Restauratievakman schilder- en decoratiewerk

 
BK-0373-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Restauratievakman schilder- en decoratiewerk

Definitie

Een restauratievakman schilder- en decoratiewerk conserveert en restaureert schilderwerk en wand- en vloerbekledingen in historische gebouwen teneinde deze in hun oorspronkelijke staat te herstellen.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 2, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en tolerantienormen
  • Competentie 3:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 4:
    Organiseert zijn werkplek
    • Ontvangt en begrijpt de opdracht
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
    • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
    • Controleert de klimatologische omstandigheden
    • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
    • Verplaatst niet te behandelen delen
    • Dekt niet te behandelen en niet-verplaatsbare delen af
    • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de functies in een woonruimte
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van werkdocumenten
  • Competentie 5:
    Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
    • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
    • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
    • Kennis van de opbouw van (rol)steigers
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 6:
    Bereidt de oppervlakken voor i.f.v. beschermen en verfraaien
    • Ontkorrelt nieuwe oppervlakken
    • Verwijdert losse verf-film van reeds geverfd of beklede oppervlakken d.m.v. afsteken, decaperen, schuren, …
    • Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
    • Behandelt indien nodig scheuren
    • Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
    • Plamuurt
    • Egaliseert tot een glad oppervlak
    • Schuurt (en ontroest indien nodig) het oppervlak mechanisch en/of manueel
    • Maakt het oppervlak stofvrij
    • Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
    • Meet de vochtigheid van de ondergrond
    • Maakt de ondergrond vochtvrij
    • Brengt indien nodig lucht-, water en dampdichte lagen aan (coatings, dampscherm, ...)
    • Plaatst eventueel vochtwerend en/of akoestisch en/of thermisch isolatiemateriaal i.f.v. schilderwerken
    • Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen in verband met gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
    • Basiskennis van de principes van thermische en akoestische isolatie
    • Basiskennis van plaatsing en bevestigingsmethodes voor water-, lucht- en dampschermen
    • Basiskennis van water-, lucht- en dampschermen
    • Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
    • Kennis van soorten, gebruik en toepassingen van decapeer- en schuurmiddelen
    • Kennis van vochtproblematiek (hoe te herkennen, op te meten en te behandelen)
    • Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
    • Kennis van de principes van lucht-, water- en dampdichting
    • Kennis van gebruikte isolatiematerialen
    • Kennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van vakterminologie
    • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de schilder- en decoratiewerken en de voorbereiding
    • Grondige kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften,…
    • Grondige kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
  • Competentie 7:
    Brengt ornamenten en sierlijsten aan
    • Herkent decoratiestijlen
    • Selecteert de aan te brengen ornamenten en sierlijsten
    • Brengt ornamenten en sierlijsten aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van decoratiestijlen, met het oog op het gevraagde type verfraaiing
  • Competentie 8:
    Plaatst raamdecoratie
    • Selecteert de raamdecoratie en bevestigingen
    • Brengt indien nodig bevestigingen op maat
    • Plaatst de bevestigingen
    • Plaatst de raamdecoratie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de verschillende soorten raamdecoratie
    • Kennis van plaatsingsvoorschriften en de richtlijnen van de fabrikant van gebruikte materialen
    • Kennis van de plaatsings- en uitvoeringstechnieken voor raamdecoratie
    • Grondige kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
    • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van raamdecoratie
    • Grondige kennis van de opeenvolgende stappen bij plaatsing raamdecoratie
  • Competentie 9:
    Verzamelt gegevens voor een restauratieopdracht
    • Ontvangt de opdracht
    • Inventariseert de wensen en behoeften van de opdrachtgever
    • Maakt een tekening
    • Raadpleegt diverse informatiebronnen
    • Legt een dossier aan
    • Overlegt en stemt af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de technische termen, de symbolen en de technische tekening om deze documenten te kunnen lezen en ze kunnen vertalen naar een werkmethode en -volgorde
    • Kennis van de historische decoratiestijlen in het perspectief van het gevraagde type verfraaiing
    • Kennis van bedrijfsrichtlijnen
    • Kennis van stijlenleer
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van constructies
  • Competentie 10:
    Inspecteert een te restaureren object
    • Voert metingen en inspecties uit
    • Verzamelt monsters voor extern laboratoriumonderzoek
    • Bepaalt het schadebeeld, de staat van stucwerk en ondergrond en de bouwstijl
    • Selecteert en gebruikt de geschikte apparatuur, instrumenten, gereedschappen, en (klim)materieel
    • Bepaalt de ouderdom, (restauratie)historie, authenticiteit en uniciteit van het object
    • Bouwt een dossier van het object op
    • Overlegt en stemt af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gevaarlijke en ontvlambare producten en de opslag hiervan
    • Kennis van vaktechnische en leveranciersrichtlijnen
    • Kennis van ondergronden
    • Kennis van onderzoekstechnieken
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen
  • Competentie 11:
    Stelt een restauratieplan op
    • Interpreteert, controleert en vergelijkt de informatie uit de gegevensverzameling en inspectie van het object
    • Brengt structuur aan in de informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, legt verbanden, doet eventueel aanvullend onderzoek en trekt de nodige conclusies.
