Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Wijnbouwer

 

BK-0049-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Wijnbouwer

Deze benaming wordt gebruikt in de Competent-fiche A141301 Ambachtelijk brouwer (m/v).

Definitie

Het telen van wijndruiven volgens de geldende regels van voedselveiligheid en hygiëne, teneinde ze te verwerken en bewerken tot wijn.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 1, 2013

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Stelt de opdracht en de plaats van de aanplant vast op basis van de planning
    • Controleert de planning
    • Voorziet (gecertificeerd) plantmateriaal
    • Voorziet materieel voor de uitvoering van de opdracht
    • Bepaalt de plaats voor de aanplant van druivelaars
    • Houdt zich aan de planning
    • Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname,…)
  • Competentie 2:
    Bereidt het materiaal voor
    • Controleert en past het materiaal aan voor gebruik
    • Houdt zich aan de planning
    • Houdt zich aan de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften
  • Competentie 3:
    Plant de wijnstokken (rooien, enten, opbinden,…) na voorbereiding van de gronden
    • Gebruikt landbouwmachines
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (nivelleren, ploegen, bemesten, grond losmaken,…)
    • Houdt zich aan de voorschriften voor het planten van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, weersomstandigheden,…)
    • Installeert steunmateriaal
    • Bevestigt struiken aan steunmateriaal vanaf 2 jaar
  • Competentie 4:
    Plaatst beschermingsmateriaal (antihagelnetten, antivriesinstallatie, afsluitingen,…) en de irrigatie-uitrustingen op de wijngaard
    • Voorziet grondstoffen en materieel voor de uitvoering van de opdracht (leidingen,…)
    • Controleert en past het materieel aan voor gebruik
  • Competentie 5:
    Onderhoudt en verzorgt de vruchten op de wijnstokken door te snoeien en overtollige ranken en bladeren weg te snijden
    • Gebruikt snoeigereedschappen (snoeischaar, kettingzaag,…)
    • Dunt uit
    • Kan verschillende snoeitechnieken toepassen
    • Snoeit de takken vormelijk
    • Pluist of knipt concurrerende ranken weg
    • Voert een behandelings- of bestrijdingsmethode uit
    • Voorziet voeding, water en bemesting voor de druivenranken
    • Houdt zich aan de wetgeving (gebruik van gewasbeschermingsmiddelen)
  • Competentie 6:
    Houdt toezicht op de ontwikkeling van de vruchten, dient voedingsstoffen aan de wijnstokken toe en gebruikt fytosanitaire producten preventief en in geval van afwijkingen
    • Gebruikt gewasbeschermingsmiddelen volgens de voorschriften
    • Past biologische gewasbeschermingstechnieken toe (vangplaten, feromoonvallen, natuurlijke vijanden, …)
    • Beschermt gewassen tegen het klimaat
  • Competentie 7:
    Stelt de aanwezigheid van schadelijke diersoorten vast
    • Herkent ongedierte of sporen van ongedierte
  • Competentie 8:
    Weet wanneer vruchten geoogst kunnen worden
    • Gebruikt een refractometer
    • Interpreteert metingen
  • Competentie 9:
    Oogst vruchten
    • Gebruikt landbouwgereedschap
    • Stemt de oogstmethode en het materieel af op de druivenpluk
    • Herkent rijpe druiven
    • Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de oogst zelf
  • Competentie 10:
    Voert preventief of correctief basisonderhoud en ijking van machines of uitrustingen uit
    • Controleert de werking van de machines of uitrustingen (irrigatiesysteem, …)
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, …)
    • Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke
  • Competentie 11:
    Snoeit eventueel wijnstokken met druiven (récolte verte) in functie van de te bekomen kwaliteit van de wijn
  • Competentie 12:
    Perst druiven, filtert most (sap) en kuipt voor fermentatie
    • Zet het materieel klaar
    • Trieert en houdt druiven die niet voldoen apart
    • Gebruikt wijnbouwmaterieel (persmachine, druivenrister, pompen, koeling,…)
    • Gebruikt fermentatievaten
  • Competentie 13:
    Volgt het persen van druiven, het filteren van de most (sap) en het kuipen voor de fermentatie op
    • Beoordeelt de kwaliteit van de druiven
    • Houdt zich aan het recept en de procedures
    • Beoordeelt de kwaliteit van de most
  • Competentie 14:
    Volgt de fermentatie op, voegt suikers en gist toe volgens basisgrondstoffen, de analyses en de degustatie en past hierbij de wettelijke voorschriften toe
    • Berekent de hoeveelheden
    • Weegt de ingrediënten af
    • Neemt stalen
    • Gebruikt instrumenten voor de staalname (sondes, reageerbuisjes,…)
    • Houdt zich aan de voorschriften voor staalname (tijdstip, hoeveelheid,…)
    • Vergelijkt waarden van stalen en testen met richtwaarden
    • Beoordeelt het fermentatieproces (waarden, uitzicht, geur, smaak,…)
    • Bepaalt de wijntemperatuur
    • Stuurt de fermentatie bij indien nodig
    • Past de wettelijke voorschriften toe
    • Volgt en controleert (indien gewenst) het rijpingsproces in de kelder(s)
  • Competentie 15:
    Houdt gegevens bij over de fermentatie
    • Houdt zich aan het recept en de procedures
