Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Gezagvoerder STCW II/3

 
BK-0503-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Gezagvoerder STCW II/3

Definitie

De gezagvoerder STCW II/3 op schepen met een brutotonnage van minder dan 500 is eindverantwoordelijke voor de veiligheid, de uitbating en de kwaliteit van het management van het schip teneinde het schip operationeel te houden conform de opdracht van de reder en overeenkomstig de nationale en internationale regelgeving

Afbakening

Het type, het voortstuwingsvermogen en de bruto tonnage van het schip bepalen:
- de lengte van de reis van het schip
- de maximumafstand van een haven
- het soort (hulp)navigatiemiddelen en navigatietechnieken (soort radarnavigatie, …)
- de kennis van meteorologische instrumenten en hun gebruik die voorkomen in het beperkt vaargebied
- het aan boord nemen van voorraad
- de kennis en het gebruik van de soorten communicatiemiddelen voor noodcommunicatie
- de beschikbaarheid van technische hulpmiddelen
Dit heeft tot gevolg dat er binnen de beroepenstructuur verschillende profielen worden voorzien.

Niveau (VKS en EQF)

7

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband en met andere actoren
    • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, personen aan de wal, bemanningsleden, derde partijen,…), ook in het Engels
    • Wisselt informatie uit met alle actoren
    • Werkt efficiënt samen met alle actoren
    • Volgt aanwijzingen van de rederij op
    • Gebruikt (interne) communicatiemiddelen aan boord
    • Voert de bemanningsleden aan
    • Wijst taken aan de bemanningsleden toe conform hun competenties
    • Bepaalt de werking aan boord
    • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden, …)
    • Zorgt voor een rustige en veilige vaart
    • Bemiddelt bij conflicten
    • Bepaalt de prioriteiten van de dag
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van de principes van het wachtlopen
    • Grondige kennis van sociale vaardigheden
    • Grondige kennis van leiderschap
    • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Ziet toe op de toepassing van de bedrijfseigen reglementering door de bemanningsleden
    • Schat in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid worden
    • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van sociale vaardigheden
    • Grondige kennis van leiderschap
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor kwaliteit en ziet toe op de toepassing ervan
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de internationale, nationale regelgeving toe
    • Past de bedrijfseigen reglementering toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Respecteert rusttijden
    • Valideert rusttijden, ook die van anderen
    • Voert nieuwe opgelegde technieken in en controleert of deze worden toegepast
    • Volgt (verplichte) opleidingen die door de reder worden voorzien
    • Ziet er op toe dat de bemanning de richtlijnen voor kwaliteit, veiligheid, milieu en welzijn naleven en past ze zelf toe
    • Analyseert en synthetiseert de verkregen informatie aangaande veiligheid, kwaliteit, welzijn en milieu om verbeteringen uit te voeren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kostenbeheer
    • Kennis van preventiemaatregelen
    • Kennis van arbeidsveiligheid
    • Kennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van (werk)procedures
  • Competentie 4:
    Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de milieuvoorschriften toe
    • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
    • Controleert de behandeling van de afvalstoffen
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen conform de procedures
    • Ziet er op toe dat de bemanning de richtlijnen voor milieu naleeft en past ze zelf toe
    • Registreert de afvalstroom
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van materiaal
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van (werk)procedures
  • Competentie 5:
    Handhaaft en controleert de implementatie van de internationale maritieme veiligheidsovereenkomsten en verantwoordelijkheden voor scheepsbeveiliging
    • Detecteert de beveiligingsbedreigingen
    • Analyseert gegevens en resultaten (kaarten, rapportage over incidenten, wetgeving, …)
    • Maakt een overzicht van de beveiligingsdreigingen en implementeert de beveiligingsmaatregelen
    • Volgt regelgeving op en zet deze om in scheepsbeveiligingsplannen
    • Overlegt met externen inzake de maatregelen rond beveiliging
    • Voorziet controleorganen voor toegang van personen, lading en middelen
    • Past de veiligheidsniveaus toe conform het risico
    • Verschaft vereiste veiligheidsinlichtingen aan de haven voorafgaand aan het aandoen van de haven
    • Verspreidt de noodzakelijke informatie aan de relevante autoriteiten
    • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
    • Gebruikt installaties voor monitorbewaking
    • Merkt afwijkingen aan de uitrusting op en onderneemt actie
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
    • Identificeert verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, …
    • Stuurt de bemanning aan om alert te zijn en onregelmatigheden te rapporteren
    • Voert de richtlijnen uit ontvangen van de wal
    • Overlegt met de wal voor de praktische regelingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van cybersecurity
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
  • Competentie 6:
    Controleert en behoudt de zeewaardigheid van het schip
    • Voorziet de impact van de eigen acties op de stabiliteit van het schip
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Behoudt en bewaakt het drijfvermogen van het schip
    • Bewaart de stabiliteit van het schip bij averij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van probleemoplossende strategieën
