Klinisch psycholoog

 
BK-0575-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Klinisch psycholoog

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "K110401 Psychologie"

Definitie

De klinisch psycholoog ontwikkelt en past autonoom de theorieën, methoden en technieken uit de wetenschappelijke klinische psychologie toe in de gezondheidsbevordering, de screening, psychologische diagnostiek en evaluatie van gezondheidsproblemen, alsook in de preventie van dergelijke problemen en begeleiding en behandeling bij personen met zorg- en ondersteuningsnood teneinde
zorggebruikers te ondersteunen door zowel aan hun ontwikkeling te werken via het gebruik van de persoonlijke vaardigheden en vaardigheden om zich aan te passen aan de omgeving als door hun functionele onafhankelijkheid en welzijn te optimaliseren vanaf de aanvang.

Niveau (VKS en EQF)

7

Jaar van erkenning

versie 1, 2022

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Handelt volgens de deontologische code en ethiek
    • Past relevante ethische, wettelijke en professionele normen en richtlijnen toe
    • Gebruik een ethisch beslissingsmodel
    • Integreert ethische, wettelijke en deontologische normen in alle competentiedomeinen
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van de ethische principes en gedragscodes van de Belgische Deontologische Code voor Psychologen
    • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
  • Competentie 2:
    Oefent het beroep van klinisch psycholoog op een professionele en maatschappelijk verantwoorde wijze uit
    • Faciliteert het resultaat van het psychologisch handelen in diverse contexten en situaties
    • Handelt verantwoord in diverse settings en contexten
    • Handelt om het welbevinden van anderen te bevorderen
    • Ondersteunt de zorggebruiker om acties met gunstige impact op ontwikkeling, het functioneren en welzijn te nemen
    • Streeft er naar om veranderingen te bewerkstelligen die het maatschappelijk welbevinden verbeteren
    • Bewaakt en lost situaties op die de professionele waarden en integriteit bedreigen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatschappelijke tendensen, knelpunten en opportuniteiten
    • Grondige kennis van de ethische principes en gedragscodes van de Belgische Deontologische Code voor Psychologen
    • Grondige kennis van settings en contexten
    • Grondige kennis van veranderingsprocessen
* Klinisch psychologen opereren in diverse settings: gesubsidieerde centra zoals ziekenhuizen, CGG’s, of ambulante zelfstandige solo – of groepspraktijken. Zij worden in die settings echter geconfronteerd met verschillende contexten: patiëntkarakteristieken, multidisciplinaire teams...
  • Competentie 3:
    Ontwikkelt en onderhoudt de eigen deskundigheid
    • Stelt een planning op in kader van permanente vorming om de kennis en vaardigheden te versterken en voert deze uit
    • Participeert aan nationale en internationale lezingen en congressen
    • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
    • Evalueert kritisch wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
    • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen op binnen het vakgebied en zet deze om in de praktijk (evidence based practice*)
    • Raadpleegt relevante informatiebronnen (met inbegrip van internationale wetenschappelijke vakliteratuur)
    • Hanteert de vakterminologie zowel mondeling als schriftelijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van vakterminologie
    • Grondige kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
    • Grondige kennis van professionele fora
    • Grondige kennis van beschikbare en relevante opleidingen
* * Evidence-based practide is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. De praktijk van evidence-based practice impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen hierbij een centrale rol (Offringa et al., 2000).
  • Competentie 4:
    Reflecteert, evalueert zichzelf en doet aan zelfzorg
    • Maakt gebruik van reflectie, zowel tijdens als na professionele activiteit
    • Handelt weloverwogen
    • Zet zichzelf/de eigen persoon in als een therapeutisch middel
    • Evalueert zelf de eigen competenties in alle competentiedomeinen van de klinische psychologie
    • Integreert de zelfbeoordeling van de competenties in de praktijk
    • Erkent beperkingen in kennis/vaardigheden en neemt acties ter remediëring
    • Volgt zelf problemen op die betrekking hebben op de eigen gezondheid en het persoonlijk welzijn
    • Neemt de noodzakelijke maatregelen om de eigen gezondheid, veiligheid en het persoonlijk welzijn te beschermen binnen het hulpverleningsproces met de zorggebruiker
    • Intervenieert onmiddellijk wanneer zich problemen voordoen die het professioneel functioneren verstoren
    • Organiseert supervisie
    • Zoekt supervisie/intervisie