    • Registreert gegevens (tijdstip, waarden,…)
  • Competentie 16:
    Controleert de smaak
    • Stemt het tijdstip van het overhevelen en het aantal keer af op de smaak
    • Volgt de verdere klaring van de wijn op
    • Stemt de mate van oxidatie af op de smaak (toevoegen van lucht of CO2)
    • Controleert het einde van de droesemvorming
  • Competentie 17:
    Tapt de wijn na fermentatie af en werkt af (filteren, zuiveren, gist verwijderen)
    • Controleert het einde van het fermentatieproces op
    • Hevelt de wijn manueel of automatisch over
    • Verwijdert de droesem (gistafval) op de bodem van het vat of fles
    • Kan verschillende klaringstechnieken toepassen
    • Filtert de wijn
  • Competentie 18:
    Bottelt wijn en sluit de vaten of flessen af
    • Vult flessen of vaten af (manueel of automatisch)
    • Sluit flessen met een kurk, schroefdop,…
    • Past de richtlijnen toe voor opslag
    • Houdt zich aan de wetgeving
  • Competentie 19:
    Etiketteert de flessen
    • Brengt een etiket aan met de gegevens van het product (naam, jaar, landgoed,…)
    • Past de richtlijnen toe voor etikettering
  • Competentie 20:
    Maakt materieel, installaties, vaten, ruimtes schoon en houdt ze hygiënisch
    • Gebruikt schoonmaakmaterieel en de gepaste schoonmaakproducten
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (vegen, ontsmetten,…
    • Gebruikt de hoeveelheid product volgens de opdracht (ontsmettingsmiddel,…)
    • Ruimt de werkplek en het materieel na gebruik op
    • Controleert de zuiverheid van vaten, kuipen, flessen,… voor het gebruik
    • Houdt gereinigd en gebruikt materieel gescheiden
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Past ergonomische hef- en tiltechnieken toe
  • Competentie 21:
    Volgt productiestappen van alcoholische producten op en optimaliseert: wijn (wit, rood, rosé)
    • Voert of laat de volgende testen uitvoeren: sulfietbepaling, zuurbepaling, alcoholbepaling
  • Competentie 22:
    Voert chemische controles uit tijdens het fermentatieproces
    • Gebruikt instrumenten voor de staalname (sondes, reageerbuisjes,…)
    • Houdt zich aan de voorschriften voor staalname (tijdstip, hoeveelheid,…)
    • Vult formulieren in (tijdstip, waarden,…)
    • Vergelijkt waarden van stalen en testen met richtwaarden
    • Beoordeelt zintuigelijk de waarde van een product (uitzicht, smaak,…)
    • Weegt de ingrediënten af
  • Competentie 23:
    Selecteert stalen tijdens de productiestappen (lekmost, persmost, sap,…) en werkt samenstelling en cuvees uit
    • Gebruikt instrumenten voor de staalname (sondes, reageerbuisjes,…)
    • Houdt zich aan de voorschriften voor staalname (tijdstip, hoeveelheid,…)
    • Vult formulieren in (tijdstip, waarden,…)
    • Vergelijkt waarden van stalen en testen met richtwaarden
    • Bepaalt de hoeveelheid most en/of gefermenteerd sap voor een specificatie
    • Bepaalt een mix van most en/of gefermenteerd sap voor een specificatie
  • Competentie 24:
    Volgt de omstandigheden voor opslag of rijping van de producten in de kelder en controleert
    • Past de richtlijnen voor opslag toe
    • Past de omgevingstemperatuur aan op basis van de bepaalde waarden
  • Competentie 25:
    Voert communicatieacties uit en promoot producten bij (potentiële) klanten
    • Gebruikt kantoorsoftware
    • Stelt vragen over de wens van de klant
    • Geeft informatie over het keuzeaanbod en de kenmerken van de producten
    • Wijst de klant op nieuwe en goedlopende producten
    • Informeert de klant over prijzen en verkrijgbaarheid van de producten
    • Neemt deel aan evenementen
    • Voert acties, reclamecampagnes,…
    • Maakt een selectie van klanten uit het klantenbestand, via internet, kranten,…
    • Contacteert mogelijke klanten rechtstreeks of via mailing
    • Volgt bestaande klanten op (klanttevredenheid, behoefte aan bijkomende dienstverlening,…)
  • Competentie 26:
    Informeert klanten over de producten en verkoopt
    • Stelt vragen om de wensen van de klanten te achterhalen
    • Adviseert klanten over de samenstelling, bewaringswijze en toepassing van de producten
    • Wijst de klanten op speciale acties en producten
    • Plaats reclame op een zichtbare plaats voor de klant
    • Rekent de aankoop met de klant af
    • Registreert douane en accijnsverplichtingen
  • Competentie 27:
    Volgt de voorraad op en stelt tekorten vast
    • Gebruikt software voor voorraadbeheer
    • Houdt gegevens bij over het verbruik van de producten
  • Competentie 28:
    Coördineert de activiteiten van een team
    • Verleent hulp en advies bij problemen
    • Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers
    • Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
    • Organiseert teamvergaderingen
    • Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
    • Ziet erop toe dat de veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Bespreekt de uitvoering van de opdrachten met de medewerkers
    • Luistert naar vragen, voorstellen of problemen van medewerkers
    • Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van de medewerkers

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van agronomie
  • Basiskennis van algemene mechanica
  • Basiskennis van bereidingen
  • Basiskennis van betaalwijzen
  • Basiskennis van boekhoudkundig en administratief beheer
  • Basiskennis van chemie
  • Basiskennis van chemische analysetechnieken
  • Basiskennis van economische en wijnbouwwetgeving
  • Basiskennis van marketing
  • Basiskennis van oenologie
  • Kennis van commerciële distributiecircuits
  • Kennis van cultiveringstechnieken
  • Kennis van de verschillende klaringstechnieken
  • Kennis van de verschillende schoonmaakproducten en hun indicatie.
  • Kennis van druivenranken
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van fytosanitaire producten : hun werking op de plant en de neveneffecten op de natuur
  • Kennis van het wijnbereidingsproces
  • Kennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen – Hazard Analysis Critical Control Point (HACCP)
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van principes van alcoholische fermentatie
  • Kennis van procedures voor staalname
  • Kennis van schoonmaakmaterieel
  • Kennis van snoeitechnieken van druivenranken
  • Kennis van specifieke kenmerken van dier- en plantparasieten
  • Kennis van specifieke kenmerken voor opslag van wijnen
  • Kennis van technieken voor de samenstelling van wijnen
  • Kennis van technieken voor het gebruik van fytosanitaire producten
  • Kennis van technieken voor het leiden van een team
  • Kennis van vinificatietechnieken
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van voorschriften inzake wijnproductie
  • Kennis van voorschriften van het GOP (Gecontroleerde Oorsprongsbenaming)
  • Kennis van wijnbouw
  • Kennis van wijngaardmanagement
  • Kennis van wijnstokvariëteiten (wijnstokkunde)
Landbouwkunde of agronomie is een breed multidisciplinair gebied dat natuurlijke, economische en sociale wetenschappen omvat die in de landbouw worden gebruikt

