Paardenhouder

 
BK-0381-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Paardenhouder

Definitie

De paardenhouder verzorgt paardachtigen en verzorgt de teelt van voedergewassen volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele hippische activiteit of productie te bewerkstelligen

Afbakening

- In dit document wordt met het woord “paarden” verwezen naar paarden en pony’s.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

Algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert en werkt efficiënt samen met collega’s en externen (bv. hoefsmid, dierenarts)
    • Past zich flexibel aan
    • Rapporteert desgevallend aan de opdrachtgever of de eigenaar van de paarden of accommodatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Bouwt de eigen deskundigheid op
    • Informeert zich over nieuwe technieken en kennis in de paardensector
    • Voert nieuwe technieken uit in de dagelijkse werksituatie
    • Gebruikt eenvoudige kantoorsoftware
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sectorspecifieke informatie- en opleidingskanalen
    • Basiskennis van kantoorsoftware
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
    • Voert hef- / tiltechnieken en andere ergonomische technieken uit
    • Voert EHBO-technieken uit
    • Contacteert hulpdiensten indien nodig
    • Past bedrijfsrichtlijnen en -procedures (onderhoudsrichtlijnen en – planning, huisreglement …) toe
    • Contacteert indien nodig deskundigen (verzekeringsmakelaar, boekhouder, dierenarts …), desgevallend in samenspraak met de eigenaar of opdrachtgever
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ergonomische technieken, hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van noodnummers
    • Kennis van de psychologie van paarden
Bedrijfshygiëne
  • Competentie 4:
    Ziet toe op de bedrijfshygiëne
    • Voert maatregelen uit om ziekte-insleep (via bezoekers, erfbetreders, paarden van buitenaf,…) te voorkomen
    • Voert maatregelen uit om ziekteoverdracht binnen het bedrijf te voorkomen
    • Bestrijdt ongedierte (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
    • Reinigt en desinfecteert materiaal en infrastructuur
    • Past hygiënevoorschriften en -richtlijnen toe betreffende werk- en beschermkledij
    • Sorteert afval en slaat restafval, dierlijk afval en risicoafval op volgens de richtlijnen
    • Past regelgeving inzake milieu toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ziektes bij paarden
    • Basiskennis van ongediertebestrijding
    • Basiskennis van milieureglementering
    • Kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval en het opslaan van dierlijk afval
Materiaal en machines
  • Competentie 5:
    Gebruikt machines en materiaal op een duurzame en correcte manier
    • Kiest de juiste machines en materiaal in functie van de opdracht
    • Hanteert machines en materiaal volgens de richtlijnen
    • Reinigt de machines en het materiaal vooraleer op te bergen
    • Vervangt wanneer nodig machines en materiaal
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en materiaal
    • Kennis van hippisch materiaal
  • Competentie 6:
    Controleert dagelijks de machines en het materiaal en voert preventief of correctief basisonderhoud uit
    • Controleert machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal voor ingebruikname
    • Identificeert afwijkingen, storingen, slijtage, defecten (wielen, banden, luchtdruk, vloeistofpeilen, veiligheidsvoorzieningen, signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’) en de nood aan basisonderhoud aan machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal
    • Kiest de juiste onderhoudstechniek en het juiste onderhoudsmateriaal
    • Hanteert onderhoudsmateriaal
    • Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan machines en materiaal (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ….)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van onderhoud van materiaal en machines
    • Kennis van onderhoud van hippisch materiaal
Weide en ruwvoeder
  • Competentie 7:
    Onderhoudt de weide duurzaam
    • Voorziet in het maaien, de bemesting, onkruidbeheersing en het onderhoud van de gronden rekening houdend met bodemonderzoek en bemestingsnormen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis milieuregelgeving-
    • Basiskennis voor duurzaam weidebeheer
    • Basiskennis van giftige planten
  • Competentie 8:
    Doet aan ruwvoederwinning
    • Voorziet in het planten van ruwvoer
    • Voorziet in het binnenhalen van de oogst
    • Voorziet het stockeren van het ruwvoeder
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voedergewassen
    • Basiskennis van oogsten van ruwvoeder
    • Kennis van stockeren van ruwvoeder
Paarden en voorraadbeheer
  • Competentie 9:
    Legt een voorraad van verbruiksgoederen aan en houdt deze op peil
    • Controleert de kwaliteit en de omvang van de voorraad
    • Bestelt de juiste hoeveelheden verbruiksgoederen
    • Volgt bestellingen van de voorraad op
    • Controleert de levering van de voorraad
    • Voorziet stockeerruimte voor de verbruiksgoederen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kantoorsoftware
    • Kennis van verbruiksgoederen voor paarden
  • Competentie 10:
    Kiest paarden, materiaal en accommodatie in functie van de specifieke activiteiten en doelstellingen
    • Beoordeelt en selecteert paarden op basis van exterieur, bloedlijn, techniek, gezondheid, veterinaire keuring, karakter en prestaties
    • Beoordeelt en selecteert materiaal en accommodatie in functie van de activiteiten en doelstellingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende rassen
    • Basiskennis van fokkerij
    • Basiskennis van regelgeving van aan- en verkoop van paarden
    • Basiskennis van verkooptechnieken
    • Basiskennis van hippische activiteiten en producties
    • Kennis van hippisch materiaal
    • Kennis van exterieurleer, techniek en beweging van paarden
Registratie van gegevens van paarden
  • Competentie 11:
    Voert de hippische administratie uit conform de wetgeving
    • Klasseert een kopie van het paspoort in een classificatiesysteem
    • Regelt de administratie inzake identificatie en registratie
    • Neemt initiatief om verplicht te registreren medicatie door de dierenarts te laten noteren in het originele paspoort
    • Registreert gegevens van het paard (bv. geboortedatum, afstamming, voederrantsoen, afwijkingen in gedrag en gezondheid, geneesmiddelengebruik, medische zorgen, vaccinatie, ontworming, bevruchtingsdatum, prestaties, werkregime,… )
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kantoorsoftware
    • Basiskennis van regelgeving voedselveiligheid, identificatie en registratie van paarden
    • Basiskennis van administratie rond vaccinatie en medicatie
    • Basiskennis van geneesmiddelen voor paarden
Dagelijkse paardenverzorging
  • Competentie 12:
    Werkt op een veilige en diervriendelijke manier met paarden
    • Handelt in functie van de natuurlijke gedragingen en instincten van paarden
    • Werkt op een consistente manier met paarden
    • Vermijdt risico’s die gepaard gaan met de omgang met paarden
    • Streeft dierenwelzijn na
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis regelgeving dierenwelzijn
    • Kennis van paardenwelzijn
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
  • Competentie 13:
    Verzorgt paarden
    • Voert de dagelijkse basisverzorging uit (bv. voederen, verplaatsen, hoeven uitkrabben, stal uitmesten…)
    • Toiletteert de paarden
    • Benadert, verplaatst en behandelt paarden op een rustige en veilige manier
    • Hanteert aangepast materiaal voor de verzorging van paarden (bv. scheerapparaat, verzorgingsproducten, hoevenkrabber,…)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van hoefverzorging
    • Kennis van toilettage van paarden
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
  • Competentie 14:
    Voert preventieve en curatieve maatregelen uit met het oog op de algemene gezondheid van de paarden en stelt eventuele bijkomende maatregelen voor aan de leidinggevende of eigenaar
    • Merkt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden op (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