    • Overlegt met leveranciers over de verschillende behandelingsmogelijkheden
    • Kiest een behandeling voor de restauratie van het object
    • Werkt deze keuze uit in een restauratieplan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van constructies
    • Kennis van vaktechnische en leveranciersrichtlijnen
    • Kennis van ondergronden
    • Kennis van onderzoekstechnieken
    • Kennis van regionale bijzonderheden
    • Kennis van de onderhoudsinstructies
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Competentie 12:
    Levert een restauratieplan op
    • Licht het restauratieplan en gemaakte keuzes toe
    • Past het restauratieplan aan indien nodig
    • Archiveert het plan en het dossier
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bedrijfsrichtlijnen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van vaktechnische en leveranciersrichtlijnen
    • Kennis van archief -en documentatiemethodes
  • Competentie 13:
    Bereidt de restauratiewerkzaamheden voor
    • Vertaalt de opdracht, het bestek en de tekeningen en indien van toepassing het restauratieplan en de wensen van de opdrachtgever naar het werk
    • Bepaalt de te hanteren methode, werkvolgorde, en benodigde middelen en het nodige hoeveelheid materiaal
    • Zorgt dat de relevante (klim)materialen, gereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen, apparatuur, werkbanken en voorzieningen aanwezig zijn.
    • Controleert de situatie ter plekke
    • Dekt en plakt de werkplek af en richt deze in
    • Communiceert met diverse betrokkenen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de schadelijkheid van de grondstoffen of van de substanties die vrijkomen bij de toepassing ervan
    • Kennis van schuifladders, hangladders, rolsteigers
    • Kennis van bedrijfsrichtlijnen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van constructies
    • Kennis van vaktechnische en leveranciersrichtlijnen
    • Kennis van ondergronden
    • Kennis van oplos- en verdunningsmiddelen
    • Kennis van de traceerbaarheid van de producten en de uitvoering van de werf
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen
  • Competentie 14:
    Analyseert voorafgaand aan de restauratiewerken
    • Bepaalt opbouw, de kleuren en de structuur van de oorspronkelijke schildering
    • Plaatst historische decoratiestijlen in de tijd
    • Identificeert welke technieken gebruikt werden voor het aanbrengen van de structuren
    • Zet een opmeting om in CAD-software
    • Identificeert of laat schade en schadeoorzaken identificeren
    • Beoordeelt of laat beoordelen op basis van een monster welke soorten en hoeveelheden van grondstoffen oorspronkelijk gebruikt werden
    • Analyseert of laat analyseren welke kleuren gebruikt werden voor de grondlagen, deklagen, glacis of patines en vernissen
    • Interpreteert de laboratoriumverslagen
    • Spoort afwijkingen in vlakheid op de vloeren, wanden en plafonds op
    • Analyseert de oppervlaktetoestand van de te behandelen ondergronden: vochtigheidsgraad, zuurtegraad, poedervorming, cohesie, zouten
    • Omschrijft de behandelingen: keuze van de materialen en kleuren voor de verschillende lagen; de technieken en het gereedschap om de verschillende lagen aan te brengen
    • Bepaalt de werkwijzen voor voorbereidende behandelingen en afwerkingsbehandelingen
    • Berekent de benodigde hoeveelheden per type van product, in functie van de oppervlakte en de omvang van de te behandelen oppervlakken
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de expertise van de conservator-restaurator
    • Kennis van de analysefiches
    • Kennis van de grondstoffen van verf
    • Kennis van kleurentheorie en de internationale kleurenwaaiers
    • Kennis van oude decoratietechnieken, -materialen en -materieel en de eventuele moderne varianten hiervan
    • Kennis van gecommercialiseerde benodigdheden en specifieke bereidingen
    • Kennis van restauratietechnieken
    • Kennis van geschiedenis van decoratieve schilderingen
    • Kennis van pathologie van gebouwen: de fysische en chemische fenomenen van gebouwen
  • Competentie 15:
    Plant de afwerkingswerken
    • Analyseert de voorschriften van het werfdossier
    • Spoort de correspondentie van de oppervlakken met de plannen en werkschetsen op
    • Beoordeelt de verenigbaarheid van de voorgeschreven behandelingen met de oppervlaktetoestand
    • Bepaalt de werkmethode op basis van voorafgaande analyse en criteria zoals esthetische overwegingen, de kostprijs, de snelheid en de kwaliteit
    • Bereidt de dagplanning (taakverdeling) voor in functie van de overeengekomen werkwijzes
    • Stelt de chronologie van de werkzaamheden op in functie van de overeengekomen prioriteiten, de tijd, de middelen en de andere werkzaamheden die moeten plaatsvinden of die bezig zijn op de werf
    • Schat de duur van bepaalde werkzaamheden in (voorbereiding, verven, afwerking)
    • Neemt deel aan de technische overlegvergaderingen (o.a. met conservator-restaurator)
    • Controleert de bereikbaarheid van de toegangen en de uitrusting die nodig zijn om de verschillende werkzaamheden uit te voeren
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van planlezen: schaal, berekening van de oppervlakte, ...