    • Kennis van verwerking van de beschikbare stabiliteitsdata
    • Kennis van de algemene principes bij (partieel) verlies van drijfvermogen
    • Kennis van principes van waterdichtheid van het schip
    • Kennis van de verschillende types van schepen en hun constructie
    • Kennis van de scheepsonderdelen en hun terminologie
    • Kennis van scheepssterkte
  • Competentie 7:
    Bepaalt en superviseert het vaarplan voor schepen die varen nabij een kust
    • Verbetert kaarten en publicaties aan de hand van de laatst beschikbare informatie
    • Verzamelt beschikbare informatie uit relevante bronnen (nautische publicaties, standing orders, ….) mbt de te plannen reis
    • Houdt rekening met de karakteristieken en de mogelijkheden van het schip
    • Controleert een reisplan aan de hand van de verzamelde informatie (weersverwachting, waterstand, stromingen, berichten aan zeevarenden, breedte sluizen, …) waarbij mogelijke gevaren voor de navigatie worden geïdentificeerd voor het schip en zijn lading
    • Superviseert de officier bij het bepalen van het vaarplan
    • Gebruikt navigatie-uitrusting
    • Gebruikt software voor administratie en bedrijfseigen software (tekstverwerking, rekenblad, ...)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van meteorologie
    • Kennis van werking en beperkingen van hulpmiddelen voor de navigatie (radar, echosounder, …)
    • Kennis van scheepsuitrusting
    • Kennis van (manoeuvreer)eigenschappen van een schip
    • Kennis van principes voor het houden van een veilige wacht
    • Kennis van rapporteringssystemen (Reporting Systems, VTS-procedures…)
    • Kennis van administratieve software
    • Kennis van nautische publicaties
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van invloed externe factoren (wind, stroming, …) op een schip
    • Grondige kennis van navigatietechnieken
    • Grondige kennis van tijds- en snelheidsbepaling
    • Grondige kennis van het gebruik van positiebepalingssystemen
  • Competentie 8:
    Superviseert het schip tijdens de wacht volgens de te volgen reisplanning en stuurt bij waar nodig of voert zelf het schip tijdens de wacht
    • Controleert instrumenten op hun goede werking
    • Gebruikt het aanwezige navigatiemateriaal (instrumenten, kaarten, boekwerk, software, …)
    • Beoordeelt de situatie op basis van de informatie van de beschikbare instrumenten en de (visuele) observaties
    • Houdt een goede uitkijk, bij complexe situaties van visibiliteit en verkeer
    • Stelt de instructies (standing orders) op ten aanzien van de officieren
    • Toetst de voortgang van het schip af aan de vooropgestelde planning
    • Volgt de positie van het eigen schip op
    • Volgt de bewegingen van andere schepen op
    • Past snelheid en koers van het schip aan de heersende omstandigheden aan
    • Reageert passend op een noodsignaal op zee en neemt deel aan de SAR-acties
    • Interpreteert weersinformatie en neemt gepaste maatregelen
    • Houdt rekening met de stabiliteit van het schip
    • Draagt de wacht over aan nieuwe OWW
    • Vult het logboek in
    • Gebruikt signalisatiemateriaal (bakens, boeien, …)
    • Volgt de berichten aan de zeevarenden op
    • Superviseert de wacht van de officieren
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van noodsleeptechnieken
    • Kennis van manoeuvreer- en vaartechnieken (manoeuvreren volgens vaarroute, …)
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen
    • Kennis van navigatie bij beperkt zicht
    • Kennis van de technieken van aan-en afmeren
    • Kennis van het beheer van wachtlopen
    • Kennis van bediening van de nautische instrumenten en hulpmiddelen
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van navigatietechnieken
    • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Competentie 9:
    Superviseert de manoeuvres of voert ze zelf uit (nadering sleepboot, af- en aanmeren, slepen, assistentie op zee, averij, ...)
    • Manoeuvreert het schip rekening houdend met de operationele limieten van de scheepsuitrusting
    • Manoeuvreert het schip rekening houdend met de invloeden van externe factoren
    • Past snelheid en koers van het schip aan de heersende omstandigheden aan
    • Reageert adequaat op (nautische) noodsituaties
    • Leidt operaties aan dek (ankeren, meren, …)
    • Waakt over de veiligheid van de manoevreeroperaties
    • Geeft aanwijzingen aan de bemanning, om de manoeuvres uit te voeren
    • Bestuurt het schip in gecompliceerde- en noodsituaties
    • Sleept schepen bij noodtoestanden volgens de voorziene procedures
    • Communiceert met alle actoren indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sleeptechnieken
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van de technieken van aan-en afmeren
    • Kennis van manoeuvreertechnieken
    • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen (technisch)
    • Kennis van professionele communicatietechnieken
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van navigatietechnieken
    • Grondige kennis van bediening van de nautische instrumenten en hulpmiddelen (operationeel)
  • Competentie 10:
    Monitort de laad -en loswerkzaamheden
    • Plant de laad- en loswerkzaamheden conform de mogelijkheden van het schip
    • Bereidt het schip voor om te laden/lossen
    • Zorgt dat de stabiliteit van het schip ten allen tijde bewaard blijft
    • Controleert het borgen van de lading
    • Controleert de lading
    • Controleert en gebruikt het gekeurd aanslag- en zekeringsmateriaal conform de voorschriften
    • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Zorgt dat de stabiliteit en de sterktevereisten van het schip ten allen tijde bewaard blijft
    • Behandelt gevaarlijke stoffen conform de voorschriften
