Motorist 221 kW

 
BK-0476-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Motorist 221 kW

Definitie

De motorist 221 kW staat in voor het onderhoud en herstel van alle hoofd-, hulp- en scheep specifieke installaties met voortstuwingsinstallatie tot 221 kW teneinde het schip operationeel te houden conform de bedrijfsprocedures, veiligheidsvoorschriften overeenkomstig de (inter)nationale regelgeving

Afbakening

schepen met een voortstuwingsinstallatie tot 221 kW

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, personen aan de wal, bemanningsleden, …)
    • Wisselt informatie uit met collega’s
    • Rapporteert aan de schipper/reder indien nodig
    • Werkt efficiënt samen
    • Volgt aanwijzingen van schipper/reder op
    • Past zich flexibel aan
    • Overlegt met de schipper voor de uitvoering van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van teamwork
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de afspraken aan boord
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Handelt volgens de aan boord gemaakte afspraken
    • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van de afspraken aan boord
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor kwaliteit, veiligheid en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de (inter)nationale wetgevingen toe
    • Past de bedrijfseigen( veiligheids)voorschriften toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve en de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Volgt ( verplichte ) opleidingen
    • Meldt problemen aan de schipper
    • Houdt het schip en de uitrusting hygiënisch
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
    • Basiskennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Basiskennis van preventiemaatregelen en arbeidsveiligheid op zee
    • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
    • Kennis van de afspraken aan boord
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van sociale verantwoordelijkheden
  • Competentie 4:
    Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
  • Competentie 5:
    Handhaaft een veilige machinekamerwacht op een vissersvaartuig met een maximaal voortstuwingsvermogen van 221 kW
    • Voert routinecontroles uit
    • Registreert technische gegevens voor het onderhoudsprogramma
    • Houdt de gegevens bij over storingen aan de machines of installaties
    • Test alarm- en veiligheidssystemen
    • Controleert of de installaties volgens de veiligheidsprocedures werken
    • Neemt voorzorgsmaatregelen of grijpt in bij brand of een accident
    • Rapporteert en overlegt met de schipper/reder
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Basiskennis van meet- en regeltechniek
    • Basiskennis van de kenmerken en werking van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van principes voor het houden van een veilige wacht
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
  • Competentie 6:
    Behoudt de zeewaardigheid van het vissersvaartuig in overleg met de schipper
    • Neemt actie om de stabiliteit van het vissersvaartuig te bewaren in overleg met de bemanning/schipper
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Voert noodherstellingen uit bij verlies van waterdichtheid of drijfvermogen van het vissersvaartuig ( lekkage ) in overleg met de schipper
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene principes bij partieel verlies van drijfvermogen
    • Basiskennis van de hoofdzaken aangaande waterdichtheid van het vaartuig
    • Basiskennis van scheepstabiliteit
  • Competentie 7:
    Bedient en handhaaft de werking en de veiligheid van de hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties voor een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221kW
    • Voert de procedures uit voor de opstart en de werking van de motor, turbines, … (oliepeilen controleren, de motor doorblazen en voorsmeren, de brandstoftoevoer openen, …)
    • Start de scheepsmotor(en) en laat ze warmdraaien
    • Geeft de bediening van de motor(en) na controle door aan de brug
    • Start pompen (lenspompen, brandstofpompen, ballastpomp,…) en bedient ze met behulp van pompventielen
    • Start compressoren, generators, ventilatiesystemen, …
    • Merkt storingen, defecten op basis van alarmen, foutmeldingen, metingen of algemene observatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Basiskennis van meet- en regeltechniek
    • Basiskennis van de kenmerken en werking van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de, werking van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Kennis van gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
  • Competentie 8:
    Plant en bereidt het onderhoud en de werkzaamheden in de machinekamer voor in overleg met de schipper/reder
    • Controleert de gegevens in het onderhoudsprogramma
    • Overlegt met de schipper/reder
    • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma en –richtlijnen in overleg met de schipper/reder
    • Bepaalt de werkmethode
