Hippisch assistent
BK-0382-2
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Hippisch assistent
Definitie
Assisteert bij het verzorgen van paarden, het onderhoud van hippische accommodaties en materiaal en - in voorkomend geval - bij de africhting van paarden en de teelt van voedergewassen
teneinde hippische activiteiten of producties te ondersteunen
Afbakening
- In dit document wordt met het woord “paarden” verwezen naar paarden en pony’s.
Niveau (VKS en EQF)
3
Jaar van erkenning
versie 2, 2020
Competenties
Opsomming competenties
Algemeen
- Competentie 1:
Werkt in teamverband
- Communiceert en werkt samen met collega’s en externen (bv. hoefsmid, dierenarts)
- Past zich flexibel aan
- Rapporteert onregelmatigheden (blessures, ziektes, …) , problemen, noden (onderhoud van machines, volgen van opleiding, …) en relevante informatie aan de leidinggevende
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van vakterminologie
- Competentie 2:
Past (nieuwe) bedrijfseigen technieken en kennis toe
- Voert (nieuwe) bedrijfseigen technieken uit
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van sectorspecifieke informatie- en opleidingskanalen
- Competentie 3:
Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
- Voert hef/ tiltechnieken en andere ergonomische technieken uit
- Contacteert, indien nodig, de hulpdiensten
- Past bedrijfsrichtlijnen en -procedures (onderhoudsrichtlijnen en – planning, huisreglement …) toe
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ergonomische technieken, hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van EHBO
- Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van noodnummers
Bedrijfshygiëne
- Competentie 4:
Past richtlijnen betreffende de bedrijfshygiëne toe
- Voert de opgelegde maatregelen uit om de ziekte-insleep te voorkomen
- Voert de opgelegde maatregelen uit om ziekteoverdracht binnen en buiten het bedrijf te voorkomen
- Bestrijdt ongedierte (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
- Reinigt en desinfecteert materiaal en infrastructuur volgens de instructies van de leidinggevende
- Past hygiënevoorschriften en -richtlijnen toe betreffende werk- en beschermkledij
- Sorteert en slaat restafval, dierlijk afval en risicoafval op volgens de instructies van de leidinggevende
- Past de richtlijnen van de leidinggevende inzake milieu toe
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften
- Kennis van reinigings-, ontsmettingsprocedures en -producten (hier is gedeeltelijke overlap met de vorige activiteit)
- Kennis van persoonlijke hygiëne
Materiaal en machines
- Competentie 5:
Gebruikt machines en materiaal op een duurzame en correcte manier
- Hanteert machines en materiaal volgens de instructies van de leidinggevende
- Reinigt de machines en het materiaal vooraleer op te bergen
- Vervangt machines en materiaal volgens de instructies van de leidinggevende
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en materiaal
- Kennis van hippisch materiaal
- Competentie 6:
Onderhoudt machines en materiaal
- Identificeert afwijkingen, storingen, slijtage, defecten (wielen, banden, luchtdruk, vloeistofpeilen, veiligheidsvoorzieningen, signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’…) en de nood aan basisonderhoud aan machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal
- Rapporteert de nood aan specifiek- en basisonderhoud aan de leidinggevende
- Hanteert onderhoudsmateriaal
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan machines en materiaal (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ….)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van onderhoud van materiaal en machines
- Kennis van onderhoud van hippisch materiaal
Weide en ruwvoeder
- Competentie 7:
Assisteert bij het onderhouden van de weide
- Assisteert bij het maaien, de bemesting, onkruidbeheersing en het onderhouden van de gronden volgens de instructies van de leidinggevende
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van giftige planten
- Competentie 8:
Assisteert bij de ruwvoederwinning
- Assisteert bij het binnenhalen van de oogst
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van voedergewassen
Paarden en voorraadbeheer
- Competentie 9:
Assisteert bij het voorraadbeheer van verbruiksgoederen
- Controleert de kwaliteit en de omvang van de voorraad
- Rapporteert (komende) tekorten
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van verbruiksgoederen voor paarden
Registratie van gegevens van paarden
- Competentie 10:
Assisteert bij het uitvoeren van de hippische administratie