    • Pleegt overleg met collega’s indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van reflectiemodellen
    • Grondige kennis van supervisie- en intervisiemodellen
    • Grondige kennis van teamgerelateerde sociale vaardigheden (vb. onderhandelingstechnieken, groepsdynamiek, zelfreflectie, conflicthantering, feedback...)
    • Grondige kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
  • Competentie 5:
    Neemt een sturende rol op tijdens teamvergaderingen
    • Doet verslag over de inhoud van de (geleverde) klinisch psychologische zorg
    • Coacht teamleden over de aanpak vanuit het psychologisch kader
    • Hanteert professionele taal en geassocieerde klinische concepten
    • Staat zelfstandig in voor de klinisch psychologische aspecten van het dossier van de personen met zorg- en ondersteuningsnood
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis van interdisciplinair werken
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van teamdynamieken
    • Grondige kennis van coachingstechnieken
    • Grondige kennis van de klinische psychologie
    • Grondige kennis van psychopathologie
  • Competentie 6:
    Ontwikkelt en onderhoudt een professionele werkrelatie met de zorggebruiker
    • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
    • Ontwikkelt een therapeutische relatie met de zorggebruiker
    • Hanteert passende gesprekstechnieken tijdens (moeilijke) communicatie en interactie
    • Integreert verbale, non-verbale en geschreven communicaties op eenduidige en heldere wijze
    • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de zorggebruiker en contexten zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
    • Past de communicatie aan in functie van de diversiteit van de doelgroep
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Grondige kennis van de ethische principes en gedragscodes van de Belgische Deontologische Code voor Psychologen
    • Grondige kennis van gesprekstechnieken
    • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
  • Competentie 7:
    Past wetenschappelijke inzichten en methoden toe
    • Ontwikkelt procedures en zorgplannen en voert deze uit
    • Past wetenschappelijke methoden toe in de klinische praktijk
    • Gebruikt kennis van de fundamenten van de psychologie, klinische psychologie en met name de biopsychosociale interacties tussen sociale, lichamelijke en psychische aspecten van gezondheid en ziekte – mede beschouwd vanuit een ontwikkelingsperspectief
    • Past in het klinisch psychologisch handelen wetenschappelijk onderbouwde theorieën toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van psychofarmacologie
    • Grondige kennis van (handelingsgerichte) psychodiagnostiek
    • Grondige kennis van methodes en methodieken in het wetenschappelijke onderzoek
    • Grondige kennis van psychometrie en technieken van dataverzameling en – analyse
    • Grondige kennis van (ontwikkelings)psychopathologie
    • Grondige kennis van neuropsychologie
    • Grondige kennis van leer- en cognitieve theorieën
    • Grondige kennis van psychodynamische theorieën
    • Grondige kennis van client-centered en experiëntiële theorieën
    • Grondige kennis van groepsdynamica en systeemtheorieën
  • Competentie 8:
    Genereert onderzoek en bevindingen die bijdragen aan de professionele kennis en/of evalueert de effectiviteit van diverse professionele activiteiten
    • Bevordert de verbreding van de wetenschappelijke vakkennis
    • Ontwikkelt wetenschappelijke vakkennis
    • Past wetenschappelijke methoden toe om praktijken, interventies en klinische programma’s te evalueren
    • Evalueert op systematische wijze de effecten van het psychologisch handelen bij elke zorggebruiker ten behoeve van onderzoek
    • Garandeert de identiteit als klinisch psycholoog via deelname aan workshops en studiedagen met een klinische finaliteit, via lidmaatschap van psychologische beroepsverenigingen, etc.
    • Integreert wetenschappelijke kennis en klinische praktijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
    • Grondige kennis van methodes en methodieken in het wetenschappelijke onderzoek
    • Grondige kennis van psychometrie en technieken van dataverzameling en – analyse
  • Competentie 9:
    Integreert onderzoek en klinische deskundigheid in afstemming met de zorggebruiker en diens context
    • Integreert klinische expertise met de empirische basis voor psychologische evaluatie, screening, preventie, interventie en andere psychologische toepassingen
    • Stemt af op de zorgvraag van de zorggebruiker
    • Exploreert welke interventie geschikt is voor de zorggebruiker
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van gesprekstechnieken
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
    • Grondige kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
  • Competentie 10:
    Stelt een psychologische evaluatie op van problemen, mogelijkheden en vragen, geassocieerd met individuen, groepen en/of organisaties
