Assistent plantaardige productie
BK-0278-3
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Assistent plantaardige productie
Definitie
Helpt bij de verzorging van land- en tuinbouwteelten volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele plantaardige productie te bewerkstelligen
Afbakening
Akkerbouw/grove groente:
- (Semi-)machinaal oogsten
- Hoofdzakelijk voor verwerkende industrie
- Geteeld op grotere oppervlakten
Akkerbouwgewassen: granen, mais suikerbiet, aardappelen, energiegewassen, …
Grove groenten: koolgewassen, prei, bonen, erwten, …
Fruitteelt: Onder fruit wordt hard, zacht en steenfruit begrepen.
- Hard fruit: appelen, peren, …
- Steenfruit: kersen, pruimen, …
- Zacht fruit: bessen, aardbeien, …
Tuinbouw van teelten onder bescherming: Teelten onder bescherming zijn eetbare en industriegewassen
- Eetbare gewassen: paprika’s, komkommer, , sla, champignons, witlof, …
- Niet eetbare (sierteelt), bloemen, potplanten, …
Tuinbouw van teelten in open lucht
Niveau (VKS en EQF)
2
Jaar van erkenning
versie 3, 2020
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Werkt in teamverband
- Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende, collega, klant, …)
- Rapporteert over de opdracht aan leidinggevenden
- Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan leidinggevenden
- Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van vaktermen
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
- Werkt kostenbewust
- Werkt ecologisch
- Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
- Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
- Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Meldt ongevallen onmiddellijk
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van vaktermen
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 3:
Bouwt eigen deskundigheid op
- Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende
- Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
- Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
- Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
- Competentie 4:
Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
- Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Meldt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud aan de leidinggevende
- Stelt mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …) volgens instructie
- Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van algemene mechanica
- Basiskennis van hydraulica
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van de werking en gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 5:
Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
- Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
- Vermijdt fysieke risico’s
- Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
- Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
- Reinigt het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en bergt het op
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van de werking en gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 6:
Respecteert de persoonlijke hygiëne
- Bedekt eventuele wonden
- Draagt werk- en beschermkledij
- Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 7:
Controleert de eigen werkzaamheden en ruimt op
- Controleert de eigen werkzaamheden
- Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Competentie 8:
Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
- Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
- Competentie 9:
Voert op een duurzame manier de bemesting uit
- Volgt de instructies voor de bemesting
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht
- Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen met aandacht en zorg voor de omgeving
- Zet restanten van bemesting af volgens instructies
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van bemesting
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van duurzaam bodemgebruik
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
- Competentie 10:
Transporteert de producten indien van toepassing
- Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker
- Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen
- Controleert de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen
- Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats
- Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
- Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen
- Vervoert de producten veilig
- Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van de werking en gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kwaliteitsnormen
- Competentie 11:
Bewaakt de bedrijfshygiëne
- Voert maatregelen uit om aantastingen van buitenaf en binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
- Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
- Controleert de staat van het materieel
- Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine,…) volgens de richtlijnen
- Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox* ,…) tussen twee productierondes
- Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens instructies van de leidinggevende
- Respecteert de milieuvoorschriften
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
* *Pallox: Houten kist op basis van een pallet voor opslag en transport van groenten en fruit
- Competentie 12:
Bereidt bodem/substraat voor
- Situeert het perceel op het bedrijf
- Gebruikt de voorgeschreven techniek en het materieel volgens de opdracht
- Voert bodembewerking uit of bereidt de bodem/het substraat voor volgens opdracht
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van bodembeheer/substraat
- Basiskennis van duurzaam bodemgebruik
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Competentie 13:
Plant, zaait of vermeerdert
- Bereidt zaden of plantgoed voor
- Transporteert zaden en plantgoed naar het perceel
- Houdt zich aan de voorschriften bij het planten, vermeerderen en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, …)
- Vult de plant- of zaaimachine aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van planten en gewassen
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
- Competentie 14:
Plaatst zo nodig seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen
- Plaatst de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens instructies
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van waterhuishouding
- Basiskennis van duurzaam waterbeheer
- Competentie 15:
Verzorgt het gewas volgens instructies
- Verzorgt het gewas i.f.v. het teeltstadium volgens instructie
- Verwijdert zieke en/of dode planten/bomen
- Gebruikt gereedschappen bij de verzorging in functie van de teelt (snoeischaar, kettingzaag, bosmaaier,…)
- Merkt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen op
- Meldt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen aan de leidinggevende
- Voert corrigerende actie (herinzaaien, ontwateren, … ) uit indien nodig volgens instructie van de leidinggevende
- Onderhoudt en herstelt de (beschermende) constructies en infrastructuur volgens instructie
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van de specifieke kenmerken van plantenziektes
- Basiskennis van gewasbescherming (ziekten, plagen, producten, technieken…)
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
- Competentie 16:
Past op een duurzame manier gewasbescherming toe
- Voert handelingen uit in het kader van een geïntegreerde gewasbescherming
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
- Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
- Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
- Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van de specifieke kenmerken van plantenziektes
- Basiskennis van gewasbescherming (ziekten, plagen, producten, technieken…)
- Basiskennis van fytosanitaire producten en het gebruik ervan
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Competentie 17:
Onderhoudt infrastructuur en omgeving
- Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Houdt de onkruidgroei onder controle
- Onderhoudt randpercelen en houtkanten
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 18:
Oogst oogstklare gewassen en producten
- Oogst volgens instructie
- Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant
- Beperkt de oogstverliezen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van kenmerken van oogstklare gewassen
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van algemene mechanica
- Basiskennis van hydraulica
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
- Basiskennis van bodembeheer/substraat
- Basiskennis van bemesting
- Basiskennis van waterhuishouding
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van de werking en gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kwaliteitsnormen
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van kenmerken van oogstklare gewassen
- Basiskennis van de specifieke kenmerken van plantenziektes
- Basiskennis van gewasbescherming (ziekten, plagen, producten, technieken…)
- Basiskennis van fytosanitaire producten en het gebruik ervan
- Basiskennis van duurzaam bodemgebruik
- Basiskennis van duurzaam waterbeheer
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van vaktermen
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
- Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
Cognitieve vaardigheden
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht
- Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen
- Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
- Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen
- Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
- Controleert de staat van het materieel
- Respecteert de milieuvoorschriften
- Situeert het perceel op het bedrijf
- Houdt zich aan de voorschriften bij het planten, vermeerderen en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, …)
- Merkt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen op
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
- Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant
- Beperkt de oogstverliezen
- Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende, collega, klant, …)
- Rapporteert over de opdracht aan leidinggevenden
- Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
- Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
- Werkt kostenbewust
- Werkt ecologisch
- Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
- Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
- Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
- Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
- Vermijdt fysieke risico’s
- Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
- Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- Controleert de eigen werkzaamheden
- Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende
- Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
- Volgt de instructies voor de bemesting
- Controleert de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen
Probleemoplossende vaardigheden
- Meldt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen aan de leidinggevende
- Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan leidinggevenden
- Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
- Meldt ongevallen onmiddellijk
- Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende
- Meldt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud aan de leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende
- Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
Motorische vaardigheden
- Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen met aandacht en zorg voor de omgeving
- Zet restanten van bemesting af volgens instructies
- Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker
- Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats
- Vervoert de producten veilig
- Voert maatregelen uit om aantastingen van buitenaf en binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
- Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
- Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine,…) volgens de richtlijnen
- Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox* ,…) tussen twee productierondes
- Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens instructies van de leidinggevende
- Gebruikt de voorgeschreven techniek en het materieel volgens de opdracht
- Voert bodembewerking uit of bereidt de bodem/het substraat voor volgens opdracht
- Bereidt zaden of plantgoed voor
- Transporteert zaden en plantgoed naar het perceel
- Vult de plant- of zaaimachine aan
- Plaatst de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens instructies
- Verzorgt het gewas i.f.v. het teeltstadium volgens instructie
- Verwijdert zieke en/of dode planten/bomen
- Gebruikt gereedschappen bij de verzorging in functie van de teelt (snoeischaar, kettingzaag, bosmaaier,…)
- Voert corrigerende actie (herinzaaien, ontwateren, … ) uit indien nodig volgens instructie van de leidinggevende
- Onderhoudt en herstelt de (beschermende) constructies en infrastructuur volgens instructie
- Voert handelingen uit in het kader van een geïntegreerde gewasbescherming
- Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
- Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
- Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
- Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Houdt de onkruidgroei onder controle
- Onderhoudt randpercelen en houtkanten
- Oogst volgens instructie
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Stelt mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …) volgens instructie
- Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
- Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
- Reinigt het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en bergt het op
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Bedekt eventuele wonden
- Draagt werk- en beschermkledij
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
Omgevingscontext
- De assistent plantaardige productie assisteert bij het verbouwen van eetbare of niet-eetbare gewassen.