- Assisteert bij het registreren van de gegevens (bv. geboortedatum, afstamming, voederrantsoen, afwijkingen in gedrag en gezondheid, geneesmiddelengebruik, medische zorgen, vaccinatie, ontworming, bevruchtingsdatum, prestaties, werkregime,…) van paarden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van geneesmiddelen voor paarden
- Basiskennis van kantoorsoftware
Dagelijkse paardenverzorging
- Competentie 11:
Werkt op een veilige en diervriendelijke manier met paarden
- Handelt in functie van de natuurlijke gedragingen en instincten van paarden
- Werkt op een consistente manier met paarden
- Vermijdt risico’s die gepaard gaan met de omgang met paarden
- Streeft dierenwelzijn na
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis regelgeving dierenwelzijn
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Kennis van paardenwelzijn
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
- Competentie 12:
Verzorgt paarden
- Voert de dagelijkse basisverzorging uit (bv. voederen, verplaatsen, hoeven uitkrabben, stal uitmesten…)
- Toiletteert paarden in functie van hun deelname aan evenementen (bv. presentatie, vlechten,…)
- Benadert, verplaatst en behandelt paarden op een rustige en veilige manier
- Hanteert aangepast materiaal voor de verzorging van paarden (bv. scheerapparaat, verzorgingsproducten, hoevenkrabber,…)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van hoefverzorging
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Kennis van toilettage van paarden
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
- Competentie 13:
Voert opgelegde maatregelen uit met het oog op de algemene gezondheid van de paarden
- Merkt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden op (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
- Meldt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
- Voert eenvoudige curatieve behandelingen uit (bv. hoefijzer aftrekken, hoeven vijlen, kleine wonden of aandoeningen behandelen, EHBO,…
- Assisteert deskundigen bij specialistische verzorging
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ziektes bij paarden
- Basiskennis eerste zorg bij trauma’s
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
- Competentie 14:
Assisteert bij het fokken van een veulen
- Detecteert de bronst en informeert de leidinggevende
- Assisteert de dierenarts bij de opvolging van de bevruchting en de dracht
- Staat de merrie bij tijdens het veulenen en dient de eerste zorgen toe aan pasgeboren veulen
- Assisteert bij het spenen van het veulen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis voortplanting bij paarden
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
- Competentie 15:
Voedert de paarden
- Voedert de paarden volgens een voederplanning en individueel voederschema
- Geeft de paarden voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
- Voert een zintuiglijke controle uit op versheid van voeder en water
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van kwalitatieve voedingsproducten voor paarden
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
Huisvesting en infrastructuur
- Competentie 16:
Gebruikt en onderhoudt de huisvesting en assisteert bij de organisatie van een veilige en diervriendelijke huisvesting voor de paarden rekening houdend met de nood aan beweging en sociaal contact
- Plaatst water- en voedselvoorzieningen
- Huisvest de paarden volgens de voorziene verdeling, planning; aanpassingen (bv. drachtige merries, dekhengsten, zieke of gekwetste paarden, jonge paarden,…) en instructies van de leidinggevende
- Regelt de verluchting en verlichting in de stal zodat er een goed stalklimaat heerst
- Minimaliseert stress bij paarden/de kudde (bijvoorbeeld wanneer nieuwe paarden in de stal komen)
- Voert herstellingen uit aan de binnen- en buitenhuisvesting en alle bijhorende voorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten,…), volgens de instructies van de leidinggevende
- Gebruikt en onderhoudt de accommodatie en materialen voor de africhting en verzorging van de paarden (hindernissen, piste, poetsplaatsen…)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van optimaal stalklimaat
- Kennis van het regelen van het stalklimaat
Africhten en trainen van paarden
- Competentie 17:
Onderhoudt de eigen fysieke fitheid en rijvaardigheid in functie van het ondersteunen van de africhter
- Onderhoudt de eigen basisconditie (rider-fitness) i.f.v. preventie en geschiktheid als assistent van de paardenafrichter
- Werkt met paarden volgens de regels van het welzijn van het paard
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van rijvaardigheid (gangen, houding en zit, hulpgeving, basisafrichting van het paard ...)
- Basiskennis van rider-fitness (ruiterfitheid)
- Kennis van paardenwelzijn
- Competentie 18:
Leert de paarden de dagelijkse handelingen aan en oefent dagelijks
- Maakt paarden vertrouwd met aanrakingen
- Maakt paarden vertrouwd met basishandelingen; hippisch materiaal en het gebruik ervan (bv. halster aandoen, laten leiden, gebonden staan, borstelen optuigen, deken opleggen, …)
- Oefent en verbetert de dagelijkse handelingen (bv. verplaatsingen, stapmolen, wassen, hoefverzorging, op- en afzadelen, toiletteren…)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van regelgeving verkeer
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Kennis van hippisch materiaal
- Competentie 19:
Assisteert bij de africhting en opleiding van de paarden
- Maakt de paarden klaar voor de training (bv. poetsen, optomen, losrijden…)
- Assisteert tijdens trainingen (bv. hindernissen bouwen, paard vasthouden bij opstappen, uitstappen …)
- Voert de instructies van de africhter uit met betrekking tot de training van de paarden: longeren, rijden, buitenritten, conditionele opbouw i.f.v. de discipline, …
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van africhtingstechnieken
- Basiskennis van de fysiologie en anatomie van paarden
- Grondige kennis van grooming
- Competentie 20:
Assisteert bij de deelname aan wedstrijden
- Assisteert bij het wedstrijdklaar maken van paarden
- Bereidt wedstrijden voor volgens de instructies van de leidinggevende ( paarden groomen, getuig,…)
- Assisteert de paardenafrichter op wedstrijden (paard optomen, assistentie in de inrijpiste, timing in de gaten houden,…)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wedstrijdreglementering
- Kennis van hippisch materiaal
- Grondige kennis van grooming
- Competentie 21:
Geeft, volgens de instructies van de leidinggevende, alle aanwezige paarden voldoende beweging en vrije uitloop
- Voert, onder toezicht van een leidinggevende, het bewegingsschema uit van paarden die afgericht of opgeleid worden
- Plaatst paarden op de weide, in de piste, in de stapmolen, longeert…
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Grondige kennis van omgang met paarden (hippologie)
Transport van paarden
- Competentie 22:
Assisteert tijdens het leveren en afhalen van paarden
- Bereidt het voertuig voor volgens instructies van de leidinggevende
- Bereidt de paarden voor op een diervriendelijk en veilig transport
- Begeleidt de paarden van of naar het voertuig
- Verzorgt de paarden tijdens het transport
- Observeert de paarden tijdens transport
- Vermijdt stress en kwetsuren tijdens het transport van paarden
- Past de richtlijnen van de leidinggevende inzake ‘transport van paarden’ en verkeer toe
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van transporteren van paarden (laden, lossen, …)
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis eerste zorg bij trauma’s
- Basiskennis regelgeving dierenwelzijn
- Basiskennis van africhtingstechnieken
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Basiskennis van de fysiologie en anatomie van paarden
- Basiskennis van de psychologie van paarden
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en materiaal
- Basiskennis van EHBO
- Basiskennis van ergonomische technieken, hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van geneesmiddelen voor paarden
- Basiskennis van giftige planten
- Basiskennis van hoefverzorging
- Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften
- Basiskennis van kantoorsoftware
- Basiskennis van kwalitatieve voedingsproducten voor paarden
- Basiskennis van onderhoud van materiaal en machines
- Basiskennis van regelgeving verkeer
- Basiskennis van rider-fitness (ruiterfitheid)
- Basiskennis van rijvaardigheid (gangen, houding en zit, hulpgeving, basisafrichting van het paard ...)
