Ondernemer land- en tuinbouw

 
BK-0284-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Ondernemer land- en tuinbouw

Definitie

De ondernemer land- en tuinbouw geeft vanuit het eigen vakmanschap invulling aan het ondernemerschap en neemt deel aan de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden van een landbouwbedrijf teneinde het landbouwbedrijf te leiden

Niveau (VKS en EQF)

6

Jaar van erkenning

versie 1, 2017

Competenties

Opsomming competenties

Veiligheid en hygiëne
  • Competentie 1:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
    • Werkt kosten bewust
    • Werkt ecologisch
    • Werkt conform de opgestelde procedures
    • Past de wettelijke voorschriften toe
    • Past de veiligheids-, kwaliteits-, en milieuvoorschriften toe
    • Neemt corrigerende maatregelen, indien nodig, bij problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
    • Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
    • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
    • Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
    • Treedt op bij ongevallen
    • Leert nieuwe technieken in functie van veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn en past ze toe
  • met inbegrip van kennis:
Doelstellingen van het bedrijf
  • Competentie 2:
    Bepaalt de missie en de visie en legt de doelstellingen van het bedrijf vast
    • Bepaalt de missie en de visie
    • Bepaalt de doelstellingen
    • Volgt ontwikkelingen in de markt en het aanbod van de concurrentie op
    • Ontwikkelt een plan voor de uitbouw van het bedrijf
    • Stelt een businessplan op of laat het opstellen en past het toe
    • Bepaalt de productiedoelstellingen (kwaliteit, hoeveelheid en tijd)
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 3:
    Stelt een productieplan op en volgt het op
    • Werkt een plan uit om de productiedoelstelling te bereiken
    • Bepaalt grondstoffen, de nodige hulpmiddelen en infrastructuur voor de uitvoering van de opdracht en neemt hierbij de nodige vergunningen in acht
    • Bepaalt de noodzaak en plant de inzet van externe arbeid
    • Plant en organiseert de werkzaamheden
    • Bestelt, reserveert machines en grondstoffen en zorgt voor een tijdige levering op de juiste locatie
    • Plant en organiseert het onderhoud van de infrastructuur en het machinepark
    • Neemt, zo nodig corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. productieplanning
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 4:
    Streeft de continuïteit van de onderneming/het bedrijf na
    • Analyseert en synthetiseert de geregistreerde gegevens
    • Zoekt naar mogelijkheden om werkprocessen te optimaliseren
    • Past nieuwe technieken en toepassingen toe op het productieproces
    • Zoekt nieuwe mogelijkheden en kansen voor aanbod van diensten en afzet
    • Volgt trends en ontwikkelingen op en past deze toe in het productengamma
    • Volgt en speelt in op kansen voor verdere bedrijfsuitbouw inclusief het gebruik van grond
    • Evalueert verbeteracties en neemt hieromtrent beslissingen
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 5:
    Bouwt eigen deskundigheid op
    • Volgt relevante en verplichte nascholingen
    • Integreert de nieuwe kennis en ervaring in de dagelijkse werksituatie
    • Bouwt een eigen (kennis)netwerk uit en deelt zijn kennis met collega’s
    • Volgt de actualiteit op (wijzigende wetgeving, crisissituaties, …)
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 6:
    Bepaalt duurzaam ondernemen binnen het bedrijf
    • Bepaalt de invulling van de duurzame bedrijfsvoering
    • Houdt rekening met sociale context (omgeving, (voedsel)veiligheid, voedselkwaliteit, … bij het uitvoeren van de kernactiviteiten
    • Zorgt voor een bedrijfsvoering met respect voor de omgeving
    • Gaat duurzaam om met de basiselementen water, bodem en lucht
    • Gaat duurzaam om met de basisgrondstoffen (voeders, bemesting, energie,…)
    • Heeft aandacht voor de diverse aspecten van dierenwelzijn
    • Past volgens de vigerende wetgeving een duurzame gewasbescherming en duurzame bemesting toe
    • Zorgt voor de richtlijnen en accommodatie voor het sorteren en stockeren van afval en het maximaal recycleren van de afvalstromen
    • Organiseert de hofplaats ordelijk, veilig, aantrekkelijk en bewaakt de instandhouding ervan
    • Behandelt klachten op een adequate manier
  • met inbegrip van kennis:
Budget
  • Competentie 7:
    Bepaalt het budget van het bedrijf en volgt het op
    • Maakt gebruik van een bedrijfseconomische boekhouding
    • Weet zijn bedrijf met de resultaten van de andere bedrijven te vergelijken