    • Stelt maatregelen betreffende de algemene verzorging van de paarden voor aan de leidinggevende of eigenaar, rekening houdend met diverse factoren die een impact hebben op de paarden (voeding, omgeving, training, …)
    • Contacteert bevoegde deskundigen voor het vaccineren, ontwormen, tandverzorging, hoefverzorging, ziekten, ….(dierenarts, hoefsmid, …)
    • Voert eenvoudige curatieve behandelingen uit (bv. hoefijzer aftrekken, hoeven vijlen, kleine wonden of aandoeningen behandelen, EHBO,… )
    • Assisteert deskundigen bij specialistische verzorging
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ziektes bij paarden
    • Basiskennis van de anatomie van paarden
    • Basiskennis van fysiologie van paarden
    • Basiskennis van specifieke kenmerken van parasieten bij paarden
    • Basiskennis eerste zorg bij trauma’s
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
  • Competentie 15:
    Begeleidt het fokken van veulens
    • Detecteert de bronst en neemt de nodige acties om de merrie te laten bevruchten
    • Assisteert de dierenarts bij de opvolging van de bevruchting en de dracht
    • Staat de merrie bij tijdens het veulenen en dient de eerste zorgen toe aan pasgeboren veulen
    • Plant de overgang van melk naar vaste voeding
    • Speent het veulen op een diervriendelijke manier
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van fokkerij
    • Basiskennis voortplanting bij paarden
    • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
  • Competentie 16:
    Bereidt het dagelijkse voederrantsoen van de paarden voor
    • Bepaalt het individueel rantsoen van ruwvoer en krachtvoer volgens de behoefte van de paarden (soort, samenstelling, hoeveelheid, arbeid, leeftijd, weidegang …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het assortiment voedingsproducten voor paarden
    • Kennis van voederrantsoenering
  • Competentie 17:
    Voedert de paarden
    • Voedert de paarden volgens een voederplanning en individueel voederschema
    • Geeft de paarden voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
    • Voert een zintuiglijke controle uit op versheid van voeder en water
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het spijsverteringsstelsel van paarden
    • Basiskennis van kwalitatieve voedingsproducten voor paarden
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
Huisvesting en infrastructuur
  • Competentie 18:
    Voorziet en onderhoudt een veilige en diervriendelijke huisvesting voor de paarden rekening houdend met de nood aan beweging en sociaal contact
    • Richt een veilige en diervriendelijke binnen- en buitenhuisvesting in met essentiële nutsvoorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten, water- en voedselvoorzieningen…)
    • Maakt een verdeling van de paarden over de voorziene huisvesting, rekening houdend met het aantal, de conditie en karakters van de paarden, de weersomstandigheden, omgevingsfactoren, kuddegeest…
    • Regelt de verluchting en verlichting in de stal zodat er een goed stalklimaat heerst
    • Minimaliseert stress bij paarden/de kudde (bijvoorbeeld wanneer nieuwe paarden in de stal komen)
    • Richt een aangepaste huisvesting in voor bijvoorbeeld drachtige merries, hengsten, zieke of gekwetste paarden, jonge paarden,…
    • Voert herstellingen uit aan de binnen- en buitenhuisvesting en alle bijhorende voorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten,…),
    • Onderhoudt de accommodatie en materialen voor de africhting en verzorging van de paarden (hindernissen, piste, poetsplaatsen…)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van optimaal stalklimaat
    • Grondige kennis van de verschillende huisvestingsmogelijkheden
Africhten en trainen van paarden
  • Competentie 19:
    Leert de paarden de dagelijkse handelingen aan en oefent dagelijks
    • Maakt paarden vertrouwd met aanrakingen
    • Maakt paarden vertrouwd met basishandelingen; hippisch materiaal en het gebruik ervan (bv. halster aandoen, laten leiden, gebonden staan, borstelen optuigen, deken opleggen, …)