- Basiskennis van sectorspecifieke informatie- en opleidingskanalen
- Basiskennis van verbruiksgoederen voor paarden
- Basiskennis van voedergewassen
- Basiskennis van wedstrijdreglementering
- Basiskennis van ziektes bij paarden
- Basiskennis voortplanting bij paarden
- Kennis van het regelen van het stalklimaat
- Kennis van hippisch materiaal
- Kennis van noodnummers
- Kennis van onderhoud van hippisch materiaal
- Kennis van optimaal stalklimaat
- Kennis van paardenwelzijn
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Kennis van reinigings-, ontsmettingsprocedures en -producten (hier is gedeeltelijke overlap met de vorige activiteit)
- Kennis van toilettage van paarden
- Kennis van transporteren van paarden (laden, lossen, …)
- Kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
- Grondige kennis van grooming
- Grondige kennis van omgang met paarden (hippologie)
Cognitieve vaardigheden
- Assisteert bij het registreren van de gegevens (bv. geboortedatum, afstamming, voederrantsoen, afwijkingen in gedrag en gezondheid, geneesmiddelengebruik, medische zorgen, vaccinatie, ontworming, bevruchtingsdatum, prestaties, werkregime,…) van paarden
- Communiceert en werkt samen met collega’s en externen (bv. hoefsmid, dierenarts)
- Contacteert, indien nodig, de hulpdiensten
- Controleert de kwaliteit en de omvang van de voorraad
- Detecteert de bronst en informeert de leidinggevende
- Identificeert afwijkingen, storingen, slijtage, defecten (wielen, banden, luchtdruk, vloeistofpeilen, veiligheidsvoorzieningen, signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’…) en de nood aan basisonderhoud aan machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal
- Meldt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
- Merkt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden op (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
- Observeert de paarden tijdens transport
- Past bedrijfsrichtlijnen en -procedures (onderhoudsrichtlijnen en – planning, huisreglement …) toe
- Past de richtlijnen van de leidinggevende inzake milieu toe
- Past de richtlijnen van de leidinggevende inzake ‘transport van paarden’ en verkeer toe
- Past hygiënevoorschriften en -richtlijnen toe betreffende werk- en beschermkledij
- Rapporteert de nood aan specifiek- en basisonderhoud aan de leidinggevende
- Rapporteert (komende) tekorten
- Rapporteert onregelmatigheden (blessures, ziektes, …) , problemen, noden (onderhoud van machines, volgen van opleiding, …) en relevante informatie aan de leidinggevende
- Regelt de verluchting en verlichting in de stal zodat er een goed stalklimaat heerst
- Streeft dierenwelzijn na
- Voert een zintuiglijke controle uit op versheid van voeder en water
- Werkt met paarden volgens de regels van het welzijn van het paard
Probleemoplossende vaardigheden
- Handelt in functie van de natuurlijke gedragingen en instincten van paarden
- Minimaliseert stress bij paarden/de kudde (bijvoorbeeld wanneer nieuwe paarden in de stal komen)
- Past zich flexibel aan
- Vermijdt risico’s die gepaard gaan met de omgang met paarden
- Vermijdt stress en kwetsuren tijdens het transport van paarden
- Voert herstellingen uit aan de binnen- en buitenhuisvesting en alle bijhorende voorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten,…), volgens de instructies van de leidinggevende
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan machines en materiaal (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ….)
Motorische vaardigheden
- Assisteert bij het binnenhalen van de oogst
- Assisteert bij het maaien, de bemesting, onkruidbeheersing en het onderhouden van de gronden volgens de instructies van de leidinggevende
- Assisteert bij het spenen van het veulen
- Assisteert bij het wedstrijdklaar maken van paarden
- Assisteert de dierenarts bij de opvolging van de bevruchting en de dracht
- Assisteert de paardenafrichter op wedstrijden (paard optomen, assistentie in de inrijpiste, timing in de gaten houden,…)
- Assisteert deskundigen bij specialistische verzorging
- Assisteert tijdens trainingen (bv. hindernissen bouwen, paard vasthouden bij opstappen, uitstappen …)
- Begeleidt de paarden van of naar het voertuig
- Benadert, verplaatst en behandelt paarden op een rustige en veilige manier
- Bereidt de paarden voor op een diervriendelijk en veilig transport
- Bereidt het voertuig voor volgens instructies van de leidinggevende
- Bereidt wedstrijden voor volgens de instructies van de leidinggevende ( paarden groomen, getuig,…)
- Bestrijdt ongedierte (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
- Gebruikt en onderhoudt de accommodatie en materialen voor de africhting en verzorging van de paarden (hindernissen, piste, poetsplaatsen…)
- Geeft de paarden voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
- Hanteert aangepast materiaal voor de verzorging van paarden (bv. scheerapparaat, verzorgingsproducten, hoevenkrabber,…)
- Hanteert machines en materiaal volgens de instructies van de leidinggevende
- Hanteert onderhoudsmateriaal
- Huisvest de paarden volgens de voorziene verdeling, planning; aanpassingen (bv. drachtige merries, dekhengsten, zieke of gekwetste paarden, jonge paarden,…) en instructies van de leidinggevende
- Maakt de paarden klaar voor de training (bv. poetsen, optomen, losrijden…)
- Maakt paarden vertrouwd met aanrakingen
- Maakt paarden vertrouwd met basishandelingen; hippisch materiaal en het gebruik ervan (bv. halster aandoen, laten leiden, gebonden staan, borstelen optuigen, deken opleggen, …)
- Oefent en verbetert de dagelijkse handelingen (bv. verplaatsingen, stapmolen, wassen, hoefverzorging, op- en afzadelen, toiletteren…)
- Onderhoudt de eigen basisconditie (rider-fitness) i.f.v. preventie en geschiktheid als assistent van de paardenafrichter
- Plaatst paarden op de weide, in de piste, in de stapmolen, longeert…
- Plaatst water- en voedselvoorzieningen
- Reinigt de machines en het materiaal vooraleer op te bergen
- Reinigt en desinfecteert materiaal en infrastructuur volgens de instructies van de leidinggevende
- Sorteert en slaat restafval, dierlijk afval en risicoafval op volgens de instructies van de leidinggevende
- Staat de merrie bij tijdens het veulenen en dient de eerste zorgen toe aan pasgeboren veulen
- Toiletteert paarden in functie van hun deelname aan evenementen (bv. presentatie, vlechten,…)
- Vervangt machines en materiaal volgens de instructies van de leidinggevende
- Verzorgt de paarden tijdens het transport
- Voedert de paarden volgens een voederplanning en individueel voederschema
- Voert de dagelijkse basisverzorging uit (bv. voederen, verplaatsen, hoeven uitkrabben, stal uitmesten…)
- Voert de instructies van de africhter uit met betrekking tot de training van de paarden: longeren, rijden, buitenritten, conditionele opbouw i.f.v. de discipline, …
- Voert de opgelegde maatregelen uit om de ziekte-insleep te voorkomen
- Voert de opgelegde maatregelen uit om ziekteoverdracht binnen en buiten het bedrijf te voorkomen
- Voert eenvoudige curatieve behandelingen uit (bv. hoefijzer aftrekken, hoeven vijlen, kleine wonden of aandoeningen behandelen, EHBO,…
- Voert hef/ tiltechnieken en andere ergonomische technieken uit
- Voert (nieuwe) bedrijfseigen technieken uit
- Voert, onder toezicht van een leidinggevende, het bewegingsschema uit van paarden die afgericht of opgeleid worden
- Werkt op een consistente manier met paarden
Omgevingscontext
- De hippisch assistent is gebonden aan de regelgeving omtrent dierenwelzijn.
