Productiemedewerker fruitteelt
BK-0280-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Productiemedewerker fruitteelt
Definitie
Verzorgt de teelt van fruit in open lucht volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele productie te bewerkstelligen
Niveau (VKS en EQF)
4
Jaar van erkenning
versie 1, 2017
Competenties
Opsomming competenties
Dierlijke/plantaaardige productie
- Competentie 1:
Werkt in teamverband
- Communiceert gepast met alle actoren (leidinggevende, collega, klant, …)
- Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Wisselt informatie uit met collega’s en leidinggevende(n)
- Rapporteert en meldt problemen aan de leidinggevende
- Werkt efficiënt samen met collega’s
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Past zich flexibel aan
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
- Werkt kostenbewust
- Werkt ecologisch
- Werkt conform de opgestelde procedures
- Past de wettelijke voorschriften toe
- Past de veiligheids-, kwaliteits-, en milieuvoorschriften toe
- Meldt problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn, zowel mondeling als schriftelijk, aan de leidinggevende
- Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
- Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Treedt op bij ongevallen
- Leert nieuwe technieken in functie van veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn en past ze toe
- Competentie 3:
Volgt de voorraad op van verbruiksgoederen
- Gebruikt software voor voorraadbeheer
- Controleert de staat en de omvang van de voorraad
- Stemt de te bestellen hoeveelheden af op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
- Volgt bestellingen op en controleert de levering
- Registreert het verbruik van producten
- Geeft de te bestellen hoeveelheden of tekorten door aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Competentie 4:
Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
- Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Houdt zich aan het onderhoudsplan en –richtlijnen
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht (olie verversen, smeren, lassen, timmeren, schilderen, …)
- Stelt (mee) de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …)
- Meldt problemen i.v.m. preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen die zelf niet op te lossen zijn aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Competentie 5:
Voert dagelijkse controles en onderhoud uit aan de machines
- Controleert de machine voor ingebruikname (slijtage, defecten, veiligheidsvoorzieningen, elektrische uitrusting, wielen/banden, luchtdruk en vloeistofpeilen, …)
- Controleert of het voertuig voorzien is van de nodige signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’
- Voert dagelijks onderhoud uit
- Signaleert de nood tot specifieke controles en onderhoud aan de machines aan de leidinggevende
- Voert kleine herstellingen uit
- Neemt corrigerende maatregelen i.v.m. dagelijks onderhoud aan de machines indien nodig
- Competentie 6:
Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers- en bodemomstandigheden
- Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers- en bodemomstandigheden
- Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
- Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
- Competentie 7:
Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
- Gebruikt de machine volgens de richtlijnen van de fabrikant/productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/landbouwondernemer
- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
- Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
- Vermijdt fysieke risico’s
- Schat de risico’s in van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
- Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
- Reinigt het materieel/laadruimte volgens de wettelijke bepalingen en bergt het op
- Sorteert afval volgens de richtlijnen
- Competentie 8:
Respecteert de persoonlijke hygiëne
- Bedekt eventuele wonden
- Draagt werk- en beschermkledij
- Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- Competentie 9:
Bouwt eigen deskundigheid op
- Volgt aangewezen of relevante nascholingen
- Leert nieuwe technieken en past ze toe
- Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
- Competentie 10:
Volgt de eigen werkadministratie op
- Vervult de administratieve taken op het terrein
- Gebruikt desgevallend registratiesoftware
- Competentie 11:
Controleert de werkzaamheden en ruimt op
- Controleert de eigen werkzaamheden
- Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/landbouwondernemer
- Meldt en overlegt problemen met productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/landbouwondernemer
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken werkzaamheden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/landbouwondernemer
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
Plantaardige productie - algemeen
- Competentie 12:
Past op een duurzame manier bemesting toe
- Volgt het bemestingsplan
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht
- Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen en regelgeving met aandacht en zorg voor de omgeving
- Zet restanten van bemesting af volgens regelgeving
- Registreert de gebruikte bemestingsactiviteiten in het register
- Competentie 13:
Transporteert de producten indien van toepassing
- Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker
- Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen
- Controleert de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen
- Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats
- Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
- Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen
- Vervoert de producten veilig
- Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
Plantaardige productie - veiligheid en hygiëne