    • Rapporteert de schade van de lading aan alle actoren
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van stabiliteit van schip
    • Kennis van werken met lasten
    • Kennis van ladingsberekening
    • Kennis van laad- los en stouwtechnieken
    • Kennis van de verschillende types van lading
    • Kennis van aanslag- en lashingsmateriaal
    • Kennis van veiligheidsmanagement
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
  • Competentie 11:
    Superviseert, organiseert en plant preventieve of correctieve onderhoudswerken
    • Leest plannen (voor reparaties, …) om de werkzaamheden voor te bereiden
    • Overlegt met de (hoofd)werktuigkundige indien nodig
    • Stelt een planning op en voert hierbij een risicoanalyse uit
    • Controleert de gegevens en de uitvoering van het onderhoudsprogramma
    • Registreert de werkzaamheden
    • Superviseert de uitvoering van het onderhoudsprogramma van het schip
    • Volgt de werkzaamheden van de bemanningsleden op en stuurt ze bij
    • Doet technische controlerondes
    • Rapporteert de actoren over de stand van zaken
    • Draagt bij in de voorbereiding van periodieke droogdokking
    • Controleert na reparatiedagen en droogdokken of het schip opnieuw zeewaardig is
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Basiskennis van elektromechanica
    • Basiskennis van hydraulica
    • Basiskennis van pneumatica
    • Basiskennis van informatica
    • Basiskennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
    • Basiskennis van schildertechnieken
    • Basiskennis van schrijnwerk
    • Basiskennis van reinigingstechnieken
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen
    • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen (technisch)
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van scheepsconstructies
    • Kennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Kennis van onderhoudsprocedures en producten
    • Kennis van gereedschap voor gebruik aan dek
    • Kennis van kwaliteitsmanagement
    • Kennis van voorraadbeheer
    • Kennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
    • Kennis van opleidingstechnieken
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van bediening van de nautische instrumenten en hulpmiddelen (operationeel)
  • Competentie 12:
    Coördineert en superviseert de veiligheidsprocedures op het schip
    • Coördineert en neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
    • Superviseert de veiligheidsoefeningen
    • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
    • Controleert de naleving van de veiligheidsplannen
    • Superviseert bij de controle van de veiligheidsuitrusting
    • Onderneemt actie bij afwijkingen van de veiligheidsuitrusting
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
    • Superviseert de werking van de installaties en veiligheidsmaterieel
    • Superviseert het gebruik van het veiligheidsmateriaal
    • Oefent EHBO
    • Oefent de radiocommunicatie
    • Registreert de oefeningen en controles in het logboek
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van gasdetectiesystemen
    • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Grondige kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
    • Grondige kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Grondige kennis van EHBO
  • Competentie 13:
    Superviseert en coördineert bij incidenten en/of accident (storingen, inbreuk, ongeval, noodgeval, ...)
    • Coördineert en neemt gepaste maatregelen voor de uitvoering van de urgentiemaatregelen bij een incident en/of het accident of voert ze uit
    • Identificeert en analyseert het incident en/of het accident en neemt gepaste maatregelen naar de vereisten van de rederij
    • Voert de handelingen uit om de effecten van slecht functioneren van bepaalde systemen te minimaliseren
    • Verzekert de veiligheid van het schip, de opvarenden en de lading
    • Superviseert en begeleidt de bemanning tijdens een incidenten en/of accident
    • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
    • Registreert het incident en/of accident in het logboek
    • Rapporteert het incident en/of het accident aan actoren
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van een logboek
    • Kennis van scheepstabiliteit
    • Kennis van signalisatie
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
  • Competentie 14:
    Coördineert de brandpreventie en brandbestrijding
    • Neemt brandpreventiemaatregelen
    • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
    • Volgt de brandprocedures
    • Loopt brandrondes
    • Doet aan brandwacht
    • Schat de situatie in (brand, rookontwikkeling,…) en neemt gepaste maatregelen
    • Doet aan schadebeperking en zorgt voor inperking van de brand
    • Verzekert de stabiliteit van het schip
    • Overlegt met actoren (autoriteiten, haven, ...)
    • Organiseert evacuatie indien nodig
    • Gebruikt (interne) communicatiemiddelen
    • Debrieft en identificeert mogelijke oorzaken van de brand indien mogelijk
    • Meet de schade op
    • Bepaalt de zeewaardigheid van het schip
    • Registreert en rapporteert na de brand
    • Gaat over tot schip verlaten indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ventilatiesystemen
    • Basiskennis van brandstof- en elektrische systemen
    • Kennis van veiligheidsprocedures
    • Kennis van de algemene principes bij (partieel) verlies van drijfvermogen
    • Kennis van scheepssterkte
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van gasdetectiesystemen
    • Kennis van veiligheidssignalisatie
    • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
    • Kennis van omgang met gezondheid schadende en schadelijke stoffen
    • Kennis van gebruik MSDS-sheets
    • Kennis van stabiliteit
    • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
    • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
    • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Grondige kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Competentie 15:
    Biedt medische eerste hulp
    • Neemt maatregelen bij ziekte of ongeval aan boord
    • Voert praktische medische handelingen uit met of zonder hulp van een medische gids of via radiomedisch advies
    • Schat, conform de eerste hulp praktijk, de ziektetoestand of het ongeval van een bemanningslid in en behandelt dit conform de internationale richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van toxicologische middelen (MFAG (Medical First Aid Guide for Use in Accidents Involving Dangerous Goods)
    • Basiskennis van geneesmiddelen (groepen, werking, dossage, toedieningswijze, vaccins…)
    • Basiskennis van anatomie en fysiologie
    • Basiskennis van hartinfarct, …
    • Basiskennis van behandelmethoden voor verwondingen, ziekten, …
    • Basiskennis van fracturen, dislocaties en rug- en spierletsels, …
    • Kennis van materiaal in het eerste hulp kit
    • Kennis van verdrinking, verstikking, …
    • Kennis van sterilisatie, …
    • Kennis van transport van zieke of gewonde personen
    • Kennis van medisch materiaal
    • Kennis van de privacyregels
    • Kennis van BLS
    • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Grondige kennis van EHBO
  • Competentie 16:
    Coördineert de reddingsoperatie en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten
    • Coördineert de reddingsoperatie vanop het reddende vaartuig
    • Coördineert de opvang van de overlevende
    • Geeft het bevel om het schip te verlaten
    • Bedient het hem toegewezen reddingsvaartuig
    • Leidt de overlevenden in het reddingsvaartuig
    • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken (SART, EPIRB, …) en -technieken
    • Gebruikt de noodzendapparatuur
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van probleemoplossende strategieën
    • Kennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
    • Kennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
    • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
    • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
    • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
    • Kennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
  • Competentie 17:
    Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
    • Past overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
    • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
    • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
    • Coördineert het leven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
    • Kennis van reddingsprocedures
    • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Competentie 18:
    Organiseert de voorraad
    • Volgt het budget op
    • Gebruikt software voor voorraadbeheer
    • Beheert de bevoorrading (wisselstukken, onderhoudsproducten, medische uitrusting, voeding, brandstof, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voorraadbeheer
    • Kennis van software voor voorraadbeheer
    • Kennis van inventarisatie
  • Competentie 19:
    Controleert de uitvoering van de huishoudelijke taken
    • Ziet toe op de accommodatie en het welbevinden van de bemanning (maaltijden, onderhoud, …)
    • Controleert of de bemanningsleden zich houden aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
    • Controleert de reiniging van de accommodatie
    • Volgt de richtlijnen voor afvalverwerking en ongediertebestrijding
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik MSDS-sheets
    • Kennis van schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
    • Kennis van wastechnieken
    • Kennis van ongediertebestrijding
  • Competentie 20:
    Begeleidt zijn bemanning
    • Zorgt voor de begeleiding van nieuwe bemanningsleden, stagiairs, …
    • Zorgt voor de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden met de uitrusting van het schip en met de bedrijfseigen reglementering
    • Volgt competenties van medewerkers op en bespreekt opleidingsmogelijkheden met de betrokkenen
    • Bespreekt de functionering van de stagiaires met de officier
    • Voert plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken
    • Regelt personeelswissel met het kantoor
    • Regelt de voorschotten van personeelsleden
    • Registreert en volgt de werk- en rusttijden op
    • Controleert de administratie van de bemanning
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van Cadet training record book
    • Kennis van opleidingstechnieken
    • Kennis van evaluatiesystemen
  • Competentie 21:
    Beheert de administratie en de wettelijke documenten
    • Verifieert de geldigheid van scheepsdocumenten en voert verrichtingen uit voor het administratief beheer van een schip (douaneaangifteformulieren van cargotransport, …)
    • Volgt de vaarbevoegdheidsbewijzen en de certificaten van de bemanning op
    • Informeert de rederij, de havenautoriteiten, de vlaggenstaat en anderen over afwijkende situaties
    • Vervult de wettelijke verplichte formaliteiten (personeelsdossier, scheepsjournaal, monsterboekje, meetbrief, registratie van het schip, exploitatievergunning, douanedocumenten, …
    • Controleert en vult de scheepslogboeken dagelijks (schriftelijk, elektronisch)
    • Houdt een reisverslag bij
    • Stelt een ‘notice of readiness’, ‘letter of protest’ op
    • Bezorgt de instanties aan wal dagelijks de verplichte scheepsinformatie
    • Houdt exploitatiedocumenten bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels
    • Kennis van scheepsdocumenten (oa logboeken,…)
    • Kennis van administratie
    • Kennis van softwarepaketten voor scheepvaartdocumenten
    • Kennis van verzekeringsvoorwaarden