    • Maakt een schatting van de te verwachten inkomsten en uitgaven
    • Bepaalt de besteding van het budget (uitrusting, loonkost, investeringen, …) al dan niet op basis van ingewonnen advies
    • Volgt het budget op en neemt maatregelen voor de bijsturing
    • Volgt de financiële afschrijving van de infrastructuur en uitrusting op
    • Maakt kosten-baten analyse in functie van de verdere bedrijfsontwikkeling
    • Maakt een financieringsplan op
  • met inbegrip van kennis:
Administratie
  • Competentie 8:
    Beheert de administratie van het bedrijf
    • Gebruikt bedrijfsspecifieke software
    • Ontvangt, controleert en betaalt facturen
    • Stelt zelf facturen op
    • Volgt de (uitbestede)fiscale boekhouding op indien van toepassing
    • Doet de nodige wettelijk bepaalde aangiften (verzamelaanvraag, mestbankaangifte, fiscale aangifte, …)
    • Voorziet en beheert de verzekeringen en vergunningen
    • Volgt schade op en dient zo nodig een schadedossier (rampen, …) in
    • Vervult de nodige personeelsadministratie indien van toepassing
    • Doet beroep op administratieve en ondersteunende diensten (bijvoorbeeld boekhouding, sociaal secretariaat, interim-bureaus, opleidingsfonds…) en volgt op
  • met inbegrip van kennis:
Verkoop
  • Competentie 9:
    Verkoopt producten afkomstig van het productieproces
    • Is het aanspreekpunt voor de afnemers
    • Informeert (potentiële) afnemers over de kwaliteit en kenmerken van de producten
    • Bepaalt het afzetkanaal en verkoopmoment
    • Bespreekt desgevallend de verkoopprijs
    • Onderhandelt desgevallend leveringscontracten
  • met inbegrip van kennis:
Aankoop
  • Competentie 10:
    Koopt grondstoffen en productiemiddelen aan
    • Volgt de staat en de omvang van de voorraad op
    • Stemt de te bestellen hoeveelheden af op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
    • Contacteert de leverancier(s)
    • Maakt afspraken over prijzen, hoeveelheden, transport, leveringstermijn, …
    • Volgt bestellingen op en controleert de levering
    • Evalueert de kwaliteit van producten en geleverde diensten
    • Volgt de afhandeling van mogelijke klachten bij leveringen op
    • Neemt corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. grondstoffen en productiemiddelen
  • met inbegrip van kennis:
Infrastructuur
  • Competentie 11:
    Zorgt voor de uitbouw en de inrichting van de bedrijfsinfrastructuur
    • Bepaalt de aard, de plaats en de planning voor de opbouw of verbouwing van constructies en vraagt de nodige vergunningen aan
    • Bepaalt de inrichting van de bedrijfsgebouwen of terreinen
    • Beslist over de uitvoerder(s) van de uitbouw- en/of inrichtingswerken
    • Volgt de uitvoering van de uitbouw en de inrichting van de bedrijfsinfrastructuur op
    • Neemt corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. onderhoud van de infrastructuur en het machinepark
    • Doet beroep op externen voor complexe werken aan de bedrijfsinfrastructuur
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 12:
    Zorgt voor de uitbouw en de goede werking en instandhouding van de bedrijfsinfrastructuur
    • Stelt kleine gebreken in/aan bedrijfsgebouwen en op terreinen vast en doet het nodige om ze te herstellen
    • Regelt en onderhoudt de klimatisatie van de stallingen, serres, opslagplaatsen en -cellen
    • Zorgt desgevallend voor de belichting en een belichtingsschema
    • Zorgt voor de goede werking van de automatisatie binnen de gebouwen
    • Zorgt voor de nodige herstellingen van de bedrijfsinfrastructuur
    • Doet beroep op externen voor complexe herstellingen van de bedrijfsinfrastructuur
    • Beslist over de aard van de aan te kopen materialen
    • Beslist over de leverancier van de aan te kopen materialen
  • met inbegrip van kennis:
Uitrusting
  • Competentie 13:
    Zorgt voor de goede werking en instandhouding van de bedrijfsuitrusting
    • Maakt een onderhoudsplan op voor de bedrijfsuitrusting en houdt daarbij rekening met de richtlijnen van de fabrikanten
    • Controleert de uitvoering van het onderhoudsplan
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op en doet het nodige om ze te herstellen
    • Doet beroep op externen voor complexe herstellingen van de bedrijfsuitrusting
    • Volgt de wettelijk verplichte controles op
  • met inbegrip van kennis:
Werkplanning en organisatie
  • Competentie 14:
    Plant de activiteiten op het bedrijf
    • Stelt een planning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
    • Bepaalt benodigde inzet mankracht, materiaal en materieel
    • Verdeelt taken en verantwoordelijkheden