- Competentie 14:
Bewaakt de bedrijfshygiëne
- Neemt proactief maatregelen om aantastingen van buitenaf het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
- Neemt maatregelen om overdracht van aantasting binnen het bedrijf te voorkomen
- Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
- Controleert de staat van het materieel
- Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine,…) volgens de richtlijnen
- Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox* ,…) tussen twee productierondes
- Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens de regelgeving
- Respecteert de milieuvoorschriften
* *Pallox: Houten kist op basis van een pallet voor opslag en transport van groenten en fruit
Fruitteelt - voorbereiding
- Competentie 15:
Bereidt gronden en aanplanting voor
- Situeert het perceel op het bedrijf
- Richt beschermde kweekruimten in (tunnels, netten, serres)
- Plaatst hagelnetten en afsluitingen
- Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
- Voert bodembewerking uit
- Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname, …)
- Stemt zo nodig af met externen na overleg met de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
Fruitteelt - planten
- Competentie 16:
Plant
- Bereidt desgevallend plantgoed voor
- Transporteert plantgoed naar het perceel
- Houdt zich aan de voorschriften bij het planten (positie, diepte, tijdstip, …)
- Installeert zo nodig steunmateriaal
- Stemt zo nodig af met externen
Fruitteelt - verzorgen
- Competentie 17:
Installeert zo nodig irrigatie- en/of fertigatieinstallatie, regelt ze en houdt ze in het oog
- Plaatst de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie volgens plan conform de hiervoor geldende regelgeving
- Stelt de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie manueel of computergestuurd af (debiet, tijdschema, …)
- Voorkomt of houdt schade aan de gewassen beperkt
- Merkt afwijkingen aan de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie op, bespreekt de gepaste maatregelen met de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw en past deze toe
- Competentie 18:
Houdt toezicht op de ontwikkeling van de gewassen en informeert de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw over afwijkingen in de ontwikkeling
- Controleert de conditie van de gewassen zintuiglijk of via staalname
- Verzorgt de vruchtzetting op de bomen /struiken
- Verwijdert overtollige vruchten
- Verwijdert zieke en/of dode planten
- Gebruikt snoeigereedschappen (snoeischaar, kettingzaag,…)
- Past verschillende snoeitechnieken toe (vormelijk of dunt uit)
- Stelt de al dan niet aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen vast
- Herkent plantenziekten, -plagen en onkruiden
- Herkent de nood aan water en/of plantenvoeding
- Informeert de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw over de toestand van het gewas
- Onderneemt corrigerende actie indien nodig in overleg met de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Competentie 19:
Past op een duurzame manier gewasbescherming toe
- Past geïntegreerde gewasbescherming toe
- Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
- Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
- Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
- Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
- Houdt de inventaris van de gebruikte gewasbeschermingsproducten bij
- Vult documenten in en rapporteert aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Competentie 20:
Onderhoudt infrastructuur en omgeving
- Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Houdt de onkruidgroei onder controle
- Onderhoudt randpercelen en houtkanten
- Volgt de waterhuishouding van de gronden mee op
Fruitteelt - oogsten
- Competentie 21:
Oogst oogstklare vruchten
- Herkent oogstklare vruchten
- Begeleidt de externen bij de oogst
- Volgt de werkzaamheden op
- Oogst volgens de gepaste oogstmethode
- Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de vruchten en de bomen
- Beperkt de oogstverliezen
- Competentie 22:
Bewaart en/of verpakt de producten volgens kenmerken, bestellingen en wijze van transport
- Houdt zich aan de productieorder en technische fiche
- Sorteert de producten ( kwaliteit, grootte, kleur, klant, afzetmarkt, …)
- Verpakt desgevallend producten manueel of met een verpakkingsmachine volgens gewicht of aantal
- Brengt etiketten aan met de wettelijke informatie (prijs, gewicht, samenstelling, herkomst, …)
- Slaat de producten op volgens de richtlijnen
- Past de hygiënische richtlijnen toe bij opslag en verpakken volgens de geldende voorschriften en regels
Fruitteelt - opslaan
- Competentie 23:
Zorgt voor veilige en kwaliteitsvolle opslag van de producten
- Controleert en onderhoudt de klimatisatie van de opslagcellen
- Leest meettoestellen regelmatig af en meldt afwijkende waarden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Bewaakt de veiligheid van zichzelf en anderen (ULO-cellen - ULO- Ultra Low Oxigen)
- Past de hygiënische richtlijnen toe bij opslag en verpakken volgens de geldende voorschriften en regels
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis bodembeheer
- Basiskennis EHBO-technieken
- Basiskennis elektriciteit
- Basiskennis sectorspecifieke software
- Basiskennis van algemene mechanica
- Basiskennis van bemesting
- Basiskennis van communicatietechniek
- Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
- Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
- Basiskennis van hydraulica
- Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen (HACCP)
- Basiskennis van kenmerken van ecosystemen
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van milieunormen
- Basiskennis van planten en gewassen
- Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen
- Basiskennis van voorraadbeheer
- Basiskennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Basiskennis waterhuishouding
- Basiskennis wetgeving (welzijn op het werk)
- Kennis gebruik van gewasbescherming (ziektes, plagen, onkruiden, middelen, technieken)
- Kennis vaktermen
- Kennis van de kenmerken van oogstklare gewassen
- Kennis van de meest courante land- en tuinbouwgewassen
- Kennis van de regels i.v.m. veilig laden en lossen
- Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Kennis van de richtlijnen voor opslag
- Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties
- Kennis van de werking van een verpakkingsmachine
- Kennis van het verkeersreglement
- Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
- Kennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Kennis van kwaliteitsnormen
- Kennis van opslagmodaliteiten (koeling ,ventilatie, bescherming)
- Kennis van persoonlijke hygiëne
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en –middelen
- Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
- Kennis van snoeitechnieken
- Kennis van technieken voor het gebruik van fytosanitaire producten
- Kennis van teelttechnieken
- Kennis van transporttechnieken en –modaliteiten
- Kennis van verpakkings- en conditioneringstechnieken
- Kennis van volumebepalingstechnieken
Cognitieve vaardigheden
- Het kunnen aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen afstemmen van de te bestellen hoeveelheden op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
- Het kunnen afstemmen van de techniek en het materiaal af op de opdracht (olie verversen, smeren, lassen, timmeren, schilderen, …)
- Het kunnen afstemmen van de techniek en het materiaal op de opdracht
- Het kunnen afstemmen van de techniek en het materieel af op de opdracht bij het voorbereiden van gronden en aanplanting
- Het kunnen afzetten van restanten van bemesting volgens regelgeving
- Het kunnen begeleiden van de externen bij de oogst
- Het kunnen begrijpen van de instructies en de uitvoering van de opdracht
- Het kunnen beperken van de oogstverliezen
- Het kunnen bewaken van de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
- Het kunnen bewaken van de veiligheid van zichzelf en anderen (ULO-cellen - ULO- Ultra Low Oxigen)
- Het kunnen bijhouden van de inventaris van de gebruikte gewasbeschermingsproducten
- Het kunnen communiceren met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
- Het kunnen controleren en onderhouden van de klimatisatie van de opslagcellen
- Het kunnen controleren of het voertuig voorzien is van de nodige signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’
- Het kunnen controleren van de eigen werkzaamheden
- Het kunnen controleren van de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen
- Het kunnen controleren van de machine voor ingebruikname (slijtage, defecten, veiligheidsvoorzieningen, elektrische uitrusting, wielen/banden, luchtdruk en vloeistofpeilen, …)
- Het kunnen controleren van de staat en de omvang van de voorraad
- Het kunnen controleren van de staat van het materieel in functie van de bedrijfshygiëne
- Het kunnen doorgeven van de te bestellen hoeveelheden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen ecologisch werken
- Het kunnen efficiënt samenwerken met collega’s
- Het kunnen ergonomisch werken (hef- en tiltechnieken, …)
- Het kunnen gebruiken van registratiesoftware
- Het kunnen gebruiken van software voor voorraadbeheer
- Het kunnen gepast communiceren met alle actoren (leidinggevende, collega, klant, …)
- Het kunnen hebben van extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
- Het kunnen herkennen van de nood aan water en/of plantenvoeding
- Het kunnen herkennen van oogstklare vruchten
- Het kunnen herkennen van plantenziekten-plagen en onkruiden
- Het kunnen het zich flexibel kunnen aanpassen
- Het kunnen het zich kunnen houden aan de productieorder en technische fiche bij het bewaren en verpakken van de producten
- Het kunnen het zich kunnen houden aan de voorschriften voor het planten (positie, diepte, tijdstip, …)
- Het kunnen het zich kunnen houden aan het onderhoudsplan en –richtlijnen
- Het kunnen het, zo nodig, kunnen afstemmen met externen bij het planten
- Het kunnen het, zo nodig, kunnen afstemmen met externen na overleg met de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen in acht nemen van de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen bij de bemesting
- Het kunnen in acht nemen van de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
- Het kunnen informeren van de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw over de toestand van het gewas
- Het kunnen inschatten of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers- en bodemomstandigheden
- Het kunnen inschatten van de risico’s van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik van machines en installatie
- Het kunnen integreren van de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
- Het kunnen invullen van documenten i.v.m. gewasbescherming
- Het kunnen kostenbewust werken
- Het kunnen leren en toepassen van nieuwe technieken
- Het kunnen leren en toepassen van nieuwe technieken in functie van veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Het kunnen opvolgen van aanwijzingen van leidinggevende(n)
- Het kunnen opvolgen van bestellingen en het kunnen controleren van de levering
- Het kunnen opvolgen van de conditie van de bodem (visueel, staalname, …)
- Het kunnen opvolgen van de werkzaamheden bij de oogst
- Het kunnen ordelijk werken en de werkplek de werkplek en het materieel systematisch opruimen
- Het kunnen rapporteren i.v.m. gewasbescherming
- Het kunnen rapporteren over zijn werkzaamheden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen regelmatig aflezen van de meettoestellen van de klimatisatie van de opslagcellen
- Het kunnen registreren van de gebruikte bemestingsactiviteiten in het register
- Het kunnen registreren van het verbruik van producten
- Het kunnen rekening houden met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
- Het kunnen respecteren van de milieuvoorschriften
- Het kunnen respecteren van de wettelijke bepalingen betreffende transport van producten
- Het kunnen situeren van het perceel op het bedrijf
- Het kunnen sorteren en opslaan van het restafval, plantaardig afval en het risicoafval volgens de regelgeving
- Het kunnen toepassen van de nodige bemesting volgens de aangegeven onderrichtingen en regelgeving met aandacht en zorg voor de omgeving
- Het kunnen toepassen van de veiligheids-, kwaliteits-, en milieuvoorschriften
- Het kunnen toepassen van de wettelijke voorschriften
- Het kunnen transporteren van de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verwerker of de verkoopplaats
- Het kunnen uitwisselen van informatie met collega’s en leidinggevende(n)
- Het kunnen vaststellen van de al dan niet aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen
- Het kunnen vervullen van de administratieve taken op het bedrijf
- Het kunnen volgen van aangewezen of relevante nascholingen
- Het kunnen volgen van de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
- Het kunnen volgen van de hygiëneregels bij het laden en het, desgevallend, kunnen respecteren van de koudeketen
- Het kunnen volgen van het bemestingsplan
- Het kunnen voorbereiden van plantgoed
- Het kunnen werken conform de opgestelde procedures
- Het kunnen zintuiglijk of via staalname controleren van de conditie van de gewassen
Probleemoplossende vaardigheden
- Het kunnen bedekken van eventuele wonden
- Het kunnen bespreken van de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie met de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen doorgeven van de tekorten aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen melden van de afwijkende waarden op de meettoestellen van klimatisatie van de opslagcellen aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen melden van en overleggen over problemen met productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen melden van gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken werkzaamheden aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen melden van problemen i.v.m. preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen die zelf niet op te lossen zijn aan de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen melden van problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn, zowel mondeling als schriftelijk, aan de leidinggevende
- Het kunnen melden van problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende
- Het kunnen nemen van corrigerende maatregelen i.v.m. dagelijks onderhoud aan de machines indien nodig
- Het kunnen nemen van maatregelen in het kader van vorstschadebestrijding
- Het kunnen nemen van maatregelen om overdracht van aantasting binnen het bedrijf te voorkomen
- Het kunnen ondernemen, indien nodig, van corrigerende actie i.v.m. afwijkingen in de ontwikkeling van de gewassen in overleg met de productieverantwoordelijke of productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen opmerken van afwijkingen aan de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie
- Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud
- Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op aan machines of uitrustingen
- Het kunnen optreden bij ongevallen
- Het kunnen proactief nemen van maatregelen om aantastingen van buitenaf het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
- Het kunnen rapporteren en melden van problemen aan de leidinggevende
- Het kunnen signaleren van de nood tot specifieke controles en onderhoud de aan de machines aan de leidinggevende
- Het kunnen toepassen van de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie
- Het kunnen vermijden van fysieke risico’s bij het gebruik van machines en installaties
- Het kunnen vermijden van risico’s voor zichzelf en derden
- Het kunnen voorkomen of beperkt houden van schade aan de gewassen
- Het kunnen zo weinig mogelijk schade toebrengen aan de vruchten en de bomen bij de oogst
Motorische vaardigheden
- Het kunnen aanbrengen van etiketten aan met de wettelijke informatie (prijs, gewicht, samenstelling, herkomst, …)
- Het kunnen bewaren van de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
- Het kunnen dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het onderhoud van beschermende constructies, infrastructuur en omgeving
- Het kunnen dragen van werk- en beschermkledij
- Het kunnen gebruiken van handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
- Het kunnen gebruiken van de machine volgens de richtlijnen van de fabrikant/productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw
- Het kunnen gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen bij het toepassen van gewasbescherming
- Het kunnen gebruiken van schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
- Het kunnen gebruiken van snoeigereedschappen (snoeischaar, kettingzaag,…)
- Het kunnen het veilig kunnen laden van de producten, het kunnen zekeren van de lading en kunnen zorgen voor het lossen op de juiste plaats
- Het kunnen inrichten van beschermde kweekruimten (tunnels, netten, serres)
- Het kunnen manueel of computergestuurd afstellen (debiet, tijdschema, …) van de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie
- Het kunnen manueel of met een verpakkingsmachine verpakken van producten volgens gewicht of aantal
- Het kunnen (mee) veilig stellen van de machines of uitrustingen voor het uitvoeren van het onderhoud
- Het kunnen onder controle houden van de onkruidgroei
- Het kunnen onderhouden van de tussenliggende grasstroken
- Het kunnen onderhouden van en herstellen beschermende constructies (wind – en hagelschermen, . ..)
