Diamantkeurder

 
BK-0591-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Diamantkeurder

Definitie

De diamantkeurder brengt de belangrijkste kenmerken van diamanten in kaart teneinde de diamanten te keuren.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2024

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband.
    • Houdt zich aan de afspraken van het team.
    • Past de manier van werken aan om de werkzaamheden vooruit te helpen.
    • Respecteert het werk van anderen.
    • Geeft constructieve feedback over de werkzaamheden.
    • Gaat constructief om met feedback.
    • Communiceert effectief en efficiënt.
    • Wisselt informatie uit.
    • Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan.
    • Werkt effectief en efficiënt samen.
    • Vraagt hulp of advies.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van informatiesystemen
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van organisatiegebonden richtlijnen
    • Basiskennis van sociaal en teamgericht handelen
    • Kennis van beroepsreglementering en plichtenleer
    • Kennis van organisatiestructuur
    • Kennis van organisatiecultuur
    • Kennis van bedrijfsstructuur
    • Kennis van bedrijfscultuur
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
    • Respecteert de codex welzijn op het werk.
    • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen.
    • Controleert het gebruik van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
    • Controleert de staat van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
    • Controleert de staat van de arbeidsmiddelen.
    • Draagt zorg voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen.
    • Meldt problemen i.v.m. welzijn op het werk.
    • Analyseert informatie i.v.m. welzijn op het werk.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. welzijn op het werk.
    • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. welzijn op het werk.
    • Past preventieve maatregelen toe om welzijn op het werk te garanderen.
    • Werkt ergonomisch.
    • Meldt problemen i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Analyseert informatie i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. veiligheid op het werk.
    • Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen.
    • Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Gebruikt arbeidsmiddelen volgens de veiligheidsinstructies.
    • Past de veiligheidsprocedures toe.
    • Werkt veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen uit.
    • Werkt op een ordelijke en nette manier.
    • Richt de werkplek in.
    • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
    • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
    • Ruimt de werkplek op.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Basiskennis van procedure voor risicoanalyse
    • Basiskennis van de inrichting van de werkplek
    • Basiskennis van ergonomische werkhouding
    • Basiskennis van gebruik van arbeidsmiddelen
    • Basiskennis van wetgeving "Welzijn op het werk"
    • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
    • Basiskennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
    • Basiskennis van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. welzijn op het werk
    • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
    • Basiskennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
    • Basiskennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
    • Kennis van arbeidsmiddelen
  • Competentie 3:
    Werkt duurzaam en milieubewust.
    • Werkt ecologisch.
    • Werkt conform milieuvoorschriften en -richtlijnen.
    • Past milieunormen toe.
    • Beperkt afval en restproducten.
    • Sorteert afval volgens richtlijnen.
    • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen.
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
    • Werkt duurzaam.
    • Werkt met oog voor duurzaam gebruik van materialen en energie.
    • Gebruikt energiestromen duurzaam.
    • Gebruikt materialen duurzaam.
    • Gebruikt water duurzaam.
    • Recupereert herbruikbare materialen.
    • Verwerkt restmateriaal.
    • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen.
    • Werkt kostenbewust.
    • Gaat kostenbesparend om met materialen, arbeidsmiddelen en tijd.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ecologische (basis)principes
    • Basiskennis van ecologische producten
    • Basiskennis van soorten afval
    • Basiskennis van afvalpreventie
    • Basiskennis van restproducten
    • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Basiskennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
    • Basiskennis van verwerking van restmateriaal
    • Basiskennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
    • Basiskennis van gevaarlijke en ontvlambare producten
    • Basiskennis van duurzame productiemethoden
    • Basiskennis van (basis)principes van duurzaamheid
    • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
    • Basiskennis van restmateriaal
    • Basiskennis van recuperatie van materialen
    • Basiskennis van kostenbewustzijn
    • Basiskennis van richtlijnen om kostenbesparend te werken
  • Competentie 4:
    Werkt kwaliteitsvol.
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid.
    • Werkt met oog voor detail.
    • Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
    • Ziet er op toe dat kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen worden nageleefd.
    • Past kwaliteitsnormen toe.
    • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsnormen.
    • Ziet er op toe dat kwaliteitsnormen worden nageleefd.
    • Gebruikt meetinstrumenten.
    • Gebruikt controle-instrumenten.
    • Evalueert de eigen werkzaamheden en stuurt indien nodig bij.
    • Evalueert de kwaliteit van geleverde diensten en stuurt indien nodig bij.
    • Evalueert de kwaliteit van producten en stuurt indien nodig bij.
    • Spoort afwijkingen i.v.m. kwaliteit op.
    • Neemt maatregelen bij kwaliteitsafwijkingen.
    • Meldt afwijkingen i.v.m. kwaliteit.
    • Neemt actie bij producten die niet voldoen aan de normen.
    • Respecteert kwaliteitsprocedures.
    • Voert kwaliteitscontroles uit.
    • Volgt continu data op via beeldschermen.
    • Analyseert de resultaten van kwaliteitscontroles.
    • Vergelijkt resultaten van kwaliteitscontroles met kwaliteitsnormen.
    • Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking.
    • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit.
    • Optimaliseert kwaliteitsvoorschriften.
    • Optimaliseert kwaliteitsprocedures.
    • Optimaliseert kwaliteitsbeleid.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het productieproces
    • Grondige kennis van kwaliteitsvoorschriften
    • Grondige kennis van kwaliteitsnormen
    • Grondige kennis van kwaliteitsbeleid
    • Grondige kennis van kwaliteitszorg
    • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van beoordelingscriteria
    • Grondige kennis van toleranties
    • Grondige kennis van kritische controlepunten
    • Grondige kennis van procedures voor productcontrole
    • Grondige kennis van procedures voor kwaliteitscontrole
    • Grondige kennis van kwaliteitsanalyse
    • Grondige kennis van kwaliteitsverbetering
  • Competentie 5:
    Houdt gegevens bij over de werkzaamheden.
    • Houdt zich aan (bedrijfsgebonden) richtlijnen.
    • Gebruikt taakgerichte software.
    • Registreert de werkzaamheden.
    • Rapporteert over de werkzaamheden.
    • Registreert gegevens over het productieproces.
    • Rapporteert over het productieproces.
    • Draagt werkzaamheden over.
    • Wisselt informatie uit (mondeling, schriftelijk).
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van informatiestromen binnen de organisatie
    • Kennis van registratietechnieken
    • Kennis van registratiesystemen
    • Kennis van rapporteringstechnieken
    • Kennis van projectmanagementtool
    • Grondige kennis van taakgerichte software
    • Grondige kennis van materialen
    • Grondige kennis van grondstoffen
    • Grondige kennis van het werkproces
    • Grondige kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
  • Competentie 6:
    Bouwt de eigen deskundigheid op.
    • Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk.
    • Wisselt deskundigheid uit.
    • Gaat constructief om met feedback.
    • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
    • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
    • Werkt verbetervoorstellen uit op basis van de opgebouwde deskundigheid.
    • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
    • Vormt zich permanent (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia …).
    • Meldt de behoefte aan vorming.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van vakspecifiek netwerk
    • Kennis van vakspecifieke informatiebronnen
    • Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
    • Kennis van vakspecifieke technieken, materialen en materieel
    • Kennis van het werkveld
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 7:
    Werkt met oog voor innovatie.
    • Heeft oog voor vernieuwing (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …).
    • Definieert punten (technieken, technologieën, processen, systemen …) waarop innovatie zich opdringt.
    • Realiseert veranderingen (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …) indien de nood zich daartoe stelt.
    • Genereert ideeën door het creatief benaderen van probleemstellingen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technieken, technologieën, processen, systemen in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Competentie 8:
    Keurt diamanten.
    • Screent de diamant om te bepalen of hij natuurlijk, synthetisch, bewerkt of een imitatiediamant (simulant) is.
    • Keurt geslepen diamanten naargelang hun gewicht, slijpvorm, helderheid en kleur (de 4 C’s: ‘carat weight’, ‘cut’, ‘clarity’, ‘colour’).
    • Hanteert criteria om de kenmerken van de diamant in kaart te brengen.
    • Weegt de diamant (‘carat weight’).
    • Brengt de slijpvorm, verhoudingen, symmetrie en glans van de diamant in kaart (‘cut’).
    • Gaat na in hoeverre de diamant vrij is van kleur om de kleurgradatie te bepalen (‘colour’).
    • Gaat na in hoeverre de diamant vrij is van inclusies en onzuiverheden (‘clarity’).
    • Meet de diamant.
    • Meet de saturatie en het fluorescentieniveau voor zowel korte als lange golven van de diamant.
    • Meet de lichtabsorptie in de diamant.
