Operator automatisch diamantbewerken

 
BK-0399-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Operator automatisch diamantbewerken

Definitie

Snijdt en slijpt de diamant automatisch aan de hand van een strikt te volgen ruwplanning waarin de kwaliteit van de slijpvorm, grootte/gewicht, verhoudingen bepaald worden, teneinde het optimale rendement van de afgewerkte diamant, zoals vastgelegd in het plan, te bekomen.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 3, 2024

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt kwaliteitsvol.
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid.
    • Werkt met oog voor detail.
    • Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Ziet er op toe dat kwaliteitsvoorschriften worden nageleefd.
    • Past kwaliteitsnormen toe.
    • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsnormen.
    • Ziet er op toe dat kwaliteitsnormen worden nageleefd.
    • Gebruikt meetinstrumenten.
    • Gebruikt controle-instrumenten.
    • Evalueert de eigen werkzaamheden en stuurt indien nodig bij.
    • Evalueert de werkzaamheden van anderen en stuurt indien nodig bij.
    • Evalueert de kwaliteit van geleverde diensten en stuurt indien nodig bij.
    • Evalueert de kwaliteit van producten en stuurt indien nodig bij.
    • Spoort afwijkingen i.v.m. kwaliteit op.
    • Neemt maatregelen bij kwaliteitsafwijkingen.
    • Meldt afwijkingen i.v.m. kwaliteit.
    • Neemt actie bij producten die niet voldoen aan de voorschriften.
    • Respecteert kwaliteitsprocedures.
    • Voert kwaliteitscontroles uit.
    • Neemt en labelt representatieve stalen.
    • Volgt continu data op via beeldschermen.
    • Analyseert de resultaten van kwaliteitscontroles.
    • Vergelijkt resultaten van kwaliteitscontroles met kwaliteitsnormen.
    • Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit.
    • Optimaliseert kwaliteitsvoorschriften.
    • Optimaliseert kwaliteitsprocedures.
    • Optimaliseert kwaliteitsbeleid.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kwaliteitsvoorschriften
    • Basiskennis van kwaliteitsnormen
    • Basiskennis van kwaliteitsbeleid
    • Basiskennis van kwaliteitszorg
    • Kennis van het productieproces
    • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van beoordelingscriteria
    • Grondige kennis van toleranties
    • Grondige kennis van kritische controlepunten
    • Grondige kennis van staalnames
    • Grondige kennis van procedures voor productcontrole
    • Grondige kennis van procedures voor kwaliteitscontrole
    • Grondige kennis van kwaliteitsanalyse
    • Grondige kennis van kwaliteitsverbetering
  • Competentie 2:
    Werkt in teamverband.
    • Houdt zich aan de afspraken van het team.
    • Past de eigen manier van werken aan om het team vooruit te helpen.
    • Respecteert het werk van anderen.
    • Geeft constructieve feedback en doet suggesties.
    • Gaat constructief om met feedback.
    • Communiceert effectief en efficiënt.
    • Wisselt informatie uit.
    • Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan.
    • Werkt efficiënt samen.
    • Vraagt hulp of advies.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van sociaal en teamgericht handelen
    • Basiskennis van beroepsreglementering en plichtenleer
    • Kennis van informatiesystemen
    • Kennis van organisatiestructuur
    • Kennis van bedrijfscultuur
    • Kennis van bedrijfsgebonden werkafspraken
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 3:
    Bouwt de eigen deskundigheid op.
    • Raadpleegt vakspecifieke informatiebronnen.
    • Beoordeelt vakspecifieke informatiebronnen.
    • Bouwt een netwerk uit.
    • Onderhoudt een netwerk.
    • Past het geleerde toe in de praktijk.
    • Wisselt deskundigheid uit.
    • Gaat constructief om met feedback.
    • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
    • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
    • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
    • Vormt zich permanent (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia…).
    • Zoekt naar vormingen die tegemoet komen aan de eigen leerbehoefte.
    • Meldt de behoefte aan vorming.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van vakterminologie
    • Grondige kennis van vakspecifieke informatiebronnen
    • Grondige kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
    • Grondige kennis van vakspecifieke technieken, materialen en materieel
    • Grondige kennis van vakspecifiek netwerk
    • Grondige kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia…)
    • Grondige kennis van reflectietechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt duurzaam en milieubewust.
    • Werkt ecologisch.