    • Oefent en verbetert de dagelijkse handelingen (bv. verplaatsingen, stapmolen, wassen, hoefverzorging, op- en afzadelen, toiletteren…)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van hippisch materiaal
    • Kennis van de psychologie van paarden
  • Competentie 20:
    Zorgt ervoor dat de paarden de nodige beweging krijgen met het oog op een optimale mentale en fysieke conditie
    • Plant voldoende beweging en vrije uitloop voor alle paarden, rekening houdend met de individuele eigenschappen van het paard en de wensen van de betrokkenen (eigenaar, dierenarts, africhter, …)
    • Plaatst paarden op de weide, in de piste, in de stapmolen, longeert…
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de psychologie van paarden
    • Grondige kennis van omgang met paarden (hippologie)
Transport van paarden
  • Competentie 21:
    Plant en ondersteunt het transport van paarden
    • Maakt de nodige afspraken met de transportfirma
    • Bereidt het voertuig voor op een veilig, hygiënisch en diervriendelijk transport
    • Bereidt de paarden voor op een diervriendelijk en veilig transport
    • Verzamelt de nodige documenten (bv. gezondheidscertificaat, (kopie van) het paspoort,…)
    • Begeleidt de paarden van of naar het voertuig
    • Verzorgt de paarden tijdens het transport
    • Observeert de paarden tijdens transport
    • Vermijdt stress en kwetsuren tijdens het transport van het paard
    • Leeft de regelgeving inzake ‘transport van paarden’ en verkeer na
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van regelgeving transport van paarden
    • Kennis van transporteren van paarden (laden, lossen, …)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van sectorspecifieke informatie- en opleidingskanalen
  • Basiskennis van kantoorsoftware
  • Basiskennis van ergonomische technieken, hef- en tiltechnieken
  • Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften
  • Basiskennis van ziektes bij paarden
  • Basiskennis van ongediertebestrijding
  • Basiskennis milieuregelgeving-
  • Basiskennis van onderhoud van materiaal en machines
  • Basiskennis van voedergewassen
  • Basiskennis van oogsten van ruwvoeder
  • Basiskennis van de verschillende rassen
  • Basiskennis van fokkerij
  • Basiskennis van regelgeving van aan- en verkoop van paarden
  • Basiskennis van verkooptechnieken
  • Basiskennis van hippische activiteiten en producties
  • Basiskennis van regelgeving voedselveiligheid, identificatie en registratie van paarden
  • Basiskennis van administratie rond vaccinatie en medicatie
  • Basiskennis van geneesmiddelen voor paarden
  • Basiskennis regelgeving dierenwelzijn
  • Basiskennis van hoefverzorging
  • Basiskennis van de anatomie van paarden
  • Basiskennis van fysiologie van paarden
  • Basiskennis van specifieke kenmerken van parasieten bij paarden
  • Basiskennis eerste zorg bij trauma’s
  • Basiskennis voortplanting bij paarden
  • Basiskennis van het assortiment voedingsproducten voor paarden
  • Basiskennis van het spijsverteringsstelsel van paarden
  • Basiskennis van kwalitatieve voedingsproducten voor paarden
  • Basiskennis van regelgeving transport van paarden
  • Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en materiaal
  • Basiskennis van milieureglementering
  • Basiskennis voor duurzaam weidebeheer
  • Basiskennis van giftige planten
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van noodnummers
  • Kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval en het opslaan van dierlijk afval
  • Kennis van hippisch materiaal
  • Kennis van onderhoud van hippisch materiaal
  • Kennis van verbruiksgoederen voor paarden
  • Kennis van exterieurleer, techniek en beweging van paarden
  • Kennis van paardenwelzijn
  • Kennis van toilettage van paarden
  • Kennis van voederrantsoenering
  • Kennis van transporteren van paarden (laden, lossen, …)
  • Kennis van stockeren van ruwvoeder
  • Kennis van de psychologie van paarden
  • Grondige kennis van de verzorging en behoeften van paarden
  • Grondige kennis van optimaal stalklimaat
  • Grondige kennis van de verschillende huisvestingsmogelijkheden
  • Grondige kennis van omgang met paarden (hippologie)