    • Maakt een fluorescent oppervlaktebeeld van de diamant om de groeipatronen van de diamant in kaart te brengen.
    • Maakt gebruik van een adequaat coderingssysteem om absolute objectiviteit bij het keuren te garanderen.
    • Onderzoekt oppervlakken en interne structuren met behulp van optische instrumenten om stenen te keuren, om zeldzame exemplaren te identificeren, om gebreken of eigenaardigheden te detecteren die de waarde van de diamant beïnvloeden.
    • Documenteert de geïdentificeerde kenmerken van de diamanten (bv. in diagrammen en schalen).
    • Beveiligt diamanten (bv. in houders, klauwplaten, dops, lapidaire stokken of blokken voor snijden, polijsten, slijpen, boren of vormen).
    • Dompelt diamanten onder in voorgeschreven chemische oplossingen om de specifieke zwaartekracht te bepalen.
    • Maakt gebruik van manuele, machinale en digitale gereedschappen en apparatuur om de kenmerken van diamanten vast te stellen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van gemmologie
    • Grondige kennis van (het gebruik van) manuele, machinale en digitale gereedschappen en apparatuur om de kenmerken van diamanten vast te stellen
    • Grondige kennis van technieken en methoden om diamanten te keuren
    • Grondige kennis van kenmerken van diamanten (gewicht, slijpvorm, helderheid, kleur …)
    • Grondige kennis van criteria om diamanten te keuren (op het vlak van gewicht, slijpvorm, helderheid, kleur …)
    • Grondige kennis van de invloed van de kenmerken van diamanten op de waarde van diamanten
    • Grondige kennis van categorieën van diamanten
    • Grondige kennis van het verschil tussen natuurlijke, synthetische, bewerkte diamanten en imitatiediamanten (simulanten)
    • Grondige kennis van screening en identificatie van undisclosed synthetische en kleurverbeterde diamanten
    • Grondige kennis van de saturatie van diamanten
    • Grondige kennis van de invloed van lichtgevende en lichtabsorberende eigenschappen van diamanten en van hun invloed op de kleur van diamanten
    • Grondige kennis van het maken van fluorescente oppervlaktebeelden van diamanten
    • Grondige kennis van kwaliteiten van maaksels van diamanten
    • Grondige kennis van Rubin / mm ziften
    • Grondige kennis van technieken om diamanten te beveiligen
    • Grondige kennis van manieren om de kenmerken van diamanten te documenteren
    • Grondige kennis van coderingssystemen voor diamanten
  • Competentie 9:
    Stelt een keuringsrapport (diamantcertificaat) op.
    • Stelt een keuringsrapport (diamantcertificaat) op dat de essentiële kenmerken van de diamanten weergeeft.
    • Voorziet het keuringsrapport (diamantcertificaat) van beveiligingsitems (zoals microtekst, hologram, fluo markeringen, lijnstructuur, watermerk, veiligheidspapier …).
    • Voorziet, indien gevraagd, de diamant van een laserinscriptie om de diamant en het keuringsrapport (diamantcertificaat) aan elkaar te verbinden.
    • Maakt gebruik van een coderingssysteem.
    • Bewaart een kopie van het keuringsrapport.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van het opstellen van keuringsrapporten voor diamanten (diamantcertificaten)
    • Grondige kennis van het beveiligen van keuringsrapporten voor diamanten
    • Grondige kennis van technieken om diamanten te voorzien van laserinscripties
    • Grondige kennis van coderingssystemen voor diamanten
  • Competentie 10:
    Verpakt diamanten en keuringsrapporten.
    • Hanteert adequate verpakkingstechnieken die ervoor zorgen dat de diamant en het keuringsrapport bij elkaar blijven en er geen vuil in de verpakking kan binnendringen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technieken voor het veilig verpakken van diamanten en keuringsrapporten
  • Competentie 11:
    Communiceert adequaat en doelgericht.
    • Communiceert adequaat en doelgericht met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
    • Wisselt op constructieve en professionele wijze informatie uit met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van informatiesystemen
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van sociaal en teamgericht handelen
    • Kennis van organisatiestructuur
    • Kennis van organisatiecultuur
    • Kennis van bedrijfsstructuur
    • Kennis van bedrijfscultuur
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 12:
    Werkt accuraat.
    • Gaat uiterst nauwkeurig te werk.
    • Geeft blijk van grote en volgehouden aandacht en concentratie.
    • Zet fijne manipulatieve vaardigheden in.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van kwaliteitsvoorschriften
    • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van toleranties
  • Competentie 13:
    Werkt deontologisch correct.
    • Handelt conform de deontologische code eigen aan het bedrijf.
    • Handelt consistent bij het keuren van diamanten.
    • Werkt met onberispelijke moraliteit.
    • Werkt betrouwbaar en discreet.
    • Keurt de diamanten met de grootst mogelijke objectiviteit (bv. door een adequaat coderingssysteem te gebruiken).
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de deontologische code eigen aan het bedrijf
    • Grondige kennis van manieren om diamanten op consistente en objectieve wijze te keuren
    • Grondige kennis van coderingssystemen voor diamanten