    • Controleert de uitvoering van de activiteiten en het naleven van procedures
    • Corrigeert, zo nodig, de uitvoering van de activiteiten
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 15:
    Plant, desgevallend, de activiteiten van het team
    • Neemt, indien van toepassing, medewerkers aan
    • Informeert, begeleidt, stuurt en motiveert (nieuwe) medewerkers
    • Controleert de uitvoering van de opdrachten en het naleven van procedures en stuurt zo nodig bij
    • Verdeelt de taken op basis van de planning en de vaardigheden van de medewerkers en geeft concrete richtlijnen
    • Draagt kennis en expertise op een begrijpelijke wijze over
    • Verleent hulp aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw, productiemedewerkers en externen bij technische problemen
    • Ziet desgevallend toe op de klantgerichtheid van de medewerkers
    • Draagt bij aan een positieve werksfeer en waakt over de goede samenwerking van de teamleden
    • Zorgt, desgevallend voor verblijfsinfrastructuur
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 16:
    Werkt de procedures inzake hygiëne, veiligheid, kwaliteit en milieu op maat van het bedrijf uit
    • Houdt rekening met mogelijke veiligheidsrisico’s voor zichzelf en derden
    • Laat een risicoanalyse uitvoeren
    • Neemt proactief maatregelen om de veiligheid en hygiëne op het bedrijf te garanderen
    • Informeert medewerkers en bezoekers over mogelijke gevaren o.a. voertuigbewegingen op het bedrijf
    • Stelt veiligheidsinstructiekaarten op waar nodig
    • Stelt regels en afspraken voor de organisatie op
    • Zorgt voor een ergonomische verantwoorde werkomgeving
    • Zorgt voor de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, veilig materiaal en voertuigen
    • Zorgt voor de wettelijke signalisatie van voertuigen en machines
    • Zorgt voor een veilig en afsluitbaar fytolokaal conform de wettelijke vereisten
    • Controleert de toepassing van de diverse genomen maatregelen inzake hygiëne en veiligheid op het bedrijf en treedt zo nodig op
    • Neemt gepaste maatregelen bij crisissen inzake hygiëne, kwaliteit, veiligheid en milieu
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 17:
    Plant en organiseert, indien van toepassing, de plantaardige productie
    • Past geïntegreerde gewasbescherming toe
    • Maakt een teeltplan
    • Past de planning aan bij wijzigende omstandigheden (weersomstandigheden, beschikbaar materiaal en werkkracht, marktsituatie, …)
    • Houdt toezicht op de ontwikkeling van de gewassen
    • Volgt de waarschuwingssystemen op
    • Neemt, zo nodig, corrigerende maatregelen en kiest daarbij de gepaste behandelings- of bestrijdingsmethode (meststoffen, (ecologische) sproeimiddelen, irrigatie, …)
    • Bepaalt het ideale oogsttijdstip
    • Bereidt de oogst logistiek voor en zorgt, indien nodig, voor voldoende arbeidskrachten
    • Organiseert desgevallend het vervoer, het stockeren, verpakken van de producten
    • Neemt, zo nodig, corrigerende maatregelen bij problemen met de klimatisatie van de opslag
    • Laat de oogstklare gewassen oogsten volgens de geschikte oogstmethode en volgt op
    • Evalueert de oogstopbrengst (kwantiteit, kwaliteit, financieel)
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 18:
    Plant en organiseert, indien van toepassing, de dierlijke productie
    • Bepaalt de doelstellingen van de dierlijke productie
    • Bepaalt de bedrijfsvoering op basis van de gestelde productiedoelstellingen
    • Analyseert genealogisch potentieel op basis van de productiedoelstellingen
    • Zet desgevallend zelf een fokprogramma op of doet een beroep op externen (veredelingscentra, inseminatiecentra, …) en evalueert de fokresultaten
    • Bepaalt en bestelt het aantal spermadosissen
    • Bepaalt voederrantsoenen op basis van de fysieke en fysiologische behoeften van de dieren
    • Bepaalt het voederen en de verzorging van de dieren
    • Volgt de productiegegevens op (melk, vlees, eieren, …)
    • Volgt de gezondheidstoestand en het welzijn van de dieren van nabij op en neemt zo nodig maatregelen in samenspraak met de dierenarts
    • Bepaalt het tijdstip van de verkoop van de dieren op basis van productiedoelstellingen en van de optimale opbrengst
    • Geeft opdracht voor het leveren en ophalen van de dieren
    • Maakt afspraken over de mestafzet op het eigen bedrijf, op het bedrijf van derden of via mestverwerking en -export
  • met inbegrip van kennis:
  • Competentie 19:
    Bepaalt de maatregelen op ter voorkoming van ziekte-insleep op het bedrijf
  • met inbegrip van kennis:

