Assistent dierlijke productie
BK-0273-3
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Assistent dierlijke productie
Definitie
Helpt bij het opfokken en verzorgen van landbouwhuisdieren volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele dierlijke productie te bewerkstelligen
Afbakening
Dierlijke productie van varkens, pluimvee, landbouwhuisdieren (melkvee en vleesvee)
Niveau (VKS en EQF)
2
Jaar van erkenning
versie 3, 2020
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Werkt in teamverband
- Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende, collega, klant, …)
- Rapporteert over de opdracht aan leidinggevenden
- Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan leidinggevenden
- Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van vaktermen
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
- Werkt kostenbewust
- Werkt ecologisch
- Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
- Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
- Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Meldt ongevallen onmiddellijk
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van vaktermen
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 3:
Bouwt eigen deskundigheid op
- Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende
- Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
- Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
- Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
- Competentie 4:
Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
- Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Meldt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud aan de leidinggevende
- Stelt mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …) volgens instructie
- Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van algemene mechanica
- Basiskennis van hydraulica
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 5:
Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
- Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
- Vermijdt fysieke risico’s
- Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
- Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
- Reinigt het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en bergt het op
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 6:
Respecteert de persoonlijke hygiëne
- Bedekt eventuele wonden
- Draagt werk- en beschermkledij
- Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 7:
Controleert de eigen werkzaamheden en ruimt op
- Controleert de eigen werkzaamheden
- Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Competentie 8:
Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
- Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
- Competentie 9:
Bewaakt de bedrijfshygiëne
- Bewaakt de toegang tot de dierenhuisvesting i.f.v. de bedrijfshygiëne
- Neemt proactief maatregelen (bedrijfseigen kledij, …) om de ziekte-insleep te voorkomen van buitenaf het bedrijf (bezoekers, erfbetreders)
- Neemt maatregelen om ziekteoverdracht binnen het bedrijf te voorkomen
- Doet aan ongediertebestrijding (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
- Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
- Controleert de staat van het materieel
- Reinigt en desinfecteert het materieel volgens de richtlijnen
- Reinigt en desinfecteert de infrastructuur
- Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Sorteert en slaat het restafval, dierlijk afval en het risicoafval op volgens de regelgeving
- Respecteert de milieuvoorschriften
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 10:
Voert werkzaamheden in het kader van duurzame (ruw)voederwinning uit indien van toepassing
- Bemest volgens instructie
- Doet aan onkruidbeheersing volgens instructies
- Installeert of herstelt desgevallend afsluitingen
- Helpt bij de oogst van het (ruw)voeder
- Helpt bij de kwaliteitsvolle inkuiling en bewaring van het (ruw)voeder
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van voedergewassen
- Basiskennis van voorwaarden voor opslag van voeder
- Kennis van het bewaren en bereiden van dierenvoeder
- Competentie 11:
Bereidt het dagelijkse voederrantsoen van dieren voor, deelt het uit
- Houdt zich aan de voederplanning
- Bereidt de dierenvoeding voor volgens instructie
- Zorgt voor voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
- Bedient desgevallend een uitkuil* - en voedermachine
- Bewaakt de kwaliteit van de voedervoorraad
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van het assortiment voederproducten voor dieren
- Basiskennis van fysiologie van dieren
- Kennis van het bewaren en bereiden van dierenvoeder
* Uitkuilmachine: machine om voeder uit een (sleuf)silo of uit de ruwvoederhoop te halen
- Competentie 12:
Assisteert bij de huisvesting
- Helpt bij de goede huisvesting aangepast aan de noden van de dieren
- Onderhoudt de binnen- en buitenhuisvesting (afsluitingen, preventie van infectieziekten, ondergrond, …) volgens de instructie
- Zorgt voor een optimaal klimaat in de huisvesting van dieren conform de gegeven instructies
- Voert mest af
- Voert afval af
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van exterieurkenmerken