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van vakspecifiek netwerk
  • Basiskennis van ecologische (basis)principes
  • Basiskennis van ecologische producten
  • Basiskennis van soorten afval
  • Basiskennis van afvalpreventie
  • Basiskennis van restproducten
  • Basiskennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
  • Basiskennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
  • Basiskennis van verwerking van restmateriaal
  • Basiskennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Basiskennis van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Basiskennis van duurzame productiemethoden
  • Basiskennis van (basis)principes van duurzaamheid
  • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
  • Basiskennis van restmateriaal
  • Basiskennis van recuperatie van materialen
  • Basiskennis van kostenbewustzijn
  • Basiskennis van richtlijnen om kostenbesparend te werken
  • Basiskennis van informatiesystemen
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Basiskennis van procedure voor risicoanalyse
  • Basiskennis van de inrichting van de werkplek
  • Basiskennis van ergonomische werkhouding
  • Basiskennis van gebruik van arbeidsmiddelen
  • Basiskennis van organisatiegebonden richtlijnen
  • Basiskennis van wetgeving "Welzijn op het werk"
  • Basiskennis van sociaal en teamgericht handelen
  • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
  • Basiskennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
  • Basiskennis van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. welzijn op het werk
  • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
  • Basiskennis van preventieve maatregelen om welzijn op het werk te garanderen
  • Basiskennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
  • Basiskennis van informatiestromen binnen de organisatie
  • Kennis van technieken, technologieën, processen, systemen in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Kennis van technieken voor het veilig verpakken van diamanten en keuringsrapporten
  • Kennis van vakspecifieke informatiebronnen
  • Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
  • Kennis van vakspecifieke technieken, materialen en materieel
  • Kennis van beroepsreglementering en plichtenleer
  • Kennis van de deontologische code eigen aan het bedrijf
  • Kennis van arbeidsmiddelen
  • Kennis van organisatiestructuur
  • Kennis van organisatiecultuur
  • Kennis van bedrijfsstructuur
  • Kennis van bedrijfscultuur
  • Kennis van het productieproces
  • Kennis van registratietechnieken
  • Kennis van registratiesystemen
  • Kennis van rapporteringstechnieken
  • Kennis van projectmanagementtool
  • Kennis van het werkveld
  • Grondige kennis van vakterminologie
  • Grondige kennis van kwaliteitsvoorschriften
  • Grondige kennis van kwaliteitsnormen
  • Grondige kennis van kwaliteitsbeleid
  • Grondige kennis van kwaliteitszorg
  • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van beoordelingscriteria
  • Grondige kennis van toleranties
  • Grondige kennis van kritische controlepunten
  • Grondige kennis van procedures voor productcontrole
  • Grondige kennis van procedures voor kwaliteitscontrole
  • Grondige kennis van kwaliteitsanalyse
  • Grondige kennis van kwaliteitsverbetering
  • Grondige kennis van taakgerichte software
  • Grondige kennis van materialen
  • Grondige kennis van grondstoffen
  • Grondige kennis van het werkproces
  • Grondige kennis van (bedrijfsgebonden) richtlijnen
  • Grondige kennis van gemmologie
  • Grondige kennis van manieren om diamanten op consistente en objectieve wijze te keuren
  • Grondige kennis van het opstellen van keuringsrapporten voor diamanten (diamantcertificaten)
  • Grondige kennis van het beveiligen van keuringsrapporten voor diamanten
  • Grondige kennis van technieken om diamanten te voorzien van laserinscripties
  • Grondige kennis van (het gebruik van) manuele, machinale en digitale gereedschappen en apparatuur om de kenmerken van diamanten vast te stellen
  • Grondige kennis van technieken en methoden om diamanten te keuren
  • Grondige kennis van kenmerken van diamanten (gewicht, slijpvorm, helderheid, kleur …)
  • Grondige kennis van criteria om diamanten te keuren (op het vlak van gewicht, slijpvorm, helderheid, kleur …)
  • Grondige kennis van de invloed van de kenmerken van diamanten op de waarde van diamanten
  • Grondige kennis van categorieën van diamanten
  • Grondige kennis van het verschil tussen natuurlijke, synthetische, bewerkte diamanten en imitatiediamanten (simulanten)
  • Grondige kennis van screening en identificatie van undisclosed synthetische en kleurverbeterde diamanten
  • Grondige kennis van de saturatie van diamanten
  • Grondige kennis van de invloed van lichtgevende en lichtabsorberende eigenschappen van diamanten en van hun invloed op de kleur van diamanten
  • Grondige kennis van het maken van fluorescente oppervlaktebeelden van diamanten
  • Grondige kennis van kwaliteiten van maaksels van diamanten
  • Grondige kennis van Rubin / mm ziften
  • Grondige kennis van technieken om diamanten te beveiligen
  • Grondige kennis van manieren om de kenmerken van diamanten te documenteren
  • Grondige kennis van coderingssystemen voor diamanten