    • Werkt conform milieuvoorschriften en -richtlijnen.
    • Ziet er op toe dat milieuvoorschriften worden gerespecteerd.
    • Houdt rekening met de mogelijke impact van werkzaamheden op het milieu.
    • Neemt maatregelen in het kader van milieubewust werken.
    • Beperkt afval en restproducten.
    • Sorteert afval volgens richtlijnen.
    • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen.
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
    • Werkt duurzaam.
    • Werkt met oog voor duurzaam gebruik van materialen en energie.
    • Gebruikt energiestromen duurzaam.
    • Gebruikt materialen duurzaam.
    • Gebruikt water duurzaam.
    • Verwerkt restmateriaal.
    • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen.
    • Werkt kostenbewust.
    • Gaat kostenbesparend om met materialen, arbeidsmiddelen en tijd.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ecologische (basis)principes
    • Basiskennis van ecologische producten
    • Basiskennis van ecosystemen
    • Basiskennis van milieuvoorschriften
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen
    • Basiskennis van afvalpreventie
    • Basiskennis van restproducten
    • Basiskennis van soorten afval
    • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Basiskennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
    • Basiskennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
    • Basiskennis van gevaarlijke en ontvlambare producten
    • Basiskennis van duurzame productiemethoden
    • Basiskennis van (basis)principes van duurzaamheid
    • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van energie(stromen)
    • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
    • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van water
    • Basiskennis van restmateriaal
    • Basiskennis van recuperatie van water
    • Basiskennis van verwerking van restmateriaal
    • Basiskennis van energieprestatieregelgeving (EPB, EPC, …)
    • Basiskennis van kostenbewustzijn
    • Basiskennis van richtlijnen om kostenbesparend te werken
  • Competentie 5:
    Houdt gegevens bij over de werkzaamheden.
    • Houdt zich aan (bedrijfsgebonden) richtlijnen.
    • Gebruikt taakgerichte software.
    • Registreert de werkzaamheden.
    • Rapporteert over de werkzaamheden.
    • Registreert gegevens over het productieproces.
    • Rapporteert over het productieproces.
    • Registreert het gebruik van materialen.
    • Registreert het gebruik van grondstoffen.
    • Draagt werkzaamheden over.
    • Wisselt informatie uit (mondeling, schriftelijk).
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van het productieproces
    • Kennis van registratietechnieken
    • Kennis van registratiesystemen
    • Kennis van rapporteringstechnieken
    • Kennis van projectmanagementtool
    • Kennis van taakgerichte software
    • Kennis van materialen
    • Kennis van grondstoffen
    • Kennis van voorraadbeheer
    • Kennis van (productie)planning
    • Kennis van het werkproces
    • Kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
    • Kennis van informatiestromen binnen de organisatie
  • Competentie 6:
    Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
    • Respecteert de codex welzijn op het werk.
    • Controleert de staat van de arbeidsmiddelen.
    • Draagt zorg voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen.
    • Meldt problemen i.v.m. welzijn op het werk.
    • Analyseert informatie i.v.m. welzijn op het werk.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. welzijn op het werk.
    • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. welzijn op het werk.
    • Past preventieve maatregelen toe om welzijn op het werk te garanderen.
    • Werkt ergonomisch.
    • Meldt problemen i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Analyseert informatie i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen.
    • Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Instrueert medewerkers in het werken volgens veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Gebruikt arbeidsmiddelen volgens de veiligheidsinstructies.
    • Past de veiligheidsprocedures toe.
    • Werkt op een ordelijke en nette manier.
    • Ziet toe op orde en netheid.
    • Richt de werkplek in.
    • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
    • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
    • Ruimt de werkplek op.
    • Gebruikt schoonmaakmaterieel en -middelen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van wetgeving "Welzijn op het werk"
    • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. welzijn op het werk
    • Basiskennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