    • Kennis van meetstaat, bestek, de drie uitvoeringsklasses
    • Kennis van de fases van de werf
    • Kennis van toleranties: normen en voorschriften (Technische Voorlichtingen)
    • Kennis van toepassing: verbanden tussen de aard van de ondergrond en de behandeling ervan
  • Competentie 16:
    Brengt de grondlaag en tussenlaag aan
    • Prepareert de verf voor de grondlaag, de hechtlaag
    • Houdt rekening met de tussenlaag en de eindlaag en prepareert de afwerkingsproducten
    • Maakt de juiste kleurtonen aan
    • Filtert verven en afwerkingsproducten om de verwerking van het mengsel gemakkelijker te maken
    • Past de voorbereiding aan aan variabelen zoals de temperatuur, de aard van de ondergrond (poreus of alkalisch), ...
    • Neemt maatregelen om de grondstoffen van dag op dag te bewaren
    • Test aan de hand van een staal
    • Brengt de verf aan met diverse soorten borstels
    • Schildert egaal met vaste hand
    • Schuurt telkens fijn, na het aanbrengen van de grondlaag en tussenlaag
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kleurentheorie en de internationale kleurenwaaiers
    • Kennis van methodes voor het nat reinigen (bijvoorbeeld afwassen, gebruik van detergenten, ...)
    • Kennis van kleurencombinaties en kleurentoepassingen uit het verleden
    • Kennis van pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties
    • Kennis van bindmiddelen voor pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties
    • Kennis van de evolutie van een kleur, op zichzelf of in combinatie met andere kleuren, tijdens of na de droging
    • Kennis van de mengverhoudingen van pigment, medium of bindmiddel, verdunnings- of oplossingsmiddelen, siccatieven en vulmiddelen
    • Kennis van de soorten borstels in functie van de grondlaag, de tussenlaag of de eindlaag
    • Kennis van de soorten borstels in functie van de types eindafwerking
    • Kennis van de droogtijden van de verven
  • Competentie 17:
    Past decoratieve imitatietechnieken toe
    • Hanteert de tamponneerborstel met vaste en zekere bewegingen (patine)
    • Trekt strepen in de onderlagen met behulp van een borstel en een kam (‘peinture de Paris’)
    • Lakt af (lakken met een borstel)
    • Voert verschillende steenimitaties uit volgens de geobserveerde structuur: gevlekt marmer, geaderd marmer, gezaaid marmer, lapis lazuli, agaat, graniet, ...
    • Maakt een vlakindeling waarbinnen de marmer-, hout- of andere imitatie geplaatst zal worden, mogelijk in combinatie met andere decoratietechnieken
    • Maakt een compositie voor de imitatie, bestaande uit vormindeling, themabenadrukking, ritme en centrumpunten
    • Voert verschillende houtimitaties uit volgens de geobserveerde structuur: naaldhout, eiken, esdoorn, grenen, palissander, wortelnotenhout, mahonie, schildpad, ...
    • Voert opeenvolgende technieken uit volgens het werkschema en met het hiertoe bestemde materieel
    • Sjabloneert patronen (sjablonen tekenen en uitsnijden)
    • Bevestigt sjablonen op wanden en plafonds volgens een plan
    • Hanteert sjabloneerkwasten en ander sjabloneermaterieel
    • Beeldt een reliëf uit door biezen en nuances aan te brengen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van transparante pigmenten
    • Kennis van te imiteren marmersoorten
    • Kennis van werkschema's voor marmer-, hout- en andere imitaties
    • Kennis van te imiteren houtsoorten
    • Kennis van de invloed van het groeien en zagen van een boom op de tekening van het hout
  • Competentie 18:
    Schildert een trompe-l'œil
    • Verkrijgt schaduw door licht
    • Creëert reliëfeffect
    • Creëert reflectie-effect
    • Bewerkt de diepten van het veld
    • Verandert de gezichtspunten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van schaduwwaarden
    • Kennis van de principes van reflectie
    • Kennis van de effecten van het perspectief
    • Kennis van dekkende techniek en verfsamenstellingen
    • Kennis van transparante techniek en verfsamenstellingen
  • Competentie 19:
    Schildert poly- en monochroom
    • Schildert polychroom (verschillende kleur) en monochroom (verschillende tinten)
    • Laat het reliëf en de inkepingen van het te beschilderen object tot hun recht komen
    • Maakt overgangen tussen kleur- en tintvlakken
    • Laat de structuur en de materialen van het te beschilderen object tot hun recht komen
    • Voert werkschema's voor mono- en polychroom schilderwerk uit
    • Schildert de vlakken dekkend in verschillende kleuren of nuances
    • Schildert vlakken met verschillende kleuren of tinten, in verschillende lagen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van Lavis (gewassen tekening)
  • Competentie 20:
    Reconstrueert figuratieve decoraties
    • Maakt een ontwerp
    • Kopieert figuratieve elementen op basis van foto's, overblijfselen, tekeningen
    • Tekent ontbrekende stukken opnieuw
    • Vergroot een ontwerp uit
    • Prikt en brengt de contouren op een ontwerp over op een wand
    • Neemt een ontwerp op de wand over door het ontwerp en de wand te rasteren of door lichtbeelden te projecteren
    • Schildert uit de vrije hand met een penseel
    • Werkt af met biezen en lijsten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de evolutie van de figuratieve muurdecoraties in de loop van de verschillende tijdsperiodes: de favoriete afbeeldingen en thema's (bijvoorbeeld grisailles, landschappen, verliefde personages, fresco's, lijmschilderingen, olieverftechnieken, ...)
    • Kennis van de volgorde van inschilderen en het gebruik van lichte en donkere kleuren in muurschilderingen
    • Kennis van letters schilderen
  • Competentie 21:
    Voert verfijnde afwerkingstechnieken uit
    • Verguldt achter glas
    • Verguldt mixion
    • Verguldt poliment
    • Verguldt bronzen en met poeders
    • Brengt een patine aan om de glans en de diepte te verkrijgen die typisch zijn voor oud schilderwerk
    • Glaceert decoratief: imitaties van terracotta, metaal, enz.
    • Brengt craquelévernissen aan in verschillende lagen
    • Werkt de barstjes af
    • Brengt snel genoeg tempera aan om een gelijkmatig werk te verkrijgen
    • Brengt was aan met een borstel of met oude lappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van verguldingstechnieken
    • Kennis van de wachttijden in functie van het gewenst craquelé-effect
    • Kennis van technieken om te schilderen met was
  • Competentie 22:
    Plaatst decoratief wandtextiel
    • Behandelt vlekken (verwijderen)
    • Snijdt decoraties, ornamenten, rozetten, enz. in
    • Onderscheidt de stijlen, karakteristieken en bijzonderheden
    • Herkent verschillende ondergronden
    • Berekent hoeveel materiaal nodig is in functie van de afwerking
    • Lost problemen, waaronder het horizontale verloop van lijstwerk, op
    • Maakt de vlakindeling volgens de inslag en de afmetingen van het dessin en de te bedekken oppervlakte
    • Plaatst geprepareerd schilderdoek met grote breedte
    • Brengt verschillende banen samen (bv. stikken, …)
    • Maakt naden, randt banen af
    • Werkt binnen- en buitenhoeken af
    • Moltoneert of dikt de ondergrond van een opgespannen doek uit - voegt en verwerkt
    • Maroufleert met aanpassing van de banen in functie van de dessins
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het textiel
    • Kennis van de branddetectie en brandweerstand van stoffen
    • Kennis van het onderhoud van geplaatste bekledingen
    • Kennis van gespannen plaatsing
    • Kennis van verlijmde plaatsing
  • Competentie 23:
    Plaatst passementen
    • Plaatst en verwerkt rechte, verbogen, ronde en grillige vormen, inclusief het maken van alle soorten hoeken
    • Voert de plaatsing uit op raamdecoraties, aanvullend aan de confectie
    • Brengt de passementerie verlijmd aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de lijmen
    • Kennis van de soorten passementen
  • Competentie 24:
    Geeft technisch advies
    • Onderhoudt de contacten met de klanten
    • Communiceert duidelijk over de werkzaamheden (duur, hinder, ...)