- Het kunnen onderhouden van randpercelen en houtkanten
- Het kunnen oogsten volgens de gepaste oogstmethode
- Het kunnen op een correcte manier gebruiken van de persoonlijke beschermingsmiddelen
- Het kunnen opruimen tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- Het kunnen opslaan van de producten op volgens de richtlijnen
- Het kunnen plaatsen van de irrigatie- en/of fertigatieinstallatie volgens plan conform de hiervoor geldende regelgeving
- Het kunnen plaatsen van hagelnetten en afsluitingen
- Het kunnen reinigen en desinfecteren van de infrastructuur (containers, serres, pallox ,…) tussen twee productierondes
- Het kunnen reinigen en desinfecteren van het materieel (spuitmachine,…) volgens de richtlijnen
- Het kunnen reinigen van het materieel/laadruimte volgens de wettelijke bepalingen en het kunnen opbergen
- Het kunnen sorteren van afval volgens de richtlijnen
- Het kunnen sorteren van de producten (kwaliteit, grootte, kleur, klant, afzetmarkt, …)
- Het kunnen toepassen van de hhygiënische richtlijnen toe bij opslag en verpakken volgens de geldende voorschriften en regels
- Het kunnen toepassen van de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
- Het kunnen toepassen van geïntegreerde gewasbescherming
- Het kunnen toepassen van verschillende snoeitechnieken (vormelijk of dunt uit)
- Het kunnen transporteren van plantgoed naar het perceel
- Het kunnen uitvoeren van dagelijks onderhoud aan de machines
- Het kunnen uitvoeren van kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …)
- Het kunnen uitvoeren van bodembewerking
- Het kunnen uitvoeren van kleine herstellingen aan de machines
- Het kunnen veilig stellen van de machine voor het volgend gebruik
- Het kunnen veilig vervoeren van de producten
- Het kunnen verwerken van spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
- Het kunnen verwijderen van overtollige vruchten
- Het kunnen verwijderen van zieke en/of dode planten
- Het kunnen verzorgen van de vruchtzetting op de bomen /struiken
- Het kunnen, zo nodig, installeren van steunmateriaal
Omgevingscontext
- De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen (transport van gewassen, …)
- De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden
- De productiemedewerker fruitteelt heeft te maken met een wisselende bodemtoestand
- De productiemedewerker fruitteelt komt in contact met leveranciers en afnemers
- De productiemedewerker fruitteelt moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf
- De productiemedewerker fruitteelt verbouwt hard, zacht en steenfruit
- De productiemedewerker fruitteelt werkt in opdracht van de productieverantwoordelijke / ondernemer land- en tuinbouw
- De productiemedewerker fruitteelt werkt met levend materiaal en zal daardoor ook in de weekends en op feestdagen moeten werken. Hij/zij zal dikwijls ook lange dagen werken productiemedewerker fruitteelt zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen
- De productiemedewerker fruitteelt werkt vaak in een situatie waarin de beroepsactiviteiten en het gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie verlopen. Dit heeft effect op de veiligheid, tijdsbesteding en betrokkenheid van en bij het gezin
- De sterke (bio)technologische evolutie in de sector vraagt het continu investeren in eigen deskundigheid (opleidingen volgen, nieuwe technieken toepassen in het eigen werk,…)
- Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines wat stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt
- Het bedrijfsteam, waarvan hij/zij -eventueel- deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van een gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers, seizoensmatig aangevuld met seizoenarbeiders
- Het beroep wordt in open lucht of in geklimatiseerde ruimtes uitgeoefend
- Het dragen van een beroepsoutfit (werkkledij, aangepast schoeisel…) is vereist
- Het werk van de productiemedewerker fruitteelt omvat veelzijdige opdrachten in wisselende omstandigheden waarvoor vaak een aangepaste aanpak nodig is (bijv. gewasbescherming moet correct gebeuren volgens instructie om schade aan gewas en omgeving te voorkomen)
- Hij/zij dient rekening te houden met complexe regelgeving ( milieu, , veiligheid, …) en binnen dit kader de werkzaamheden plannen en uitvoeren
Handelingscontext
- De beroepsuitoefening vereist het hanteren van lasten, langdurig rechtstaan en rondlopen Hij moet vaak in een lichaamsbelastende houding werkzaamheden verrichten. Ergonomisch verantwoord werken is dus aangewezen
- De productiemedewerker fruitteelt dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen op het bedrijf
- De productiemedewerker fruitteelt handelt vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en levend materiaal
- De productiemedewerker fruitteelt heeft bijzondere aandacht voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot het afgeleverde eindproduct en de effecten op de omgeving
- De productiemedewerker fruitteelt moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren
- De productiemedewerker fruitteelt moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen
- De productiemedewerker fruitteelt streeft naar een zo optimaal mogelijke productie in kwantiteit en kwaliteit
- De productiemedewerker fruitteelt werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid
- Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met zijn omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het plannen en het uitvoeren van de werkzaamheden
- Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden
Autonomie
Is zelfstandig in
- de organisatie, de planning en uitvoering van de eigen activiteiten
- het afronden en controleren van de werkzaamheden
- het gebruik van meststoffen en plantenbeschermingsmiddelen
- het opvolgen van de ontwikkeling van het gewas
- het opvolgen van voorraad en vaststellen van tekorten en doorgeven aan de productieverantwoordelijke/ondernemer land- en tuinbouw
- het reinigen en/of ontsmetten van infrastructuur en materieel met ontsmettings- en/of reinigingsproducten
- het verzamelen van het benodigde materieel, materiaal en machines op de juiste locatie en moment
- het voeren van de werkadministratie m.b.t. het eigen werk
Is gebonden aan
- de bedrijfsprocedures
- de kwaliteitsnormen
- de teeltcyclus
- klimatologische omstandigheden
- opdrachten van de productieverantwoordelijke / ondernemer land- en tuinbouw
- wettelijke bepalingen en veiligheid en milieu
Doet beroep op
- de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw / ondernemer land- en tuinbouw voor het verkrijgen van de opdrachten en bij problemen die hij/zij niet zelf kan oplossen
Verantwoordelijkheid
- het bewaken van de bedrijfshygiëne
- het bewaren en/of verpakken van de producten volgens kenmerken, bestellingen en wijze van transport
- het controleren van de werkzaamheden en het opruimen
- het duurzaam en veilig gebruiken van de machines en installaties
- het onderhouden van beschermende constructies, infrastructuur en omgeving
- het oogsten van oogstklare vruchten
- het opbouwen van de eigen deskundigheid
- het opvolgen van de eigen administratie
- het opvolgen van de voorraad van verbruiksgoederen
- het planten
- het rekening houden met de weers- en bodemomstandigheden bij inzetten van de machines
- het respecteren van de persoonlijke hygiëne
- het toepassen van duurzame gewasbescherming
- het toepassen van een duurzame manier van bemesting
- het toezicht houden op de ontwikkeling van de gewassen en het informeren van de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw over afwijkingen in de ontwikkeling
- het transporteren van de producten indien van toepassing
- het uitvoeren of laten uitvoeren van het preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen
- het uitvoeren van dagelijkse controles en onderhoud aan de machines
- het veilig laden en zekeren van de lading
- het voorbereiden van gronden en aanplanting
- het werken in teamverband
- het werken oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- het, zo nodig, installeren van irrigatie- en/of fertigatieinstallatie, deze regelen en in het oog houden
- het zorgen voor veilige en kwaliteitsvolle opslag van de producten
Wettelijke attesten en voorwaarden