Orthopedagogisch begeleider

 
BK-0446-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Orthopedagogisch begeleider

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "K120701 Sociaal-educatief werk"

Definitie

De orthopedagogisch begeleider informeert de cliënt, stelt het ondersteuningsplan op, ondersteunt en motiveert de cliënt tot het creëren of versterken van netwerken, begeleidt het wonen, werken, leren en vrije tijd van de cliënt in de dagdagelijkse context vanuit een hulpverlenende grondhouding van respect, empathie en aanvaarding teneinde de kwaliteit van leven/bestaan van de cliënt te ondersteunen.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s)
    • Verleent hulp binnen de grenzen van het wetgevend en professioneel kader
    • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie
    • Rapporteert aan de leidinggevende
    • Levert input voor het opstellen van doelstellingen van het eigen team
    • Werkt mee aan de realisatie van de doelstellingen van het eigen team
    • Ondersteunt collega’s bij het realiseren van de teamdoelstellingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de relevante wetgeving binnen de contexten (bijzondere jeugdzorg, voorzieningen voor personen met een handicap, kinder- en jeugdpsychiatrie, eerste lijn algemeen welzijnswerk, ouderenzorg, kinderziekenhuis, school, jeugdrechtbank, OCMW...
    • Basiskennis van het protocolakkoord over de delegatie van zorghandelingen
    • Basiskennis van het decreet integrale jeugdhulp
    • Basiskennis van het decreet rechtspositie minderjarige,
    • Basiskennis van de wetgeving rond voogdij en bewindvoering
    • Basiskennis van de wetgeving rond vrijheidsbeperkende maatregelen
    • Basiskennis van rapporteringstechnieken
  • Competentie 2:
    Handelt professioneel en volgens de deontologische principes
    • Handelt volgens de professionele, ethische en deontologische principes
    • Handelt bewust van eigen waarden en normen
    • Respecteert het referentiekader van de cliënt
    • Bouwt een relatie op met respect voor de medische, sociale en culturele achtergrond van de cliënt
    • Reflecteert over en draagt bij tot empowerment van de cliënt
    • Stimuleert de participatie van de cliënt in de samenleving
    • Betrekt de cliënt bij de besluitvorming over het hulpverleningstraject
    • Respecteert het beroepsgeheim conform het wettelijk kader
    • Verzorgt de eigen persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Werkt volgens de kwaliteitsprincipes
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
    • Kennis van sociaal-culturele eigenschappen van de verschillende doelgroepen
    • Kennis van kwaliteitszorg
    • Kennis van methodische technieken en modellen (biopsychosociaal model, empowerment, kwaliteit van leven…)
    • Kennis van het eigen referentiekader
  • Competentie 3:
    Werkt samen in (multidisciplinair) teamverband
    • Herkent en respecteert in het kader van de hulpverlening de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner
    • Werkt multidisciplinair samen om de gemeenschappelijke doelstellingen van de hulpverlening te verwezenlijken in een klimaat van respect en vertrouwen
    • Neemt een coachende en trekkende rol op binnen het eigen team
    • Overlegt met andere partners om samen tot beslissingen te komen
    • Maakt het eigen professionele standpunt kenbaar tijdens overleg met het multidisciplinaire team
    • Deelt en beheert gegevens met andere hulpverleners en instanties
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de disciplines en partners waarmee wordt samengewerkt
    • Kennis van vergadertechnieken
    • Kennis van interdisciplinair werken
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van technieken met betrekking tot (teamgerelateerde) sociale vaardigheden (feedback, zelfreflectie, groepsdynamiek, verbindende communicatie…)
  • Competentie 4:
    Communiceert professioneel en empathisch met de cliënt en het cliëntsysteem
    • Gaat op empathische wijze om met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden
    • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de cliënt
    • Vergewist zich ervan dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft
    • Past het taalgebruik aan in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm
    • Moedigt de cliënt aan tot zelfredzaamheid