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van oprichting en werking van een onderneming: 1° de verschillende rechtsvormen van een onderneming, de verschillende huwelijksstelsels, de pachtwet, erfdienstbaarheden, de verplichte en facultatieve verzekeringen, …; 2° het sociaal statuut van de zelfstandigen; 3° de reglementeringen betreffende milieu, ruimtelijke ordening en hygiënenormen, handelsvestigingen, gevaarlijke inrichtingen; 4° de overheidssteun, subsidies en kredieten.
  • Basiskennis boekhouden (het nut van de boekhouding als beleidsinstrument, de rubrieken van een eenvoudige balans en resultatenrekening, de omzet, de cashflow, de wettelijke bepalingen inzake de boekhouding van KMO's, het BTW-mechanisme;)
  • Basiskennis fiscaliteit (de algemene principes van de personen- en/of de vennootschapsbelasting, de verschillende soorten inkomsten, de aftrekbaarheid van kosten, de voorheffingen en voorafbetalingen, BTW)
  • Basiskennis financieel beheer (het kostenbeheer en de rendabiliteit, de boordtabel voor bedrijfsbeheer, het break-evenpoint, de raming van de ontvangsten en de investerings- en financieringsuitgaven, het financiële plan, de berekening van de verkoop- en kostprijs en de kostenanalyse)
  • Basiskennis van de wetgeving op het bedrijfsbeheer (de verantwoordelijkheden, rechten en verplichtingen van de handelaar, het faillissement, de handelspraktijken en de bescherming van de consument, de handelsovereenkomsten, …)
  • Basiskennis personeelsbeheer
  • Basiskennis van het principe van en de soorten lastenboeken
  • Basiskennis van voorschriften van oorsprongsmerken (BOB, BGA, GTS)
  • Basiskennis van klachtenbehandeling
  • Basiskennis elektriciteit
  • Basiskennis mechanica
  • Basiskennis hydraulica
  • Basiskennis van communicatiemiddelen
  • Basiskennis van de veredelingsmethodes (planten of dieren)
  • Basiskennis van kantoorsoftware
  • Kennis van sectorspecifieke software
  • Kennis van de relevante reglementeringen betreffende milieu, ruimtelijke ordening, hygiënenormen en veiligheidsvoorschriften en volksgezondheid
  • Kennis van sectorspecifieke regelgeving
  • Kennis van administratieve en ondersteunende diensten en organisaties en hun bevoegdheden
  • Kennis van administratief beheer ( leveringen en voorraden,…)
  • Kennis budgetbeheer
  • Kennis van communicatie
  • Kennis van marktevoluties en –berichten
  • Kennis van wettelijke voorwaarden en goede technieken inzake bedrijfsinrichting
  • Kennis van (sectorspecifieke) aankoop- en afzetkanalen
  • Kennis van strategieontwikkeling (duurzaamheid, continuïteit,…)
  • Kennis van kenmerken van ecosystemen
  • Kennis van vaktermen
  • Kennis van de sectorspecifieke administratie en wetgeving (dierenwelzijn, certificering van plantgoed, …)
  • Kennis van de optimale keuze en inplanting van de nodige infrastructuur
  • Kennis van maatschappelijke ontwikkelingen
  • Kennis van het aansturen van een team
  • Kennis van het onderhoud van de uitrusting
  • Kennis van de genetische kenmerken (planten en/of dieren) en de aanwending ervan
  • Kennis van mogelijke productenaanbod binnen de eigen sector
  • Kennis van sectorspecifieke bronnen
  • Kennis van de bedrijfseconomische aspecten van het bedrijf
  • Kennis van de verplichte en facultatieve verzekeringen
  • Kennis van de voornaamste handels- en betalingsdocumenten
  • Kennis van de concurrentie en het bestaande aanbod
  • Kennis van commerciële onderhandelingstechnieken
  • Kennis van marketing- en communicatiekanalen eigen aan de sector
  • Kennis van het dienstenaanbod binnen de eigen sector
  • Kennis van sectorspecifieke middelen en werktuigen
  • Kennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen (HACCP)
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van weersinvloeden op de activiteiten
  • Kennis van de anatomie en fysiologie van dieren en/of planten
  • Grondige kennis van werkorganisatie
  • Grondige kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
  • Grondige kennis van vermeerderingsmethodes (kweken van planten en/of dieren)
  • Grondige kennis van de fysieke en fysiologische behoeften (planten en/of dieren)
  • Grondige kennis van de kwaliteitsvereisten voor de producten eigen aan de sector
  • Grondige kennis bedrijfseconomische boekhouding om rendement van het bedrijf te verhogen