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert en werkt efficiënt samen met collega’s en externen (bv. hoefsmid, dierenarts)
  • Rapporteert desgevallend aan de opdrachtgever of de eigenaar van de paarden of accommodatie
  • Informeert zich over nieuwe technieken en kennis in de paardensector
  • Gebruikt eenvoudige kantoorsoftware
  • Contacteert hulpdiensten indien nodig
  • Past bedrijfsrichtlijnen en -procedures (onderhoudsrichtlijnen en – planning, huisreglement …) toe
  • Contacteert indien nodig deskundigen (verzekeringsmakelaar, boekhouder, dierenarts …), desgevallend in samenspraak met de eigenaar of opdrachtgever
  • Past hygiënevoorschriften en -richtlijnen toe betreffende werk- en beschermkledij
  • Past regelgeving inzake milieu toe
  • Kiest de juiste machines en materiaal in functie van de opdracht
  • Controleert machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal voor ingebruikname
  • Identificeert afwijkingen, storingen, slijtage, defecten (wielen, banden, luchtdruk, vloeistofpeilen, veiligheidsvoorzieningen, signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’) en de nood aan basisonderhoud aan machines, bedrijfsvoertuigen en materiaal
  • Kiest de juiste onderhoudstechniek en het juiste onderhoudsmateriaal
  • Voorziet in het maaien, de bemesting, onkruidbeheersing en het onderhoud van de gronden rekening houdend met bodemonderzoek en bemestingsnormen
  • Voorziet in het planten van ruwvoer
  • Voorziet in het binnenhalen van de oogst
  • Voorziet het stockeren van het ruwvoeder
  • Controleert de kwaliteit en de omvang van de voorraad
  • Bestelt de juiste hoeveelheden verbruiksgoederen
  • Volgt bestellingen van de voorraad op
  • Controleert de levering van de voorraad
  • Voorziet stockeerruimte voor de verbruiksgoederen
  • Beoordeelt en selecteert paarden op basis van exterieur, bloedlijn, techniek, gezondheid, veterinaire keuring, karakter en prestaties
  • Beoordeelt en selecteert materiaal en accommodatie in functie van de activiteiten en doelstellingen
  • Klasseert een kopie van het paspoort in een classificatiesysteem
  • Regelt de administratie inzake identificatie en registratie
  • Neemt initiatief om verplicht te registreren medicatie door de dierenarts te laten noteren in het originele paspoort
  • Registreert gegevens van het paard (bv. geboortedatum, afstamming, voederrantsoen, afwijkingen in gedrag en gezondheid, geneesmiddelengebruik, medische zorgen, vaccinatie, ontworming, bevruchtingsdatum, prestaties, werkregime,… )
  • Vermijdt risico’s die gepaard gaan met de omgang met paarden
  • Streeft dierenwelzijn na
  • Merkt veranderingen in de gezondheidstoestand van de paarden op (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag, prestaties,…)
  • Contacteert bevoegde deskundigen voor het vaccineren, ontwormen, tandverzorging, hoefverzorging, ziekten, ….(dierenarts, hoefsmid, …)
  • Detecteert de bronst en neemt de nodige acties om de merrie te laten bevruchten
  • Plant de overgang van melk naar vaste voeding
  • Bepaalt het individueel rantsoen van ruwvoer en krachtvoer volgens de behoefte van de paarden (soort, samenstelling, hoeveelheid, arbeid, leeftijd, weidegang …)
  • Voert een zintuiglijke controle uit op versheid van voeder en water
  • Maakt een verdeling van de paarden over de voorziene huisvesting, rekening houdend met het aantal, de conditie en karakters van de paarden, de weersomstandigheden, omgevingsfactoren, kuddegeest…
  • Regelt de verluchting en verlichting in de stal zodat er een goed stalklimaat heerst
  • Richt een aangepaste huisvesting in voor bijvoorbeeld drachtige merries, hengsten, zieke of gekwetste paarden, jonge paarden,…
  • Plant voldoende beweging en vrije uitloop voor alle paarden, rekening houdend met de individuele eigenschappen van het paard en de wensen van de betrokkenen (eigenaar, dierenarts, africhter, …)
  • Maakt de nodige afspraken met de transportfirma
  • Verzamelt de nodige documenten (bv. gezondheidscertificaat, (kopie van) het paspoort,…)
  • Observeert de paarden tijdens transport
  • Leeft de regelgeving inzake ‘transport van paarden’ en verkeer na
  • Stelt maatregelen betreffende de algemene verzorging van de paarden voor aan de leidinggevende of eigenaar, rekening houdend met diverse factoren die een impact hebben op de paarden (voeding, omgeving, training, …)
  • Richt een veilige en diervriendelijke binnen- en buitenhuisvesting in met essentiële nutsvoorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten, water- en voedselvoorzieningen…)