    • Communiceert met zijn collega's en de verantwoordelijken over het verloop van de werkzaamheden
    • Adviseert de klant
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bronnen van technische documentatie
    • Kennis van de informatie- en vormingsrichtingen

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen in verband met gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
  • Basiskennis van de principes van thermische en akoestische isolatie
  • Basiskennis van plaatsing en bevestigingsmethodes voor water-, lucht- en dampschermen
  • Basiskennis van water-, lucht- en dampschermen
  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van de functies in een woonruimte
  • Kennis van de expertise van de conservator-restaurator
  • Kennis van de analysefiches
  • Kennis van de grondstoffen van verf
  • Kennis van kleurentheorie en de internationale kleurenwaaiers
  • Kennis van oude decoratietechnieken, -materialen en -materieel en de eventuele moderne varianten hiervan
  • Kennis van gecommercialiseerde benodigdheden en specifieke bereidingen
  • Kennis van restauratietechnieken
  • Kennis van geschiedenis van decoratieve schilderingen
  • Kennis van pathologie van gebouwen: de fysische en chemische fenomenen van gebouwen
  • Kennis van planlezen: schaal, berekening van de oppervlakte, ...
  • Kennis van meetstaat, bestek, de drie uitvoeringsklasses
  • Kennis van de fases van de werf
  • Kennis van toleranties: normen en voorschriften (Technische Voorlichtingen)
  • Kennis van toepassing: verbanden tussen de aard van de ondergrond en de behandeling ervan
  • Kennis van de technische termen, de symbolen en de technische tekening om deze documenten te kunnen lezen en ze kunnen vertalen naar een werkmethode en -volgorde
  • Kennis van de historische decoratiestijlen in het perspectief van het gevraagde type verfraaiing
  • Kennis van de schadelijkheid van de grondstoffen of van de substanties die vrijkomen bij de toepassing ervan
  • Kennis van schuifladders, hangladders, rolsteigers
  • Kennis van methodes voor het nat reinigen (bijvoorbeeld afwassen, gebruik van detergenten, ...)
  • Kennis van kleurencombinaties en kleurentoepassingen uit het verleden
  • Kennis van pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties
  • Kennis van bindmiddelen voor pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties
  • Kennis van de evolutie van een kleur, op zichzelf of in combinatie met andere kleuren, tijdens of na de droging
  • Kennis van de mengverhoudingen van pigment, medium of bindmiddel, verdunnings- of oplossingsmiddelen, siccatieven en vulmiddelen
  • Kennis van de soorten borstels in functie van de grondlaag, de tussenlaag of de eindlaag
  • Kennis van de soorten borstels in functie van de types eindafwerking
  • Kennis van de droogtijden van de verven
  • Kennis van transparante pigmenten
  • Kennis van te imiteren marmersoorten
  • Kennis van werkschema's voor marmer-, hout- en andere imitaties
  • Kennis van te imiteren houtsoorten
  • Kennis van de invloed van het groeien en zagen van een boom op de tekening van het hout
  • Kennis van de lijmen
  • Kennis van schaduwwaarden
  • Kennis van de principes van reflectie
  • Kennis van de effecten van het perspectief
  • Kennis van dekkende techniek en verfsamenstellingen
  • Kennis van transparante techniek en verfsamenstellingen
  • Kennis van Lavis (gewassen tekening)
  • Kennis van de evolutie van de figuratieve muurdecoraties in de loop van de verschillende tijdsperiodes: de favoriete afbeeldingen en thema's (bijvoorbeeld grisailles, landschappen, verliefde personages, fresco's, lijmschilderingen, olieverftechnieken, ...)
