Medewerker dekvloeren

 
BK-0555-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Medewerker dekvloeren

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel “Afwerkingsberoepen” van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. Het Competent Beroepscompetentieprofiel (OP-345) ‘Dekvloerlegger’ geeft ook andere benamingen aan zoals bv. Chapper, Chapelegger ….

Definitie

De medewerker dekvloeren helpt om dragende vloeren, afzonderingslagen en/of isolerende lagen te voorzien van een afwerklaag of dekvloer teneinde de vloer af te werken of voor te bereiden op de afwerking met diverse vloerbekledingen.

Niveau (VKS en EQF)

2

Jaar van erkenning

versie 1, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 6:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 7:
    Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een dekvloer
    • Reinigt en/of bevochtigt de draagvloer indien nodig
    • Beschermt bestaande elementen (raamwerk, muren, drempels, …)
    • Installeert aanvoerslangen en machines
    • Brengt hoogtelijnen aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen en hun mengverhoudingen
    • Kennis van eigenschappen van draagvloeren en ondergronden: oppervlaktetoestand, hardheid, scheurvorming
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van legende, symbolen en de schaal van het plan
    • Kennis van noodzaak van een onderlaag of uitvullaag
    • Kennis van opbouw en samenstelling van dekvloeren en onderlagen
    • Kennis van samenstellingen en eigenschappen van cementgebonden dekvloermortels
    • Kennis van technieken en instrumenten voor pas- en uitzetwerk
    • Kennis van verenigbaarheid van materialen (welke wel en welke niet met elkaar in aanraking mogen komen)
    • Kennis van voornaamste bindmiddelen, toeslagstoffen, hulpstoffen, specifieke additieven, coatings, …
  • Competentie 8:
    Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een hechtende dekvloer
    • Borstelt een aanbrandlaag in
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen en hun mengverhoudingen
    • Kennis van opbouw en samenstelling van dekvloeren en onderlagen
  • Competentie 9:
    Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een niet-hechtende dekvloer
    • Brengt de scheidingslaag aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen en hun mengverhoudingen
    • Kennis van opbouw en samenstelling van dekvloeren en onderlagen
  • Competentie 10:
    Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een zwevende dekvloer
    • Bereidt diverse, al dan niet isolerende, onderlagen voor
    • Behandelt de isolerende onderlaag indien nodig met een primer
    • Dekt de isolatie af met een beschermfolie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bouwknopen
    • Basiskennis van isolatiematerialen, lucht- en dampschermen (soorten, eigenschappen, bevestigingen en aansluiting)
    • Kennis van basisprincipes van akoestische isolatie
    • Kennis van basisprincipes van thermische isolatie
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen en hun mengverhoudingen
    • Kennis van opbouw en samenstelling van dekvloeren en onderlagen
  • Competentie 11:
    Helpt bij het aanbrengen van een dekvloer
    • Mengt en verpompt de zand-cementmortel
    • Verspreidt de mortel over een deel van de draagvloer
    • Verdicht en reit de dekvloer af
    • Schuurt de dekvloer effen
    • Beschermt, indien nodig, tijdelijk de dekvloer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigenschappen van draagvloeren en ondergronden: oppervlaktetoestand, hardheid, scheurvorming
    • Kennis van redenen tot beschermen van een dekvloer (om snel drogen en scheurvorming te voorkomen)
    • Kennis van samenstellingen en eigenschappen van cementgebonden dekvloermortels
    • Kennis van verenigbaarheid van materialen (welke wel en welke niet met elkaar in aanraking mogen komen)
    • Kennis van voornaamste bindmiddelen, toeslagstoffen, hulpstoffen, specifieke additieven, coatings, …

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van bouwknopen
  • Basiskennis van isolatiematerialen, lucht- en dampschermen (soorten, eigenschappen, bevestigingen en aansluiting)
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van basisprincipes van akoestische isolatie
  • Kennis van basisprincipes van thermische isolatie
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen en hun mengverhoudingen
  • Kennis van eigenschappen van draagvloeren en ondergronden: oppervlaktetoestand, hardheid, scheurvorming
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van legende, symbolen en de schaal van het plan
  • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
  • Kennis van noodzaak van een onderlaag of uitvullaag
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van opbouw en samenstelling van dekvloeren en onderlagen
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van redenen tot beschermen van een dekvloer (om snel drogen en scheurvorming te voorkomen)
  • Kennis van samenstellingen en eigenschappen van cementgebonden dekvloermortels
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van technieken en instrumenten voor pas- en uitzetwerk
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van verenigbaarheid van materialen (welke wel en welke niet met elkaar in aanraking mogen komen)
  • Kennis van voornaamste bindmiddelen, toeslagstoffen, hulpstoffen, specifieke additieven, coatings, …
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Brengt hoogtelijnen aan

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Reinigt en/of bevochtigt de draagvloer indien nodig
  • Beschermt bestaande elementen (raamwerk, muren, drempels, …)
  • Installeert aanvoerslangen en machines
  • Borstelt een aanbrandlaag in
  • Brengt de scheidingslaag aan
  • Bereidt diverse, al dan niet isolerende, onderlagen voor
  • Behandelt de isolerende onderlaag indien nodig met een primer
  • Dekt de isolatie af met een beschermfolie
  • Mengt en verpompt de zand-cementmortel
  • Verspreidt de mortel over een deel van de draagvloer
  • Verdicht en reit de dekvloer af
  • Schuurt de dekvloer effen
  • Beschermt, indien nodig, tijdelijk de dekvloer

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op locatie in open of gesloten bouwplaatsen (woning- en utiliteitsbouw).
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit om zich aan te passen aan wijzigingen van de planning, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines, belangrijk is.
  • De werkopdracht en het eindresultaat worden strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, elektrocutie,…

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, waarschuwingstekens en veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg gebruiken, onderhouden en opbergen.
  • Omzichtig omgaan met en opbergen van grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden van de toegewezen eigen werkzaamheden
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het gebruik van gereedschappen, materiaal en materieel
  • de uitvoering en rapportering van de toegewezen eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant
Doet beroep op
  • een leidinggevende tijdens de uitvoering van de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, …

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt op hoogte
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een dekvloer
  • Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een hechtende dekvloer
  • Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een niet-hechtende dekvloer
  • Helpt bij de voorbereidende werkzaamheden van een zwevende dekvloer
  • Helpt bij het aanbrengen van een dekvloer

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.