- De hippische assistent werkt met paarden waardoor voorzichtigheid geboden is.
- De werkzaamheden gebeuren steeds onder toezicht van de leidinggevende en dit overdag, soms 's nachts, tijdens weekends, zon en feestdagen. Dit vereist enige flexibiliteit naar werkuren en dagen.
- Het takenpakket is repetitief en wordt alleen of in teamverband uitgevoerd al dan niet in wisselende werkomstandigheden.
- Hij/zij is meestal tewerkgesteld in een voor hem vertrouwde omgeving - de machines, materialen en accommodaties zijn vertrouwd - met typische geuren.
Handelingscontext
- De hippisch assistent houdt bij het uitvoeren van de werkzaamheden rekening met de omgeving en de paarden.
- De hippisch assistent werkt volgens de instructies van de leidinggevende maar kan gepast reageren in kritische situaties (ziekte, ongevallen, defecten, ...).
- Hij/zij heeft aandacht voor dierenwelzijn en hygiëne voor zichzelf, derden en paarden. Ook heeft hij/zij aandacht voor ergonomie omdat hij/zij regelmatig lasten moet dragen, langdurig moet rechtstaan en rondlopen.
- Hij/zij is constant alert voor het gevaar en de risico's die verbonden zijn aan het omgaan en werken met paarden.
Autonomie
Is zelfstandig in
- Het aanleren van de dagelijkse handelingen van het paard
- Het gebruiken en onderhouden van machines, materiaal, huisvesting en infrastructuur
- Het onderhouden van de hippische accommodatie en infrastructuur
- Het uitvoeren van basisverzorgingstaken
Is gebonden aan
- Instructies van de dierenarts
- Instructies van de paardenhouder en paardenafrichter
- Normen en reglementeringen inzake dierenwelzijn, voedselveiligheid, transport, milieu, koop, verkeer, bedrijfsrichtlijnen en – procedures
- Specifieke verzorgingstechnieken
Doet beroep op
- De paardenafrichter, de paardenhouder en dierenarts ingeval van problemen en specifieke vragen
Verantwoordelijkheid
- Assisteert bij de africhting en opleiding van de paarden
- Assisteert bij de deelname aan wedstrijden
- Assisteert bij de ruwvoederwinning
- Assisteert bij het fokken van een veulen
- Assisteert bij het onderhouden van de weide
- Assisteert bij het uitvoeren van de hippische administratie
- Assisteert bij het voorraadbeheer van verbruiksgoederen
- Assisteert tijdens het leveren en afhalen van paarden
- Gebruikt en onderhoudt de huisvesting en assisteert bij de organisatie van een veilige en diervriendelijke huisvesting voor de paarden rekening houdend met de nood aan beweging en sociaal contact
- Gebruikt machines en materiaal op een duurzame en correcte manier
- Geeft, volgens de instructies van de leidinggevende, alle aanwezige paarden voldoende beweging en vrije uitloop
- Leert de paarden de dagelijkse handelingen aan en oefent dagelijks
- Onderhoudt de eigen fysieke fitheid en rijvaardigheid in functie van het ondersteunen van de africhter
- Onderhoudt machines en materiaal
- Past (nieuwe) bedrijfseigen technieken en kennis toe
- Past richtlijnen betreffende de bedrijfshygiëne toe
- Verzorgt paarden
- Voedert de paarden
- Voert opgelegde maatregelen uit met het oog op de algemene gezondheid van de paarden
- Werkt in teamverband
- Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
- Werkt op een veilige en diervriendelijke manier met paarden
Attesten en voorwaarden
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.