  • Kennis van de volgorde van inschilderen en het gebruik van lichte en donkere kleuren in muurschilderingen
  • Kennis van letters schilderen
  • Kennis van verguldingstechnieken
  • Kennis van de wachttijden in functie van het gewenst craquelé-effect
  • Kennis van technieken om te schilderen met was
  • Kennis van de bronnen van technische documentatie
  • Kennis van de informatie- en vormingsrichtingen
  • Kennis van bedrijfsrichtlijnen
  • Kennis van stijlenleer
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van constructies
  • Kennis van gevaarlijke en ontvlambare producten en de opslag hiervan
  • Kennis van vaktechnische en leveranciersrichtlijnen
  • Kennis van ondergronden
  • Kennis van onderzoekstechnieken
  • Kennis van regionale bijzonderheden
  • Kennis van de onderhoudsinstructies
  • Kennis van archief -en documentatiemethodes
  • Kennis van oplos- en verdunningsmiddelen
  • Kennis van de traceerbaarheid van de producten en de uitvoering van de werf
  • Kennis van het textiel
  • Kennis van de branddetectie en brandweerstand van stoffen
  • Kennis van het onderhoud van geplaatste bekledingen
  • Kennis van gespannen plaatsing
  • Kennis van verlijmde plaatsing
  • Kennis van de soorten passementen
  • Kennis van decoratiestijlen, met het oog op het gevraagde type verfraaiing
  • Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
  • Kennis van soorten, gebruik en toepassingen van decapeer- en schuurmiddelen
  • Kennis van vochtproblematiek (hoe te herkennen, op te meten en te behandelen)
  • Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
  • Kennis van de principes van lucht-, water- en dampdichting
  • Kennis van gebruikte isolatiematerialen
  • Kennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van de verschillende soorten raamdecoratie
  • Kennis van plaatsingsvoorschriften en de richtlijnen van de fabrikant van gebruikte materialen
  • Kennis van de plaatsings- en uitvoeringstechnieken voor raamdecoratie
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
  • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
  • Kennis van de opbouw van (rol)steigers
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en tolerantienormen
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van werkdocumenten
  • Kennis van materialen
  • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de schilder- en decoratiewerken en de voorbereiding
  • Grondige kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften,…
  • Grondige kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
  • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de plaatsing en de voorbereiding van raamdecoratie
  • Grondige kennis van de opeenvolgende stappen bij plaatsing raamdecoratie

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Ontvangt en begrijpt de opdracht
  • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
  • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
  • Controleert de klimatologische omstandigheden
  • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
  • Herkent decoratiestijlen
  • Selecteert de aan te brengen ornamenten en sierlijsten
  • Selecteert de raamdecoratie en bevestigingen
  • Ontvangt de opdracht
  • Inventariseert de wensen en behoeften van de opdrachtgever
  • Raadpleegt diverse informatiebronnen
  • Legt een dossier aan
  • Overlegt en stemt af
  • Voert metingen en inspecties uit
  • Verzamelt monsters voor extern laboratoriumonderzoek
  • Bepaalt het schadebeeld, de staat van stucwerk en ondergrond en de bouwstijl
  • Selecteert en gebruikt de geschikte apparatuur, instrumenten, gereedschappen, en (klim)materieel
  • Bepaalt de ouderdom, (restauratie)historie, authenticiteit en uniciteit van het object
  • Bouwt een dossier van het object op
  • Overlegt en stemt af
  • Overlegt met leveranciers over de verschillende behandelingsmogelijkheden
  • Kiest een behandeling voor de restauratie van het object
  • Werkt deze keuze uit in een restauratieplan
  • Licht het restauratieplan en gemaakte keuzes toe
  • Archiveert het plan en het dossier
  • Vertaalt de opdracht, het bestek en de tekeningen en indien van toepassing het restauratieplan en de wensen van de opdrachtgever naar het werk
  • Zorgt dat de relevante (klim)materialen, gereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen, apparatuur, werkbanken en voorzieningen aanwezig zijn.
  • Controleert de situatie ter plekke
  • Communiceert met diverse betrokkenen
  • Bepaalt opbouw, de kleuren en de structuur van de oorspronkelijke schildering
  • Plaatst historische decoratiestijlen in de tijd
  • Identificeert welke technieken gebruikt werden voor het aanbrengen van de structuren
  • Zet een opmeting om in CAD-software
  • Identificeert of laat schade en schadeoorzaken identificeren
  • Beoordeelt of laat beoordelen op basis van een monster welke soorten en hoeveelheden van grondstoffen oorspronkelijk gebruikt werden
  • Analyseert of laat analyseren welke kleuren gebruikt werden voor de grondlagen, deklagen, glacis of patines en vernissen
  • Interpreteert de laboratoriumverslagen
  • Analyseert de oppervlaktetoestand van de te behandelen ondergronden: vochtigheidsgraad, zuurtegraad, poedervorming, cohesie, zouten
  • Omschrijft de behandelingen: keuze van de materialen en kleuren voor de verschillende lagen; de technieken en het gereedschap om de verschillende lagen aan te brengen
  • Bepaalt de werkwijzen voor voorbereidende behandelingen en afwerkingsbehandelingen
  • Berekent de benodigde hoeveelheden per type van product, in functie van de oppervlakte en de omvang van de te behandelen oppervlakken
  • Analyseert de voorschriften van het werfdossier
  • Spoort de correspondentie van de oppervlakken met de plannen en werkschetsen op
  • Bepaalt de werkmethode op basis van voorafgaande analyse en criteria zoals esthetische overwegingen, de kostprijs, de snelheid en de kwaliteit
  • Bereidt de dagplanning (taakverdeling) voor in functie van de overeengekomen werkwijzes
  • Stelt de chronologie van de werkzaamheden op in functie van de overeengekomen prioriteiten, de tijd, de middelen en de andere werkzaamheden die moeten plaatsvinden of die bezig zijn op de werf
  • Schat de duur van bepaalde werkzaamheden in (voorbereiding, verven, afwerking)
  • Neemt deel aan de technische overlegvergaderingen (o.a. met conservator-restaurator)
  • Houdt rekening met de tussenlaag en de eindlaag en prepareert de afwerkingsproducten
  • Neemt maatregelen om de grondstoffen van dag op dag te bewaren
  • Test aan de hand van een staal
  • Voert werkschema's voor mono- en polychroom schilderwerk uit
  • Onderscheidt de stijlen, karakteristieken en bijzonderheden
  • Herkent verschillende ondergronden
  • Berekent hoeveel materiaal nodig is in functie van de afwerking
  • Lost problemen, waaronder het horizontale verloop van lijstwerk, op
  • Maakt de vlakindeling volgens de inslag en de afmetingen van het dessin en de te bedekken oppervlakte
  • Onderhoudt de contacten met de klanten
  • Communiceert duidelijk over de werkzaamheden (duur, hinder, ...)
  • Communiceert met zijn collega's en de verantwoordelijken over het verloop van de werkzaamheden
  • Adviseert de klant

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Interpreteert, controleert en vergelijkt de informatie uit de gegevensverzameling en inspectie van het object
  • Brengt structuur aan in de informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, legt verbanden, doet eventueel aanvullend onderzoek en trekt de nodige conclusies.
  • Past het restauratieplan aan indien nodig
  • Bepaalt de te hanteren methode, werkvolgorde, en benodigde middelen en het nodige hoeveelheid materiaal
  • Beoordeelt de verenigbaarheid van de voorgeschreven behandelingen met de oppervlaktetoestand
  • Controleert de bereikbaarheid van de toegangen en de uitrusting die nodig zijn om de verschillende werkzaamheden uit te voeren
  • Past de voorbereiding aan aan variabelen zoals de temperatuur, de aard van de ondergrond (poreus of alkalisch), ...

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Verplaatst niet te behandelen delen
  • Dekt niet te behandelen en niet-verplaatsbare delen af
  • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
  • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Ontkorrelt nieuwe oppervlakken
  • Verwijdert losse verf-film van reeds geverfd of beklede oppervlakken d.m.v. afsteken, decaperen, schuren, …
  • Verwijdert oude bekledingen manueel of mechanisch
  • Behandelt indien nodig scheuren
  • Vult barsten en andere onvolmaaktheden op
  • Plamuurt
  • Egaliseert tot een glad oppervlak
  • Schuurt (en ontroest indien nodig) het oppervlak mechanisch en/of manueel
  • Maakt het oppervlak stofvrij
  • Reinigt het oppervlak met detergenten of oplosmiddelen
  • Meet de vochtigheid van de ondergrond
  • Maakt de ondergrond vochtvrij
  • Brengt indien nodig lucht-, water en dampdichte lagen aan (coatings, dampscherm, ...)
  • Plaatst eventueel vochtwerend en/of akoestisch en/of thermisch isolatiemateriaal i.f.v. schilderwerken
  • Brengt fixeer-, impregneer- of aanhechtingsmiddelen aan
  • Brengt ornamenten en sierlijsten aan
  • Brengt indien nodig bevestigingen op maat
  • Plaatst de bevestigingen
  • Plaatst de raamdecoratie
  • Maakt een tekening
  • Dekt en plakt de werkplek af en richt deze in
  • Spoort afwijkingen in vlakheid op de vloeren, wanden en plafonds op
  • Prepareert de verf voor de grondlaag, de hechtlaag
  • Maakt de juiste kleurtonen aan
  • Filtert verven en afwerkingsproducten om de verwerking van het mengsel gemakkelijker te maken
  • Brengt de verf aan met diverse soorten borstels
  • Schildert egaal met vaste hand
  • Schuurt telkens fijn, na het aanbrengen van de grondlaag en tussenlaag
  • Hanteert de tamponneerborstel met vaste en zekere bewegingen (patine)
  • Trekt strepen in de onderlagen met behulp van een borstel en een kam (‘peinture de Paris’)
  • Lakt af (lakken met een borstel)
  • Voert verschillende steenimitaties uit volgens de geobserveerde structuur: gevlekt marmer, geaderd marmer, gezaaid marmer, lapis lazuli, agaat, graniet, ...
  • Maakt een vlakindeling waarbinnen de marmer-, hout- of andere imitatie geplaatst zal worden, mogelijk in combinatie met andere decoratietechnieken
  • Maakt een compositie voor de imitatie, bestaande uit vormindeling, themabenadrukking, ritme en centrumpunten
  • Voert verschillende houtimitaties uit volgens de geobserveerde structuur: naaldhout, eiken, esdoorn, grenen, palissander, wortelnotenhout, mahonie, schildpad, ...