    • Legt benodigde producten, gereedschap en materiaal klaar
    • Rapporteert de schipper/reder over de stand van zaken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Basiskennis van meet- en regeltechniek
    • Basiskennis van de kenmerken en werking van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de, werking van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Kennis van gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
  • Competentie 9:
    Onderhoudt de voortstuwings- en hulpinstallaties en hun controlesystemen op een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221 kW
    • Voert onderhoudswerkzaamheden uit (smeren, filters en oliebaden vervangen, onderhoudschemicaliën toevoegen, ontluchten, …)
    • Voert metingen uit en controleert werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, …)
    • Voert kleine herstellingen uit in overleg met de schipper/reder/leverancier
    • Stelt de installaties opnieuw in werking na herstelling
    • Maakt de machinekamer en aanverwante ruimtes schoon
    • Voert oppervlaktebehandelingen uit in de machinekamer en aan de installaties (schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …)
    • Gebruikt onderhoudsproducten (oliën, chemicaliën, reinigingsproducten, lakken, verven, …)
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Gebruikt gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Basiskennis van meet- en regeltechniek
    • Kennis van de, werking van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Kennis van gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
  • Competentie 10:
    Sluit elektrische- en elektronische apparatuur en installaties en hun controlesysteem aan en onderhoudt deze op een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221 kW
    • Plaatst indien nodig de machine of installatie in veiligheid en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
    • Sluit elektrische componenten aan
    • Houdt toezicht op de werking van de aangesloten installaties
    • Verzorgt de elektriciteitsproductie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
    • Basiskennis van meet- en regeltechniek
    • Basiskennis van de kenmerken en werking van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de, werking van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
    • Kennis van gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures voor elektrische uitrusting
  • Competentie 11:
    Bedient brandstof, smering, ballast en andere pompsystemen en bijbehorende regelsystemen
    • Voert peilingen uit in brandstoftanks met behulp van peilschalen
    • monitort het brandstofverbruik en de brandstofreserve
    • Opent en sluit de brandstoftanks met behulp van afsluitkleppen
    • Trimt de brandstof in overleg met de schipper
    • Controleert de werking van pompen en bijhorende regelsystemen
    • Houdt oliejournaal bij in samenspraak met de schipper
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
    • Basiskennis van procedures voor aan- en afsluiten van brandstof en koppelstukken en slangen
    • Basiskennis van bunkersystemen
  • Competentie 12:
    Controleert de veiligheidsuitrusting in de machinekamer en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
    • Doet controlerondes in de machinekamer
    • Controleert de veiligheidsuitrusting in de machinekamer
    • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de schipper/reder en neemt actie na overleg
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
    • Neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
    • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
    • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van professionele communicatietechnieken (rapporteringsystemen, …)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures voor elektrische uitrusting
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 13:
    Neemt gepast maatregelen bij incidenten en/of accident (storingen, inbreuk, ongeval, ...) in overleg met de schipper/reder
    • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
    • Sluit in geval van brand de stroomtoevoer, brandstoftoevoer en ventilatie af en bestrijdt de brand indien mogelijk
    • Bedient in noodgevallen de motor en het roer vanuit de machinekamer op commando van de schipper
    • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
    • Rapporteert een incident en/of een accident aan de schipper
    • Hanteert persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van professionele communicatietechnieken (rapporteringsystemen, …)
    • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 14:
    Beheert de voorraad
    • Houdt de gegevens bij van het verbruik van producten, wisselstukken en materieel bij
    • Inventariseert de voorraden aan boord
    • Meldt de tekorten aan de schipper
    • Ontvangt bestellingen en controleert deze
    • Past de richtlijnen voor opslag op een bewegend vissersvaartuig toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorraadbeheer

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van sociale vaardigheden
  • Basiskennis van teamwork
  • Basiskennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
  • Basiskennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
  • Basiskennis van preventiemaatregelen en arbeidsveiligheid op zee
  • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
  • Basiskennis van monitoringssystemen van machinekamer
  • Basiskennis van de kenmerken, constructie, van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
  • Basiskennis van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
  • Basiskennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, …)
  • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van dekinstallaties
  • Basiskennis van meet- en regeltechniek
  • Basiskennis van de kenmerken en werking van elektrische uitrustingen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
  • Basiskennis van de algemene principes bij partieel verlies van drijfvermogen
  • Basiskennis van de hoofdzaken aangaande waterdichtheid van het vaartuig
  • Basiskennis van scheepstabiliteit
  • Basiskennis van procedures voor aan- en afsluiten van brandstof en koppelstukken en slangen
  • Basiskennis van bunkersystemen
  • Basiskennis van professionele communicatietechnieken (rapporteringsystemen, …)
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Kennis van principes voor het houden van een veilige wacht
  • Kennis van de, werking van scheepsinstallaties (dieselmotoren, aslijn van de schroef, pompen, compressoren, generatoren, ventilatiesystemen, stuurinstallatie, automatische controlesystemen, …)
  • Kennis van gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
  • Kennis van veiligheids- en noodprocedures van de scheepsinstallaties van het vissersvaartuig
  • Kennis van veiligheidsregels van hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties
  • Kennis van de afspraken aan boord
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Kennis van veiligheids- en noodprocedures voor elektrische uitrusting
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van sociale verantwoordelijkheden
  • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, personen aan de wal, bemanningsleden, …)
  • Wisselt informatie uit met collega’s
  • Rapporteert aan de schipper/reder indien nodig
  • Werkt efficiënt samen
  • Volgt aanwijzingen van schipper/reder op
  • Past zich flexibel aan
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens de aan boord gemaakte afspraken
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Past de (inter)nationale wetgevingen toe
  • Past de bedrijfseigen( veiligheids)voorschriften toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve en de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Volgt ( verplichte ) opleidingen
  • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
  • Voert routinecontroles uit
  • Registreert technische gegevens voor het onderhoudsprogramma
  • Houdt de gegevens bij over storingen aan de machines of installaties
  • Test alarm- en veiligheidssystemen
  • Controleert of de installaties volgens de veiligheidsprocedures werken
  • Rapporteert en overlegt met de schipper/reder
  • Neemt actie om de stabiliteit van het vissersvaartuig te bewaren in overleg met de bemanning/schipper
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Voert de procedures uit voor de opstart en de werking van de motor, turbines, … (oliepeilen controleren, de motor doorblazen en voorsmeren, de brandstoftoevoer openen, …)
  • Geeft de bediening van de motor(en) na controle door aan de brug
  • Merkt storingen, defecten op basis van alarmen, foutmeldingen, metingen of algemene observatie
  • Controleert de gegevens in het onderhoudsprogramma
  • Overlegt met de schipper/reder
  • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma en –richtlijnen in overleg met de schipper/reder
  • Bepaalt de werkmethode
  • Rapporteert de schipper/reder over de stand van zaken
  • Voert metingen uit en controleert werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, …)
  • Voert kleine herstellingen uit in overleg met de schipper/reder/leverancier
  • Stelt de installaties opnieuw in werking na herstelling
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Plaatst indien nodig de machine of installatie in veiligheid en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
  • Houdt toezicht op de werking van de aangesloten installaties
  • monitort het brandstofverbruik en de brandstofreserve
  • Houdt oliejournaal bij in samenspraak met de schipper
  • Doet controlerondes in de machinekamer
  • Controleert de veiligheidsuitrusting in de machinekamer
  • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de schipper/reder en neemt actie na overleg
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
  • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
  • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • Rapporteert een incident en/of een accident aan de schipper
  • Hanteert persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Houdt de gegevens bij van het verbruik van producten, wisselstukken en materieel bij
  • Inventariseert de voorraden aan boord
  • Meldt de tekorten aan de schipper
  • Ontvangt bestellingen en controleert deze
  • Past de richtlijnen voor opslag op een bewegend vissersvaartuig toe
  • Overlegt met de schipper voor de uitvoering van de werkzaamheden
  • Controleert de werking van pompen en bijhorende regelsystemen