    • Informeert en adviseert de cliënt om de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen
    • Betrekt reguliere diensten en het netwerk van de cliënt
    • Doet aan netwerkvorming en netwerkopbouw
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van sociaal-culturele eigenschappen van de verschillende doelgroepen
    • Kennis van het eigen referentiekader
    • Kennis van cliëntgerichte sociale vaardigheidstechnieken (vb. actief luisteren, conflicthantering, samenwerkingsvormen, bemiddelingstechnieken, adviestechnieken…)
    • Kennis van gesprekstechnieken (familiegesprek, motiverende gespreksvoering…)
    • Kennis van methodische technieken
    • Kennis van de sociale kaart
    • Kennis van netwerking
    • Kennis van de Nederlandse taal om op deskundige wijze het beroep uit te oefenen
  • Competentie 5:
    Gaat correct om met diversiteit
    • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de cliënt en het cliëntensysteem zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
    • Past de eigen hulpverleningsstijl aan ten aanzien van de cliënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van diversiteit: sociale (economische status, opleidingsniveau…), etnische, religieuze of filosofische achtergrond, seksuele geaardheid, gender…
  • Competentie 6:
    Bouwt eigen deskundigheid op
    • Neemt initiatief voor de eigen ontwikkeling op basis van feedback en zelfreflectie
    • Doet aan zelfzorg
    • Wisselt tips en ervaringen uit met collega’s om te leren van elkaars deskundigheid
    • Neemt deel aan vormingsactiviteiten en peer group meetings
    • Volgt de maatschappelijke en vakspecifieke ontwikkelingen op en linkt ze aan de eigen praktijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van professionele fora
    • Kennis van relevante informatiebronnen
    • Kennis van relevante opleidingen
    • Kennis van reflectietechnieken
    • Kennis van relevante maatschappelijk tendensen en knelpunten
  • Competentie 7:
    Plant de eigen activiteiten
    • Plant de eigen activiteiten en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
    • Voert zelfstandig de eigen taken uit, neemt hiervoor de verantwoordelijkheid en behoudt het overzicht
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van planningstechnieken
  • Competentie 8:
    Voert EHBO uit bij noodsituaties
    • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedure
    • Zorgt voor veiligheid van de cliënt
    • Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de cliënt
    • Past de noodzakelijke eerste hulp toe
    • Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van EHBO
  • Competentie 9:
    Raadpleegt de verzamelde informatie over de situatie van de cliënt
    • Interpreteert informatie over de cliënt en breidt deze uit met nieuw gewonnen informatie
    • Wint informatie in bij teamleden of hulpverleners
    • Vangt signalen van de cliënt of de omgeving op, interpreteert ze en overlegt hierover met team- en stafmedewerkers
    • Informeert zicht over de risico’s voor de cliënt en de omgeving (gezondheid, veiligheid,…)
    • Informeert zich over de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt
    • Bouwt een (tijdelijke) vertrouwensrelatie met de cliënt op met respect voor de eigenheid van de cliënt en zijn context
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van psychosociale wetenschappen
    • Kennis van cliëntgroepen: personen van alle leeftijden met variabele hulpvraag, rekening houdend met de sociale, psychologische, culturele, biologische en fysieke (omgevings)karakteristieken
    • Kennis van luister- en omgangstechnieken
    • Kennis van (digitale) communicatiehulpmiddelen
    • Kennis van observatietechnieken
  • Competentie 10:
    Stelt het ondersteuningsplan op samen met de cliënt en zijn omgeving
    • Overlegt met de cliënt en de omgeving en het eigen team
    • Weegt af welke noden en verwachtingen kunnen afgedekt worden door het realiseerbare zorgaanbod
    • Verwijst door naar andere zorgaanbieders indien bepaalde noden en verwachtingen niet kunnen worden afgedekt
    • Formuleert samen met de cliënt en de omgeving doelen op basis van de vraagverduidelijking
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de sociale kaart
    • Kennis van cliëntgroepen: personen van alle leeftijden met variabele hulpvraag, rekening houdend met de sociale, psychologische, culturele, biologische en fysieke (omgevings)karakteristieken
    • Kennis van technieken rond vraagverduidelijking
    • Kennis van Quality of Life modellen
    • Kennis van concentrische cirkels
    • Kennis van een ondersteuningsplan
  • Competentie 11:
    Voert het ondersteuningsplan uit samen met de cliënt en zijn omgeving
    • Begeleidt en ondersteunt de cliënt in het realiseren van hun doelen
    • Kiest werkvormen en instrumenten
    • Responsabiliseert de cliënt
    • Draagt bij tot het empoweren en emanciperen van de cliënt
    • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de cliënt, en draagt zorg voor het onderhouden en het afronden ervan
    • Creëert een klimaat van veiligheid, regelmaat, geborgenheid, openheid en structuur
    • Levert input voor de tussentijdse evaluatie van de voortgang van het ondersteuningsplan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitszorg
    • Kennis van een ondersteuningsplan
    • Kennis van pedagogische technieken
    • Kennis van diverse methodieken en werkvormen m.b.t. hulpverlening en veranderingsprocessen (vb. motivatiestrategieën, veranderstrategieën…)
    • Kennis van technieken voor conflictvoorkoming en -beheersing
    • Kennis van zelfbeheersings- en kalmeringstechnieken
  • Competentie 12:
    Ondersteunt en begeleidt de dagdagelijkse activiteiten (wonen, leren, werken en vrije tijd) en voor de cliënt en de cliëntgroep en intervenieert bij conflicten of incidenten
    • Hanteert consequent de leefregels binnen de groep en de regels van de instelling
    • Brengt structuur aan in de dagelijkse activiteiten
    • Begeleidt cliënten bij de hygiënische verzorging
    • Ziet erop toe dat tijdig naar werk of school wordt vertrokken
    • Ondersteunt de vrijetijdsbesteding op maat van de cliënt
    • Stimuleert de autonomie en ontwikkelingskansen van de cliënten
    • Reageert proactief op situaties die uit de hand dreigen te lopen
    • Herkent en reageert op signalen met betrekking tot de gezondheidstoestand
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van cliëntgroepen: personen van alle leeftijden met variabele hulpvraag, rekening houdend met de sociale, psychologische, culturele, biologische en fysieke (omgevings)karakteristieken
    • Kennis van pedagogische technieken
    • Kennis van technieken voor conflictvoorkoming en -beheersing
    • Kennis van zelfbeheersings- en kalmeringstechnieken
    • Kennis van groepsdynamische processen
  • Competentie 13:
    Ondersteunt en motiveert de cliënt tot het creëren of versterken van netwerken die voor de woon-, leer-, werk- en leefsituatie van de cliënt belangrijk zijn
    • Fungeert als verbindingsfiguur tussen (officiële) instanties en de cliënt
    • Stimuleert de cliënt om contact op te nemen met (officiële) instanties
    • Gaat samen met de cliënt naar (officiële) instanties
    • Brengt samen met de cliënt de persoonlijke administratie in orde
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de sociale kaart
    • Kennis van diverse methodieken en werkvormen m.b.t. hulpverlening en veranderingsprocessen (vb. motivatiestrategieën, veranderstrategieën…)
    • Kennis van de structuur en de werking van de contexten (OCMW, onderwijs, mutualiteiten, voorzieningen voor personen met een beperking, de maatwerksector, ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen, woon- en zorgcentra, gevangeniswezen en justitiehuizen, algemeen welzijnswerk, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg en bijzondere jeugdzorg…)
  • Competentie 14:
    Verhoogt de participatie van de cliënt in de omgeving om verbinding tot stand te brengen
    • Zoekt opportuniteiten tot verbinding met de omgeving
    • Organiseert sociale activiteiten
    • Informeert de omgeving
    • Betrekt de omgeving
    • Nodigt de omgeving uit voor activiteiten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technieken voor community building (vb. buurtvervlechting)
    • Kennis van organisatietechnieken
  • Competentie 15:
    Identificeert cliënten in een (sociale) noodsituatie en signaleert dit aan de leidinggevende
    • Herkent signalen van psychosociale en gezondheidsrisicosituaties en schat de ernst ervan in
    • Gaat in gesprek met de cliënt