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan
  • Bestrijdt ongedierte (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
  • Vervangt wanneer nodig machines en materiaal
  • Minimaliseert stress bij paarden/de kudde (bijvoorbeeld wanneer nieuwe paarden in de stal komen)
  • Vermijdt stress en kwetsuren tijdens het transport van het paard
  • Voert herstellingen uit aan de binnen- en buitenhuisvesting en alle bijhorende voorzieningen (afsluitingen, ondergrond, beschutting, deuren en poorten,…),
  • Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan machines en materiaal (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ….)

Motorische vaardigheden

  • Voert nieuwe technieken uit in de dagelijkse werksituatie
  • Voert hef- / tiltechnieken en andere ergonomische technieken uit
  • Voert EHBO-technieken uit
  • Voert maatregelen uit om ziekte-insleep (via bezoekers, erfbetreders, paarden van buitenaf,…) te voorkomen
  • Voert maatregelen uit om ziekteoverdracht binnen het bedrijf te voorkomen
  • Reinigt en desinfecteert materiaal en infrastructuur
  • Sorteert afval en slaat restafval, dierlijk afval en risicoafval op volgens de richtlijnen
  • Hanteert machines en materiaal volgens de richtlijnen
  • Reinigt de machines en het materiaal vooraleer op te bergen
  • Hanteert onderhoudsmateriaal
  • Handelt in functie van de natuurlijke gedragingen en instincten van paarden
  • Werkt op een consistente manier met paarden
  • Voert de dagelijkse basisverzorging uit (bv. voederen, verplaatsen, hoeven uitkrabben, stal uitmesten…)
  • Toiletteert de paarden
  • Benadert, verplaatst en behandelt paarden op een rustige en veilige manier
  • Hanteert aangepast materiaal voor de verzorging van paarden (bv. scheerapparaat, verzorgingsproducten, hoevenkrabber,…)
  • Voert eenvoudige curatieve behandelingen uit (bv. hoefijzer aftrekken, hoeven vijlen, kleine wonden of aandoeningen behandelen, EHBO,… )
  • Assisteert deskundigen bij specialistische verzorging
  • Assisteert de dierenarts bij de opvolging van de bevruchting en de dracht
  • Staat de merrie bij tijdens het veulenen en dient de eerste zorgen toe aan pasgeboren veulen
  • Speent het veulen op een diervriendelijke manier
  • Voedert de paarden volgens een voederplanning en individueel voederschema
  • Geeft de paarden voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
  • Onderhoudt de accommodatie en materialen voor de africhting en verzorging van de paarden (hindernissen, piste, poetsplaatsen…)
  • Maakt paarden vertrouwd met aanrakingen
  • Maakt paarden vertrouwd met basishandelingen; hippisch materiaal en het gebruik ervan (bv. halster aandoen, laten leiden, gebonden staan, borstelen optuigen, deken opleggen, …)
  • Oefent en verbetert de dagelijkse handelingen (bv. verplaatsingen, stapmolen, wassen, hoefverzorging, op- en afzadelen, toiletteren…)
  • Plaatst paarden op de weide, in de piste, in de stapmolen, longeert…
  • Bereidt het voertuig voor op een veilig, hygiënisch en diervriendelijk transport
  • Bereidt de paarden voor op een diervriendelijk en veilig transport
  • Begeleidt de paarden van of naar het voertuig
  • Verzorgt de paarden tijdens het transport

Omgevingscontext

  • De paardenhouder werkt in opdracht van paardeigenaars, uitbaters van hippische bedrijven, eigenaars van accomodaties (zie relevantiedocument). Binnen het takenpakket moet hij/zij prioriteren. De werkzaamheden worden alleen of in teamverband uitgevoerd al dan niet in wisselende omstandigheden en dit overdag, soms 's nachts, tijdens weekends, zon en feestdagen. Dit vereist enige flexibiliteit naar werkuren en dagen.
  • Hij/zij werkt met paarden waardoor voorzichtigheid geboden is. De paardenhouder is tewerkgesteld in een voor hem vertrouwde omgeving – de machines, materialen en accommodaties zijn vertrouwd – met typische geuren.
  • Hij/zij is gebonden aan regelgeving (dierenwelzijn, voedselveiligheid, transport, milieu, koop, verkeer, …) en moet onder tijdsdruk kunnen werken.