    • Analyseert de sterke punten en beperkingen van diagnostische benaderingen
    • Selecteert en gebruikt multipele methoden en middelen van psychologische evaluatie op een wijze die responsief en respectvol is voor diverse individuen, koppels, families, groepen en contexten
    • Selecteert en neemt diverse meetinstrumenten af
    • Interpreteert de resultaten van multipele metingen voor de planning en evaluatie van psychologische interventies
    • Integreert de resultaten om op een accurate wijze de gestelde vraag te evalueren
    • Past de diagnostiek van psychische stoornissen toe
    • Geeft de multipele dimensies van de casus vorm op basis van de resultaten van de psychologische evaluatie
    • Maakt gebruik van casusformulering om interventies te plannen binnen de context van de menselijke ontwikkeling en diversiteit
    • Communiceert geschreven en mondelinge bevindingen op heldere, constructieve, nauwkeurige en conceptueel gepaste wijze
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van psychopathologie
    • Grondige kennis van psychometrie: theorie en toepassing van testconstructie, van de betrouwbaarheid en validiteit van het psychologisch testen
    • Grondige kennis van diverse classificatiesystemen
    • Grondige kennis van methoden van psychologische evaluatie
  • Competentie 11:
    Past interventies toe om lijden te verlichten en om gezondheid en welvaren van individuen, groepen en organisaties te bevorderen
    • Plant klinisch psychologische interventies (screening, preventie, interventie, ondersteuning…)
    • Betrekt culturele en individuele karakteristieken van de zorggebruiker, hun systeem in de psychologische evaluatie en interventies
    • Vertoont klinische vaardigheden bij een grote verscheidenheid van zorggebruikers en hun omgeving
    • Gebruikt een goed beoordelingsvermogen, zelfs in onverwachte of moeilijke situaties
    • Implementeert empirisch ondersteunde interventies (evidence-based practice)
    • Evalueert op systematische wijze de effecten van het therapeutisch proces en van interventies bij zorggebruikers
    • Modificeert bij indicatie het behandelingsplan, zelfs in de afwezigheid van erkende uitkomstmetingen
    • Vraagt en hanteert op constructieve wijze feedback over interventies
    • Biedt professionele hulp in respons op de behoeften, noden of doelen van een zorggebruiker
    • Behandelt verwijsvragen, geeft psycho-educatie, feedback en communiceert advies
    • Handelt flexibel om aanpassingen in interventies aan te brengen waar nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van psychopathologie
    • Grondige kennis van psychologische interventies
    • Grondige kennis van de organisatie van zorg
  • Competentie 12:
    Verstrekt onderwijs en opleiding in de klinische psychologie
    • Verstrekt instructies
    • Dissemineert kennis
    • Evalueert kennis en vaardigheden
    • Past onderwijsmethoden toe in multipele contexten
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van leerstrategieën
    • Grondige kennis van evaluatiemethodieken
  • Competentie 13:
    Interageert met professionelen uit multipele disciplines
    • Draagt bij aan een efficiënt functioneren van het interdisciplinair team
    • Neemt deel aan en initieert interdisciplinaire samenwerking/overleg die leiden naar gedeelde doelstellingen ter verbetering van zorguitkomsten
    • Ontwikkelt en onderhoudt samenwerkingsverbanden ondanks verschillen
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van vergadertechnieken
    • Grondige kennis van netwerken
    • Grondige kennis van de gemeenschappelijke en onderscheiden rollen van andere gezondheidszorgberoepen
  • Competentie 14:
    Beheert de directe dienstverlening en/of voert het beleid over organisaties of programma’s
    • Ontwikkelt en biedt constructieve kritiek en suggesties betreffende het management en de leiding van de organisatie
    • Neemt deel aan het beleid voor de psychologische dienstverlening
    • Neemt deel aan het beleid betreffende klinische programma’s
    • Levert input voor het kwaliteitsbeleid op het niveau van de organisatie
    • Participeert in systeemveranderingen en in het bestuur van de organisatie
    • Bewaakt de psychologische aspecten van het functioneren van teams
    • Intervenieert in de psychologische aspecten van het functioneren van teams
    • Geeft leiding aan het team
    • Verstrekt een superviserend kader betreffende psychologische aspecten aan studenten, collega’s en aan collega’s uit andere disciplines
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van de organisatie en de vanuit het management geformuleerde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
    • Grondige kennis van kwaliteitszorg
    • Grondige kennis van teamprocessen
    • Grondige kennis van managementmodellen en -technieken

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van psychofarmacologie
  • Kennis van maatschappelijke tendensen, knelpunten en opportuniteiten
  • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
  • Kennis van interculturele communicatie
  • Grondige kennis van de ethische principes en gedragscodes van de Belgische Deontologische Code voor Psychologen
  • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
  • Grondige kennis van vakterminologie
  • Grondige kennis van reflectiemodellen
  • Grondige kennis van supervisie- en intervisiemodellen
  • Grondige kennis van teamgerelateerde sociale vaardigheden (vb. onderhandelingstechnieken, groepsdynamiek, zelfreflectie, conflicthantering, feedback...)
  • Grondige kennis van rapportagetechnieken
  • Grondige kennis van interdisciplinair werken
  • Grondige kennis van het zorglandschap
  • Grondige kennis van gesprekstechnieken
  • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
  • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
  • Grondige kennis van settings en contexten
  • Grondige kennis van veranderingsprocessen
  • Grondige kennis van (handelingsgerichte) psychodiagnostiek
  • Grondige kennis van leerstrategieën
  • Grondige kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
  • Grondige kennis van professionele fora
  • Grondige kennis van beschikbare en relevante opleidingen
  • Grondige kennis van teamdynamieken
  • Grondige kennis van coachingstechnieken
  • Grondige kennis van de klinische psychologie
  • Grondige kennis van psychopathologie
  • Grondige kennis van methodes en methodieken in het wetenschappelijke onderzoek
  • Grondige kennis van psychometrie en technieken van dataverzameling en – analyse
  • Grondige kennis van (ontwikkelings)psychopathologie
  • Grondige kennis van neuropsychologie
  • Grondige kennis van leer- en cognitieve theorieën
  • Grondige kennis van psychodynamische theorieën
  • Grondige kennis van client-centered en experiëntiële theorieën
  • Grondige kennis van groepsdynamica en systeemtheorieën
  • Grondige kennis van psychometrie: theorie en toepassing van testconstructie, van de betrouwbaarheid en validiteit van het psychologisch testen
  • Grondige kennis van diverse classificatiesystemen
  • Grondige kennis van methoden van psychologische evaluatie
  • Grondige kennis van psychologische interventies
  • Grondige kennis van de organisatie van zorg
  • Grondige kennis van evaluatiemethodieken
  • Grondige kennis van vergadertechnieken
  • Grondige kennis van netwerken
  • Grondige kennis van de gemeenschappelijke en onderscheiden rollen van andere gezondheidszorgberoepen
  • Grondige kennis van de organisatie en de vanuit het management geformuleerde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
  • Grondige kennis van kwaliteitszorg
  • Grondige kennis van teamprocessen
  • Grondige kennis van managementmodellen en -technieken

Cognitieve vaardigheden

  • Faciliteert het resultaat van het psychologisch handelen in diverse contexten en situaties
  • Handelt verantwoord in diverse settings en contexten
  • Handelt om het welbevinden van anderen te bevorderen
  • Ondersteunt de zorggebruiker om acties met gunstige impact op ontwikkeling, het functioneren en welzijn te nemen
  • Past relevante ethische, wettelijke en professionele normen en richtlijnen toe
  • Gebruik een ethisch beslissingsmodel
  • Integreert ethische, wettelijke en deontologische normen in alle competentiedomeinen
  • Stelt een planning op in kader van permanente vorming om de kennis en vaardigheden te versterken en voert deze uit
  • Participeert aan nationale en internationale lezingen en congressen
  • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
  • Evalueert kritisch wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
  • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen op binnen het vakgebied en zet deze om in de praktijk (evidence based practice*)
  • Raadpleegt relevante informatiebronnen (met inbegrip van internationale wetenschappelijke vakliteratuur)
  • Hanteert de vakterminologie zowel mondeling als schriftelijk
  • Maakt gebruik van reflectie, zowel tijdens als na professionele activiteit
  • Handelt weloverwogen
  • Zet zichzelf/de eigen persoon in als een therapeutisch middel
  • Evalueert zelf de eigen competenties in alle competentiedomeinen van de klinische psychologie
  • Integreert de zelfbeoordeling van de competenties in de praktijk
  • Organiseert supervisie
  • Zoekt supervisie/intervisie
  • Pleegt overleg met collega’s indien nodig
  • Doet verslag over de inhoud van de (geleverde) klinisch psychologische zorg
  • Coacht teamleden over de aanpak vanuit het psychologisch kader
  • Hanteert professionele taal en geassocieerde klinische concepten
  • Staat zelfstandig in voor de klinisch psychologische aspecten van het dossier van de personen met zorg- en ondersteuningsnood
  • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
  • Ontwikkelt een therapeutische relatie met de zorggebruiker
  • Hanteert passende gesprekstechnieken tijdens (moeilijke) communicatie en interactie
  • Integreert verbale, non-verbale en geschreven communicaties op eenduidige en heldere wijze
  • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de zorggebruiker en contexten zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
  • Past de communicatie aan in functie van de diversiteit van de doelgroep
  • Ontwikkelt procedures en zorgplannen en voert deze uit
  • Past wetenschappelijke methoden toe in de klinische praktijk
  • Gebruikt kennis van de fundamenten van de psychologie, klinische psychologie en met name de biopsychosociale interacties tussen sociale, lichamelijke en psychische aspecten van gezondheid en ziekte – mede beschouwd vanuit een ontwikkelingsperspectief
  • Past in het klinisch psychologisch handelen wetenschappelijk onderbouwde theorieën toe
  • Bevordert de verbreding van de wetenschappelijke vakkennis
  • Ontwikkelt wetenschappelijke vakkennis
  • Past wetenschappelijke methoden toe om praktijken, interventies en klinische programma’s te evalueren
  • Evalueert op systematische wijze de effecten van het psychologisch handelen bij elke zorggebruiker ten behoeve van onderzoek
  • Garandeert de identiteit als klinisch psycholoog via deelname aan workshops en studiedagen met een klinische finaliteit, via lidmaatschap van psychologische beroepsverenigingen, etc.
  • Integreert wetenschappelijke kennis en klinische praktijk
  • Integreert klinische expertise met de empirische basis voor psychologische evaluatie, screening, preventie, interventie en andere psychologische toepassingen
  • Stemt af op de zorgvraag van de zorggebruiker
  • Exploreert welke interventie geschikt is voor de zorggebruiker
  • Analyseert de sterke punten en beperkingen van diagnostische benaderingen
  • Selecteert en gebruikt multipele methoden en middelen van psychologische evaluatie op een wijze die responsief en respectvol is voor diverse individuen, koppels, families, groepen en contexten
  • Selecteert en neemt diverse meetinstrumenten af
  • Interpreteert de resultaten van multipele metingen voor de planning en evaluatie van psychologische interventies
  • Integreert de resultaten om op een accurate wijze de gestelde vraag te evalueren
  • Past de diagnostiek van psychische stoornissen toe
  • Geeft de multipele dimensies van de casus vorm op basis van de resultaten van de psychologische evaluatie
  • Maakt gebruik van casusformulering om interventies te plannen binnen de context van de menselijke ontwikkeling en diversiteit
  • Communiceert geschreven en mondelinge bevindingen op heldere, constructieve, nauwkeurige en conceptueel gepaste wijze
  • Plant klinisch psychologische interventies (screening, preventie, interventie, ondersteuning…)
  • Betrekt culturele en individuele karakteristieken van de zorggebruiker, hun systeem in de psychologische evaluatie en interventies
  • Vertoont klinische vaardigheden bij een grote verscheidenheid van zorggebruikers en hun omgeving
  • Gebruikt een goed beoordelingsvermogen, zelfs in onverwachte of moeilijke situaties
  • Implementeert empirisch ondersteunde interventies (evidence-based practice)
  • Evalueert op systematische wijze de effecten van het therapeutisch proces en van interventies bij zorggebruikers
  • Modificeert bij indicatie het behandelingsplan, zelfs in de afwezigheid van erkende uitkomstmetingen
  • Vraagt en hanteert op constructieve wijze feedback over interventies
  • Behandelt verwijsvragen, geeft psycho-educatie, feedback en communiceert advies
  • Verstrekt instructies
  • Dissemineert kennis
  • Evalueert kennis en vaardigheden
  • Past onderwijsmethoden toe in multipele contexten
  • Draagt bij aan een efficiënt functioneren van het interdisciplinair team
  • Neemt deel aan het beleid voor de psychologische dienstverlening
  • Neemt deel aan het beleid betreffende klinische programma’s
  • Levert input voor het kwaliteitsbeleid op het niveau van de organisatie
  • Participeert in systeemveranderingen en in het bestuur van de organisatie
  • Bewaakt de psychologische aspecten van het functioneren van teams
  • Geeft leiding aan het team
  • Verstrekt een superviserend kader betreffende psychologische aspecten aan studenten, collega’s en aan collega’s uit andere disciplines

Probleemoplossende vaardigheden

  • Streeft er naar om veranderingen te bewerkstelligen die het maatschappelijk welbevinden verbeteren
  • Bewaakt en lost situaties op die de professionele waarden en integriteit bedreigen
  • Erkent beperkingen in kennis/vaardigheden en neemt acties ter remediëring
  • Volgt zelf problemen op die betrekking hebben op de eigen gezondheid en het persoonlijk welzijn
  • Neemt de noodzakelijke maatregelen om de eigen gezondheid, veiligheid en het persoonlijk welzijn te beschermen binnen het hulpverleningsproces met de zorggebruiker
  • Intervenieert onmiddellijk wanneer zich problemen voordoen die het professioneel functioneren verstoren
  • Biedt professionele hulp in respons op de behoeften, noden of doelen van een zorggebruiker
  • Handelt flexibel om aanpassingen in interventies aan te brengen waar nodig
  • Neemt deel aan en initieert interdisciplinaire samenwerking/overleg die leiden naar gedeelde doelstellingen ter verbetering van zorguitkomsten
  • Ontwikkelt en onderhoudt samenwerkingsverbanden ondanks verschillen
  • Ontwikkelt en biedt constructieve kritiek en suggesties betreffende het management en de leiding van de organisatie
  • Intervenieert in de psychologische aspecten van het functioneren van teams

Motorische vaardigheden

Omgevingscontext

  • De klinisch psycholoog plant autonoom klinische interventies die zeer gevarieerd en zeer complex zijn door de eigenheid van de hulpvraag van de zorggebruiker. Deze hulpvragen zijn nieuw en meervoudig van aard en vereisen een specialistische kennis. De klinisch psycholoog ontleedt en structureert de hulpvraag, integreert de resultaten van verschillende metingen en onderzoek stelt het behandelplan op en modificeert het behandelplan indien nodig. Bijgevolg handelt de klinisch psycholoog in onvoorspelbare, complexe en gespecialiseerde contexten
  • Het beroep van klinisch psycholoog vereist een behandeling op maat van de noden van de zorggebruiker
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vereist een kritische en onderzoekende houding
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vraagt een sterk kwaliteitsbewustzijn
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vraagt een analytische houding en een abstract denkvermogen
  • De klinisch psycholoog neemt vaak een leidinggevende rol op in de zorg
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vereist het nemen van initiatieven en beslissingen voor de eigen werkzaamheden
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vereist het nemen van initiatieven en beslissingen voor de werkzaamheden van het eigen team
  • De uitoefening van het beroep van klinisch psycholoog vraagt een sterke verantwoordelijkheidszin
  • De klinisch psycholoog erkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, zowel binnen de eigen discipline als ten aanzien van andere disciplines
  • Het beroep van klinisch psycholoog wordt uitgeoefend in uiteenlopende werkomgevingen.
  • Het beroep van klinisch psycholoog kan ook mobiel uitgeoefend worden, waarbij zorg op locatie wordt geboden
  • Het beroep van klinisch psycholoog wordt uitgeoefend in teamverband, multidisciplinair en/of individueel, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is
  • De klinisch psycholoog komt in contact met verschillende interne en/of externe disciplines
  • De sector kent reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu…
  • Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico’s inhouden voor de beroepsbeoefenaar en zijn omgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften is verplicht