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van anatomie en fysiologie
  • Basiskennis van behandelmethoden voor verwondingen, ziekten, …
  • Basiskennis van brandstof- en elektrische systemen
  • Basiskennis van elektrische veiligheidsnormen
  • Basiskennis van elektromechanica
  • Basiskennis van fracturen, dislocaties en rug- en spierletsels, …
  • Basiskennis van geneesmiddelen (groepen, werking, dossage, toedieningswijze, vaccins…)
  • Basiskennis van hartinfarct, …
  • Basiskennis van hydraulica
  • Basiskennis van informatica
  • Basiskennis van kostenbeheer
  • Basiskennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
  • Basiskennis van pneumatica
  • Basiskennis van reinigingstechnieken
  • Basiskennis van schildertechnieken
  • Basiskennis van schrijnwerk
  • Basiskennis van sleeptechnieken
  • Basiskennis van toxicologische middelen (MFAG (Medical First Aid Guide for Use in Accidents Involving Dangerous Goods)
  • Basiskennis van ventilatiesystemen
  • Kennis van aanslag- en lashingsmateriaal
  • Kennis van administratie
  • Kennis van administratieve software
  • Kennis van arbeidsveiligheid
  • Kennis van bediening van de nautische instrumenten en hulpmiddelen
  • Kennis van BLS
  • Kennis van Cadet training record book
  • Kennis van communicatie in het Engels
  • Kennis van cybersecurity
  • Kennis van de algemene principes bij (partieel) verlies van drijfvermogen
  • Kennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
  • Kennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
  • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
  • Kennis van de principes van het wachtlopen
  • Kennis van de privacyregels
  • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
  • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
  • Kennis van de scheepsonderdelen en hun terminologie
  • Kennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
  • Kennis van de technieken van aan-en afmeren
  • Kennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
  • Kennis van de verschillende types van lading
  • Kennis van de verschillende types van schepen en hun constructie
  • Kennis van een logboek
  • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Kennis van evaluatiesystemen
  • Kennis van gasdetectiesystemen
  • Kennis van gebruik MSDS-sheets
  • Kennis van gereedschap voor gebruik aan dek
  • Kennis van het beheer van wachtlopen
  • Kennis van inventarisatie
  • Kennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
  • Kennis van kwaliteitsmanagement
  • Kennis van laad- los en stouwtechnieken
  • Kennis van ladingsberekening
  • Kennis van manoeuvreer- en vaartechnieken (manoeuvreren volgens vaarroute, …)
  • Kennis van (manoeuvreer)eigenschappen van een schip
  • Kennis van manoeuvreertechnieken
  • Kennis van materiaal
  • Kennis van materiaal in het eerste hulp kit
  • Kennis van medisch materiaal
  • Kennis van meteorologie
  • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen (technisch)
  • Kennis van nautische instrumenten en hulpmiddelen
  • Kennis van nautische publicaties
  • Kennis van navigatie bij beperkt zicht
  • Kennis van noodsleeptechnieken
  • Kennis van omgang met gezondheid schadende en schadelijke stoffen
  • Kennis van onderhoudsprocedures en producten
  • Kennis van ongediertebestrijding
  • Kennis van opleidingstechnieken
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
  • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
  • Kennis van preventiemaatregelen
  • Kennis van principes van waterdichtheid van het schip
  • Kennis van principes voor het houden van een veilige wacht
  • Kennis van probleemoplossende strategieën
  • Kennis van professionele communicatietechnieken
  • Kennis van rapporteringssystemen (Reporting Systems, VTS-procedures…)
  • Kennis van reddingsprocedures
  • Kennis van regels voor het houden van de wacht
  • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van scheepsconstructies
  • Kennis van scheepsdocumenten (oa logboeken,…)
  • Kennis van scheepssterkte
  • Kennis van scheepstabiliteit
  • Kennis van scheepsuitrusting
  • Kennis van schiemanswerk
  • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
  • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Kennis van signalisatie
  • Kennis van software voor voorraadbeheer
  • Kennis van softwarepaketten voor scheepvaartdocumenten
  • Kennis van stabiliteit
  • Kennis van stabiliteit van schip
  • Kennis van sterilisatie, …
  • Kennis van transport van zieke of gewonde personen
  • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheidsmanagement
  • Kennis van veiligheidsprocedures
  • Kennis van veiligheidssignalisatie
  • Kennis van verdrinking, verstikking, …
  • Kennis van verwerking van de beschikbare stabiliteitsdata
  • Kennis van verzekeringsvoorwaarden
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van wastechnieken
  • Kennis van werken met lasten
  • Kennis van werking en beperkingen van hulpmiddelen voor de navigatie (radar, echosounder, …)
  • Grondige kennis van bediening van de nautische instrumenten en hulpmiddelen (operationeel)
  • Grondige kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Grondige kennis van de bedrijfseigen reglementering
  • Grondige kennis van EHBO
  • Grondige kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Grondige kennis van het gebruik van positiebepalingssystemen
  • Grondige kennis van invloed externe factoren (wind, stroming, …) op een schip
  • Grondige kennis van leiderschap
  • Grondige kennis van navigatietechnieken
  • Grondige kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
  • Grondige kennis van sociale vaardigheden
  • Grondige kennis van tijds- en snelheidsbepaling
  • Grondige kennis van toepassing internationale en nationale regelgeving
  • Grondige kennis van (werk)procedures