Cognitieve vaardigheden

  • Het kunnen afstemmen van techniek en materieel op de opdracht
  • Het kunnen beoordelen van het fermentatieproces (waarden, uitzicht, geur, smaak, …)
  • Het kunnen bepalen van de wijntemperatuur
  • Het kunnen berekenen van hoeveelheden en verhoudingen
  • Het kunnen bottelen van de wijn
  • Het kunnen contacteren en informeren van klanten (prijs, product, samenstelling, bewaringswijze, …)
  • Het kunnen contacteren van leveranciers
  • Het kunnen gebruiken van bodemherbiciden volgens de voorschriften
  • Het kunnen gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen
  • Het kunnen gebruiken van software
  • Het kunnen ingrijpen bij verkeerde handelingen of gedrag van medewerkers
  • Het kunnen opmaken en controleren van de planning
  • Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of nood aan preventief onderhoud bij machines en uitrustingen
  • Het kunnen opvolgen, controleren en optimaliseren van alle fasen van de productie
  • Het kunnen opvolgen en controleren van het rijpingsproces in de kelder(s)
  • Het kunnen opvolgen van de conditie van de bodem visueel en via staalnames
  • Het kunnen opvolgen van de voorraad
  • Het kunnen plannen van de werkzaamheden van het team
  • Het kunnen promoten van producten
  • Het kunnen registreren van douane en accijnsverplichtingen
  • Het kunnen registreren van gegevens
  • Het kunnen selecteren van druiven
  • Het kunnen selecteren van steunmateriaal
  • Het kunnen sluiten van vaten en flessen en het etiketteren ervan
  • Het kunnen sorteren, verwijderen en verwerken van afval volgens richtlijnen
  • Het kunnen toepassen van de voorschriften voor het planten van de gewassen
  • Het kunnen toepassen van gezondheids- en veiligheids- en hygiënerichtlijnen
  • Het kunnen toepassen van richtlijnen voor opslag
  • Het kunnen uitwerken van samenstellingen en cuvées
  • Het kunnen vergelijken van stalen en testen met richtwaarden
  • Het kunnen voorzien in geschikt materieel en plantmaterieel voor de uitvoering van de opdracht
  • Het kunnen voorzien van gecertificeerd plantmateriaal

Probleemoplossende vaardigheden

  • Het kunnen beoordelen van de kwaliteit van de wijn
  • Het kunnen bepalen het geschikte oogstmoment
  • Het kunnen bepalen van de weg te snoeien elementen van de druivenrank
  • Het kunnen bijsturen van het fermentatieproces bij problemen
  • Het kunnen onderhandelen van oplossingen met leveranciers en klanten
  • Het kunnen vaststellen wanneer er moet bemest worden
  • Het kunnen vaststellen wanneer er moet gesproeid worden tegen schadelijke insecten

Motorische vaardigheden

  • Het kunnen afstemmen van techniek en materieel op de opdracht (nivelleren, ploegen, bemesten, snoeien, ….)
  • Het kunnen aftappen van de wijn
  • Het kunnen afwegen van ingrediënten
  • Het kunnen beschermen van de gewassen tegen het klimaat
  • Het kunnen controleren van de werking van de machines en uitrustingen (irrigatiesystemen, ….)
  • Het kunnen filteren van de wijn
  • Het kunnen gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen
  • Het kunnen gebruiken van labomateriaal (voor sulfiet- en zuurbepaling)
  • Het kunnen gebruiken van landbouwmachines
  • Het kunnen gebruiken van schoonmaakmaterieel
  • Het kunnen gebruiken van snoeigereedschappen
  • Het kunnen installeren van steunmateriaal voor de druivenranken
  • Het kunnen oogsten van de druiven
  • Het kunnen opruimen van de werkplek
  • Het kunnen persen van druiven, het filteren van most en het kuipen voor fermentatie
  • Het kunnen planten, rooien en opbinden van wijnstokken
  • Het kunnen schoon en hygiënisch houden van ruimtes, materieel, vaten en installaties
  • Het kunnen sluiten van flessen met kurk of schroefdop
  • Het kunnen verwijderen van droesem op de bodem van vaten of flessen
  • Het kunnen vormelijk snoeien van takken en knippen van concurrerende takken
  • Het kunnen vullen van flessen of vaten

