Restauratievakman meubel

 
BK-0374-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Restauratievakman meubel

Definitie

De restauratievakman meubel conserveert, restaureert en werkt houten klassieke en moderne meubelen af teneinde deze in hun oorspronkelijke staat te herstellen.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 3, 2019

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en –voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Beperkt stofemissie
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en –voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van materialen en gereedschappen
  • Competentie 4:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 5:
    Transporteert intern grondstoffen, constructieonderdelen en materialen
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
    • Laadt, lost (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, ...)
    • Bevestigt en beveiligt tegen vervoerrisico's (het zekeren van ladingen, ...)
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van verpakkingstechnieken
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Competentie 6:
    Plant restauratiewerkzaamheden
    • Raadpleegt relevante informatie en interpreteert ze
    • Situeert een meubel op basis van de stijlkenmerken
    • Onderscheidt een authentiek meubel van een kopie of een mariage
    • Beoordeelt de materiaaltechnische toestand van het meubel
    • Schat de vereiste hoeveelheden en aard van de materialen en materieel in
    • Observeert, beschrijft, schetst of fotografeert een bestaande situatie in functie van de uitvoering van het werk
    • Maakt schetsen
    • Merkt eventuele gebreken in de oorspronkelijke constructie op
    • Plant de restauratiewerken en bepaalt mee de werkvolgorde (inclusief mogelijke schadelijke invloed van toekomstige werken)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en –voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van meubelstijlen
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van de oorspronkelijk gebruikte houtsoort of fineer
    • Kennis van aantastingen van hout (vocht, schimmels, insecten, gebreken) en de gevolgen daarvan
    • Kennis van verweringsprocessen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Competentie 7:
    Demonteert en recupereert onderdelen en grondstoffen voor restauratie en of conservatie (meubel)
    • Demonteert houten elementen
    • Identificeert de oorspronkelijk gebruikte verbindingstechniek
    • Maakt verbindingen los
    • Controleert welke houten onderdelen recupereerbaar zijn en/of geschikt zijn voor herstelling
    • Demonteert andere materialen dan hout (beslag, glas, spiegel, marmer, appliques,…)
    • Sorteert, stockeert, ordent en nummert herbruikbare grondstoffen en onderdelen
    • Beschermt en slaat grondstoffen en materialen op de gepaste manier op
    • Past veiligheidsvoorzieningen toe voor het wegnemen, laden, lossen en terugplaatsen van houten elementen
    • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke/conservator-restaurator
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van ontmantelingstechnieken voor een meubel
    • Kennis van (oude) verlijmingstechnieken en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor meubelen
    • Grondige kennis van manuele houtbewerkingstechnieken
    • Grondige kennis van de opbouw van originele meubelen
  • Competentie 8:
    Bereidt de conservatie en/of restauratie voor
    • Reinigt en verstevigt waar nodig
    • Schermt, indien nodig, te behouden elementen af
    • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van decapeertechnieken en -middelen voor hout
    • Kennis van reinigingstechnieken en -middelen voor hout
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 9:
    Conserveert het meubel preventief en curatief
    • Houdt zicht aan (technische) voorschriften en fiches
    • Verwijdert aangetaste materialen
    • Verwijdert verspreiden sporen (schimmels, insecten, …)
    • Bereidt conserveringsproducten voor
    • Vult poriën
    • Verduurzaamt hout
    • Past manuele en/of machinale conserveringstechnieken toe (borstel, injecteren, vernevelen, …)
    • Controleert de kwaliteit van de behandelde oppervlakte
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van chemie (i.f.v conserverings- en afwerkingstechnieken van meubelen)
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van aantastingen van hout (vocht, schimmels, insecten, gebreken) en de gevolgen daarvan
    • Kennis van de invloed van temperatuur, vocht en omgeving
    • Kennis van verduurzamingstechnieken en -middelen voor meubelen
    • Kennis van materialen en (hand)gereedschappen voor het conserveren/ restaureren van meubelen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van conserveringstechnieken en -middelen voor meubelen
    • Grondige kennis van afwerkingstechnieken en -middelen voor meubelen
  • Competentie 10:
    Verwijdert en vult aangetast hout op
    • Stelt vast tot waar het hout is aangetast
    • Verwijdert aangetast hout zonder bijkomende schade (kappen, zagen, …)
    • Maakt fixeerproducten aan
    • Brengt fixeerproducten aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van aantastingen van hout (vocht, schimmels, insecten, gebreken) en de gevolgen daarvan
    • Kennis van fixatietechnieken en -middelen in hout (injecteren, …)
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Grondige kennis van manuele houtbewerkingstechnieken
  • Competentie 11:
    Restaureert meubelen
    • Controleert de constructie en de verbindingen
    • Controleert de grondstoffen
    • Beoordeelt de originele constructie
    • Zet nieuwe houten stukken in
    • Herstelt inlegwerk (maquetterie, intarsia)
    • Herstelt breuken
    • Bewerkt (krimp)scheuren (stabiliseren, dichten, retoucheren)
    • Herstelt sculpteerwerk
    • Verlijmt schuren
    • Vult schuren op
    • Brengt (inleg)fineer aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van hout- en fineersoorten, hun eigenschappen, kwaliteit en geschiktheid voor de beoogde bestemming
    • Kennis van zaagwijzes voor hout en fineer
    • Kennis van het verwerken van fineer
    • Kennis van materialen en (hand)gereedschappen voor het conserveren/ restaureren van meubelen
    • Kennis van inlegtechnieken voor fineer
    • Kennis van (oude) verlijmingstechnieken en -middelen
    • Kennis van opspantechnieken en -middelen
    • Kennis van opvultechnieken en -middelen (krimp)scheuren
    • Kennis van oorspronkelijk beslag, het mechanisme ervan en de noodzakelijke uitsparingen ervoor
    • Kennis van de manieren waarop het origineel beslag werd gemonteerd
    • Kennis van herstelling- en retouchetechnieken en -middelen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor meubelen
    • Grondige kennis van de opbouw van originele meubelen
    • Grondige kennis van restauratietechnieken en -middelen voor meubelen (incl. voor- en nadelen)
  • Competentie 12:
    Voert manuele bewerkingen uit
    • Voert eenvoudig snijwerk uit
    • Beitelt eenvoudig motieven uit
    • Gebruikt manueel gereedschap
    • Maakt profileringen
    • Onderhoudt manueel gereedschap
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sculpteer/snijtechnieken
    • Kennis van het originele houtsnijwerk van meubelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van manuele houtbewerkingstechnieken
Achterliggende vaardigheden van de restauratievakman meubel
  • Competentie 13:
    Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen
    • Kantrecht en/of kort ruw hout af
    • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
    • Tekent uit te zagen onderdelen uit
    • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van afschrijfmethodes
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 14:
    Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
    • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
    • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
    • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
    • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
    • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van snijgereedschappen
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 15:
    Stelt (houtbewerkings)machines in en om
    • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
    • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
    • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
    • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
    • Maakt een proefstuk
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 16:
    Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
    • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
    • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
    • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
    • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 17:
    Buigt massief hout en plaatmateriaal
    • Houdt zich aan de gestelde buigmethode (verlijmen van dunne stroken, …)
    • Maakt of selecteert (contra)mallen
    • Past de geschikte buigmethode toe
    • Controleert de kwaliteit en maatvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van buigtechnieken
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van lijmsoorten
    • Kennis van montagetechnieken
  • Competentie 18:
    Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Controleert de beveiliging voor het opstarten
    • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
    • Schaaft tot ontruwde vlakken
    • Zaagt op maat
    • Boort gaten
    • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
    • Brengt profileringen aan
    • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
    • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Controleert de kwaliteit en maatvoering
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van randapparatuur
    • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
    • Kennis van bewerkingsmethodes
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 19:
    Vergaart onderdelen van meubelen
    • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
    • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
    • Verlijmt verbindingsgedeelten
    • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
    • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
    • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
    • Verwijdert lijmresten
    • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
    • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
    • Kennis van lijmsoorten
    • Kennis van montagetechnieken
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor meubelen
  • Competentie 20:
    Behandelt oppervlakken van meubelen (schuren, beschermen, afwerken, …)
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
    • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontstoffen, ontvetten, …)
    • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan (beitsen, boenen, kunstmatig verouderen, lakken, vernissen, …)
    • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken
    • Voert kleine herstellingen en retouches uit
    • Brengt interne codering aan (etiketten, labels, …)
    • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Kennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor meubelen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
    • Grondige kennis van afwerkingstechnieken en -middelen voor meubelen
  • Competentie 21:
    Monteert en regelt beslag aan meubelen af (scharnieren, lades, …)
    • Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Voorziet uitsparingen voor beslag, sluit- en schuifmechanismen
    • Stelt beslag, sluit- en schuifmechanismen samen
    • Bevestigt beslag, sluit- en schuifmechanismen
    • Regelt beslag, sluit- en schuifmechanismen af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van 32mm systeem
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van montagetechnieken
    • Grondige kennis van beslag, sluit- en schuifmechanismen voor meubelen
  • Competentie 22:
    Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
    • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op
    • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
    • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
    • Registreert basisonderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 23:
    Werkt meubelen af
    • Integreert andere materialen aan het meubel (glas, …)
    • Regelt beslag, sluit- en schuifmechanismen
    • Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk
    • Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Grondige kennis van beslag, sluit- en schuifmechanismen voor meubelen