Cognitieve vaardigheden

  • Het kunnen ergonomisch werken (hef- en tiltechnieken, …)
  • Het kunnen kostenbewust werken
  • Het kunnen ecologisch werken
  • Het kunnen werken conform de opgestelde procedures
  • Het kunnen toepassen van de wettelijke voorschriften
  • Het kunnen toepassen van de veiligheids-, kwaliteits-, en milieuvoorschriften
  • Het kunnen hebben van extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
  • Het kunnen op een correcte manier gebruiken van de persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Het kunnen rekening houden met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
  • Het kunnen leren en toepassen van nieuwe technieken in functie van veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Het kunnen bepalen van de missie en de visie van het bedrijf
  • Het kunnen bepalen van de doelstellingen van het bedrijf
  • Het kunnen opvolgen van de ontwikkelingen in de markt en het aanbod van de concurrentie
  • Het kunnen ontwikkelen van een plan voor de uitbouw van het bedrijf
  • Het kunnen opstellen of laten opstellen van een businessplan
  • Het kunnen toepassen van een businessplan
  • Het kunnen bepalen van de productiedoelstellingen (kwaliteit, hoeveelheid en tijd)
  • Het kunnen uitwerken van een plan om de productiedoelstelling te bereiken
  • Het kunnen bepalen van de grondstoffen, de nodige hulpmiddelen en infrastructuur voor de uitvoering van de opdracht en het kunnen hierbij in acht nemen van de nodige vergunningen
  • Het kunnen me bepalen van de noodzaak van de inzet van externe arbeid
  • Het kunnen plannen van de inzet van externe arbeid
  • Het kunnen plannen en organiseren van de werkzaamheden
  • Het kunnen bestellen, reserveren van machines en grondstoffen het kunnen zorgen voor een tijdige levering op de juiste locatie
  • Het kunnen plannen en organiseren van het onderhoud van de infrastructuur en het machinepark
  • Het kunnen analyseren en synthetiseren van de geregistreerde gegevens
  • Het kunnen zoeken naar mogelijkheden om werkprocessen te optimaliseren
  • Het kunnen toepassen van nieuwe technieken en toepassingen op het productieproces
  • Het kunnen zoeken van nieuwe mogelijkheden en kansen voor aanbod van diensten en afzet
  • Het kunnen opvolgen van trends en ontwikkelingen
  • Het kunnen toepassen van trends en ontwikkelingen in het productengamma
  • Het kunnen volgen van en inspelen op kansen voor verdere bedrijfsuitbouw inclusief het gebruik van grond
  • Het kunnen evalueren van verbeteracties en het kunnen beslissingen nemen omtrent verbeteracties
  • Het kunnen volgen van relevante en verplichte nascholingen
  • Het kunnen integreren van de nieuwe kennis en ervaring in de dagelijkse werksituatie
  • Het kunnen uitbouwen van een eigen (kennis)netwerk uit en het kunnen delen van zijn kennis met collega’s
  • Het kunnen opvolgen van de actualiteit (wijzigende wetgeving, crisissituaties, …)
  • Het kunnen bepalen van de invulling van de duurzame bedrijfsvoering
  • Het kunnen rekening houden met sociale context (omgeving, (voedsel)veiligheid, voedselkwaliteit, … bij het uitvoeren van de kernactiviteiten
  • Het kunnen zorgen voor een bedrijfsvoering met respect voor de omgeving
  • Het kunnen duurzaam omgaan met de basiselementen water, bodem en lucht
  • Het kunnen duurzaam omgaan met de basisgrondstoffen (voeders, bemesting, energie,…)
  • Het kunnen aandacht hebben voor de diverse aspecten van dierenwelzijn
  • Het kunnen toepassen van een duurzame gewasbescherming en duurzame bemesting volgens de vigerende wetgeving
  • Het kunnen zorgen voor de richtlijnen en accommodatie voor het sorteren en stockeren van afval en het maximaal recycleren van de afvalstromen
  • Het kunnen ordelijk, veilig, aantrekkelijk organiseren van de hofplaats en het kunnen bewaken ven de instandhouding ervan
  • Het kunnen behandelen van klachten op een adequate manier
  • Het kunnen gebruik maken van een bedrijfseconomische boekhouding
  • Het kunnen zijn bedrijf vergelijken met de resultaten van de andere bedrijven
  • Het kunnen maken van een schatting van de te verwachten inkomsten en uitgaven
  • Het kunnen bepalen van de besteding van het budget (uitrusting, loonkost, investeringen, …) al dan niet op basis van ingewonnen advies
  • Het kunnen opvolgen van het budget
  • Het kunnen opvolgen van de financiële afschrijving van de infrastructuur en uitrusting
  • Het kunnen maken van een kosten-baten analyse in functie van de verdere bedrijfsontwikkeling
  • Het kunnen opmaken van een financieringsplan
  • Het kunnen gebruiken van bedrijfsspecifieke software
  • Het kunnen ontvangen, controleren en betalen van facturen
  • Het kunnen zelf opstellen van facturen
  • Het kunnen opvolgen van de (uitbestede)fiscale boekhouding
  • Het kunnen doen van de nodige wettelijk bepaalde aangiften (verzamelaanvraag, mestbankaangifte, fiscale aangifte, …)
  • Het kunnen voorzien en beheren van de verzekeringen en vergunningen
  • Het kunnen opvolgen van schade en het kunnen, zo nodig, indienen van een schadedossier (rampen, …)
  • Het kunnen vervullen van de nodige personeelsadministratie
  • Het kunnen beroep doen op administratieve en ondersteunende diensten (bijvoorbeeld boekhouding, sociaal secretariaat, interim-bureaus, opleidingsfonds…)
  • Het kunnen opvolgen van de administratieve en ondersteunende diensten (bijvoorbeeld boekhouding, sociaal secretariaat, interim-bureaus, opleidingsfonds…)
  • Het kunnen het aanspreekpunt zijn voor de afnemers
  • Het kunnen informeren van (potentiële) afnemers over de kwaliteit en kenmerken van de producten
  • Het kunnen bepalen van het afzetkanaal en verkoopmoment
  • Het kunnen bespreken van de verkoopprijs
  • Het kunnen onderhandelen over leveringscontracten
  • Het kunnen opvolgen van de staat en de omvang van de voorraad
  • Het kunnen afstemmen van de te bestellen hoeveelheden op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
  • Het kunnen contacteren van de leverancier(s)
  • Het kunnen maken van afspraken over prijzen, hoeveelheden, transport, leveringstermijn, …
  • Het kunnen opvolgen van bestellingen en het kunnen controleren van de levering
  • Het kunnen evalueren van de kwaliteit van producten en geleverde diensten
  • Het kunnen opvolgen van de afhandeling van mogelijke klachten bij leveringen
  • Het kunnen bepalen van de aard, de plaats en de planning voor de opbouw of verbouwing van constructies en het kunnen aanvragen van de nodige vergunningen
  • Het kunnen bepalen van de inrichting van de bedrijfsgebouwen of terreinen
  • Het kunnen beslissen over de uitvoerder(s) van de uitbouw- en/of inrichtingswerken
  • Het kunnen opvolgen van de uitvoering van de uitbouw en de inrichting van de bedrijfsinfrastructuur
  • Het kunnen beroep doen op externen voor complexe werken aan de bedrijfsinfrastructuur
  • Het kunnen vaststellen van kleine gebreken in/aan bedrijfsgebouwen en op terreinen
  • Het kunnen regelen en onderhouden van de klimatisatie van de stallingen, serres, opslagplaatsen en -cellen
  • Het kunnen zorgen voor de belichting en een belichtingsschema
  • Het kunnen zorgen voor de goede werking van de automatisatie binnen de gebouwen
  • Het kunnen zorgen voor de nodige herstellingen van de bedrijfsinfrastructuur
  • Het kunnen beslissen over de aard van de aan te kopen materialen
  • Het kunnen beslissen over de leverancier van de aan te kopen materialen
  • Het kunnen opmaken van een onderhoudsplan voor de bedrijfsuitrusting en het daarbij rekening kunnen houden met de richtlijnen van de fabrikanten
  • Het kunnen controleren van de uitvoering van het onderhoudsplan
  • Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud
  • Het kunnen opvolgen van de wettelijk verplichte controles
  • Het kunnen opstellen van een planning en ze kunnen aanpassen aan wijzigende omstandigheden
  • Het kunnen bepalen van de benodigde inzet mankracht, materiaal en materieel
  • Het kunnen verdelen van taken en verantwoordelijkheden
  • Het kunnen controleren van de uitvoering van de activiteiten en het naleven van procedures
  • Het kunnen aannemen van medewerkers
  • Het kunnen informeren, begeleiden, sturen en motiveren van (nieuwe) medewerkers
  • Het kunnen controleren van de uitvoering van de opdrachten en het naleven van procedures
  • Het kunnen verdelen van de taken op basis van de planning en de vaardigheden van de medewerkers en het kunnen geven van concrete richtlijnen
  • Het kunnen overdragen van kennis en expertise op een begrijpelijke wijze
  • Het kunnen verlenen van hulp aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw, productiemedewerkers en externen bij technische problemen
  • Het kunnen toezien op de klantgerichtheid van de medewerkers
  • Het kunnen bijdragen aan een positieve werksfeer en waakt over de goede samenwerking van de teamleden
  • Het kunnen zorgen voor verblijfsinfrastructuur
  • Het kunnen rekening houden met mogelijke veiligheidsrisico’s voor zichzelf en derden
  • Het kunnen laten uitvoeren van een risicoanalyse
  • Het kunnen proactief nemen van maatregelen om de veiligheid en hygiëne op het bedrijf te garanderen
  • Het kunnen informeren van medewerkers en bezoekers over mogelijke gevaren o.a. voertuigbewegingen op het bedrijf
  • Het kunnen opstellen van veiligheidsinstructiekaarten waar nodig
  • Het kunnen opstellen van regels en afspraken voor de organisatie
  • Het kunnen zorgen voor een ergonomische verantwoorde werkomgeving
  • Het kunnen zorgen voor de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen, veilig materiaal en voertuigen
  • Het kunnen zorgen voor de wettelijke signalisatie van voertuigen en machines
  • Het kunnen zorgen voor een veilig en afsluitbaar fytolokaal conform de wettelijke vereisten
  • Het kunnen controleren van de toepassing van de diverse genomen maatregelen inzake hygiëne en veiligheid op het bedrijf
  • Het kunnen toepassen van geïntegreerde gewasbescherming
  • Het kunnen maken van een teeltplan
  • Het kunnen aanpassen van de planning aan bij wijzigende omstandigheden (weersomstandigheden, beschikbaar materiaal en werkkracht, marktsituatie, …)
  • Het kunnen toezicht houden op de ontwikkeling van de gewassen
  • Het kunnen opvolgen van de waarschuwingssystemen
  • Het kunnen bepalen van het ideale oogsttijdstip
  • Het kunnen de oogst logistiek voorbereiden en, indien nodig, kunnen zorgen voor voldoende arbeidskrachten
  • Het kunnen organiseren van het vervoer, het stockeren, verpakken van de producten
  • Het kunnen laten oogsten van de oogstklare gewassen volgens de geschikte oogstmethode
  • Het kunnen opvolgen van het oogsten van de oogstklare gewassen
  • Het kunnen evalueren van de oogstopbrengst (kwantiteit, kwaliteit, financieel)
  • Het kunnen bepalen van de doelstellingen van de dierlijke productie
  • Het kunnen bepalen van de bedrijfsvoering op basis van de gestelde productiedoelstellingen van de dierlijke productie
  • Het kunnen analyseren van het genealogisch potentieel op basis van de productiedoelstellingen van de dierlijke productie
  • Het kunnen zelf opzetten van een fokprogramma op of het kunnen beroep doen op externen (veredelingscentra, inseminatiecentra, …)
  • Het kunnen evalueren van de fokresultaten
  • Het kunnen bepalen en bestellen van het aantal spermadosissen
  • Het kunnen bepalen van voederrantsoenen op basis van de fysieke en fysiologische behoeften van de dieren
  • Het kunnen bepalen van het voederen en de verzorging van de dieren
  • Het kunnen opvolgen van de productiegegevens (melk, vlees, eieren, …)
  • Het kunnen van nabij opvolgen van de gezondheidstoestand en het welzijn van de dieren
  • Het kunnen bepalen van het tijdstip van de verkoop van de dieren op basis van productiedoelstellingen en van de optimale opbrengst
  • Het kunnen geven van de opdracht voor het ophalen van de dieren
  • Het kunnen maken van afspraken over de mestafzet op het eigen bedrijf, op het bedrijf van derden of via mestverwerking en -export