    • Overlegt met de leidinggevende over verdere stappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van psychosociale risicosituaties (verslaving, verwaarlozing, suïcide…)
    • Kennis van gesprekstechnieken (familiegesprek, motiverende gespreksvoering…)
    • Kennis van de sociale kaart
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van de structuur en de werking van de contexten (OCMW, onderwijs, mutualiteiten, voorzieningen voor personen met een beperking, de maatwerksector, ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen, woon- en zorgcentra, gevangeniswezen en justitiehuizen, algemeen welzijnswerk, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg en bijzondere jeugdzorg…)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de relevante wetgeving binnen de contexten (bijzondere jeugdzorg, voorzieningen voor personen met een handicap, kinder- en jeugdpsychiatrie, eerste lijn algemeen welzijnswerk, ouderenzorg, kinderziekenhuis, school, jeugdrechtbank, OCMW...
  • Basiskennis van het protocolakkoord over de delegatie van zorghandelingen
  • Basiskennis van het decreet integrale jeugdhulp
  • Basiskennis van het decreet rechtspositie minderjarige,
  • Basiskennis van de wetgeving rond voogdij en bewindvoering
  • Basiskennis van de wetgeving rond vrijheidsbeperkende maatregelen
  • Basiskennis van rapporteringstechnieken
  • Basiskennis van psychosociale risicosituaties (verslaving, verwaarlozing, suïcide…)
  • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
  • Kennis van sociaal-culturele eigenschappen van de verschillende doelgroepen
  • Kennis van kwaliteitszorg
  • Kennis van methodische technieken en modellen (biopsychosociaal model, empowerment, kwaliteit van leven…)
  • Kennis van het eigen referentiekader
  • Kennis van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de disciplines en partners waarmee wordt samengewerkt
  • Kennis van vergadertechnieken
  • Kennis van interdisciplinair werken
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van technieken met betrekking tot (teamgerelateerde) sociale vaardigheden (feedback, zelfreflectie, groepsdynamiek, verbindende communicatie…)
  • Kennis van cliëntgerichte sociale vaardigheidstechnieken (vb. actief luisteren, conflicthantering, samenwerkingsvormen, bemiddelingstechnieken, adviestechnieken…)
  • Kennis van gesprekstechnieken (familiegesprek, motiverende gespreksvoering…)
  • Kennis van methodische technieken
  • Kennis van de sociale kaart
  • Kennis van netwerking
  • Kennis van de Nederlandse taal om op deskundige wijze het beroep uit te oefenen
  • Kennis van diversiteit: sociale (economische status, opleidingsniveau…), etnische, religieuze of filosofische achtergrond, seksuele geaardheid, gender…
  • Kennis van professionele fora
  • Kennis van relevante informatiebronnen
  • Kennis van relevante opleidingen
  • Kennis van reflectietechnieken
  • Kennis van relevante maatschappelijk tendensen en knelpunten
  • Kennis van planningstechnieken
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van psychosociale wetenschappen
  • Kennis van cliëntgroepen: personen van alle leeftijden met variabele hulpvraag, rekening houdend met de sociale, psychologische, culturele, biologische en fysieke (omgevings)karakteristieken
  • Kennis van luister- en omgangstechnieken
  • Kennis van (digitale) communicatiehulpmiddelen
  • Kennis van observatietechnieken
  • Kennis van technieken rond vraagverduidelijking
  • Kennis van Quality of Life modellen
  • Kennis van concentrische cirkels
  • Kennis van een ondersteuningsplan
  • Kennis van pedagogische technieken
  • Kennis van diverse methodieken en werkvormen m.b.t. hulpverlening en veranderingsprocessen (vb. motivatiestrategieën, veranderstrategieën…)
  • Kennis van technieken voor conflictvoorkoming en -beheersing
  • Kennis van zelfbeheersings- en kalmeringstechnieken
  • Kennis van groepsdynamische processen
  • Kennis van de structuur en de werking van de contexten (OCMW, onderwijs, mutualiteiten, voorzieningen voor personen met een beperking, de maatwerksector, ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen, woon- en zorgcentra, gevangeniswezen en justitiehuizen, algemeen welzijnswerk, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg en bijzondere jeugdzorg…)
  • Kennis van technieken voor community building (vb. buurtvervlechting)
  • Kennis van organisatietechnieken

Cognitieve vaardigheden

  • Verleent hulp binnen de grenzen van het wetgevend en professioneel kader
  • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie
  • Rapporteert aan de leidinggevende
  • Levert input voor het opstellen van doelstellingen van het eigen team
  • Werkt mee aan de realisatie van de doelstellingen van het eigen team
  • Ondersteunt collega’s bij het realiseren van de teamdoelstellingen
  • Handelt volgens de professionele, ethische en deontologische principes
  • Handelt bewust van eigen waarden en normen
  • Respecteert het referentiekader van de cliënt
  • Bouwt een relatie op met respect voor de medische, sociale en culturele achtergrond van de cliënt
  • Reflecteert over en draagt bij tot empowerment van de cliënt
  • Stimuleert de participatie van de cliënt in de samenleving
  • Betrekt de cliënt bij de besluitvorming over het hulpverleningstraject
  • Respecteert het beroepsgeheim conform het wettelijk kader
  • Verzorgt de eigen persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Werkt volgens de kwaliteitsprincipes
  • Herkent en respecteert in het kader van de hulpverlening de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner
  • Werkt multidisciplinair samen om de gemeenschappelijke doelstellingen van de hulpverlening te verwezenlijken in een klimaat van respect en vertrouwen
  • Neemt een coachende en trekkende rol op binnen het eigen team
  • Overlegt met andere partners om samen tot beslissingen te komen
  • Maakt het eigen professionele standpunt kenbaar tijdens overleg met het multidisciplinaire team
  • Deelt en beheert gegevens met andere hulpverleners en instanties
  • Gaat op empathische wijze om met de cliënt waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden
  • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de cliënt
  • Vergewist zich ervan dat hij/zij de cliënt correct begrepen heeft
  • Past het taalgebruik aan in functie van de cliënt, zowel naar inhoud als naar vorm
  • Moedigt de cliënt aan tot zelfredzaamheid
  • Informeert en adviseert de cliënt om de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen
  • Betrekt reguliere diensten en het netwerk van de cliënt
  • Doet aan netwerkvorming en netwerkopbouw
  • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de cliënt en het cliëntensysteem zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
  • Past de eigen hulpverleningsstijl aan ten aanzien van de cliënt
  • Neemt initiatief voor de eigen ontwikkeling op basis van feedback en zelfreflectie
  • Doet aan zelfzorg
  • Wisselt tips en ervaringen uit met collega’s om te leren van elkaars deskundigheid
  • Neemt deel aan vormingsactiviteiten en peer group meetings
  • Volgt de maatschappelijke en vakspecifieke ontwikkelingen op en linkt ze aan de eigen praktijk
  • Plant de eigen activiteiten en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
  • Voert zelfstandig de eigen taken uit, neemt hiervoor de verantwoordelijkheid en behoudt het overzicht
  • Zorgt voor veiligheid van de cliënt
  • Interpreteert informatie over de cliënt en breidt deze uit met nieuw gewonnen informatie
  • Wint informatie in bij teamleden of hulpverleners
  • Vangt signalen van de cliënt of de omgeving op, interpreteert ze en overlegt hierover met team- en stafmedewerkers
  • Informeert zicht over de risico’s voor de cliënt en de omgeving (gezondheid, veiligheid,…)
  • Informeert zich over de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt
  • Bouwt een (tijdelijke) vertrouwensrelatie met de cliënt op met respect voor de eigenheid van de cliënt en zijn context
  • Overlegt met de cliënt en de omgeving en het eigen team
  • Weegt af welke noden en verwachtingen kunnen afgedekt worden door het realiseerbare zorgaanbod
  • Verwijst door naar andere zorgaanbieders indien bepaalde noden en verwachtingen niet kunnen worden afgedekt
  • Formuleert samen met de cliënt en de omgeving doelen op basis van de vraagverduidelijking
  • Begeleidt en ondersteunt de cliënt in het realiseren van hun doelen
  • Kiest werkvormen en instrumenten
  • Responsabiliseert de cliënt
  • Draagt bij tot het empoweren en emanciperen van de cliënt
  • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de cliënt, en draagt zorg voor het onderhouden en het afronden ervan
  • Creëert een klimaat van veiligheid, regelmaat, geborgenheid, openheid en structuur
  • Levert input voor de tussentijdse evaluatie van de voortgang van het ondersteuningsplan
  • Hanteert consequent de leefregels binnen de groep en de regels van de instelling
  • Brengt structuur aan in de dagelijkse activiteiten
  • Begeleidt cliënten bij de hygiënische verzorging
  • Ziet erop toe dat tijdig naar werk of school wordt vertrokken
  • Ondersteunt de vrijetijdsbesteding op maat van de cliënt
  • Stimuleert de autonomie en ontwikkelingskansen van de cliënten
  • Fungeert als verbindingsfiguur tussen (officiële) instanties en de cliënt
  • Stimuleert de cliënt om contact op te nemen met (officiële) instanties
  • Gaat samen met de cliënt naar (officiële) instanties
  • Brengt samen met de cliënt de persoonlijke administratie in orde
  • Zoekt opportuniteiten tot verbinding met de omgeving
  • Organiseert sociale activiteiten
  • Informeert de omgeving
  • Betrekt de omgeving
  • Nodigt de omgeving uit voor activiteiten
  • Gaat in gesprek met de cliënt
  • Overlegt met de leidinggevende over verdere stappen