Cognitieve vaardigheden

  • Analyseert en synthetiseert de verkregen informatie aangaande veiligheid, kwaliteit, welzijn en milieu om verbeteringen uit te voeren
  • Analyseert gegevens en resultaten (kaarten, rapportage over incidenten, wetgeving, …)
  • Behandelt gevaarlijke stoffen conform de voorschriften
  • Beheert de bevoorrading (wisselstukken, onderhoudsproducten, medische uitrusting, voeding, brandstof, …)
  • Behoudt en bewaakt het drijfvermogen van het schip
  • Beoordeelt de situatie op basis van de informatie van de beschikbare instrumenten en de (visuele) observaties
  • Bepaalt de prioriteiten van de dag
  • Bepaalt de werking aan boord
  • Bereidt het schip voor om te laden/lossen
  • Bespreekt de functionering van de stagiaires met de officier
  • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, personen aan de wal, bemanningsleden, derde partijen,…), ook in het Engels
  • Communiceert met alle actoren indien nodig
  • Controleert de administratie van de bemanning
  • Controleert de behandeling van de afvalstoffen
  • Controleert de gegevens en de uitvoering van het onderhoudsprogramma
  • Controleert de lading
  • Controleert de naleving van de veiligheidsplannen
  • Controleert de reiniging van de accommodatie
  • Controleert een reisplan aan de hand van de verzamelde informatie (weersverwachting, waterstand, stromingen, berichten aan zeevarenden, breedte sluizen, …) waarbij mogelijke gevaren voor de navigatie worden geïdentificeerd voor het schip en zijn lading
  • Controleert en gebruikt het gekeurd aanslag- en zekeringsmateriaal conform de voorschriften
  • Controleert het borgen van de lading
  • Controleert instrumenten op hun goede werking
  • Controleert na reparatiedagen en droogdokken of het schip opnieuw zeewaardig is
  • Controleert of de bemanningsleden zich houden aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
  • Coördineert en neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
  • Debrieft en identificeert mogelijke oorzaken van de brand indien mogelijk
  • Doet aan brandwacht
  • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
  • Doet technische controlerondes
  • Draagt bij in de voorbereiding van periodieke droogdokking
  • Draagt de wacht over aan nieuwe OWW
  • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken (SART, EPIRB, …) en -technieken
  • Gebruikt software voor administratie en bedrijfseigen software (tekstverwerking, rekenblad, ...)
  • Gebruikt software voor voorraadbeheer
  • Geeft aanwijzingen aan de bemanning, om de manoeuvres uit te voeren
  • Geeft het bevel om het schip te verlaten
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Houdt een goede uitkijk, bij complexe situaties van visibiliteit en verkeer
  • Houdt rekening met de karakteristieken en de mogelijkheden van het schip
  • Houdt rekening met de stabiliteit van het schip
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Informeert de rederij, de havenautoriteiten, de vlaggenstaat en anderen over afwijkende situaties
  • Interpreteert weersinformatie en neemt gepaste maatregelen
  • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Leest plannen (voor reparaties, …) om de werkzaamheden voor te bereiden
  • Leidt operaties aan dek (ankeren, meren, …)
  • Loopt brandrondes
  • Maakt een overzicht van de beveiligingsdreigingen en implementeert de beveiligingsmaatregelen
  • Manoeuvreert het schip rekening houdend met de invloeden van externe factoren
  • Manoeuvreert het schip rekening houdend met de operationele limieten van de scheepsuitrusting
  • Meet de schade op
  • Merkt afwijkingen aan de uitrusting op en onderneemt actie
  • Neemt brandpreventiemaatregelen
  • Oefent de radiocommunicatie
  • Onderneemt actie bij afwijkingen van de veiligheidsuitrusting
  • Overlegt met actoren (autoriteiten, haven, ...)
  • Overlegt met de (hoofd)werktuigkundige indien nodig
  • Overlegt met de wal voor de praktische regelingen
  • Overlegt met externen inzake de maatregelen rond beveiliging
  • Past de bedrijfseigen reglementering toe
  • Past de internationale, nationale regelgeving toe
  • Past de milieuvoorschriften toe
  • Past de veiligheidsniveaus toe conform het risico
  • Past snelheid en koers van het schip aan de heersende omstandigheden aan
  • Plant de laad- en loswerkzaamheden conform de mogelijkheden van het schip
  • Rapporteert de actoren over de stand van zaken
  • Rapporteert de schade van de lading aan alle actoren
  • Rapporteert het incident en/of het accident aan actoren
  • Regelt de voorschotten van personeelsleden
  • Regelt personeelswissel met het kantoor
  • Registreert en rapporteert na de brand
  • Registreert en volgt de werk- en rusttijden op
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Respecteert rusttijden
  • Schat in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid worden
  • Stelt de instructies (standing orders) op ten aanzien van de officieren
  • Stelt een planning op en voert hierbij een risicoanalyse uit
  • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden, …)
  • Stuurt de bemanning aan om alert te zijn en onregelmatigheden te rapporteren
  • Superviseert bij de controle van de veiligheidsuitrusting
  • Superviseert de officier bij het bepalen van het vaarplan
  • Superviseert de uitvoering van het onderhoudsprogramma van het schip
  • Superviseert de veiligheidsoefeningen
  • Superviseert de wacht van de officieren
  • Superviseert de werking van de installaties en veiligheidsmaterieel
  • Superviseert en begeleidt de bemanning tijdens een incidenten en/of accident
  • Superviseert het gebruik van het veiligheidsmateriaal
  • Toetst de voortgang van het schip af aan de vooropgestelde planning
  • Valideert rusttijden, ook die van anderen
  • Verbetert kaarten en publicaties aan de hand van de laatst beschikbare informatie
  • Verifieert de geldigheid van scheepsdocumenten en voert verrichtingen uit voor het administratief beheer van een schip (douaneaangifteformulieren van cargotransport, …)
  • Verschaft vereiste veiligheidsinlichtingen aan de haven voorafgaand aan het aandoen van de haven
  • Verspreidt de noodzakelijke informatie aan de relevante autoriteiten
  • Vervult de wettelijke verplichte formaliteiten (personeelsdossier, scheepsjournaal, monsterboekje, meetbrief, registratie van het schip, exploitatievergunning, douanedocumenten, …
  • Verzamelt beschikbare informatie uit relevante bronnen (nautische publicaties, standing orders, ….) mbt de te plannen reis
  • Voert de bemanningsleden aan
  • Voert de richtlijnen uit ontvangen van de wal
  • Voert nieuwe opgelegde technieken in en controleert of deze worden toegepast
  • Voert plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken
  • Volgt aanwijzingen van de rederij op
  • Volgt competenties van medewerkers op en bespreekt opleidingsmogelijkheden met de betrokkenen
  • Volgt de berichten aan de zeevarenden op
  • Volgt de bewegingen van andere schepen op
  • Volgt de brandprocedures
  • Volgt de positie van het eigen schip op
  • Volgt de richtlijnen voor afvalverwerking en ongediertebestrijding
  • Volgt de vaarbevoegdheidsbewijzen en de certificaten van de bemanning op
  • Volgt de werkzaamheden van de bemanningsleden op en stuurt ze bij
  • Volgt het budget op
  • Volgt regelgeving op en zet deze om in scheepsbeveiligingsplannen
  • Volgt (verplichte) opleidingen die door de reder worden voorzien
  • Voorziet controleorganen voor toegang van personen, lading en middelen
  • Voorziet de impact van de eigen acties op de stabiliteit van het schip
  • Waakt over de veiligheid van de manoevreeroperaties
  • Werkt ecologisch
  • Werkt economisch
  • Werkt efficiënt samen met alle actoren
  • Werkt ergonomisch
  • Wijst taken aan de bemanningsleden toe conform hun competenties
  • Wisselt informatie uit met alle actoren
  • Ziet er op toe dat de bemanning de richtlijnen voor kwaliteit, veiligheid, milieu en welzijn naleven en past ze zelf toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Ziet toe op de accommodatie en het welbevinden van de bemanning (maaltijden, onderhoud, …)
  • Ziet toe op de toepassing van de bedrijfseigen reglementering door de bemanningsleden
  • Zorgt dat de stabiliteit en de sterktevereisten van het schip ten allen tijde bewaard blijft
  • Zorgt dat de stabiliteit van het schip ten allen tijde bewaard blijft
  • Zorgt voor de begeleiding van nieuwe bemanningsleden, stagiairs, …
  • Zorgt voor de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden met de uitrusting van het schip en met de bedrijfseigen reglementering
  • Zorgt voor een rustige en veilige vaart

Probleemoplossende vaardigheden

  • Bemiddelt bij conflicten
  • Bepaalt de zeewaardigheid van het schip
  • Bestuurt het schip in gecompliceerde- en noodsituaties
  • Bewaart de stabiliteit van het schip bij averij
  • Coördineert de opvang van de overlevende
  • Coördineert de reddingsoperatie vanop het reddende vaartuig
  • Coördineert en neemt gepaste maatregelen voor de uitvoering van de urgentiemaatregelen bij een incident en/of het accident of voert ze uit
  • Coördineert het leven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk
  • Detecteert de beveiligingsbedreigingen
  • Doet aan schadebeperking en zorgt voor inperking van de brand
  • Gaat over tot schip verlaten indien nodig
  • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
  • Identificeert en analyseert het incident en/of het accident en neemt gepaste maatregelen naar de vereisten van de rederij
  • Identificeert verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, …
  • Leidt de overlevenden in het reddingsvaartuig
  • Neemt maatregelen bij ziekte of ongeval aan boord
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
  • Organiseert evacuatie indien nodig
  • Past overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
  • Reageert adequaat op (nautische) noodsituaties
  • Reageert passend op een noodsignaal op zee en neemt deel aan de SAR-acties
  • Schat, conform de eerste hulp praktijk, de ziektetoestand of het ongeval van een bemanningslid in en behandelt dit conform de internationale richtlijnen
  • Schat de situatie in (brand, rookontwikkeling,…) en neemt gepaste maatregelen
  • Sleept schepen bij noodtoestanden volgens de voorziene procedures
  • Verzekert de stabiliteit van het schip
  • Verzekert de veiligheid van het schip, de opvarenden en de lading
  • Voert de handelingen uit om de effecten van slecht functioneren van bepaalde systemen te minimaliseren
  • Voert praktische medische handelingen uit met of zonder hulp van een medische gids of via radiomedisch advies

Motorische vaardigheden

  • Bedient het hem toegewezen reddingsvaartuig
  • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
  • Gebruikt de noodzendapparatuur
  • Gebruikt het aanwezige navigatiemateriaal (instrumenten, kaarten, boekwerk, software, …)
  • Gebruikt installaties voor monitorbewaking
  • Gebruikt (interne) communicatiemiddelen
  • Gebruikt (interne) communicatiemiddelen aan boord
  • Gebruikt navigatie-uitrusting
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Gebruikt signalisatiemateriaal (bakens, boeien, …)
  • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
  • Oefent EHBO
  • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
  • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • Recupereert materialen conform de procedures
  • Registreert de afvalstroom
  • Registreert de oefeningen en controles in het logboek
  • Registreert de werkzaamheden
  • Registreert het incident en/of accident in het logboek
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Vult het logboek in
  • Ziet er op toe dat de bemanning de richtlijnen voor milieu naleeft en past ze zelf toe

Omgevingscontext

  • De administratie moet conform de reglementering nauwgezet worden geregistreerd en doorgegeven aan de officiële instanties
  • De gezagvoerder draagt de volledige verantwoordelijkheid over het schip, de lading en bemanning
  • De gezagvoerder moet 24u op 24u beschikbaar zijn
  • De gezagvoerder vertegenwoordigt de vlaggenstaat en zijn rederij
  • De gezagvoerder werkt in een omgeving waarin leidinggevende, superviserende, coördinerende, opleidende, informerende, bewakende en uitvoerende taken moeten gecombineerd worden. Hij gaat hierbij zowel routinematige als meer specifieke handelingen uitvoeren. Hij moet bij alle omstandigheden snel, alert en oplossingsgericht te werk gaan
  • De organisatie van de werkzaamheden wordt deels bepaald door context specifieke elementen zoals infrastructuur, de steeds wisselende praktijksituaties en de gezagvoerder moet hier adequaat kunnen mee omgaan
  • De scheepvaart kent veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen
  • De tijd aan boord wordt contractueel overeengekomen
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode wat invloed heeft op de privacy van alle teamleden (diversiteit, verschillende nationaliteiten, culturen, karakters, …)
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het maritiem milieu. De activiteiten vinden plaats op het schip of in de directe nabijheid van het schip
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort lading
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met flexibele werktijden, in shift (volcontinu)
  • Door de snelle technologische evoluties moet de gezagvoerder levenslang leren
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten
  • Op een schip geldt een hiërarchische structuur die door alle teamleden gerespecteerd dient te worden, de gezagvoerder moet zijn leiderschap aanwenden om het vlotte verloop van de vaart te kunnen vrijwaren