Handelingscontext

  • De klinisch psycholoog organiseert de psychologische zorg en specifieke zorgprogramma’s en voert deze uit
  • De klinisch psycholoog leidt de zorgorganisatie en is verantwoordelijk voor de collectieve resultaten
  • De klinisch psycholoog is zich voortdurend bewust van de impact van de eigen handelingen op zowel de zorggebruiker als op het eigen team
  • De kwetsbaarheid van de zorggebruikers impliceert dat gemaakte fouten ernstige schade kunnen veroorzaken (op korte en lange termijn) aan het welzijn van de zorggebruiker
  • De klinisch psycholoog is de eindverantwoordelijke voor elke hulpvraag van de zorggebruiker binnen het domein van de klinische psychologie. Hierbij functioneert de klinisch psycholoog in volledige autonomie en beschikt hierbij over het finaal beslissingsrecht.
  • De klinisch psycholoog hanteert crisissituaties
  • De klinisch psycholoog werkt op maat: casusformulering en interventieplanning zijn specifiek voor casus en context
  • De klinisch psycholoog bezit de flexibiliteit om aanpassingen in interventies aan te brengen wanneer nodig
  • De klinisch psycholoog werkt herstelgericht samen met de zorggebruiker
  • De klinisch psycholoog handelt conform de professionele, ethische en deontologische principes
  • De klinisch psycholoog gaat constructief om met (moeilijke) cliënten, klachten en/of specifieke verwachtingen
  • De klinisch psycholoog dient de beroepsuitoefening met volgehouden aandacht te verrichten tijdens o.a. het uitvoeren van interventies, onderzoek, beleidstaken…
  • De klinisch psycholoog is zich bewust van de eigen culturele en individuele diversiteit in de hoedanigheid van klinisch psycholoog
  • De klinisch psycholoog is sensitief voor de specifieke kenmerken van de culturele en individuele diversiteit van de zorggebruiker of de context zoals leeftijd, geslacht, genderidentiteit, etniciteit, cultuur, nationale origine, religie, seksuele oriëntatie, handicap, taal en socio-economische status
  • De klinisch psycholoog is zich bewust van de multipele en verschillende wereldbeelden, rollen, professionele normen en bijdragen over contexten en systemen
  • De klinisch psycholoog past zich aan en is flexibel bij wisselende werkomstandigheden
  • De klinisch psycholoog werkt constructief samen met de collega’s en andere disciplines
  • De klinisch psycholoog blijft bij met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt onder andere levenslang leren via permanente vorming
  • De klinisch psycholoog draagt bij tot het positief imago van het beroep, de discipline en indien van toepassing de organisatie
  • De klinisch psycholoog heeft aandacht voor een hygiënisch voorkomen en een verzorgd/correct taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Ontwikkelen van procedures en zorgplannen
  • Uitvoeren van procedures en zorgplannen
  • Toepassen van wetenschappelijke methodes in de klinische praktijk om praktijken, interventies en klinische programma’s te evalueren
  • Integreren van onderzoek en klinische deskundigheid
  • Onderzoek genereren
  • Leiden van een team
  • Beleid voeren over een organisatie
  • Opbouwen van een professionele werkrelatie met de zorggebruiker
  • Toepassen van psychologische interventies
  • Opstellen van psychologische evaluaties
  • Ontwikkelen van de eigen deskundigheid
  • Reflectie en zelfzorg
Is gebonden aan
  • Belgische Deontologische Code voor Psychologen
  • Geldende wetgeving
Doet beroep op
  • Professioneel netwerk

Verantwoordelijkheid

  • Handelt volgens de deontologische code en ethiek
  • Oefent het beroep van klinisch psycholoog op een professionele en maatschappelijk verantwoorde wijze uit
  • Ontwikkelt en onderhoudt de eigen deskundigheid
  • Reflecteert, evalueert zichzelf en doet aan zelfzorg
  • Neemt een sturende rol op tijdens teamvergaderingen
  • Ontwikkelt en onderhoudt een professionele werkrelatie met de zorggebruiker
  • Past wetenschappelijke inzichten en methoden toe
  • Genereert onderzoek en bevindingen die bijdragen aan de professionele kennis en/of evalueert de effectiviteit van diverse professionele activiteiten
  • Integreert onderzoek en klinische deskundigheid in afstemming met de zorggebruiker en diens context
  • Stelt een psychologische evaluatie op van problemen, mogelijkheden en vragen, geassocieerd met individuen, groepen en/of organisaties
  • Past interventies toe om lijden te verlichten en om gezondheid en welvaren van individuen, groepen en organisaties te bevorderen
  • Verstrekt onderwijs en opleiding in de klinische psychologie
  • Interageert met professionelen uit multipele disciplines
  • Beheert de directe dienstverlening en/of voert het beleid over organisaties of programma’s

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Klinisch psycholoog’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Visum klinisch psycholoog zoals bepaald in Wet op de geestelijke Gezondheidszorgberoepen