Probleemoplossende vaardigheden

  • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedure
  • Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de cliënt
  • Past de noodzakelijke eerste hulp toe
  • Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
  • Reageert proactief op situaties die uit de hand dreigen te lopen
  • Herkent en reageert op signalen met betrekking tot de gezondheidstoestand
  • Herkent signalen van psychosociale en gezondheidsrisicosituaties en schat de ernst ervan in

Omgevingscontext

  • Het beroep van orthopedagogisch begeleider kan in verschillende soorten voorzieningen en settings worden uitgeoefend: o.a. in multifunctionele centra, een dagcentrum of in de eigen woonomgeving van de cliënt. De ondersteuning en begeleiding kan residentieel, semi-residentieel of ambulant gebeuren. De meerderheid van de begeleiders voert hun werkzaamheden uit in een vaste werkomgeving.
  • Het wisselende aspect voor de orthopedagogisch begeleider is gesitueerd binnen de cliëntgroep waarmee ze geconfronteerd worden
  • De uitoefening van het beroep vergt flexibiliteit en stressbestendigheid omwille de variatie binnen de cliëntgroep
  • De orthopedagogisch begeleider kan zich aanpassen aan en flexibel opstellen bij wisselende werkomstandigheden (inhoud werk en wisselende dienstroosters)
  • De orthopedagogisch begeleider dient te kunnen werken in teamverband, multidisciplinair verband en/of op individuele basis
  • Bij dit beroep wordt er door alle begeleiders meegebouwd aan een cultuur van collegialiteit, welzijn, respect binnen de professionele relaties
  • De orthopedagogisch begeleider beschikt over een positieve inzet en engagement t.o.v. de hulverlening
  • De sector kent reglementeringen betreffende kwaliteitszorg…
  • In dit beroep moet de orthopedagogisch begeleider zorg dragen voor de eigen draagkracht en het eigen welbevinden. De begeleider geeft tijdig aan wanneer de draagkracht dreigt overschreden te worden en is bereid hieraan preventief te werken.