    • Basiskennis van ergonomische werkhouding
    • Basiskennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
    • Basiskennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
    • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
    • Basiskennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Basiskennis van procedure voor risicoanalyse
    • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
    • Basiskennis van de inrichting van de werkplek
    • Basiskennis van schoonmaakmaterieel en -middelen
    • Kennis van arbeidsmiddelen
    • Kennis van gebruik van arbeidsmiddelen
  • Competentie 7:
    Snijdt de diamant
    • Bedient het Eos-toestel voor het rondsnijden van diamant
    • Bedient het Eos-toestel voor het fantasiesnijden van diamant
    • Volgt de gangbare werkprocedure
    • Stelt de machine in volgens de berekening in functie van het optimale rendement van de afgewerkte diamant én volgens de gekozen vorm
    • Voert een verwerkingstest uit
    • Controleert de verwerkingsmethode van de machine
    • Start de machine op
    • Volgt het verwerkingsproces op via interpretatie van parameters
    • Vult het technisch dossier permanent aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van werkpostorganisatie
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van werking en bediening van de machines
    • Kennis van werkgereedschappen
    • Kennis van het lezen van technische tekeningen
    • Kennis van gemmologie
    • Kennis van tekentechnieken
    • Kennis van specifieke, hoogtechnologische soft- en hardware voor het bewerken van diamanten
    • Kennis van het interpreteren van ruwplanning
    • Kennis van diamantlaserzagen
    • Kennis van diamantzaagtechnieken
    • Kennis van het diamantverdeel- en zaagproces
    • Kennis van de bediening van het Eos-toestel
    • Grondige kennis slijpproces en slijptypes van diamanten
  • Competentie 8:
    Bedient automatische slijpapparatuur op basis van een computerplan
    • Verifieert de planning van de ruwe diamant
    • Bevestigt de ruwe diamant in de scanner van het WOS-toestel
    • Gebruikt de software bij het bevestigen van de ruwe diamant in de scanner van het WOS-toestel
    • Start de WOS-slijpautomaat op volgens de opstartprocedure
    • Controleert de goede functie van de WOS-slijpautomaat volgens de kalibratieprocedure
    • Bevestigt de ruwe verstelde diamant in de WOS-slijpautomaat
    • Start het slijpproces van de WOS-slijpautomaat volgens de planning
    • Volgt het raken van de diamant op de schijf
    • Volgt de diamant positionering van de machine
    • Vervangt de vorige ruwe diamant
    • Volgt de opvolgingsprocedure bij het vervangen van de vorige ruwe diamant
    • Controleert de functionaliteit van de WOS-slijpautomaat
    • Volgt de procedure om de machine te stoppen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van gemmologie
    • Kennis van specifieke, hoogtechnologische soft- en hardware voor het bewerken van diamanten
    • Kennis van slijpvormen volgens de kwalificatienormen
    • Kennis van de planning van ruwe diamant op basis van de software-oplossing
    • Kennis van het positioneren op een scan-dop en meten met een scanner
    • Kennis van de specifieke soft- en hardware van de WOS-slijpautomaat
    • Kennis van de bediening van de WOS-slijpautomaat
    • Kennis van het verloop van het WOS-slijpsysteem
    • Kennis van het procesverloop van WOS-slijpen
    • Kennis om de eindafwerking van een diamant te beoordelen na het WOS-slijpen
  • Competentie 9:
    Interpreteert de kwaliteitsbepaling van de geslepen diamant tijdens het slijpproces
    • Gebruikt een loep
    • Gebruikt een microscoop
    • Bekijkt de natuurlijke eigenschappen elke diamant
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van het lezen van technische tekeningen
    • Kennis van gemmologie
    • Kennis van tekentechnieken
    • Kennis van de slijprichting van diamanten
    • Kennis van specifieke, hoogtechnologische soft- en hardware voor het bewerken van diamanten
    • Kennis van slijpvormen volgens de kwalificatienormen
    • Kennis van het diamantverdeel- en zaagproces
    • Grondige kennis slijpproces en slijptypes van diamanten
  • Competentie 10:
    Geeft de technieken van het vak door
    • Volgt de vaardigheden van de collega’s op
    • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op
    • Doet suggesties voor opleiding
    • Geeft uitleg over de uitvoering van opdrachten
    • Geeft zelf het goede voorbeeld
    • Bespreekt de uitvoering van de opdrachten met de collega’s
    • Stuurt bij indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van rapporteringsmogelijkheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van kantoorsoftware

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van rapporteringsmogelijkheden
  • Basiskennis van werkpostorganisatie
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van sociaal en teamgericht handelen
  • Basiskennis van beroepsreglementering en plichtenleer
  • Basiskennis van wetgeving "Welzijn op het werk"
  • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. welzijn op het werk
  • Basiskennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
  • Basiskennis van ergonomische werkhouding
  • Basiskennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
  • Basiskennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
  • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
  • Basiskennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Basiskennis van procedure voor risicoanalyse
  • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
  • Basiskennis van de inrichting van de werkplek
  • Basiskennis van schoonmaakmaterieel en -middelen
  • Basiskennis van ecologische (basis)principes
  • Basiskennis van ecologische producten
  • Basiskennis van ecosystemen
  • Basiskennis van milieuvoorschriften
  • Basiskennis van milieunormen
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen
  • Basiskennis van afvalpreventie
  • Basiskennis van restproducten
  • Basiskennis van soorten afval
  • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
  • Basiskennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
  • Basiskennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Basiskennis van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Basiskennis van duurzame productiemethoden
  • Basiskennis van (basis)principes van duurzaamheid
  • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van energie(stromen)
  • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
  • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van water
  • Basiskennis van restmateriaal
  • Basiskennis van recuperatie van water
  • Basiskennis van verwerking van restmateriaal
  • Basiskennis van energieprestatieregelgeving (EPB, EPC, …)
  • Basiskennis van kostenbewustzijn
  • Basiskennis van richtlijnen om kostenbesparend te werken
  • Basiskennis van kwaliteitsvoorschriften
  • Basiskennis van kwaliteitsnormen
  • Basiskennis van kwaliteitsbeleid
  • Basiskennis van kwaliteitszorg
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van werking en bediening van de machines
  • Kennis van werkgereedschappen
  • Kennis van het lezen van technische tekeningen
  • Kennis van gemmologie
  • Kennis van tekentechnieken
  • Kennis van kantoorsoftware
  • Kennis van de slijprichting van diamanten
  • Kennis van specifieke, hoogtechnologische soft- en hardware voor het bewerken van diamanten
  • Kennis van slijpvormen volgens de kwalificatienormen
  • Kennis van het interpreteren van ruwplanning
  • Kennis van diamantlaserzagen
  • Kennis van diamantzaagtechnieken
  • Kennis van het diamantverdeel- en zaagproces
  • Kennis van de bediening van het Eos-toestel
  • Kennis van de planning van ruwe diamant op basis van de software-oplossing
  • Kennis van het positioneren op een scan-dop en meten met een scanner
  • Kennis van de specifieke soft- en hardware van de WOS-slijpautomaat
  • Kennis van de bediening van de WOS-slijpautomaat
  • Kennis van het verloop van het WOS-slijpsysteem
  • Kennis van het procesverloop van WOS-slijpen
  • Kennis om de eindafwerking van een diamant te beoordelen na het WOS-slijpen
  • Kennis van informatiesystemen
  • Kennis van organisatiestructuur
  • Kennis van bedrijfscultuur
  • Kennis van bedrijfsgebonden werkafspraken
  • Kennis van arbeidsmiddelen
  • Kennis van gebruik van arbeidsmiddelen
  • Kennis van het productieproces
  • Kennis van registratietechnieken
  • Kennis van registratiesystemen
  • Kennis van rapporteringstechnieken
  • Kennis van projectmanagementtool
  • Kennis van taakgerichte software
  • Kennis van materialen
  • Kennis van grondstoffen
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van (productie)planning
  • Kennis van het werkproces
  • Kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
  • Kennis van informatiestromen binnen de organisatie
  • Grondige kennis slijpproces en slijptypes van diamanten
  • Grondige kennis van vakterminologie
  • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van beoordelingscriteria
  • Grondige kennis van toleranties
  • Grondige kennis van kritische controlepunten
  • Grondige kennis van staalnames
  • Grondige kennis van procedures voor productcontrole
  • Grondige kennis van procedures voor kwaliteitscontrole
  • Grondige kennis van kwaliteitsanalyse
  • Grondige kennis van kwaliteitsverbetering
  • Grondige kennis van vakspecifieke informatiebronnen
  • Grondige kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
  • Grondige kennis van vakspecifieke technieken, materialen en materieel
  • Grondige kennis van vakspecifiek netwerk
  • Grondige kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia…)
  • Grondige kennis van reflectietechnieken

Cognitieve vaardigheden

  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid.
  • Werkt met oog voor detail.
  • Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Ziet er op toe dat kwaliteitsvoorschriften worden nageleefd.
  • Past kwaliteitsnormen toe.
  • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsnormen.
  • Ziet er op toe dat kwaliteitsnormen worden nageleefd.
  • Gebruikt meetinstrumenten.
  • Gebruikt controle-instrumenten.
  • Evalueert de eigen werkzaamheden en stuurt indien nodig bij.
  • Evalueert de werkzaamheden van anderen en stuurt indien nodig bij.
  • Evalueert de kwaliteit van geleverde diensten en stuurt indien nodig bij.
  • Evalueert de kwaliteit van producten en stuurt indien nodig bij.
  • Spoort afwijkingen i.v.m. kwaliteit op.
  • Neemt maatregelen bij kwaliteitsafwijkingen.
  • Meldt afwijkingen i.v.m. kwaliteit.
  • Neemt actie bij producten die niet voldoen aan de voorschriften.
  • Respecteert kwaliteitsprocedures.
  • Voert kwaliteitscontroles uit.
  • Neemt en labelt representatieve stalen.
  • Volgt continu data op via beeldschermen.
  • Analyseert de resultaten van kwaliteitscontroles.
  • Vergelijkt resultaten van kwaliteitscontroles met kwaliteitsnormen.
  • Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit.
  • Optimaliseert kwaliteitsvoorschriften.
  • Optimaliseert kwaliteitsprocedures.
  • Optimaliseert kwaliteitsbeleid.
  • Houdt zich aan de afspraken van het team.
  • Past de eigen manier van werken aan om het team vooruit te helpen.
  • Respecteert het werk van anderen.
  • Geeft constructieve feedback en doet suggesties.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Communiceert effectief en efficiënt.
  • Wisselt informatie uit.
  • Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan.
  • Werkt efficiënt samen.
  • Vraagt hulp of advies.
  • Raadpleegt vakspecifieke informatiebronnen.
  • Beoordeelt vakspecifieke informatiebronnen.
  • Bouwt een netwerk uit.
  • Onderhoudt een netwerk.
  • Past het geleerde toe in de praktijk.
  • Wisselt deskundigheid uit.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
  • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
  • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
  • Vormt zich permanent (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia…).
  • Zoekt naar vormingen die tegemoet komen aan de eigen leerbehoefte.
  • Meldt de behoefte aan vorming.
  • Werkt ecologisch.
  • Werkt conform milieuvoorschriften en -richtlijnen.
  • Ziet er op toe dat milieuvoorschriften worden gerespecteerd.
  • Houdt rekening met de mogelijke impact van werkzaamheden op het milieu.
  • Neemt maatregelen in het kader van milieubewust werken.
  • Beperkt afval en restproducten.
  • Sorteert afval volgens richtlijnen.
  • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen.
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
  • Werkt duurzaam.
  • Werkt met oog voor duurzaam gebruik van materialen en energie.
  • Gebruikt energiestromen duurzaam.
  • Gebruikt materialen duurzaam.
  • Gebruikt water duurzaam.
  • Verwerkt restmateriaal.
  • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen.
  • Werkt kostenbewust.
