Planner personenvervoer

Kennis

• Kennis aan vergunningen gebonden aan personenvervoer
• Kennis van analysetechnieken i.f.v het uittekenen van lijnen van personenvervoer
• Kennis van courante software (tekstverwerking, rekenblad, ...)
• Kennis van de reglementering voor het personenvervoer
• Kennis van de technische specificaties van de voertuigen
• Kennis van de vereiste documenten afhankelijk van de opdracht
• Kennis van doelgerichte (digitale en analoge) communicatie
• Kennis van informatie- en communicatietechnologieën (internet, e-mail, ...)
• Kennis van (nationale en internationale) normen met betrekking tot veiligheid en kwaliteit
• Kennis van principes voor crisisinterventie
• Kennis van rapporteringstechnieken en -procedures
• Kennis van sociale wetgeving (kennis regelgeving en cao’s i.f.v. planning, uurroosters,…)
• Grondige kennis en toepassing van navigatiemateriaal (routeplanner, GPS, VHF, radar, wegenkaarten, internet, ...)
• Grondige kennis van bedrijfseigen software (planningssoftware en/of opvolgingssoftware)
• Grondige kennis van planningsmethoden

Cognitieve vaardigheden

• Het, indien nodig, kunnen contacteren van de technische dienst
• Het, indien nodig, kunnen interpreteren van de rittenbladen
• Het kunnen aanvragen van documenten (sterrenkeuring, tempo 100 Duitsland,…)
• Het kunnen analyseren van de opdracht
• Het kunnen berekenen van de rendabiliteit en productiviteit van een traject/lijn
• Het kunnen bezorgen van technische informatie over het verloop van de werkzaamheden aan internen en externen
• Het kunnen bijhouden van de documenten eigen aan het voertuig (boordpapieren, communautaire vergunningen,…) en deze overhandigen aan de chauffeur
• Het kunnen ervoor zorgen dat de chauffeurs zo weinig mogelijk lege kilometers rijden
• Het kunnen gebruiken van communicatiemiddelen
• Het kunnen gebruiken van kantoorsoftware (e-mailprogramma, tekstverwerking, rekenblad,…)
• Het kunnen gebruiken van navigatiemateriaal (routeplanner, GPS, VHF, radar, wegenkaarten,…)
• Het kunnen gebruiken van planningsinstrumenten
• Het kunnen gebruiken van professionele software voor een bedrijf voor personenvervoer
• Het kunnen gebruiken van vakterminologie
• Het kunnen in kaart brengen van alle (rand)voorwaarden
• Het kunnen inschatten van de tijd in die elk rit/route in beslag neemt rekening houdend met randvoorwaarden
• Het kunnen intern en extern rapporteren
• Het kunnen lezen en begrijpen van opdrachten
• Het kunnen opstellen van de werkplanning (dag, week,…) van de chauffeurs
• Het kunnen opvolgen van de dagelijkse exploitatie en ervoor zorgen dat de dienstregelmaat optimaal is en blijft
• Het kunnen opvolgen van de uitvoering van de werkplanning
• Het kunnen (proactief) toezien op de correcte uitvoering van de opdrachten
• Het kunnen sorteren en groeperen van opdrachten
• Het kunnen streven naar een kwalitatieve en evenwichtige werkverdeling
• Het kunnen uittekenen van de routes/ritten voor personenvervoer over de weg
• Het kunnen uitvoeren van controles op de dienstregelmaat
• Het kunnen uitvoeren van tellingen i.v.m. de bezetting van de voertuigen (personeel, passagiers en wettelijke bepalingen)
• Het kunnen uitwisselen van informatie met collega’s, verantwoordelijken, ondersteunende diensten (schriftelijk, mondeling)
• Het kunnen uitwisselen van informatie met interne en externe diensten (doorsturen gegevens om bij te sturen, systematisch informeren en rapporteren)
• Het kunnen verdelen van de opdrachten over de beschikbare vervoersmiddelen en chauffeurs
• Het kunnen verzekeren van het communicatienetwerk
• Het kunnen volgen, coördineren en registeren van bijkomende dienstverlening
• Het kunnen volgen van procedures en werkmethodes
• Het kunnen zorgen voor een opvolging van de technische keuring
• Het kunnen zorgen voor een tijdig onderhoud, nazicht en controle van het voertuig

Probleemoplossende vaardigheden

• Het kunnen controleren en, indien nodig, bijsturen van de dienstrol bij ziekte, vakantie
• Het kunnen doen van voorstellen om het aanbod en de procedure te verbeteren
• Het kunnen indien nodig, in werking zetten van noodprocedures
• Het kunnen oplossen van zware vertragingen door vervanging

Motorische vaardigheden

• Geen motorische vaardigheden

Omgevingscontext

• Bij aangekondigde werken, manifestaties,… wordt van de planner verwacht dat een planning uitgewerkt wordt die zo min mogelijk inboet (tijd, efficiëntie, aansluiting met andere trajecten…) t.o.v. de oorspronkelijk ingeplande route.
• De planner dient bij het plannen rekening te houden met tal van randvoorwaarden/wisselende factoren (Wie kunnen we inzetten, wie is er beschikbaar, welke voertuigen zijn beschikbaar,…?).
• De planner dient steeds de routes/ritten optimaal en efficiënt te plannen. Er mag geen verlies zijn van tijd, middelen, werkkrachten,…
• De planner komt in contact met chauffeurs/klanten, techniekers, controle-instanties,…
• De planner werkt vaak aan een computer, wat belastend kan zijn voor de ogen.
• De planner zal geconfronteerd worden met een variërend werkritme. Piekmomenten geven aanleiding tot een grote werk- en tijdsdruk die stressbestendigheid vraagt.
• Het werk van de planner (de volgorde van de activiteiten) wordt bepaald door een logische workflow. Gekende werkwijzen en procedures dienen echter flexibel aangewend te worden (prioriteiten stellen,…).

Handelingscontext

• De planner moet bij het uitvoeren van transportstudies proactief denken en daarbij verschillende elementen in overweging nemen.
• De planner moet constant de nodige aandacht, nauwkeurigheid en precisie aan de dag leggen bij de opmaak en opvolging van de opdrachten waarbij veel elementen gelijktijdig in het oog moeten gehouden worden.
• De planner moet de dienstverlening optimaliseren en de kost minimaliseren door het gelijktijdig in het oog houden van/rekening te houden met verschillende elementen: tijdsdruk, gemaakte (dag)afspraken, beschikbaarheid van middelen en personeel, deadlines, voorschriften, tijdsinschatting van opeenvolgende taken,…
• Het plannen en opvolgen van de routes/ritten vraagt een grote zorgvuldigheid.

Autonomie

Verantwoordelijkheid

• Geplande routes/ritten volgens de daartoe geëigende methoden
• Geplande toewijzing van de chauffeurs/voertuigen, over het netwerk
• Opgevolgde activiteiten van de chauffeurs en het wagenpark, vastgestelde afwijkingen en voorgestelde verbeteringen
• Opgevolgde en indien nodig bijgestuurde planning
• Opgevolgde, gecontroleerde en bijgestuurde uitvoering van het personenvervoer
• Technisch aangestuurd beheer van het wagenpark
• Toegepaste regels op vlak van veiligheid en kwaliteit
• Uitgevoerde transportstudies