Probleemoplossende vaardigheden

  • Meldt problemen aan de schipper
  • Voert noodherstellingen uit bij verlies van waterdichtheid of drijfvermogen van het vissersvaartuig ( lekkage ) in overleg met de schipper
  • Sluit in geval van brand de stroomtoevoer, brandstoftoevoer en ventilatie af en bestrijdt de brand indien mogelijk
  • Bedient in noodgevallen de motor en het roer vanuit de machinekamer op commando van de schipper
  • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
  • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
  • Neemt voorzorgsmaatregelen of grijpt in bij brand of een accident

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Houdt het schip en de uitrusting hygiënisch
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Recupereert materialen
  • Start de scheepsmotor(en) en laat ze warmdraaien
  • Start pompen (lenspompen, brandstofpompen, ballastpomp,…) en bedient ze met behulp van pompventielen
  • Start compressoren, generators, ventilatiesystemen, …
  • Legt benodigde producten, gereedschap en materiaal klaar
  • Voert onderhoudswerkzaamheden uit (smeren, filters en oliebaden vervangen, onderhoudschemicaliën toevoegen, ontluchten, …)
  • Maakt de machinekamer en aanverwante ruimtes schoon
  • Voert oppervlaktebehandelingen uit in de machinekamer en aan de installaties (schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …)
  • Gebruikt onderhoudsproducten (oliën, chemicaliën, reinigingsproducten, lakken, verven, …)
  • Gebruikt gereedschap (handgereedschap, mechanisch en elektrisch gereedschap)
  • Sluit elektrische componenten aan
  • Verzorgt de elektriciteitsproductie
  • Voert peilingen uit in brandstoftanks met behulp van peilschalen
  • Opent en sluit de brandstoftanks met behulp van afsluitkleppen
  • Trimt de brandstof in overleg met de schipper
  • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
  • Past kledij aan conform de taakuitvoering

Omgevingscontext

  • De zeevisserij kent zeer veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn en milieu
  • De kustvisserij situeert zich nabij het vasteland waardoor er steeds beroep kan gedaan worden op hulp van derden
  • Zeereizen blijven in vaardagen beperkt en gebeuren in een beperkt vaargebied in relatieve nabijheid van de kust/havens.
  • De zeevisserij kent veel nationale reglementeringen, normen, aanbevelingen waaraan voldaan moet worden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het maritiem milieu. De activiteiten vinden plaats op het vissersvaartuig of in de directe nabijheid van het vissersvaartuig
  • De tijd aan boord wordt contractueel overeengekomen
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort visvangst
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • De situatie aan boord kan het werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode wat invloed heeft op de privacy van alle teamleden (verschillende nationaliteiten, culturen, karakters, …)onontbeerlijk is
  • De motorist 221 kW werkt in een omgeving waarin uitvoerende taken moeten gecombineerd worden. Hij gaat hierbij zowel routinematige als meer specifieke handelingen uitvoeren. Hij moet bij bepaalde omstandigheden snel, alert en oplossingsgericht te werk gaan
  • De motorist 221 kW kan steeds via radio beroep doen op technische bijstand vanuit de rederij/leverancier
  • Dit beroep wordt uitgeoefend op zee en aan de wal. De activiteiten kunnen aan dek en in een koelzone plaatsvinden.
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met aangepaste/veranderende werktijden, in shift (volcontinu, tijdens de nacht, het weekend en tijdens feestdagen).
  • Verlof wordt toegestaan in samenspraak met de rederij, zodat een vissersvaartuig nooit onbemand is of met een tekort aan gekwalificeerd personeel vaart.
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten.
  • De organisatie van de werkzaamheden wordt deels bepaald door vigerende wet- en regelgeving, deels door meer context specifieke elementen zoals infrastructuur, de steeds wisselende praktijksituaties