  • Gaat kostenbesparend om met materialen, arbeidsmiddelen en tijd.
  • Houdt zich aan (bedrijfsgebonden) richtlijnen.
  • Gebruikt taakgerichte software.
  • Registreert de werkzaamheden.
  • Rapporteert over de werkzaamheden.
  • Registreert gegevens over het productieproces.
  • Rapporteert over het productieproces.
  • Registreert het gebruik van materialen.
  • Registreert het gebruik van grondstoffen.
  • Draagt werkzaamheden over.
  • Wisselt informatie uit (mondeling, schriftelijk).
  • Respecteert de codex welzijn op het werk.
  • Controleert de staat van de arbeidsmiddelen.
  • Draagt zorg voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen.
  • Meldt problemen i.v.m. welzijn op het werk.
  • Analyseert informatie i.v.m. welzijn op het werk.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. welzijn op het werk.
  • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. welzijn op het werk.
  • Past preventieve maatregelen toe om welzijn op het werk te garanderen.
  • Werkt ergonomisch.
  • Meldt problemen i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Analyseert informatie i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen.
  • Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Instrueert medewerkers in het werken volgens veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Gebruikt arbeidsmiddelen volgens de veiligheidsinstructies.
  • Past de veiligheidsprocedures toe.
  • Werkt op een ordelijke en nette manier.
  • Ziet toe op orde en netheid.
  • Richt de werkplek in.
  • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
  • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
  • Ruimt de werkplek op.
  • Gebruikt schoonmaakmaterieel en -middelen.
  • Bedient het Eos-toestel voor het rondsnijden van diamant
  • Bedient het Eos-toestel voor het fantasiesnijden van diamant
  • Volgt de gangbare werkprocedure
  • Stelt de machine in volgens de berekening in functie van het optimale rendement van de afgewerkte diamant én volgens de gekozen vorm
  • Voert een verwerkingstest uit
  • Controleert de verwerkingsmethode van de machine
  • Start de machine op
  • Volgt het verwerkingsproces op via interpretatie van parameters
  • Vult het technisch dossier permanent aan
  • Verifieert de planning van de ruwe diamant
  • Gebruikt de software bij het bevestigen van de ruwe diamant in de scanner van het WOS-toestel
  • Start de WOS-slijpautomaat op volgens de opstartprocedure
  • Controleert de goede functie van de WOS-slijpautomaat volgens de kalibratieprocedure
  • Start het slijpproces van de WOS-slijpautomaat volgens de planning
  • Volgt het raken van de diamant op de schijf
  • Volgt de diamant positionering van de machine
  • Volgt de opvolgingsprocedure bij het vervangen van de vorige ruwe diamant
  • Controleert de functionaliteit van de WOS-slijpautomaat
  • Volgt de procedure om de machine te stoppen
  • Bekijkt de natuurlijke eigenschappen elke diamant
  • Volgt de vaardigheden van de collega’s op
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op
  • Doet suggesties voor opleiding
  • Geeft uitleg over de uitvoering van opdrachten
  • Geeft zelf het goede voorbeeld
  • Bespreekt de uitvoering van de opdrachten met de collega’s