Cognitieve vaardigheden

  • Houdt zich aan de afspraken van het team.
  • Past de manier van werken aan om de werkzaamheden vooruit te helpen.
  • Respecteert het werk van anderen.
  • Geeft constructieve feedback over de werkzaamheden.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Communiceert effectief en efficiënt.
  • Wisselt informatie uit.
  • Werkt effectief en efficiënt samen.
  • Vraagt hulp of advies.
  • Respecteert de codex welzijn op het werk.
  • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Controleert het gebruik van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
  • Controleert de staat van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
  • Controleert de staat van de arbeidsmiddelen.
  • Draagt zorg voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen.
  • Optimaliseert de werkomstandigheden i.v.m. welzijn op het werk.
  • Past preventieve maatregelen toe om welzijn op het werk te garanderen.
  • Past preventieve maatregelen toe om veiligheid op het werk te garanderen.
  • Werkt conform veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Gebruikt arbeidsmiddelen volgens de veiligheidsinstructies.
  • Past de veiligheidsprocedures toe.
  • Werkt veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen uit.
  • Werkt op een ordelijke en nette manier.
  • Richt de werkplek in.
  • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
  • Werkt ecologisch.
  • Werkt conform milieuvoorschriften en -richtlijnen.
  • Past milieunormen toe.
  • Beperkt afval en restproducten.
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen.
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
  • Werkt duurzaam.
  • Werkt met oog voor duurzaam gebruik van materialen en energie.
  • Gebruikt energiestromen duurzaam.
  • Gebruikt materialen duurzaam.
  • Gebruikt water duurzaam.
  • Recupereert herbruikbare materialen.
  • Verwerkt restmateriaal.
  • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen.
  • Werkt kostenbewust.
  • Gaat kostenbesparend om met materialen, arbeidsmiddelen en tijd.
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid.
  • Werkt met oog voor detail.
  • Werkt conform de kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen.
  • Ziet er op toe dat kwaliteitsvoorschriften en -richtlijnen worden nageleefd.
  • Past kwaliteitsnormen toe.
  • Instrueert medewerkers in het werken volgens kwaliteitsnormen.
  • Ziet er op toe dat kwaliteitsnormen worden nageleefd.
  • Gebruikt meetinstrumenten.
  • Gebruikt controle-instrumenten.
  • Respecteert kwaliteitsprocedures.
  • Voert kwaliteitscontroles uit.
  • Volgt continu data op via beeldschermen.
  • Vergelijkt resultaten van kwaliteitscontroles met kwaliteitsnormen.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. kwaliteit.
  • Optimaliseert kwaliteitsvoorschriften.
  • Optimaliseert kwaliteitsprocedures.
  • Optimaliseert kwaliteitsbeleid.
  • Houdt zich aan (bedrijfsgebonden) richtlijnen.
  • Gebruikt taakgerichte software.
  • Registreert de werkzaamheden.
  • Rapporteert over de werkzaamheden.
  • Registreert gegevens over het productieproces.
  • Rapporteert over het productieproces.
  • Draagt werkzaamheden over.
  • Wisselt informatie uit (mondeling, schriftelijk).
  • Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk.
  • Wisselt deskundigheid uit.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
  • Werkt verbetervoorstellen uit op basis van de opgebouwde deskundigheid.
  • Vormt zich permanent (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia …).
  • Meldt de behoefte aan vorming.
  • Screent de diamant om te bepalen of hij natuurlijk, synthetisch, bewerkt of een imitatiediamant (simulant) is.
  • Keurt geslepen diamanten naargelang hun gewicht, slijpvorm, helderheid en kleur (de 4 C’s: ‘carat weight’, ‘cut’, ‘clarity’, ‘colour’).
  • Hanteert criteria om de kenmerken van de diamant in kaart te brengen.
  • Weegt de diamant (‘carat weight’).
  • Brengt de slijpvorm, verhoudingen, symmetrie en glans van de diamant in kaart (‘cut’).
  • Gaat na in hoeverre de diamant vrij is van kleur om de kleurgradatie te bepalen (‘colour’).
  • Gaat na in hoeverre de diamant vrij is van inclusies en onzuiverheden (‘clarity’).
  • Meet de diamant.
  • Meet de saturatie en het fluorescentieniveau voor zowel korte als lange golven van de diamant.
  • Meet de lichtabsorptie in de diamant.
  • Maakt een fluorescent oppervlaktebeeld van de diamant om de groeipatronen van de diamant in kaart te brengen.
  • Maakt gebruik van een adequaat coderingssysteem om absolute objectiviteit bij het keuren te garanderen.
  • Onderzoekt oppervlakken en interne structuren met behulp van optische instrumenten om stenen te keuren, om zeldzame exemplaren te identificeren, om gebreken of eigenaardigheden te detecteren die de waarde van de diamant beïnvloeden.
  • Documenteert de geïdentificeerde kenmerken van de diamanten (bv. in diagrammen en schalen).
  • Beveiligt diamanten (bv. in houders, klauwplaten, dops, lapidaire stokken of blokken voor snijden, polijsten, slijpen, boren of vormen).
  • Dompelt diamanten onder in voorgeschreven chemische oplossingen om de specifieke zwaartekracht te bepalen.
  • Maakt gebruik van manuele, machinale en digitale gereedschappen en apparatuur om de kenmerken van diamanten vast te stellen.
  • Stelt een keuringsrapport (diamantcertificaat) op dat de essentiële kenmerken van de diamanten weergeeft.
  • Voorziet het keuringsrapport (diamantcertificaat) van beveiligingsitems (zoals microtekst, hologram, fluo markeringen, lijnstructuur, watermerk, veiligheidspapier …).
  • Voorziet, indien gevraagd, de diamant van een laserinscriptie om de diamant en het keuringsrapport (diamantcertificaat) aan elkaar te verbinden.
  • Maakt gebruik van een coderingssysteem.
  • Bewaart een kopie van het keuringsrapport.
  • Hanteert adequate verpakkingstechnieken die ervoor zorgen dat de diamant en het keuringsrapport bij elkaar blijven en er geen vuil in de verpakking kan binnendringen.
  • Communiceert adequaat en doelgericht met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
  • Wisselt op constructieve en professionele wijze informatie uit met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
  • Gaat uiterst nauwkeurig te werk.
  • Geeft blijk van grote en volgehouden aandacht en concentratie.
  • Handelt conform de deontologische code eigen aan het bedrijf.
  • Handelt consistent bij het keuren van diamanten.
  • Werkt met onberispelijke moraliteit.
  • Werkt betrouwbaar en discreet.
  • Keurt de diamanten met de grootst mogelijke objectiviteit (bv. door een adequaat coderingssysteem te gebruiken).

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan wijzigende omstandigheden aan.
  • Meldt problemen i.v.m. welzijn op het werk.
  • Analyseert informatie i.v.m. welzijn op het werk.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. welzijn op het werk.
  • Meldt problemen i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Analyseert informatie i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Formuleert verbetervoorstellen i.v.m. veiligheid op het werk.
  • Evalueert de eigen werkzaamheden en stuurt indien nodig bij.
  • Evalueert de kwaliteit van geleverde diensten en stuurt indien nodig bij.
  • Evalueert de kwaliteit van producten en stuurt indien nodig bij.
  • Spoort afwijkingen i.v.m. kwaliteit op.
  • Neemt maatregelen bij kwaliteitsafwijkingen.
  • Meldt afwijkingen i.v.m. kwaliteit.
  • Neemt actie bij producten die niet voldoen aan de normen.
  • Analyseert de resultaten van kwaliteitscontroles.
  • Gaat na wat de oorzaak is van een kwaliteitsafwijking.
  • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
  • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
  • Heeft oog voor vernieuwing (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …).
  • Definieert punten (technieken, technologieën, processen, systemen …) waarop innovatie zich opdringt.
  • Realiseert veranderingen (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …) indien de nood zich daartoe stelt.
  • Genereert ideeën door het creatief benaderen van probleemstellingen.

Motorische vaardigheden

  • Werkt ergonomisch.
  • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
  • Ruimt de werkplek op.
  • Sorteert afval volgens richtlijnen.
  • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
  • Zet fijne manipulatieve vaardigheden in.

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in een laboratorium.
  • Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, al dan niet in een onderneming.
  • De beroepsbeoefenaar toont respect voor het vak, collega’s en concurrenten en vertegenwoordigt het beroep.
  • Het beroep situeert zich in de diamantsector. De beroepsbeoefenaar is zich steeds bewust van de grote waarde van de objecten waarmee hij werkt.
  • Sommige aspecten van de beroepsuitoefening kennen een beperkte mate aan variatie, zoals het keuren van diamanten volgens steeds dezelfde criteria en de gebruikte gereedschappen en apparatuur.
  • Het beroep wordt uitgeoefend in optimale omstandigheden: licht, ergonomie …
  • Het beroep wordt in een vrij eenvoudige en vertrouwde context uitgeoefend.
  • De werkcontext is gestructureerd met een permanent besef van de hoge vereiste kwaliteit van de handelingen.
  • Binnen dit beroep is een goede communicatie belangrijk, o.a. voor het doorgeven van kennis aan collega’s.
  • Het beroep impliceert het geregeld in contact komen met collega’s en deskundigen.

Handelingscontext

  • De beroepsbeoefenaar gaat uiterst nauwkeurig te werk.
  • Het uitoefenen van het beroep vergt grote en volgehouden aandacht en concentratie.
  • De beroepsbeoefenaar heeft oog voor detail, heeft een uitstekend zicht en bezit een sterk ruimtelijk inzicht.
  • De beroepsbeoefenaar geeft blijk van grote handigheid en beschikt over bijzonder fijne manipulatieve vaardigheden.
  • De beroepsbeoefenaar handelt conform de deontologische code van het bedrijf.
  • De beroepsbeoefenaar handelt uiterst consistent bij het keuren van diamanten.
  • Het uitoefenen van het beroep veronderstelt onberispelijke moraliteit omwille van de grote waarde van de objecten waarmee de beroepsbeoefenaar werkt.
  • De beroepsbeoefenaar werkt betrouwbaar en discreet.
  • De beroepsbeoefenaar gaat te werk met objectiviteit bij het keuren van diamanten.
  • De beroepsbeoefenaar communiceert adequaat en doelgericht met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
  • De beroepsbeoefenaar wisselt op constructieve en professionele wijze informatie uit met collega’s, deskundigen en opdrachtgevers.
  • De beroepsbeoefenaar blijft steeds op de hoogte van vakspecifieke ontwikkelingen.
  • De beroepsbeoefenaar houdt steeds rekening met de vooropgestelde planning.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met de nodige flexibiliteit.
  • De beroepsbeoefenaar houdt rekening met de veiligheidsvoorschriften.
  • De beroepsbeoefenaar gaat economisch om met grondstoffen.
  • De beroepsbeoefenaar is zich bewust van de grote impact van zijn handelingen.
  • Het uitoefenen van het beroep impliceert het langdurig zitten in dezelfde positie.
  • Het beroep vereist kwaliteitsvol handelen.
  • De beroepsbeoefenaar handelt steeds binnen het eigen kennisdomein en vraagt in geval van problemen raad aan collega’s.
  • De beroepsbeoefenaar gebruikt gereedschappen, materialen en apparatuur uiterst zorgvuldig en nauwkeurig.
  • De beroepsbeoefenaar kan zelfstandig werken en is resultaatgericht.
  • Basiskennis van moderne vreemde talen kan een meerwaarde zijn: de diamantsector is een multiculturele sector waarin soms moet samengewerkt worden met verschillende nationaliteiten.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het keuren van de diamanten
  • het opstellen van een keuringsrapport (diamantcertificaat)
  • het verpakken van de diamanten en keuringsrapporten
  • het adequaat en doelgericht communiceren
  • het accuraat werken
  • het deontologisch correct werken
  • het correct gebruiken van gereedschappen, materialen en apparatuur
Is gebonden aan
  • de deontologische code van het bedrijf
  • consistent handelen bij het keuren van diamanten
  • een onberispelijke moraliteit
  • de regels m.b.t. betrouwbaarheid en discretie
  • objectiviteit bij het keuren van diamanten
  • de veiligheidsvoorschriften
  • vakspecifieke ontwikkelingen
Doet beroep op
  • collega’s in geval van problemen

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband.
  • Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
  • Werkt duurzaam en milieubewust.
  • Werkt kwaliteitsvol.
  • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden.
  • Bouwt de eigen deskundigheid op.
  • Werkt met oog voor innovatie.
  • Keurt diamanten.
  • Stelt een keuringsrapport (diamantcertificaat) op.
  • Verpakt diamanten en keuringsrapporten.
  • Communiceert adequaat en doelgericht.
  • Werkt accuraat.
  • Werkt deontologisch correct.

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.