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van chemie (i.f.v conserverings- en afwerkingstechnieken van meubelen)
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen en –voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
  • Basiskennis van sculpteer/snijtechnieken
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van informatiebronnen
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van meubelstijlen
  • Kennis van het originele houtsnijwerk van meubelen
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Kennis van hout- en fineersoorten, hun eigenschappen, kwaliteit en geschiktheid voor de beoogde bestemming
  • Kennis van de oorspronkelijk gebruikte houtsoort of fineer
  • Kennis van zaagwijzes voor hout en fineer
  • Kennis van het verwerken van fineer
  • Kennis van aantastingen van hout (vocht, schimmels, insecten, gebreken) en de gevolgen daarvan
  • Kennis van de invloed van temperatuur, vocht en omgeving
  • Kennis van verweringsprocessen
  • Kennis van decapeertechnieken en -middelen voor hout
  • Kennis van reinigingstechnieken en -middelen voor hout
  • Kennis van verduurzamingstechnieken en -middelen voor meubelen
  • Kennis van materialen en (hand)gereedschappen voor het conserveren/ restaureren van meubelen
  • Kennis van ontmantelingstechnieken voor een meubel
  • Kennis van fixatietechnieken en -middelen in hout (injecteren, …)
  • Kennis van inlegtechnieken voor fineer
  • Kennis van (oude) verlijmingstechnieken en -middelen
  • Kennis van opspantechnieken en -middelen
  • Kennis van opvultechnieken en -middelen (krimp)scheuren
  • Kennis van oorspronkelijk beslag, het mechanisme ervan en de noodzakelijke uitsparingen ervoor
  • Kennis van de manieren waarop het origineel beslag werd gemonteerd
  • Kennis van herstelling- en retouchetechnieken en -middelen
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor meubelen
  • Kennis van hout en plaatmaterialen
  • Kennis van materialen en gereedschappen
  • Kennis van 32mm systeem
  • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
  • Kennis van randapparatuur
  • Kennis van afschrijfmethodes
  • Kennis van snijgereedschappen
  • Kennis van verspaningstechnologie en -technieken
  • Kennis van bewerkingsmethodes
  • Kennis van buigtechnieken
  • Kennis van opspansystemen (manueel en machinaal)
  • Kennis van lijmsoorten
  • Kennis van montagetechnieken
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van verpakkingstechnieken
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van functionele rekenvaardigheden
  • Grondige kennis van beslag, sluit- en schuifmechanismen voor meubelen
  • Grondige kennis van (NC) (houtbewerkings)machines
  • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor meubelen
  • Grondige kennis van manuele houtbewerkingstechnieken
  • Grondige kennis van conserveringstechnieken en -middelen voor meubelen
  • Grondige kennis van afwerkingstechnieken en -middelen voor meubelen
  • Grondige kennis van de opbouw van originele meubelen
  • Grondige kennis van restauratietechnieken en -middelen voor meubelen (incl. voor- en nadelen)

Cognitieve vaardigheden

  • Raadpleegt relevante informatie en interpreteert ze
  • Situeert een meubel op basis van de stijlkenmerken
  • Onderscheidt een authentiek meubel van een kopie of een mariage
  • Beoordeelt de materiaaltechnische toestand van het meubel
  • Schat de vereiste hoeveelheden en aard van de materialen en materieel in
  • Observeert, beschrijft, schetst of fotografeert een bestaande situatie in functie van de uitvoering van het werk
  • Merkt eventuele gebreken in de oorspronkelijke constructie op
  • Plant de restauratiewerken en bepaalt mee de werkvolgorde (inclusief mogelijke schadelijke invloed van toekomstige werken)
  • Identificeert de oorspronkelijk gebruikte verbindingstechniek
  • Controleert welke houten onderdelen recupereerbaar zijn en/of geschikt zijn voor herstelling
  • Past veiligheidsvoorzieningen toe voor het wegnemen, laden, lossen en terugplaatsen van houten elementen
  • Houdt zicht aan (technische) voorschriften en fiches
  • Controleert de kwaliteit van de behandelde oppervlakte
  • Stelt vast tot waar het hout is aangetast
  • Controleert de constructie en de verbindingen
  • Controleert de grondstoffen
  • Beoordeelt de originele constructie
  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Houdt zich aan procedures en voorschriften
  • Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, …)
  • Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches
  • Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in
  • Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in
  • Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na
  • Houdt zich aan de gestelde buigmethode (verlijmen van dunne stroken, …)
  • Controleert de beveiliging voor het opstarten
  • Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden
  • Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen
  • Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering
  • Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken
  • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
  • Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk
  • Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
  • Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke
  • Registreert basisonderhoud

Probleemoplossende vaardigheden

  • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke/conservator-restaurator
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud aan de (houtbewerkings)machine op
  • Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen
  • Legt de werkzaamheden stil indien nodig
  • Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op

Motorische vaardigheden

  • Maakt schetsen
  • Demonteert houten elementen
  • Maakt verbindingen los
  • Demonteert andere materialen dan hout (beslag, glas, spiegel, marmer, appliques,…)
  • Sorteert, stockeert, ordent en nummert herbruikbare grondstoffen en onderdelen
  • Beschermt en slaat grondstoffen en materialen op de gepaste manier op
  • Reinigt en verstevigt waar nodig
  • Schermt, indien nodig, te behouden elementen af
  • Verwijdert aangetaste materialen
  • Verwijdert verspreiden sporen (schimmels, insecten, …)
  • Bereidt conserveringsproducten voor
  • Vult poriën
  • Verduurzaamt hout
  • Past manuele en/of machinale conserveringstechnieken toe (borstel, injecteren, vernevelen, …)
  • Verwijdert aangetast hout zonder bijkomende schade (kappen, zagen, …)
  • Maakt fixeerproducten aan
  • Brengt fixeerproducten aan
  • Zet nieuwe houten stukken in
  • Herstelt inlegwerk (maquetterie, intarsia)
  • Herstelt breuken
  • Bewerkt (krimp)scheuren (stabiliseren, dichten, retoucheren)
  • Herstelt sculpteerwerk
  • Verlijmt schuren
  • Vult schuren op
  • Brengt (inleg)fineer aan
  • Voert eenvoudig snijwerk uit
  • Beitelt eenvoudig motieven uit
  • Gebruikt manueel gereedschap
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Beperkt stofemissie
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
  • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Kantrecht en/of kort ruw hout af
  • Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, …)
  • Tekent uit te zagen onderdelen uit
  • Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan
  • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
  • Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, …)
  • Schrijft onderdelen volgens een éénvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af
  • Selecteert (snij)gereedschappen i.f.v. de uit te voeren bewerking
  • Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan
  • (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine en stelt ze af
  • Bergt (snij)gereedschappen veilig op
  • Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen
  • (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in
  • Maakt een proefstuk
  • Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines
  • Maakt of selecteert (contra)mallen
  • Past de geschikte buigmethode toe
  • Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken
  • Schaaft tot ontruwde vlakken
  • Zaagt op maat
  • Boort gaten
  • Brengt profileringen aan
  • Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op
  • Maakt, indien nodig, gebruik van mallen
  • Verlijmt verbindingsgedeelten
  • Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen
  • Past manuele en machinale opspantechnieken toe
  • Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, …)
  • Verwijdert lijmresten
  • Stapelt en merkt voor de volgende productiefase
  • Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor
  • Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontstoffen, ontvetten, …)
  • Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan (beitsen, boenen, kunstmatig verouderen, lakken, vernissen, …)
  • Voert kleine herstellingen en retouches uit
  • Brengt interne codering aan (etiketten, labels, …)
  • Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op
  • Voorziet uitsparingen voor beslag, sluit- en schuifmechanismen
  • Stelt beslag, sluit- en schuifmechanismen samen
  • Bevestigt beslag, sluit- en schuifmechanismen
  • Regelt beslag, sluit- en schuifmechanismen af
  • Integreert andere materialen aan het meubel (glas, …)
  • Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud
  • Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit
  • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
  • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
  • Laadt, lost (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, ...)
  • Bevestigt en beveiligt tegen vervoerrisico's (het zekeren van ladingen, ...)
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Maakt profileringen
  • Onderhoudt manueel gereedschap

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt meestal uitgeoefend in de werkplaats binnen ondernemingen. Uitzonderlijk gebeurt het op locatie, in bewoonde of in gebruik zijnde gebouwen
  • Dit beroep wordt meestal in een onderneming uitgeoefend waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • De werkopdrachten worden soms strikt afgebakend in de tijd en er heersen in sommige gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De houtsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaamheid. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • Binnen dit beroep maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor het oplopen van snijwonden, het klem raken van de machine, de terugslag van het werkstuk en/of van de machine, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie,… .
  • Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en (hout)stof voorkomen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar moet rekening houden met de historische context en de aanwezige erfgoedwaarde
  • De beroepsbeoefenaar moet oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • De beroepsbeoefenaar moet op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten, collega’s en derden.
  • De beroepsbeoefenaar moet aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek respecteren en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen met zorg gebruiken en onderhouden.
  • De beroepsbeoefenaar moet omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van (houtbewerkings)machines, gereedschappen en materialen is essentieel voor de beroepsuitoefening

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van de plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het bepalen van zijn werkvolgorde
  • het uitvoeren van zijn werkzaamheden, voorbereiden, bewerken, afwerken en controleren
  • het gebruiken van gereedschappen en machines
  • datgene wat binnen zijn opdracht en competenties ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
Is gebonden aan
  • deontologische codes, charters en conventies met betrekking tot erfgoed
  • de wetgeving rond erfgoedzorg
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- , gezondheids- , kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
  • afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega’s en derden
  • instructies van de leidinggevende
Doet beroep op
  • de leidinggevende/conservator-restaurator voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies.
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen.
  • (onderhouds)technieker en/of derden voor storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het machinepark.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Plant restauratiewerkzaamheden
  • Demonteert en recupereert onderdelen en grondstoffen voor restauratie en of conservatie (meubel)
  • Bereidt de conservatie en/of restauratie voor
  • Conserveert het meubel preventief en curatief
  • Verwijdert en vult aangetast hout op
  • Restaureert meubelen
  • Voert manuele bewerkingen uit
  • Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, …)
  • Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings)machines
  • Stelt (houtbewerkings)machines in en om
  • Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines
  • Buigt massief hout en plaatmateriaal
  • Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines
  • Vergaart onderdelen van meubelen
  • Behandelt oppervlakken van meubelen (schuren, beschermen, afwerken, …)
  • Monteert en regelt beslag aan meubelen af (scharnieren, lades, …)
  • Werkt meubelen af
  • Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines
  • Transporteert intern grondstoffen, constructieonderdelen en materialen

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.