Probleemoplossende vaardigheden

  • Stuurt bij indien nodig

Motorische vaardigheden

  • Bevestigt de ruwe diamant in de scanner van het WOS-toestel
  • Bevestigt de ruwe verstelde diamant in de WOS-slijpautomaat
  • Vervangt de vorige ruwe diamant
  • Gebruikt een loep
  • Gebruikt een microscoop

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt in een gespecialiseerde, technische context uitgeoefend. Omwille van de hoge waarde is de omgeving beveiligd.
  • Het werk wordt uitgevoerd in een technische werkplaatsomgeving.
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in een diamantslijpatelier met een beperkt aantal collega's.
  • Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, al dan niet in een onderneming.
  • Het beroep situeert zich in de diamantsector. De beroepsbeoefenaar moet zich steeds bewust zijn van de grote waarde van de objecten waarmee hij werkt.
  • Het beroep wordt uitgeoefend in optimale omstandigheden: licht, ergonomie …
  • Het beroep wordt uitsluitend uitgeoefend in een dag-systeem.
  • De werkcontext is gestructureerd met een belangrijke tijdsdruk en een permanent besef van de hoge kwaliteit van de handelingen.
  • Het beroep houdt het geregeld in contact komen met leveranciers, deskundigen en klanten in waarbij de communicatie in diverse talen gebeurt.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met verschillende collega’s in dezelfde ruimte.
  • Het beroep wordt uitgeoefend in een licht lawaaierige omgeving.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar moet uiterst nauwkeurig te werk gaan.
  • De beroepsbeoefenaar toont respect voor het vak, collega’s en concurrenten en vertegenwoordigt het beroep.
  • Het uitoefenen van het beroep veronderstelt onberispelijke moraliteit omwille van de grote waarde van de objecten waarmee de beroepsbeoefenaar werkt.
  • De beroepsbeoefenaar handelt conform de deontologische code van het bedrijf.
  • De beroepsbeoefenaar blijft steeds op de hoogte van vakspecifieke ontwikkelingen.
  • De beroepsbeoefenaar geeft blijk van grote handigheid en beschikt over bijzonder fijne manipulatieve vaardigheden.
  • Het werk impliceert het langdurig zitten in dezelfde positie.
  • Het beroep vereist kwaliteitsvol handelen.
  • De beroepsbeoefenaar gebruikt gereedschappen, materialen en apparatuur zorgvuldig en nauwkeurig.
  • De beroepsbeoefenaar werkt betrouwbaar en discreet.
  • Basiskennis van moderne vreemde talen kan een meerwaarde zijn: de diamantsector is een multiculturele sector waarin soms moet samengewerkt worden met verschillende nationaliteiten.
  • De beroepsbeoefenaar heeft oog voor detail, heeft een goed zicht en bezit een sterk ruimtelijk inzicht.
  • De beroepsbeoefenaar kan zelfstandig werken en is resultaatgericht.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met een zeer grote vorm van concentratie rond de uitvoeringsvereisten.
  • De beroepsbeoefenaar houdt steeds rekening met de vooropgestelde planning.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met de nodige flexibiliteit.
  • De beroepsbeoefenaar communiceert doelgericht.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met verschillende collega’s in dezelfde ruimte.
  • De beroepsbeoefenaar houdt rekening met veiligheidsvoorschriften.
  • De beroepsbeoefenaar gaat economisch en ecologisch om met grondstoffen.
  • De beroepsbeoefenaar is zich bewust van de grote impact van zijn handelingen.
  • De beroepsbeoefenaar volgt de evolutie van het verwerkingsproces op.
  • De beroepsbeoefenaar houdt steeds rekening met het optimale rendement van de afgewerkte diamant.
  • De beroepsbeoefenaar voert permanent fijne motorische handelingen uit.
  • De beroepsbeoefenaar voert het slijpproces uit volgens het bewerkingsplan.
  • De werkcontext is gestructureerd met een belangrijke tijdsdruk en een permanent besef van de hoge kwaliteit van de afwerkingsgraad (symmetrie, verhoudingen en oppervlaktekwaliteit).
  • Binnen dit beroep is een goede communicatie belangrijk o.a. voor het doorgeven van kennis aan collega’s.
  • Het handelen varieert naargelang de opdracht: de handelingen moeten worden afgestemd op de vraag van de opdrachtgever.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van het bewerkingsproces en de realisatie ervan.
  • het bijsturen van collega’s, indien nodig.
  • het correct gebruik van gereedschappen, materialen en apparatuur.
  • het accuraat werken.
  • het deontologisch correct werken.
Is gebonden aan
  • specifieke instructies.
  • de productieplanning.
  • de eigenschappen van de grondstoffen.
  • de deontologische code van het bedrijf.
  • een onberispelijke moraliteit.
  • de regels m.b.t. betrouwbaarheid en discretie.
  • de veiligheidsvoorschriften.
  • vakspecifieke ontwikkelingen.
  • de vooropgestelde kwaliteitsvereisten.
Doet beroep op
  • de productieverantwoordelijke bij probleemsituaties waarin bijsturing van het bewerkingsproces vereist is.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt kwaliteitsvol.
  • Werkt in teamverband.
  • Bouwt de eigen deskundigheid op.
  • Werkt duurzaam en milieubewust.
  • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden.
  • Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
  • Snijdt de diamant
  • Bedient automatische slijpapparatuur op basis van een computerplan
  • Interpreteert de kwaliteitsbepaling van de geslepen diamant tijdens het slijpproces
  • Geeft de technieken van het vak door

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.