Handelingscontext

  • De motorist 221 kW toont zin voor initiatief binnen bepaalde situaties, problemen, opdrachten,…
  • De motorist 221 kW dient oplossingsgericht te handelen binnen zijn werkzaamheden
  • De motorist 221 kW moet zorgvuldig gebruik maken van materieel en materiaal
  • De motorist 221 kW moet een veilige wacht kunnen garanderen
  • De motorist 221 kW moet de voortstuwings- en hulpinstallaties kunnen bedienen en in normale werking en noodwerking
  • De motorist 221 kW kan gericht reageren in alle situaties (brand in machinekamer , …)
  • De motorist 221 kW werkt nauw samen met de schipper/reder en neemt alle beslissingen in overleg
  • De motorist 221 kW is verantwoordelijk voor de voorraad in samenspraak met de schipper/reder
  • De motorist 221 kW staat in voor het dagelijks onderhoud van de motor en de hulpwerktuigen aan boord
  • De motorist 221 kW zorgt voor de elektrische stroomvoorziening aan boord
  • De motorist 221 kW gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden.
  • De motorist 221 kW kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren.
  • De motorist 221 kW respecteert steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften
  • De motorist 221 kW draagt persoonlijke beschermingskledij.
  • De motorist 221 kW houdt samen met de andere bemanningsleden het vissersvaartuig schoon
  • De motorist 221 kW sorteert en bewaart afval volgens de geldende regels
  • De motorist 221 kW start en legt de motor, pompen af
  • De motorist 221 kW merkt defecten op

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • het organiseren en coördineren van de opgelegde technische taken aan boord van het vissersvaartuig
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
  • het toepassen van het evacuatieplan
  • het lopen van de wacht
  • het controleren van de goede werking, van de voortstuwings- en hulpinstallaties in de machinekamer
  • het herstellen van kleine averijen
  • het rapporteren van problemen aan boord
Is gebonden aan
  • de door de regelgeving beschreven beroeps specifieke competenties
  • de tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • het ontvangen van werkopdracht en tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • de bedrijfseigen procedures
  • de nationale wetgeving
  • de orde en tuchtregeling van het vaartuig
  • de instructies van de schipper/reder
Doet beroep op
  • de schipper/reder bij het nemen van beslissingen
  • de bemanning voor het ondersteunen van de activiteiten indien hij deze niet alleen kan afwerken
  • de schipper/reder voor de bestelling van hulpstukken en het verkrijgen van bijkomende instructies
*Het Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de afspraken aan boord
  • Werkt met oog voor kwaliteit, veiligheid en welzijn
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Handhaaft een veilige machinekamerwacht op een vissersvaartuig met een maximaal voortstuwingsvermogen van 221 kW
  • Behoudt de zeewaardigheid van het vissersvaartuig in overleg met de schipper
  • Bedient en handhaaft de werking en de veiligheid van de hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties voor een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221kW
  • Plant en bereidt het onderhoud en de werkzaamheden in de machinekamer voor in overleg met de schipper/reder
  • Onderhoudt de voortstuwings- en hulpinstallaties en hun controlesystemen op een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221 kW
  • Sluit elektrische- en elektronische apparatuur en installaties en hun controlesysteem aan en onderhoudt deze op een vissersvaartuig met een maximum voortstuwingsvermogen van 221 kW
  • Bedient brandstof, smering, ballast en andere pompsystemen en bijbehorende regelsystemen
  • Controleert de veiligheidsuitrusting in de machinekamer en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
  • Neemt gepast maatregelen bij incidenten en/of accident (storingen, inbreuk, ongeval, ...) in overleg met de schipper/reder
  • Beheert de voorraad

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Motorist 221 kW’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Attest zeevisserij zoals bepaald in Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer.