinomstandigheden en de ruimingswerken die volgen
  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Communiceert gepast intern en extern (collega, opdrachtgever/verantwoordelijke …)
  • Communiceert met het bedrijf/collega’s
  • Communiceert op een (klant)vriendelijke manier met derden
  • Controleert alle noodzakelijke onderdelen van de machine
  • Controleert de aanhechting en de beveiliging van de machines
  • Controleert de elektrische uitrusting
  • Controleert de machine voor ingebruikname
  • Controleert de planning
  • Controleert de veiligheidsvoorzieningen
  • Controleert de wielen/banden/rupsen en vering
  • Controleert luchtdruk en vloeistofpeilen
  • Controleert of het voertuig startklaar is
  • Controleert op algemene slijtage
  • Gebruikt communicatiemiddelen (CB*, GSM, …) op correcte manier
  • Gebruikt de boordcomputer op correcte manier
  • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
  • Handelt in functie van de opdracht, rekening houdend met de exploitatievoorwaarden
  • Houdt rekening met de mogelijke impact van de werkzaamheden op het milieu
  • Houdt rekening met voertuigbewegingen op het terrein
  • Houdt rekening met wettelijke voorschriften en/of exploitatievoorwaarden
  • Kiest een bosexploitatiemachine uit in functie van de opdracht
  • Laat de bosexploitatiemachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
  • Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
  • Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
  • Leest de opgelegde exploitatievoorwaarden
  • Leest kaarten
  • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
  • Past zich flexibel aan veranderende werkomstandigheden aan
  • Past zijn communicatie aan de situatie aan
  • Rapporteert mondeling over de voortgang van de uitgevoerde opdrachten
  • Rapporteert over de opdracht aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
  • Registreert en/of rapporteert over de eigen werkzaamheden
  • Schat de situatie in
  • Schat in of de activiteiten uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, bodem- en terreinomstandigheden
  • Situeert een perceel in een gebied
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Sorteert de houtsortimenten
  • Stelt de boordcomputer in (kalibratie, sortimentering …)
  • Stelt de machine in op basis van de werkvoorschriften en de technische bepalingen van de opdracht
  • Stelt de toestand van de bodem, de beperkingen en obstakels van het terrein vast
  • Stippelt een haalbare en efficiënte route uit naargelang de machine, de eventuele lading, de planning en de opgelegde exploitatievoorwaarden
  • Verifieert de merktekens op de te vellen bomen
  • Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
  • Vermijdt fysieke risico’s (checken of de afscherming van de draaiende onderdelen aan de machine intact is, sluiten van de cabine tegen o.a. geluidshinder,…)
  • Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
  • Voert een last-minute risico-analyse uit voor aanvang van de werkzaamheden
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Voorkomt erger
  • Vult opvolgdocumenten in
  • Werkt ecologisch
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt kostenbewust
  • Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
  • Zorgt bij gebruik van last- en laadarmen voor een stabiele stand van het voertuig

Probleemoplossende vaardigheden

  • Biedt eerste hulp
  • Brengt de verantwoordelijke op de hoogte bij iedere werksituatie die een gevaar kan vormen voor de veiligheid
  • Gebruikt brandbestrijdingsmiddelen
  • Meldt de nood aan opleiding aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
  • Meldt defecten die zelf niet kunnen opgelost worden
  • Meldt ongevallen onmiddellijk
  • Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, bodem- en terreinomstandigheden aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
  • Neemt corrigerende maatregelen indien nodig
  • Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan de opdrachtgever/verantwoordelijke
  • Roept de hulpdiensten correct op en informeert ze (plaats, toestand, ….)
  • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • Signaleert defecten

Motorische vaardigheden

  • Bestuurt en bedient de forwarder
  • Bestuurt en bedient de harvester
  • Bestuurt en bedient de skidder
  • Grijpt boomstammen
  • Hangt indien nodig machines aan
  • Houdt de werkplaats ordelijk
  • Laadt het hout op m.b.v. de grijper, rekening houdend met de houtsortimentering
  • Laat de werkplek achter zoals opgelegd in de exploitatievoorwaarden
  • Liert indien nodig het te ruimen hout bij tot de exploitatiepiste
  • Lost het hout op de stapelplaats
  • Parkeert de bosexploitatiemachine
  • Past de machine aan naargelang de toestand van de bodem, het terrein en de weersomstandigheden
  • Plaatst verankeringssystemen aan de boomstammen of takken (kabel, riemen, takel …)
  • Reinigt de machine
  • Rijdt de bosexploitatiemachine naar het startpunt van de werkzaamheden
  • Rijdt het hout naar de stapelplaats
  • Sleept boomstammen naar de stapelplaats
  • Stapelt boomstammen, rekening houdend met de laad- en transportwerkzaamheden die volgen
  • Stapelt het hout, rekening houdend met de laad- en transportwerkzaamheden die volgen
  • Start de bosexploitatiemachine
  • Velt gemarkeerde bomen volgens de velrichting en werkt ze op
  • Voert basisonderhoud uit
  • Voert preventieve maatregelen ter bescherming van derden uit, zoals het plaatsen van signalisatie
  • Zet de bosexploitatiemachine stop en schakelt de besturing uit

Omgevingscontext

  • De beroepsbeoefenaar werkt voornamelijk zittend in de cabine. Bij het manoeuvreren van een skidder met kabel moet hij/zij vaker uit de cabine komen. Het beroep kan ook het hanteren van lasten inhouden.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines kan blootgesteld worden aan lawaai.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines voert de werkzaamheden over het algemeen alleen uit. Hij/zij vormt echter slechts één schakel in het hele exploitatieproces dat in teamverband wordt uitgevoerd.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines werkt de taken af binnen de vooropgestelde tijd en volgens de planning.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines werkt in bossen met verschillende terreinomstandigheden en beplantingen.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines werkt volgens de instructies en de werkopdrachten van de opdrachtgever/verantwoordelijke.
  • De sector kent veel reglementeringen, normen en aanbevelingen inzake kwaliteit, veiligheid, welzijn en milieu.
  • De uitoefening van het beroep is onderhevig aan activiteitspieken omwille van o.a. broedseizoen, kwaliteitsaspecten, periodes van hoog recreatief gebruik van het bos …
  • De werkzaamheden zijn deels routinematig of repeterend van aard: tijdens bepaalde periodes moeten dezelfde specifieke activiteiten uitgevoerd worden gedurende meerdere dagen en/of weken na elkaar.
  • Het beroep kan werken in het weekend en op feestdagen inhouden.
  • Veranderende weersomstandigheden hebben een invloed op de werkdagen en vereisen een zekere flexibiliteit in de organisatie. In sommige weersomstandigheden kunnen de werkzaamheden niet starten of moeten ze worden onderbroken.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar draagt bij aan het goede imago van het bedrijf door de kwaliteit van het uitgevoerde werk en een positieve en correcte houding tegenover klanten en collega's.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines heeft aandacht voor en houdt voortdurend rekening met de veiligheid, klanten en/of publiek, milieu en natuur.
  • De bestuurder van bosexploitatiemachines werkt met grote en dure machines. Hij /zij doet dit op een correcte en veilige manier om enerzijds risico’s voor zichzelf en anderen en anderzijds beschadiging van machines en omgeving te vermijden.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist en kan verschillen naargelang de aard van de uitgevoerde activiteiten.
  • Om deelprocessen en acties op elkaar af te stemmen en ieders veiligheid te waarborgen, communiceert de beroepsbeoefenaar met de verschillende betrokkenen op het exploitatieterrein.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • datgene wat binnen zijn/haar opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
  • het gebruiken van machines en materieel
  • het uitvoeren van periodieke controles en basisonderhoud van de machine
  • het voorbereiden en uitvoeren van de werkzaamheden verbonden aan de ontvangen opdracht
Is gebonden aan
  • de opgelegde exploitatievoorwaarden
  • de van toepassing zijnde wet- en regelgeving
  • de werkopdracht, de planning en de instructies van de opdrachtgever/verantwoordelijke
Doet beroep op
  • andere betrokkenen in het exploitatieproces
  • de opdrachtgever/verantwoordelijke voor het ontvangen van de opdracht en voor het melden van problemen die buiten zijn/haar verantwoordelijkheid liggen

Verantwoordelijkheid

  • Bereidt de locatie en het traject voor de werkzaamheden voor
  • Bouwt eigen deskundigheid op
  • Brengt verslag uit over eigen werkzaamheden
  • Communiceert intern en extern
  • Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, bodem- en terreinomstandigheden
  • Maakt de bosexploitatiemachine werkklaar
  • Oogst hout met een harvester
  • Rijdt hout uit met een forwarder
  • Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bosexploitatiemachine af
  • Sleept gevelde bomen uit met een skidder
  • Stelt de opdracht en de plaats van de opdracht vast op basis van de planning
  • Treedt op bij ongevallen
  • Voert periodieke controles en basisonderhoud uit
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Ziet toe op veiligheid, gezondheid en milieu bij het besturen van bosexploitatiemachines

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.

Bijkomende attesten

  • Rijbewijs C + E zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
  • Rijbewijs G zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
  • Attesten in het kader van de Vlaamse Erkenningsregeling zoals bepaald in BVR van 8 november 2002 houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout (en wijzigingen)