Handelingscontext

  • De gezagvoerder coacht en motiveert zijn bemanningsleden
  • De gezagvoerder coördineert de taken van de bemanning
  • De gezagvoerder draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De gezagvoerder gaat op constructieve, effectieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden en externen
  • De gezagvoerder gebruikt besluitvormende technieken aangaande situatie en risicomanagement waarbij mogelijke opties worden geïdentificeerd en acties worden geselecteerd
  • De gezagvoerder handelt volgens de professionele, reglementaire (gedrags)code en de regelgeving
  • De gezagvoerder is discreet in de omgang met gevoelige informatie
  • De gezagvoerder kan gericht reageren in alle (nood)situaties
  • De gezagvoerder kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren
  • De gezagvoerder loopt wacht en coördineert de wacht
  • De gezagvoerder moet aandacht hebben voor de voedselveiligheid en hygiëne
  • De gezagvoerder moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen en het opzoeken van relevante bronnen
  • De gezagvoerder moet correct en nauwgezet kunnen werken om schade te voorkomen en/of te beperken
  • De gezagvoerder moet het schip kunnen managen dit impliceert efficiënt leiderschap, kennis van regelgeving, administratieve taken en personeelsmanagement
  • De gezagvoerder moet het werk van de bemanning superviseren en controleren
  • De gezagvoerder moet in alle omstandigheden besluitvaardig optreden
  • De gezagvoerder moet in alle omstandigheden kunnen navigeren en manoeuvreren
  • De gezagvoerder moet in alle omstandigheden stressbestendig zijn
  • De gezagvoerder moet risico’s inschatten
  • De gezagvoerder moet steeds de milieu-, veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren en aanpassen conform de vigerende wetgeving
  • De gezagvoerder moet stressbestendig zijn
  • De gezagvoerder moet zorgvuldig gebruik maken van materieel en materiaal
  • De gezagvoerder neemt beslissingen rekening houdend met de mogelijkheden van het team en de mogelijkheden van het schip
  • De gezagvoerder werkt in alle situaties oplossingsgericht en stelt prioriteiten
  • De gezagvoerder werkt proactief

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het beoordelen en oplossen van problemen en geschillen aan boord
  • het bepalen en controleren van de vaarroute
  • het coördineren van de voorraad
  • het geven van en superviseren van de opdrachten aangaande alle taken op het schip
  • het navigeren van het schip in alle omstandigheden
  • het superviseren, controleren van de werking van de installaties en het reddingsmaterieel
  • het superviseren, coördineren en controleren van de administratie en het up-to-date houden van alle documenten
  • het superviseren, coördineren en het verlenen van medische hulp
  • het superviseren en controleren van de werkzaamheden van de bemanning
  • het superviseren en coördineren van het evacuatieplan
  • het superviseren, organiseren en coördineren van alle taken aan boord van het schip
  • het superviseren, organiseren van de wacht en het wacht lopen
  • het superviseren van onderhoud van de scheepsuitrusting en herstelling van materialen
  • het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
  • de bedrijfseigen regelgeving
  • de nationale en internationale wetgeving
  • de tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • het ontvangen van werkopdracht van de reder
Doet beroep op
  • andere instanties (kustwacht, nabijgelegen schepen, radiomedisch advies, …) bij nood
  • de bemanning, rederij, scheepsagent, loods, …voor het ondersteunen van de activiteiten
  • de reder voor de opdracht
* "STCW-Verdrag" : het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, brevettering en wachtdienst, opgemaakt te Londen op 7 juli 1978 en goedgekeurd bij de wet van 16 augustus 1982;

Verantwoordelijkheid

  • Begeleidt zijn bemanning
  • Beheert de administratie en de wettelijke documenten
  • Bepaalt en superviseert het vaarplan voor schepen die varen nabij een kust
  • Biedt medische eerste hulp
  • Controleert de uitvoering van de huishoudelijke taken
  • Controleert en behoudt de zeewaardigheid van het schip
  • Coördineert de brandpreventie en brandbestrijding
  • Coördineert de reddingsoperatie en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten
  • Coördineert en superviseert de veiligheidsprocedures op het schip
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Handhaaft en controleert de implementatie van de internationale maritieme veiligheidsovereenkomsten en verantwoordelijkheden voor scheepsbeveiliging
  • Monitort de laad -en loswerkzaamheden
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Organiseert de voorraad
  • Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
  • Superviseert de manoeuvres of voert ze zelf uit (nadering sleepboot, af- en aanmeren, slepen, assistentie op zee, averij, ...)
  • Superviseert en coördineert bij incidenten en/of accident (storingen, inbreuk, ongeval, noodgeval, ...)
  • Superviseert het schip tijdens de wacht volgens de te volgen reisplanning en stuurt bij waar nodig of voert zelf het schip tijdens de wacht
  • Superviseert, organiseert en plant preventieve of correctieve onderhoudswerken
  • Werkt in teamverband en met andere actoren
  • Werkt met oog voor kwaliteit en ziet toe op de toepassing ervan

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Gezagvoerder STCW II/3’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Vaarbevoegdheidsbewijs zoals bepaald in Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden (24 mei 2006)