Probleemoplossende vaardigheden

  • Het kunnen nemen van corrigerende maatregelen, indien nodig, problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Het kunnen het kunnen vermijden van risico’s voor zichzelf en derden
  • Het kunnen optreden bij ongevallen
  • Het kunnen nemen van corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. productieplanning
  • Het kunnen nemen van maatregelen voor de bijsturing van het budget
  • Het kunnen nemen van corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. grondstoffen en productiemiddelen
  • Het kunnen nemen van corrigerende maatregelen bij problemen i.v.m. onderhoud van de infrastructuur en het machinepark
  • Het kunnen doen van het nodige om kleine gebreken in/aan bedrijfsgebouwen en op terreinen te herstellen
  • Het kunnen beroep doen op externen voor complexe herstellingen van de bedrijfsinfrastructuur
  • Het kunnen doen van het nodige om afwijkingen, storingen te herstellen of preventief onderhoud te laten uitvoeren
  • Het kunnen beroep doen op externen voor complexe herstellingen van de bedrijfsuitrusting
  • Het kunnen, zo nodig, corrigeren van de uitvoering van de activiteiten
  • Het kunnen bijsturen van de uitvoering van de opdrachten en het naleven van procedures indien nodig
  • Het kunnen optreden i.v.m. de toepassing van de diverse genomen maatregelen inzake hygiëne en veiligheid op het bedrijf indien nodig
  • Het kunnen nemen van gepaste maatregelen bij crisissen inzake hygiëne, kwaliteit, veiligheid en milieu
  • Het kunnen, zo nodig, nemen van corrigerende maatregelen gewassen en het daarbij kunnen kiezen van de gepaste behandelings- of bestrijdingsmethode (meststoffen, (ecologische) sproeimiddelen, irrigatie, …)
  • Het kunnen het, zo nodig, kunnen nemen van corrigerende maatregelen bij problemen met de klimatisatie van de opslag
  • Het kunnen nemen van maatregelen in samenspraak met de dierenarts indien nodig voor de gezondheidstoestand en het welzijn van de dieren
  • Het kunnen hert kunnen bepalen van de maatregelen op ter voorkoming van ziekte-insleep op het bedrijf

Omgevingscontext

  • Voor een ondernemer land- en tuinbouw lopen de beroepsactiviteiten en zijn gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie. Dit heeft effect op de veiligheid, tijdsbesteding en betrokkenheid van en bij het gezin.
  • De ondernemer land- en tuinbouw heeft zijn/haar eigen bedrijf en bijhorende gronden in eigendom of in pacht
  • De ondernemer land- en tuinbouw werkt met eigen kapitaal en is daardoor autonoom in de eigen bedrijfsvoering. De land- tuinbouwsector is een kapitaalsintensieve sector
  • Het bedrijfsteam waarvan hij/zij deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van het gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers, seizoensmatig aangevuld met seizoenarbeiders
  • De ondernemer land- en tuinbouw heeft bij zijn functioneren te maken met een complexe taakuitvoering. Het werk omvat veelzijdige opdrachten waarvoor vaak geen standaardoplossingen bestaan. De ondernemer land- en tuinbouw moet hier dus oplossingen op maat bedenken
  • De ondernemer land- en tuinbouw bepaalt en stuurt de dagelijkse werkzaamheden van het team
  • Hij/zij neemt deel aan de uitvoering van de werkzaamheden, meestal vanuit het eigen vakmanschap. De beroepsbeoefenaar is in het bezit van één of meerdere beroepskwalificaties waardoor hij/zij beschikt over vaktechnische competenties
  • De ondernemer land- en tuinbouw speelt proactief in op kansen/tendensen die zich aanbieden
  • Hij/zij dient voor alle werkzaamheden binnen het bedrijf rekening te houden met complexe regelgeving inzake ruimtelijke ordening , milieu, dierenwelzijn, veiligheid, fiscaliteit… en binnen dit kader de bedrijfsvoering vormgeven
  • De ondernemer land- en tuinbouw komt in contact met leveranciers en afnemers
  • De ondernemer land- en tuinbouw moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf
  • De ondernemer land- en tuinbouw werkt met levend materiaal en zal daardoor ook in de weekends en op feestdagen moeten werken. Hij zal dikwijls ook lange dagen werken. De ondernemer land- en tuinbouw zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen
  • De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden. De ondernemer land- en tuinbouw moet zorgen dat de werkzaamheden met de geschikte middelen optimaal uitgevoerd worden
  • Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt
  • De sterke (bio)technologische evolutie in de sector vraagt het continu investeren in eigen deskundigheid (opleidingen volgen, nieuwe technieken toepassen in het eigen werk,…)
  • Het dragen van een beroepsoutfit (werkoverall, laarzen, …) is vereist
  • De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen

Handelingscontext

  • De ondernemer land- en tuinbouw streeft naar een optimale kwantiteit en kwaliteit van de productie in functie van een optimale rentabiliteit gericht op een zo hoog mogelijk bedrijfsinkomen
  • Hij/zij wordt geconfronteerd met zeer volatiele prijzen zowel voor grondstoffen als voor verkocht product
  • Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met zijn omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het plannen en het uitvoeren van de werkzaamheden
  • Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden en stuurt productiemedewerkers aan in samenspraak met de productieverantwoordelijke
  • De ondernemer land- en tuinbouw handelt vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en het levend materiaal en waakt erover dat ook zijn medewerkers deze respecteren
  • De ondernemer land- en tuinbouw zorgt voor veilige machines, apparaten en gereedschappen en zorgt voor een correcte instructie en opvolging
  • De ondernemer land- en tuinbouw moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren en laten respecteren door de medewerkers
  • De ondernemer land- en tuinbouw kent een productaansprakelijkheid. Als primaire producent is hij/zij aansprakelijk voor schade door een gebrek aan of in zijn/haar product
  • De ondernemer land- en tuinbouw dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen (liquiditeiten, grondstoffen en producten, machines en voertuigen, bedrijfsuitrusting) op het bedrijf en dient ervoor te zorgen dat de productiemedewerkers dit ook ter harte nemen
  • De ondernemer land- en tuinbouw moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen
  • De ondernemer land- en tuinbouw werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid en doet aan autocontrole
  • De ondernemer land- en tuinbouw kan een product afleveren dat bedoeld is voor menselijke consumptie: hij heeft in dat geval bijzondere aandacht voor de hoge kwaliteitseisen die hieraan gesteld worden
  • De ondernemer land- en tuinbouw heeft bijzondere aandacht voor het gebruik van medicijnen en/of gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot het afgewerkte eindproduct en de effecten op langere termijn en de omgeving

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het ontwikkelen van de visie op en de uitbouw van het bedrijf
  • het maken van een keuze over het bedrijfsconcept
  • het organiseren van het bedrijf in al haar facetten
  • het uitbouwen van een investeringsbeleid van het bedrijf
  • het opvolgen van de voorraad en vaststellen van tekorten
  • het uitvoeren en opvolgen van de bestellingen
Is gebonden aan
  • uiteenlopende wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften en productievoorwaarden
  • klimatologische omstandigheden
  • de locatie (omgeving, grond)
  • de levens- en productiecyclus van het dier en/of de teeltcyclus
Doet beroep op
  • dienstverleners
  • eigen werknemers en/of externen
  • overheidsdiensten
  • de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw

Verantwoordelijkheid

  • het werken in teamverband
  • het werken met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • het werken op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
  • het opvolgen van de voorraad van verbruiksgoederen
  • het uitvoeren of laten uitvoeren van het preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen
  • het uitvoeren van dagelijkse controles en onderhoud aan de machines
  • het rekening houden met de weers- en bodemomstandigheden bij inzetten van de machines
  • het duurzaam en veilig gebruiken van de machines en installaties
  • het respecteren van de persoonlijke hygiëne
  • het opbouwen van de eigen deskundigheid
  • het opvolgen van de eigen administratie
  • het controleren van de werkzaamheden en het opruimen-
  • het bepalen van de missie en de visie en het vastleggen van de doelstellingen van het bedrijf
  • het opstellen en opvolgen van een productieplan
  • het nastreven van de continuïteit van de onderneming/het bedrijf
  • het opbouwen van de eigen deskundigheid
  • het bepalen van duurzaam ondernemen binnen het bedrijf
  • het bepalen en opvolgen van het budget van het bedrijf
  • het beheren van de administratie van het bedrijf
  • het verkopen van producten afkomstig van het productieproces
  • het aankopen van grondstoffen en productiemiddelen
  • het zorgen voor de uitbouw en de inrichting van de bedrijfsinfrastructuur
  • het zorgen voor de goede werking en instandhouding van de bedrijfsinfrastructuur
  • het zorgen voor de goede instandhouding van de bedrijfsuitrusting
  • het plannen van de activiteiten op het bedrijf
  • het desgevallend plannen van de activiteiten van het team
  • het inschatten van de nood aan medewerkers
  • het opvolgen van de relevante wetgeving
  • het uitwerken van de procedures inzake hygiëne, veiligheid op maat van het bedrijf
  • het plannen en organiseren van de plantaardige productie, indien van toepassing
  • het plannen en organiseren van de dierlijke productie , indien van toepassing
  • het bepalen van de maatregelen ter voorkoming van ziekte-insleep op het bedrijf

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten

geen