Handelingscontext

  • De orthopedagogisch begeleider handelt binnen het afgesproken kader. De orthopedagogisch begeleider neemt hierbij de volledige verantwoordelijkheid op voor de eigen begeleidingen en helpt collega’s bij hun begeleidingen. De orthopedagogisch begeleider is zich bewust van de eigen professionele grenzen.
  • De orthopedagogisch begeleider interpreteert concrete en abstracte gegevens over de cliënt binnen een afgelijnd kader en breidt de gegevens uit met nieuwe informatie
  • De orthopedagogisch begeleider gaat oplossingsgericht om met problematieken in complexe contexten. Hierbij vertrekt de orthopedagogisch begeleider vanuit een krachtgerichte empowerende houding waarbij op zoek gegaan wordt naar de vragen en mogelijkheden van de cliënt
  • De orthopedagogisch begeleider gaat vaak frequente en langdurige contacten aan met de cliënt en/of het cliëntsysteem
  • De orthopedagogisch begeleider werkt cliëntgericht waarbij het verhaal van de cliënt het uitgangspunt is
  • De orthopedagogisch begeleider dient op empathische wijze om te gaan met de cliënt
  • De orthopedagogisch begeleider bevordert in de contacten veiligheid, regelmaat, geborgenheid, openheid en structuur
  • De orthopedagogisch begeleider gaat voorzichtig en respectvol om met de cliënt
  • De orthopedagogisch begeleider geeft tijdig grenzen aan t.o.v. de cliënt en respecteert zelf ook de grenzen van de cliënt
  • De orthopedagogisch begeleider moet constructief kunnen omgaan met cliënten, klachten en/of specifieke verwachtingen
  • De orthopedagogisch begeleider is zich bewust van de impact van de eigen handelingen op de cliënt
  • De orthopedagogisch begeleider is zich bewust van de eigen referentiekader/eigen leefwereld op het eigen handelen
  • De orthopedagogisch begeleider wisselt op constructieve en transparante wijze informatie uit met de andere actoren conform het deontologisch kader
  • De orthopedagogisch begeleider werkt constructief samen met de collega’s, de leidinggevende en andere actoren
  • De orthopedagogisch begeleider neemt een coachende en trekkende rol op binnen een team
  • De orthopedisch begeleider dient de gemaakte afspraken, de wetgeving en de kwaliteitsprincipes te respecteren
  • De orthopedagogisch begeleider handelt discreet conform de professionele, ethische en deontologische principes
  • De orthopedagogisch begeleider functioneert autonoom en toont initiatief binnen het afgesproken kader en de grenzen van het wetgevend en professioneel kader tijdens de dagdagelijkse werkzaamheden, probleemsituaties…
  • De orthopedagogisch begeleider moet kwaliteitsvol handelen
  • De orthopedagogisch begeleider moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt levenslang leren en het volgen van aangeboden opleidingen
  • De orthopedagogisch begeleider dient de eigen werkzaamheden te organiseren binnen het afgesproken kader
  • De orthopedagogisch begeleider moet het positief imago van zijn organisatie uitstralen
  • De orthopedagogisch begeleider heeft aandacht voor een hygiënisch voorkomen en een verzorgd taalgebruik

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van het ondersteuningsplan conform de gemaakte afspraken met de cliënt en het team
  • Het kiezen van werkvormen en instrumenten
  • Het ondersteunen en begeleiden van de dagdagelijkse activiteiten (wonen, leren, werken en vrije tijd) voor de cliënt, waarbij de orthopedagogisch begeleider cognitieve vaardigheden toepast, procedures flexibel en inventief aanwendt om taken uit te voeren en problemen op strategische wijze oplost
  • Het doorverwijzen van de cliënt
  • Het ondersteunen van de cliënt bij het uitvoeren van het leggen van contacten in hun netwerk
  • Het plannen van de activiteiten en het wijzigen van de planning
Is gebonden aan
  • Wettelijke reglementeringen en procedure(s)
  • Protocollen
  • Het beroepsgeheim
  • Het ondersteuningsplan
  • Het beleid van de organisatie
  • Afspraken met de leidinggevende en het team
Doet beroep op
  • Het multidisciplinair team, eventueel het zelforganiserende team, de leidinggevende, collega’s, de cliënt, externen en de omgeving van de cliënt voor advies en samenwerking
  • Externe hulpbronnen

Verantwoordelijkheid

  • Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s)
  • Handelt professioneel en volgens de deontologische principes
  • Werkt samen in (multidisciplinair) teamverband
  • Communiceert professioneel en empathisch met de cliënt en het cliëntsysteem
  • Gaat correct om met diversiteit
  • Bouwt eigen deskundigheid op
  • Plant de eigen activiteiten
  • Voert EHBO uit bij noodsituaties
  • Raadpleegt de verzamelde informatie over de situatie van de cliënt
  • Stelt het ondersteuningsplan op samen met de cliënt en zijn omgeving
  • Voert het ondersteuningsplan uit samen met de cliënt en zijn omgeving
  • Ondersteunt en begeleidt de dagdagelijkse activiteiten (wonen, leren, werken en vrije tijd) en voor de cliënt en de cliëntgroep en intervenieert bij conflicten of incidenten
  • Ondersteunt en motiveert de cliënt tot het creëren of versterken van netwerken die voor de woon-, leer-, werk- en leefsituatie van de cliënt belangrijk zijn
  • Verhoogt de participatie van de cliënt in de omgeving om verbinding tot stand te brengen
  • Identificeert cliënten in een (sociale) noodsituatie en signaleert dit aan de leidinggevende

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.