Omgevingscontext

  • De activiteit varieert naar gelang de grootte van het wijnbouwbedrijf
  • De beroepsbeoefenaar is afhankelijk van klimatologische factoren (zon, regen, hagel, koude, …): zij oefenen hun invloed uit op het welslagen van de oogst en de kwaliteit van het eindproduct. Hij moet hierop flexibel kunnen inspelen
  • De omvang van het bedrijf kan verplaatsingen binnen het bedrijf met zich mee brengen. Hij verzorgt ook het intern transport van de producten.
  • De wijnbouwer komt in contact met medewerkers, seizoenarbeiders, leveranciers en klanten
  • De wijnbouwer moet omgaan met een verscheidenheid aan machines en gereedschap
  • De wijnbouwer werkt in een omgeving waar meerdere zaken moeten opgevolgd en op elkaar afgestemd worden : bemesten, snoeien, oogst, productie, kwaliteit, marketing, opvolgen van personeel, ….
  • Het beroep wordt uitgeoefend in een wijnbouwbedrijf
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidsschoenen, … en hygiënische uitrusting (schort, muts, …) is vereist in deze omgeving
  • Tijdens bepaalde periodes op het jaar wordt er gewerkt onder een zekere tijdsdruk: het binnen halen van de oogst, het fermenteren, het bottelen, het klaar maken van bestellingen, …). De wijnbouwer zal dan in die bepaalde perioden ook tijdens de weekends en op zon- en feestdagen moeten werken.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar moet creativiteit aan boord leggen bij de ontwikkeling en samenstelling van de wijn en de promotie ervan
  • De beroepsbeoefenaar moet efficiënt kunnen handelen in kritische situaties en bij productafwijkingen
  • De beroepsuitoefening kan het hanteren van lasten met zich meebrengen
  • De opvolging van de verschillende productiestappen vereist bijzondere aandacht en concentratie in het belang van de kwaliteit van het eindproduct
  • De wijnbouwer heeft aandacht voor het correct hanteren van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen
  • De wijnbouwer is afhankelijk van een flexibele markt en moet hier kunnen op inspelen
  • De wijnbouwer is zich bewust van de impact van zijn handelingen op het productieproces.
  • De wijnbouwer moet permanent aandacht hebben voor het naleven van een waaier aan reglementeringen inzake erkenning wijnbouwgebied, kwaliteitsnormen, veiligheid, milieu, welzijn, …
  • De wijnbouwer moet zijn verkoopaanbod afstellen op de wensen van de klant en moet contactvaardig zijn
  • Het beroep kan uitgeoefend worden in teamverband
  • Het permanent naleven van voedsel- en hygiëne voorschriften is cruciaal
  • Het vraagt een permanente opvolging van alle gegevens met betrekking tot het product en het productieproces
  • Het werk vereist langdurig rechtstaan en kan het hanteren van lasten inhouden
  • Hij moet in alle omstandigheden kwaliteitsvol en klantgericht handelen
  • Hij moet ook aandacht hebben voor het opvolgen van de concurrentie
  • Voorzichtige omgang met het product tijdens alle fasen van het productieproces is noodzakelijk

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het managen van de wijngaard, het verwerken van druiven tot wijn, het promoten en verkopen van de wijnproducten en het plannen van de activiteiten van het hele team
Is gebonden aan
  • de regelgeving in verband met: gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, sproeistoffen, gecertificeerd plantmaterieel, HACCP-normen, douane en accijnzen, economische zaken (o.m. oorsprongsbenaming), ruimtelijke ordening, milieu
Doet beroep op
  • labo's voor de uitvoering van analyses, voorlichters in wijngaardmanagement (vb. wanneer wat bemesten), proeftuinen (voor informatie en waarschuwingssystemen voor ziekten en plagen), oenologen (advies en ondersteuning bij het vinificatieproces), een medewerker-wijnbouwer voor ondersteunende taken bij het planten van druivenranken en het verwerken van druiven tot wijn, eventueel loonwerkers en onderaannemers voor hulpverlening bij het telen en oogsten van druiven

Verantwoordelijkheid

  • Aangebracht beschermingsmateriaal en irrigatie-uitrustingen
  • Afgesloten vaten en geëtiketteerde flessen
  • Afgewerkte wijn na fermentatieproces
  • Berekening van de hoeveelheden en verhoudingen
  • Correcte aanplanting en snoeien van wijnranken
  • Een uitgewerkte planning voor de werkzaamheden
  • Gecertificeerd plantmateriaal
  • Geoptimaliseerde productiestappen
  • Geperst, gefilterd en gekuipt druivensap
  • Geregistreerde gegevens
  • Geschikte wijnstemperatuur
  • Gesorteerd afval volgens richtlijnen
  • Goed geïnformeerde klanten
  • Hygiënisch gereinigd materieel en ruimtes
  • Onderhouden machines en uitrustingen
  • Opgevolgd fermentatieproces
  • Opgevolgde en verrekende bestellingen
  • Opgevolgde kwaliteit van druiven
  • Opgevolgde ontwikkeling van druiven en oogst
  • Opgevolgde voorraad
  • Optimale conditie van de gronden
  • Promotie van producten
  • Staalnames, testen en uitgevoerde controles bij alle stappen van het productieproces
  • Tijdig toegevoegde voedingsstoffen
  • Toegepaste gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen
  • Toegepaste richtlijnen voor opslag
  • Uitgewerkte samenstellingen en cuvées

Wettelijke attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.