- De assistent plantaardige productie werkt vaak in een situatie waarin de beroepsactiviteiten en het gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie verlopen. Dit heeft effect op de veiligheid binnen het bedrijf.
- De assistent plantaardige productie werkt in opdracht van een leidinggevende binnen het bedrijf.
- Het bedrijfsteam, waarvan hij/zij -eventueel deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van een gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers, seizoensmatig aangevuld met seizoenarbeiders.
- De assistent plantaardige productie voert voornamelijk routinematige handelingen uit.
- De assistent plantaardige productie moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf.
- De assistent plantaardige productie werkt met levend materiaal en zal kan daardoor ook in de weekends, bij avond of nacht en op feestdagen moeten werken. Hij/zij zal dikwijls ook lange dagen werken. De assistent plantaardige productie zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen.
- De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden.
- Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines wat doorzettingsvermogen vraagt.
- Het beroep wordt in open lucht of in technische bedrijfsgebouwen (loodsen, serres) uitgeoefend.
- Het dragen van een beroepsoutfit (werkoverall, gepast schoeisel, …) is vereist.
- De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen (transport van gewassen, …).
Handelingscontext
- De assistent plantaardige productie werkt mee aan een zo optimaal mogelijk productie in kwantiteit en kwaliteit.
- Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met de omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het uitvoeren van de werkzaamheden.
- Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden.
- De assistent plantaardige productie handelt vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en levend materiaal.
- De assistent plantaardige productie moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren.
- De assistent plantaardige productie dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen op het bedrijf.
- De assistent plantaardige productie moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen.
- De assistent plantaardige productie werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid.
- De beroepsuitoefening vereist het hanteren van lasten, langdurig rechtstaan en rondlopen Hij/zij moet vaak in een lichaamsbelastende houding werkzaamheden verrichten. Ergonomisch verantwoord werken is dus aangewezen.
Autonomie
Is zelfstandig in
- de uitvoering van de eigen activiteiten
- het opmerken en melden van de ziekten en plagen
- het afronden en controleren van de eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
- wettelijke bepalingen en veiligheid en milieu
- opdrachten van de leidinggevende
- de kwaliteitsnormen
- de bedrijfsprocedures
- klimatologische omstandigheden
- de teeltcyclus
Doet beroep op
- de leidinggevende voor het verkrijgen van de opdrachten en bij problemen die hij/zij niet zelf kan of mag oplossen
Verantwoordelijkheid
- Werkt in teamverband
- Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Bouwt eigen deskundigheid op
- Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
- Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
- Respecteert de persoonlijke hygiëne
- Controleert de eigen werkzaamheden en ruimt op
- Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Voert op een duurzame manier de bemesting uit
- Transporteert de producten indien van toepassing
- Bewaakt de bedrijfshygiëne
- Bereidt bodem/substraat voor
- Plant, zaait of vermeerdert
- Plaatst zo nodig seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen
- Verzorgt het gewas volgens instructies
- Past op een duurzame manier gewasbescherming toe
- Onderhoudt infrastructuur en omgeving
- Oogst oogstklare gewassen en producten
Attesten en voorwaarden
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.
Bijkomende attesten
-
Fytolicentie p1 zoals bepaald in KB van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen
-
Rijbewijs C zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
-
Rijbewijs G zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs