Bestuurder van een bulldozer

Onderdeel van de beroepskwalificatie Bouwplaatsmachinist

 
BK-0116-3-DBK-03

Globaal

Titel

Bestuurder van een bulldozer

De deelkwalificatie Bestuurder van een bulldozer is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Bouwplaatsmachinist, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Bouwplaatsmachinist vormen samen de deelkwalificatie Bestuurder van een bulldozer (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
    • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van het gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een bouwplaatsmachine op de werkplek
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gevaren bij de werkzaamheden (instabiliteit van de ondergrond of de machine, aanwezigheid van boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen, vallende brokstukken, …)
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, bodemsanering, …)
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van ergonomische hef- en til-technieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en –instrumenten
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van de principes van ecodriving en defensief rijden
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 4:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 5:
    Vervult administratieve taken
    • Vult werkblad en andere administratieve documenten in
    • Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten,een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
    • Kennis van de eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
    • Kennis van het toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
    • Kennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen.
  • Competentie 6:
    Bereidt de werkzaamheden met een bouwplaatsmachine voor
    • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
    • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
    • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
    • Brengt de bouwplaatsmachine in werkpositie
    • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van de karakteristieken, de toepassingen en de voor- en nadelen van diverse aandrijvingen: rupsen en banden
    • Kennis van de verschillende uitrustingen voor de verschillende werkfuncties (graven, grijpen, hijsen, duwen, laden,…)
    • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
    • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
    • Kennis van preventiemaatregelen tegen het risico op omkantelen
    • Kennis van de diverse bouwplaatsmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen, type en bereik van gieken
    • Grondige kennis van de draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
    • Grondige kennis van de risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels
  • Competentie 7:
    Voert dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine uit
    • Controleert de bouwplaatsmachine voor ingebruikname
    • Voert dagelijks onderhoud uit
    • Voert kleine herstellingen uit
    • Signaleert defecten
    • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
    • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter, …
    • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
    • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
    • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
    • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
    • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
    • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 8:
    Plaatst bouwplaatsmachines op een dieplader (graafmachine, wiellader, bulldozer, dumper)
    • Rijdt een dieplader op en af
    • Zekert de bouwplaatsmachine op een dieplader
    • Voorziet de nodige signalisatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de reglementering voor ladingzekeren
    • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 9:
    Bedient GPS of boordcomputer
    • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Kennis van de bediening van een GPS
  • Competentie 10:
    Voert grondverzet en, indien van toepassing, graafwerken uit
    • Bedient de bouwplaatsmachine
    • Maakt het terrein bouwrijp
    • Graaft uit en graaft, indien van toepassing, af
    • Aardt de oppervlakte of uitgraving aan
    • Hoogt terreinen op
    • Verdicht gronden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van het doel en de betekenis van de topografische aanduidingen
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 14:
    Profileert het bouwterrein
    • Zet taludprofielen uit
    • Graaft taluds af volgens profiel
    • Schoont sloten op
    • Nivelleert met de bouwplaatsmachine
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
  • Competentie 19:
    Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine af
    • Parkeert de bouwplaatsmachine
    • Zet de bouwplaatsmachine stop en schakelt de besturing uit
    • Verlaat de bedieningspost
    • Laat de bouwplaatsmachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
    • Reinigt de bouwplaatsmachine
    • Laat de werkplaats proper achter
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij reiniging

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van gevaren bij de werkzaamheden (instabiliteit van de ondergrond of de machine, aanwezigheid van boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen, vallende brokstukken, …)
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, bodemsanering, …)
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van ergonomische hef- en til-technieken
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van werkdocumenten,een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van controle- en meetmethoden en –instrumenten
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
  • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
  • Kennis van de karakteristieken, de toepassingen en de voor- en nadelen van diverse aandrijvingen: rupsen en banden
  • Kennis van de verschillende uitrustingen voor de verschillende werkfuncties (graven, grijpen, hijsen, duwen, laden,…)
  • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
  • Kennis van de reglementering voor ladingzekeren
  • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
  • Kennis van de principes van ecodriving en defensief rijden
  • Kennis van de eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
  • Kennis van het gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
  • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
  • Kennis van preventiemaatregelen tegen het risico op omkantelen
  • Kennis van de start- en stopprocedures
  • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
  • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter, …
  • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
  • Kennis van het toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
  • Kennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen.
  • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
  • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij reiniging
  • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
  • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
  • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten
  • Kennis van het doel en de betekenis van de topografische aanduidingen
  • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
  • Kennis van de bediening van een GPS
  • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
  • Kennis van de diverse bouwplaatsmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen, type en bereik van gieken
  • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Grondige kennis van de draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
  • Grondige kennis van de risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een bouwplaatsmachine op de werkplek
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Vult werkblad en andere administratieve documenten in
  • Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten
  • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
  • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
  • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
  • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
  • Controleert de bouwplaatsmachine voor ingebruikname
  • Voert dagelijks onderhoud uit
  • Voert kleine herstellingen uit
  • Zekert de bouwplaatsmachine op een dieplader
  • Voorziet de nodige signalisatie
  • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • Maakt het terrein bouwrijp
  • Laat de bouwplaatsmachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg

Probleemoplossende vaardigheden

  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Signaleert defecten
  • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud

Motorische vaardigheden

  • Werkt ergonomisch
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Brengt de bouwplaatsmachine in werkpositie
  • Rijdt een dieplader op en af
  • Bedient de bouwplaatsmachine
  • Graaft uit en graaft, indien van toepassing, af
  • Aardt de oppervlakte of uitgraving aan
  • Hoogt terreinen op
  • Verdicht gronden
  • Zet taludprofielen uit
  • Graaft taluds af volgens profiel
  • Schoont sloten op
  • Nivelleert met de bouwplaatsmachine
  • Parkeert de bouwplaatsmachine
  • Zet de bouwplaatsmachine stop en schakelt de besturing uit
  • Verlaat de bedieningspost
  • Reinigt de bouwplaatsmachine
  • Laat de werkplaats proper achter

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op bouwplaatsen (woningbouw, utiliteitsbouw, bruggen- en wegen-, spoor- en waterbouw)
  • Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften..
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Het werken in een veiligheidsfunctie betekent een verhoogde aandacht voor de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf.
  • Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van de bouwplaatsmachine zeer oplettend opvolgen.
  • Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitstippelen van de meest efficiënte route
  • het veilig, zuinig en defensief rijden met een bouwplaatsmachine
  • het controleren of er in veilige omstandigheden kan gewerkt worden
  • het veilig opstellen van een bouwplaatsmachine
  • het opstarten van de bouwplaatsmachine
  • het veilig bedienen van de bouwplaatsmachine
  • het vervullen van administratieve taken
  • het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk
  • het reinigen en onderhouden van de bouwplaatsmachine
  • het signaleren van defecten
  • het afronden van de werkzaamheden
  • het veilig achterlaten van de bouwplaatsmachine
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- , gezondheids- , kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches en verkeersregels
  • afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega’s en derden
  • instructies van de leidinggevende
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies.
  • helpers op de bouwplaats bij het aanslaan en loskoppelen van lasten bij hijswerkzaamheden
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen.
  • (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies, controles en/of onderhoud aan de bouwplaatsmachine

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Vervult administratieve taken
  • Bereidt de werkzaamheden met een bouwplaatsmachine voor
  • Voert dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine uit
  • Plaatst bouwplaatsmachines op een dieplader (graafmachine, wiellader, bulldozer, dumper)
  • Bedient GPS of boordcomputer
  • Voert grondverzet en, indien van toepassing, graafwerken uit
  • Profileert het bouwterrein
  • Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine af

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Bouwplaatsmachinist’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de beroepsuitoefening van 'Bestuurder van een wiellader', 'Bestuurder van een graafmachine', 'Bestuurder van een bulldozer' en 'Bestuurder van een dumper' (deelkwalificaties) is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)