- Basiskennis van het optimaal klimaat van de dierenhuisvesting (koeling, ventilatie, bescherming)
- Basiskennis van het regelen van het klimaat van de dierenhuisvesting
- Competentie 13:
Houdt toezicht op de dieren en verzorgt ze
- Controleert, indien van toepassing, de dieren op de aanwezigheid van merktekens in het kader van identificatie en registratie
- Voert, indien van toepassing, basisverzorging of esthetische verzorging uit van het exterieur van de dieren
- Merkt op wanneer dieren zich anders gedragen dan gewoonlijk (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag,…)
- Rapporteert onregelmatigheden (ziekte van dieren, …) aan de leidinggevende
- Assisteert, indien nodig, de dierenarts en andere deskundigen bij specialistische verzorging
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- Verplaatst, indien van toepassing, dieren van de ene naar de andere ruimte
- Zorgt voor de correcte verwijdering van dode dieren en de tijdelijke opslag ervan
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van anatomie van dieren
- Basiskennis van de basisverzorging en esthetische verzorging van dieren
- Basiskennis van exterieurkenmerken
- Basiskennis van fysiologie van dieren
- Basiskennis van gezondheidsvoorschriften
- Basiskennis van specifieke kenmerken van dierparasieten
- Basiskennis van ziektes bij dieren
- Kennis van postnatale verzorging van moederdier en het jonge dier
- Kennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Kennis van technieken voor het vastzetten van dieren
- Competentie 14:
Detecteert de bronst, indien van toepassing
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van voortplanting en inseminatiemethodes
- Kennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Kennis van technieken voor het vastzetten van dieren
- Competentie 15:
Staat dieren bij het werpen bij en dient de eerste zorgen toe aan pasgeborenen, indien van toepassing
- Volgt drachtige dieren op
- Merkt signalen van een nakende geboorte op
- Assisteert bij de geboorte
- Observeert of alles vlot verloopt bij de geboorte
- Voorziet in postnatale verzorging van het jonge dier (ontsmet de navel, ...) en het moederdier
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van anatomie van dieren
- Basiskennis van fysiologie van dieren
- Basiskennis van ziektes bij dieren
- Basiskennis van voortplanting en inseminatiemethodes
- Kennis van postnatale verzorging van moederdier en het jonge dier
- Kennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Kennis van technieken voor het vastzetten van dieren
- Kennis van het verloop van dracht en het geboorteproces
- Competentie 16:
Zorgt voor het leveren en afhalen van levende dieren
- Begeleidt de dieren van of naar het voertuig
- Vermijdt stress en kwetsuren bij de dieren
- Respecteert hygiënische richtlijnen (rein, nuchter)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van de modaliteiten inzake transport van dieren
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Competentie 17:
Verzamelt de producten indien van toepassing
- Bereidt de werkzaamheden (melken, eieren rapen, scheren, ...) voor
- Voert de werkzaamheden (melken, eieren rapen, scheren, ...) volgens geëigende procedures uit
- Gebruikt de werktuigen en onderhoudt ze
- Reinigt de werktuigen en het lokaal waar de werkzaamheden plaatsvinden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 18:
Onderhoudt infrastructuur en omgeving indien van toepassing
- Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Houdt de onkruidgroei onder controle
- Onderhoudt teeltconstructies, randpercelen en houtkanten
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van algemene mechanica
- Basiskennis van anatomie van dieren
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Basiskennis van de basisverzorging en esthetische verzorging van dieren
- Basiskennis van de modaliteiten inzake transport van dieren
- Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van exterieurkenmerken
- Basiskennis van fysiologie van dieren
- Basiskennis van gezondheidsvoorschriften
- Basiskennis van het assortiment voederproducten voor dieren
- Basiskennis van het optimaal klimaat van de dierenhuisvesting (koeling, ventilatie, bescherming)
- Basiskennis van het regelen van het klimaat van de dierenhuisvesting
- Basiskennis van hydraulica
- Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
- Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Basiskennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
- Basiskennis van specifieke kenmerken van dierparasieten
- Basiskennis van voedergewassen
- Basiskennis van voortplanting en inseminatiemethodes
- Basiskennis van voorwaarden voor opslag van voeder
- Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
- Basiskennis van wetgeving (dierenwelzijn, gezondheid)
- Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
- Basiskennis van ziektes bij dieren
- Kennis van het bewaren en bereiden van dierenvoeder
- Kennis van het verloop van dracht en het geboorteproces
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Kennis van postnatale verzorging van moederdier en het jonge dier
- Kennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Kennis van technieken voor het vastzetten van dieren