  • Voert opeenvolgende technieken uit volgens het werkschema en met het hiertoe bestemde materieel
  • Sjabloneert patronen (sjablonen tekenen en uitsnijden)
  • Bevestigt sjablonen op wanden en plafonds volgens een plan
  • Hanteert sjabloneerkwasten en ander sjabloneermaterieel
  • Beeldt een reliëf uit door biezen en nuances aan te brengen
  • Verkrijgt schaduw door licht
  • Creëert reliëfeffect
  • Creëert reflectie-effect
  • Bewerkt de diepten van het veld
  • Verandert de gezichtspunten
  • Schildert polychroom (verschillende kleur) en monochroom (verschillende tinten)
  • Laat het reliëf en de inkepingen van het te beschilderen object tot hun recht komen
  • Maakt overgangen tussen kleur- en tintvlakken
  • Laat de structuur en de materialen van het te beschilderen object tot hun recht komen
  • Schildert de vlakken dekkend in verschillende kleuren of nuances
  • Schildert vlakken met verschillende kleuren of tinten, in verschillende lagen
  • Maakt een ontwerp
  • Kopieert figuratieve elementen op basis van foto's, overblijfselen, tekeningen
  • Tekent ontbrekende stukken opnieuw
  • Vergroot een ontwerp uit
  • Prikt en brengt de contouren op een ontwerp over op een wand
  • Neemt een ontwerp op de wand over door het ontwerp en de wand te rasteren of door lichtbeelden te projecteren
  • Schildert uit de vrije hand met een penseel
  • Werkt af met biezen en lijsten
  • Verguldt achter glas
  • Verguldt mixion
  • Verguldt poliment
  • Verguldt bronzen en met poeders
  • Brengt een patine aan om de glans en de diepte te verkrijgen die typisch zijn voor oud schilderwerk
  • Glaceert decoratief: imitaties van terracotta, metaal, enz.
  • Brengt craquelévernissen aan in verschillende lagen
  • Werkt de barstjes af
  • Brengt snel genoeg tempera aan om een gelijkmatig werk te verkrijgen
  • Brengt was aan met een borstel of met oude lappen
  • Behandelt vlekken (verwijderen)
  • Snijdt decoraties, ornamenten, rozetten, enz. in
  • Plaatst geprepareerd schilderdoek met grote breedte
  • Brengt verschillende banen samen (bv. stikken, …)
  • Maakt naden, randt banen af
  • Werkt binnen- en buitenhoeken af
  • Moltoneert of dikt de ondergrond van een opgespannen doek uit - voegt en verwerkt
  • Maroufleert met aanpassing van de banen in functie van de dessins
  • Plaatst en verwerkt rechte, verbogen, ronde en grillige vormen, inclusief het maken van alle soorten hoeken
  • Voert de plaatsing uit op raamdecoraties, aanvullend aan de confectie
  • Brengt de passementerie verlijmd aan

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op locatie in open of gesloten bouwplaatsen (woning- en utiliteitsbouw).
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, collega’s, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, contact met gevaarlijke producten (verven, verdunners, ..) en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie,… .

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, waarschuwingstekens en veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen met zorg gebruiken, onderhouden en opbergen.
  • Omzichtig omgaan met en opbergen van grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van zijn taken
Is gebonden aan
  • deontologische codes, charters en conventies met betrekking tot erfgoed
  • een ontvangen werkopdracht, schilder- of decoratiemethode en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant.
Doet beroep op
  • een leidinggevende voor de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, vochtproblemen waarvan hij zelf de oorzaak niet kan achterhalen of verhelpen,…).

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Organiseert zijn werkplek
  • Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
  • Bereidt de oppervlakken voor i.f.v. beschermen en verfraaien
  • Brengt ornamenten en sierlijsten aan
  • Plaatst raamdecoratie
  • Verzamelt gegevens voor een restauratieopdracht
  • Inspecteert een te restaureren object
  • Stelt een restauratieplan op
  • Levert een restauratieplan op
  • Bereidt de restauratiewerkzaamheden voor
  • Analyseert voorafgaand aan de restauratiewerken
  • Plant de afwerkingswerken
  • Brengt de grondlaag en tussenlaag aan
  • Past decoratieve imitatietechnieken toe
  • Schildert een trompe-l'œil
  • Schildert poly- en monochroom
  • Reconstrueert figuratieve decoraties
  • Voert verfijnde afwerkingstechnieken uit
  • Plaatst decoratief wandtextiel
  • Plaatst passementen
  • Geeft technisch advies

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.