Handelingscontext

  • De paardenhouder houdt bij het uitvoeren en plannen van de werkzaamheden rekening met de omgeving en de paarden. Hij/zij handelt proactief met betrekking tot de veiligheid en het welzijn van zichzelf, derden en paarden en is constant alert voor het gevaar en de risico’s die verbonden zijn aan het omgaan en werken met paarden. De paardenhouder kan gepast reageren in kritische situaties (ziekte, ongevallen, defecten, …) en werkt voortdurend volgens de regelgeving en richtlijnen van dierenwelzijn, transport, koop, verkeer, … . Omwille van het regelmatig dragen van lasten, het langdurig rechtstaan en lopen moet de paardenhouder aandacht hebben voor ergonomie.
  • De taken zijn deels routineus. Voor specifieke taken is samenwerking met derden vereist (dierenarts, eigenaars van paarden…). . Omdat de paardenhouder regelmatig in overleg gaat met derden (dierenarts, hippisch assistent, eigenaar van het paard, paardenafrichter, …) moet hij/zij contactvaardig zijn. Hij/zij voert eenvoudige administratieve taken uit en gebruikt hiervoor eenvoudige (sectorgebonden) software.
  • De paardenhouder zorgt ervoor dat hij bij blijft in de ontwikkelingen van de sector. Hij/zij is leergierig en volgt opleidingen
  • De paardenhouder is alert voor de economische uitdagingen die gepaard gaan met het uitbaten van een professioneel hippisch bedrijf.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het verzorgen van de paarden
  • Het onderhouden van de hippische accommodatie en infrastructuur
  • Het gebruiken en onderhouden van machines, materiaal, huisvesting en infrastructuur
  • Het inrichten van de hippische accommodatie
  • Het verzamelen van de administratieve gegevens van de paarden en de algemene administratie
  • Het plannen van voldoende beweging voor de paarden
  • Het plannen van transport voor de paarden
  • Het aanleren van de dagelijkse handelingen voor het paard
  • Het beheren van de voorraad
  • Het selecteren, kopen en verkopen van paarden
Is gebonden aan
  • Normen en reglementeringen inzake dierenwelzijn, voedselveiligheid, transport, milieu, koop, verkeer,…
  • Instructies en doelstellingen voor het paard
  • Instructies van de dierenarts
  • De wensen van de eigenaar van het paard
Doet beroep op
  • Een dierenarts ingeval van specifieke vragen en zorgen
  • Een paardenafrichter voor het opstellen van een bewegings- en oefen/trainingsschema
  • Externen voor de grasvoerwinning, de boekhouding

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Bouwt de eigen deskundigheid op
  • Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
  • Ziet toe op de bedrijfshygiëne
  • Gebruikt machines en materiaal op een duurzame en correcte manier
  • Controleert dagelijks de machines en het materiaal en voert preventief of correctief basisonderhoud uit
  • Onderhoudt de weide duurzaam
  • Doet aan ruwvoederwinning
  • Legt een voorraad van verbruiksgoederen aan en houdt deze op peil
  • Kiest paarden, materiaal en accommodatie in functie van de specifieke activiteiten en doelstellingen
  • Voert de hippische administratie uit conform de wetgeving
  • Werkt op een veilige en diervriendelijke manier met paarden
  • Verzorgt paarden
  • Voert preventieve en curatieve maatregelen uit met het oog op de algemene gezondheid van de paarden en stelt eventuele bijkomende maatregelen voor aan de leidinggevende of eigenaar
  • Begeleidt het fokken van veulens
  • Bereidt het dagelijkse voederrantsoen van de paarden voor
  • Voedert de paarden
  • Voorziet en onderhoudt een veilige en diervriendelijke huisvesting voor de paarden rekening houdend met de nood aan beweging en sociaal contact
  • Leert de paarden de dagelijkse handelingen aan en oefent dagelijks
  • Zorgt ervoor dat de paarden de nodige beweging krijgen met het oog op een optimale mentale en fysieke conditie
  • Plant en ondersteunt het transport van paarden

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.