- Kennis van vaktermen
Cognitieve vaardigheden
- Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Bewaakt de kwaliteit van de voedervoorraad
- Bewaakt de toegang tot de dierenhuisvesting i.f.v. de bedrijfshygiëne
- Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende, collega, klant, …)
- Controleert de eigen werkzaamheden
- Controleert de staat van het materieel
- Controleert, indien van toepassing, de dieren op de aanwezigheid van merktekens in het kader van identificatie en registratie
- Detecteert de bronst
- Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
- Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Houdt zich aan de voederplanning
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
- Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Merkt op wanneer dieren zich anders gedragen dan gewoonlijk (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag,…)
- Merkt signalen van een nakende geboorte op
- Observeert of alles vlot verloopt bij de geboorte
- Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
- Past de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie toe
- Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
- Rapporteert over de opdracht aan leidinggevenden
- Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende
- Respecteert de milieuvoorschriften
- Respecteert hygiënische richtlijnen (rein, nuchter)
- Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
- Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
- Vermijdt fysieke risico’s
- Vermijdt stress en kwetsuren bij de dieren
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- Volgt drachtige dieren op
- Werkt ecologisch
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
- Werkt kostenbewust
- Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
Probleemoplossende vaardigheden
- Doet aan ongediertebestrijding (knaagdieren, vliegen, kevers,…)
- Meldt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud aan de leidinggevende
- Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende
- Meldt ongevallen onmiddellijk
- Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
- Rapporteert eventuele afwijkingen of problemen aan leidinggevenden
- Rapporteert onregelmatigheden (ziekte van dieren, …) aan de leidinggevende
- Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
Motorische vaardigheden
- Assisteert bij de geboorte
- Assisteert, indien nodig, de dierenarts en andere deskundigen bij specialistische verzorging
- Bedekt eventuele wonden
- Bedient desgevallend een uitkuil* - en voedermachine
- Begeleidt de dieren van of naar het voertuig
- Bemest volgens instructie
- Bereidt de dierenvoeding voor volgens instructie
- Bereidt de werkzaamheden (melken, eieren rapen, scheren, ...) voor
- Doet aan onkruidbeheersing volgens instructies
- Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Draagt werk- en beschermkledij
- Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Gebruikt de werktuigen en onderhoudt ze
- Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Helpt bij de goede huisvesting aangepast aan de noden van de dieren
- Helpt bij de kwaliteitsvolle inkuiling en bewaring van het (ruw)voeder
- Helpt bij de oogst van het (ruw)voeder
- Houdt de onkruidgroei onder controle
- Installeert of herstelt desgevallend afsluitingen
- Neemt maatregelen om ziekteoverdracht binnen het bedrijf te voorkomen
- Neemt proactief maatregelen (bedrijfseigen kledij, …) om de ziekte-insleep te voorkomen van buitenaf het bedrijf (bezoekers, erfbetreders)
- Onderhoudt de binnen- en buitenhuisvesting (afsluitingen, preventie van infectieziekten, ondergrond, …) volgens de instructie
- Onderhoudt teeltconstructies, randpercelen en houtkanten
- Reinigt de werktuigen en het lokaal waar de werkzaamheden plaatsvinden
- Reinigt en desinfecteert de infrastructuur
- Reinigt en desinfecteert het materieel volgens de richtlijnen
- Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
- Reinigt het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en bergt het op
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Sorteert en slaat het restafval, dierlijk afval en het risicoafval op volgens de regelgeving
- Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
- Stelt mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Verplaatst, indien van toepassing, dieren van de ene naar de andere ruimte
- Voert afval af
- Voert de werkzaamheden (melken, eieren rapen, scheren, ...) volgens geëigende procedures uit
- Voert, indien van toepassing, basisverzorging of esthetische verzorging uit van het exterieur van de dieren
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …) volgens instructie
- Voert mest af
- Voorziet in postnatale verzorging van het jonge dier (ontsmet de navel, ...) en het moederdier
- Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
- Zorgt voor de correcte verwijdering van dode dieren en de tijdelijke opslag ervan
- Zorgt voor een optimaal klimaat in de huisvesting van dieren conform de gegeven instructies
- Zorgt voor voldoende en kwaliteitsvol drinkwater
Omgevingscontext
- De assistent dierlijke productie moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf.
- De assistent dierlijke productie voert voornamelijk routinematige handelingen uit.
- De assistent dierlijke productie werkt in opdracht van de leidinggevende binnen het bedrijf.
- De assistent dierlijke productie werkt met landbouwproductiedieren.
- De assistent dierlijke productie werkt met levend materiaal en zal daardoor ook in de weekends en op feestdagen moeten werken. Hij/zij zal dikwijls lange dagen werken. De assistent dierlijke productie zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen, aangepast aan het levensritme van de dieren.
- De assistent dierlijke productie werkt vaak in een situatie waarin de beroepsactiviteiten en het gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie verlopen. Dit heeft effect op de veiligheid binnen het bedrijf.
- De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen (transport van dieren, …).
- De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden of niet toegelaten zijn.
- Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines, wat doorzettingsvermogen vraagt.
- Het bedrijfsteam, waarvan hij/zij eventueel deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van een gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers.
- Het beroep wordt uitgeoefend in een omgeving waar mestgassen en geurhinder aanwezig kunnen zijn.
- Het dragen van een beroepsoutfit (werkoverall, laarzen, …) is vereist.
Handelingscontext
- De assistent dierlijke productie moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren.
- De assistent dierlijke productie dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen op het bedrijf.
- De assistent dierlijke productie handelt vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en levend materiaal.
- De assistent dierlijke productie heeft voortdurend aandacht voor dierenwelzijn, ethisch verantwoorde omgang met dieren.
- De assistent dierlijke productie moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen.
- De assistent dierlijke productie werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid.
- De assistent dierlijke productie werkt mee aan een zo optimaal mogelijke productie in kwantiteit en kwaliteit.
- De beroepsuitoefening vereist het hanteren van lasten, langdurig rechtstaan en rondlopen. Hij/zij moet vaak in een lichaamsbelastende houding werkzaamheden verrichten. Ergonomisch verantwoord werken is dus aangewezen.
- Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met de omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het uitvoeren van de werkzaamheden.
- Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden.
Autonomie
Is zelfstandig in
- de uitvoering van de eigen activiteiten
- detecteren van de bronst
- het afronden en controleren van de eigen werkzaamheden
- het opmerken en melden van problemen met de gezondheidstoestand van de dieren
Is gebonden aan
- de bedrijfsprocedures
- de kwaliteitsnormen
- klimatologische omstandigheden
- levens- en productiecyclus van het dier
- opdrachten van de leidinggevende
- wettelijke bepalingen inzake veiligheid, dierenwelzijn, gezondheid en milieu
Doet beroep op
- de leidinggevende voor het verkrijgen van de opdrachten en bij problemen die hij/zij niet zelf kan of mag oplossen
Verantwoordelijkheid
- Assisteert bij de huisvesting
- Bereidt het dagelijkse voederrantsoen van dieren voor, deelt het uit
- Bewaakt de bedrijfshygiëne
- Bouwt eigen deskundigheid op
- Controleert de eigen werkzaamheden en ruimt op
- Detecteert de bronst, indien van toepassing
- Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
- Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
- Houdt toezicht op de dieren en verzorgt ze
- Onderhoudt infrastructuur en omgeving indien van toepassing
- Respecteert de persoonlijke hygiëne
- Staat dieren bij het werpen bij en dient de eerste zorgen toe aan pasgeborenen, indien van toepassing
- Verzamelt de producten indien van toepassing
- Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
- Voert werkzaamheden in het kader van duurzame (ruw)voederwinning uit indien van toepassing
- Werkt in teamverband
- Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Zorgt voor het leveren en afhalen van levende dieren
Attesten en voorwaarden
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.
Bijkomende attesten
-
Fytolicentie p1 zoals bepaald in KB van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen
-
Rijbewijs C zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
-
Rijbewijs G zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
-
Vakbekwaamheid vervoer van dieren zoals bepaald in Verordening (EG) Nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97