Expert juweelproductietechnieken

 
BK-0600-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Expert juweelproductietechnieken

Definitie

De expert juweelproductietechnieken past de manuele wasbewerkingstechniek, de digitale productietechnieken (CAD/CAM) en de verlorenwas giettechniek toe teneinde werkstukken, juwelen en/of onderdelen van juwelen te produceren.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 1, 2024

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband.
    • Communiceert effectief en efficiënt.
    • Wisselt informatie uit.
    • Werkt effectief en efficiënt samen.
    • Respecteert het werk van anderen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
    • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen.
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen.
    • Werkt ergonomisch.
    • Werkt op een ordelijke en nette manier.
    • Ziet toe op orde en netheid.
    • Richt de werkplek in.
    • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
    • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
    • Kennis van ergonomische werkhouding
    • Kennis van de inrichting van de werkplek
    • Kennis van gebruik van collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
    • Grondige kennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
    • Grondige kennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
  • Competentie 3:
    Werkt duurzaam en milieubewust.
    • Werkt ecologisch.
    • Ziet er op toe dat milieuvoorschriften worden gerespecteerd.
    • Sorteert afval volgens richtlijnen.
    • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
    • Werkt duurzaam.
    • Gebruikt energiestromen duurzaam.
    • Gebruikt materialen duurzaam.
    • Gebruikt water duurzaam.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van water
    • Kennis van ecologische (basis)principes
    • Kennis van (basis)principes van duurzaamheid
    • Kennis van geoptimaliseerd verbruik van energie(stromen)
    • Grondige kennis van milieuvoorschriften
    • Grondige kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Grondige kennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
    • Grondige kennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
    • Grondige kennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Competentie 4:
    Analyseert de opdracht.
    • Bespreekt de opdracht met de opdrachtgever of zet de wensen van de klant om in een opdracht.
    • Vraagt naar wensen, verwachtingen, eerdere ervaringen ...
    • Speelt in op de behoeften en wensen van de opdrachtgever.
    • Leeft zich in het doelpubliek in.
    • Analyseert, interpreteert en evalueert de opdracht.
    • Stelt de kenmerken van het te vervaardigen stuk vast (soort metaal, hoeveelheid, vorm, afmetingen,...).
    • Schat de haalbaarheid van de opdracht in.
    • Onderzoekt de mogelijkheden en de beperkingen.
    • Gaat na of de materialen of grondstoffen beschikbaar zijn.
    • Stelt materialen en toepassingen voor in functie van de technische vereisten, noden en het budget.
    • Doet een voorstel aan en vraagt het akkoord van de klant.
    • Berekent de kostprijs op basis van de benodigde grondstoffen en manuren voor het werk.
    • Houdt zich aan de afgesproken uitvoeringstermijn.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gemmologie
    • Basiskennis van kostprijsberekening
    • Kennis van planningstechnieken
    • Grondige kennis van de berekening van de legering
    • Grondige kennis van eigenschappen van (edele) metalen
    • Grondige kennis van kenmerken van legeringen van edelmetalen
    • Grondige kennis van eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van edelstenen
  • Competentie 5:
    Bepaalt ambachtelijke productiestappen.
    • Oriënteert zich op de opdracht (informatieverzameling, gesprek met de opdrachtgever …).
    • Formuleert de uitgangspunten van het ontwerp (wens, thema, doel, doelgroep, materialen, gelegenheid, veiligheidsvoorschriften, budget …).
    • Stelt de eigenschappen van het sieraad vast.
    • Bestudeert het proces voor het realiseren van de opdracht.
    • Bepaalt de werkmethode en werkvolgorde.
    • Bespreekt de voor- en nadelen van alternatieven.
    • Werkt de gemaakte keuzes uit tot een finaal ontwerp met (constructie)tekeningen en materiaalspecificaties.
    • Presenteert zijn voorstellen, aanpak en motivatie en maakt hieruit samen met de opdrachtgever keuzes.
    • Leest (technische) tekeningen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gemmologie
    • Kennis van schetsen
    • Kennis van (technische) tekeningen
    • Kennis van (technische) tekentechnieken
    • Grondige kennis van eigenschappen van (edele) metalen
    • Grondige kennis van eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van edelstenen
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 6:
    Kiest materialen en gereedschappen en maakt ze klaar.
    • Kiest materialen en gereedschappen voor het vervaardigen van juwelen in functie van de uit te voeren opdracht.
    • Controleert en past het materieel aan voor het gebruik.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 7:
    Bouwt de eigen deskundigheid op.
    • Reflecteert over eigen werk.
    • Gaat constructief om met feedback.
    • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
    • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
    • Raadpleegt vakspecifieke informatiebronnen.
    • Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia …)
    • Grondige kennis van vakterminologie
    • Grondige kennis van vakspecifieke informatiebronnen
  • Competentie 8:
    Werkt met oog voor innovatie.
    • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
    • Heeft oog voor vernieuwing (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …).
    • Definieert punten (technieken, technologieën, processen, systemen …) waarop innovatie zich opdringt.
    • Realiseert veranderingen (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …) indien de nood zich daartoe stelt.
    • Genereert ideeën door het creatief benaderen van probleemstellingen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
    • Kennis van innovatieve technieken en technologische trends
    • Kennis van verschillende innovatieve contexten (beurzen, bijscholingen ..)
    • Kennis van technieken, technologieën, processen, systemen in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Competentie 9:
    Werkt accuraat.
    • Gaat uiterst nauwkeurig te werk.
    • Geeft blijk van grote en volgehouden aandacht en concentratie.
    • Zet fijne manipulatieve vaardigheden in.
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van toleranties
    • Grondige kennis van kwaliteitsvoorschriften
    • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
  • Competentie 10:
    Werkt deontologisch correct.
    • Handelt conform de deontologische code eigen aan het bedrijf.
    • Werkt met onberispelijke moraliteit en integriteit.
    • Werkt betrouwbaar en discreet.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de deontologische code eigen aan het bedrijf
  • Competentie 11:
    Bereidt de manuele wastechniek voor.
    • Leest (technische) tekeningen.
    • Bepaalt de volgorde van de fasen.
    • Selecteert de gereedschappen en materialen.
    • Stuurt de productie aan in functie van de opdracht.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van (technische) tekeningen
    • Kennis van (technische) tekentechnieken
    • Kennis van verspanende en thermische gereedschappen die geschikt zijn voor was
    • Grondige kennis van de eigenschappen van soorten was
    • Grondige kennis van krimpmarges ten gevolge van het wasspuitproces
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 12:
    Voert de manuele wastechniek uit.
    • Geeft de gewenste vorm aan de was.
    • Voert verspanende bewerkingen uit (boren, zagen, frezen, vijlen, schrapen, snijden).
    • Voert thermische bewerkingen uit (smelten, verhitten).
    • Controleert de vorm van het geproduceerde model.
    • Berekent het definitieve gewicht in metaal.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van (technische) tekeningen
    • Kennis van gewichtsomrekeningstabellen
    • Kennis van verspanende en thermische gereedschappen die geschikt zijn voor was
    • Grondige kennis van manuele wastechnieken
    • Grondige kennis van de eigenschappen van soorten was
    • Grondige kennis van krimpmarges ten gevolge van het wasspuitproces
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 13:
    Bereidt de digitale tekening (CAD) voor.
    • Leest (technische ) schetsen.
    • Bepaalt de volgorde van de fasen.
    • Kiest het juiste softwareprogramma in functie van de opdracht.
    • Houdt rekening met de gegevens van de opdracht (afmetingen, maat, materialen, vorm,...).
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van renderprogramma's
    • Kennis van (technische) tekeningen
    • Grondige kennis van soorten digitale teken- en ontwerpprogramma's
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 14:
    Maakt de digitale tekening (CAD).
    • Voert de gegevens in in het programma.
    • Voert digitale bewerkingen uit (lijnen tekenen, vervormen, verschalen, verkleuren,...).
    • Past de digitale tekening aan in functie van de opdracht of de esthetiek.
    • Verdeelt eventueel het werkstuk op in verschillende delen in functie van het gietproces en de afwerking of montage van de gegoten delen.
    • Controleert de digitale tekening.
    • Corrigeert eventuele fouten of moeilijkheden.
    • Bereidt het voorwerp voor in functie van een optimaal print-, en gietresultaat.
    • Zet de tekening om in een productiebestand (STL-bestand …).
    • Maakt een digitale foto op basis van de tekening.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van renderprogramma's
    • Kennis van (technische) tekeningen
    • Kennis van (technische) tekentechnieken
    • Kennis van exportbestanden voor productie (STL, OBJ, STEP …)
    • Kennis van importeer- en bewerkingsmogelijkheden van verschillende bestandsoorten (STL, OBJ, PNG, JPEG …)
    • Grondige kennis van soorten digitale teken-, moduleer- en CAD-programma's
    • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen
  • Competentie 15:
    Print de digitale tekening (CAM) met een 3D-printer.
    • Controleert de juistheid van het STL-uitvoerbestand.
    • Past indien nodig productiebestanden (STL …) aan of repareert ze.
    • Kiest de juiste 3D-printer.
    • Stelt de 3D-printer in voor gebruik (voorziet was of resin, installeert printplaat, kalibratie, systeemupdates ...).
    • Werkt met printereigen slicer software voor de voorbereiding van de te maken prints.
    • Zet indien nodig support onder losse onderdelen.
    • Print de juwelen of juweelonderdelen.
    • Controleert het geprinte werkstuk.
    • Maakt de geprinte juwelen of juweelonderdelen schoon en geeft ze de juiste nabehandeling.
    • Verwijdert de support.
    • Brengt indien nodig een gietkanaal aan.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gietkanalen
    • Kennis van exportbestanden voor productie (STL, OBJ, STEP …)
    • Kennis van de werking en het onderhoud van soorten 3D-printers
    • Kennis van eigenschappen en werkwijzen van verschillende printtechnologieën
  • Competentie 16:
    Bereidt de verlorenwas giettechniek voor.
    • Berekent de benodigde hoeveelheden materiaal en weegt ze af (goud, zilver, edelstenen,...).
    • Bepaalt de werkwijze in functie van de hoeveelheid.
    • Controleert of er een gietkanaal aanwezig is en brengt indien nodig een gietkanaal aan.
    • Boomt het wassen model of het geprinte juweel of de juweelonderdelen op.
    • Schuift een cilinder over de cuvette en vult de cilinder op met vuurvaste gips.
    • Hardt het gips uit.
    • Brandt de was of resin uit volgens de materiaaleigen uitbrandcurves.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gietkanalen
    • Kennis van de eigenschappen van soorten gips
    • Kennis van soorten en eigenschappen van inbedmassa (gips)
    • Grondige kennis van de verlorenwas giettechniek
    • Grondige kennis van de berekening van de legering
    • Grondige kennis van eigenschappen van (edele) metalen
    • Grondige kennis van kenmerken van legeringen van edelmetalen
    • Grondige kennis van uitbrandcurves in functie van de gebruikte materialen (gips, resin, was …)
  • Competentie 17:
    Voert de verlorenwas giettechniek uit met een eenmalig resultaat.
    • Zet de cuvette in de gietinstallatie.
    • Voegt het metaal toe aan de gietinstallatie.
    • Voert het gietproces uit.
    • Verwijdert de gips.
    • Maakt het gegoten juweel of de juweelonderdelen los van de boom.
    • Controleert de productiekwaliteit van het gegoten werkstuk.
    • Recupereert het restmateriaal en laat het indien nodig zuiveren.
    • Bezorgt het gegoten juweel of de juweelonderdelen terug aan de opdrachtgever.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technieken om gips te verwijderen
    • Kennis van de eigenschappen van soorten gips
    • Grondige kennis van de verlorenwas giettechniek
    • Grondige kennis van eigenschappen van (edele) metalen
    • Grondige kennis van krimpmarges ten gevolge van het wasspuitproces
    • Grondige kennis van de werking en het onderhoud van de gietinstallatie
  • Competentie 18:
    Voert de verlorenwas giettechniek uit met een meervoudig resultaat.
    • Neemt het basismodel of de onderdelen aan en bevestigt indien nodig een gietkanaal.
    • Maakt een matrijs rond het basismodel of de onderdelen uit verschillende materialen (gevulkaniseerd rubber, silicone ...).
    • Snijdt de matrijs zorgvuldig open in twee of meerdere delen en verwijdert het basismodel of de onderdelen.
    • Sluit de matrijs en spuit verwarmde vloeibare was in de spuitmond.
    • Hardt de was uit en verwijdert het wassen model uit de matrijs.
    • Hergebruikt de matrijs in functie van het benodigde aantal en voert het gietproces opnieuw uit.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gietkanalen
    • Kennis van eigenschappen van materialen zoals gevulkaniseerd rubber, silicone ...
    • Grondige kennis van matrijzen
    • Grondige kennis van de verlorenwas giettechniek
    • Grondige kennis van de eigenschappen van soorten was
    • Grondige kennis van krimpmarges ten gevolge van het wasspuitproces
  • Competentie 19:
    Noteert de activiteitsgegevens (hoeveelheid gebruikt goud ...).
    • Brengt de uitgevoerde diensten en benodigde materialen in rekening.
    • Toont aan dat het gegoten werkstuk voldoet aan de vereisten vermeld in de opdracht.
    • Voert een kostprijsberekening uit.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kostprijsberekening
    • Basiskennis van registratietechnieken (kantoorsoftware)
    • Kennis van relevante wetgeving

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van gemmologie
  • Basiskennis van kostprijsberekening
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van geoptimaliseerd verbruik van water
  • Basiskennis van registratietechnieken (kantoorsoftware)
  • Basiskennis van voorschriften en richtlijnen m.b.t. orde en netheid
  • Kennis van schetsen
  • Kennis van gietkanalen
  • Kennis van relevante wetgeving
  • Kennis van renderprogramma's
  • Kennis van planningstechnieken
  • Kennis van (technische) tekeningen
  • Kennis van ergonomische werkhouding
  • Kennis van ecologische (basis)principes
  • Kennis van vakspecifieke ontwikkelingen
  • Kennis van de inrichting van de werkplek
  • Kennis van (technische) tekentechnieken
  • Kennis van gewichtsomrekeningstabellen
  • Kennis van technieken om gips te verwijderen
  • Kennis van (basis)principes van duurzaamheid
  • Kennis van de eigenschappen van soorten gips
  • Kennis van de deontologische code eigen aan het bedrijf
  • Kennis van gebruik van collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van geoptimaliseerd verbruik van energie(stromen)
  • Kennis van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Kennis van innovatieve technieken en technologische trends
  • Kennis van soorten en eigenschappen van inbedmassa (gips)
  • Kennis van exportbestanden voor productie (STL, OBJ, STEP …)
  • Kennis van de werking en het onderhoud van soorten 3D-printers
  • Kennis van verschillende innovatieve contexten (beurzen, bijscholingen ..)
  • Kennis van preventieve maatregelen om veiligheid op het werk te garanderen
  • Kennis van eigenschappen en werkwijzen van verschillende printtechnologieën
  • Kennis van eigenschappen van materialen zoals gevulkaniseerd rubber, silicone ...
  • Kennis van verspanende en thermische gereedschappen die geschikt zijn voor was
  • Kennis van vakspecifieke vormingen (opleidingen, studiedagen, werkgroepen, colloquia …)
  • Kennis van technieken, technologieën, processen, systemen in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Kennis van importeer- en bewerkingsmogelijkheden van verschillende bestandsoorten (STL, OBJ, PNG, JPEG …)
  • Grondige kennis van matrijzen
  • Grondige kennis van toleranties
  • Grondige kennis van vakterminologie
  • Grondige kennis van milieuvoorschriften
  • Grondige kennis van kwaliteitsvoorschriften
  • Grondige kennis van manuele wastechnieken
  • Grondige kennis van de verlorenwas giettechniek
  • Grondige kennis van de berekening van de legering
  • Grondige kennis van vakspecifieke informatiebronnen
  • Grondige kennis van meetmethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van de eigenschappen van soorten was
  • Grondige kennis van eigenschappen van (edele) metalen
  • Grondige kennis van controlemethoden en -instrumenten
  • Grondige kennis van richtlijnen voor het sorteren van afval
  • Grondige kennis van veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen
  • Grondige kennis van geoptimaliseerd verbruik van materialen
  • Grondige kennis van procedures m.b.t. veiligheid op het werk
  • Grondige kennis van richtlijnen voor het verwijderen van afval
  • Grondige kennis van kenmerken van legeringen van edelmetalen
  • Grondige kennis van soorten digitale teken- en ontwerpprogramma's
  • Grondige kennis van krimpmarges ten gevolge van het wasspuitproces
  • Grondige kennis van de werking en het onderhoud van de gietinstallatie
  • Grondige kennis van soorten digitale teken-, moduleer- en CAD-programma's
  • Grondige kennis van eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van edelstenen
  • Grondige kennis van voorschriften voor opslag van gevaarlijke en ontvlambare producten
  • Grondige kennis van uitbrandcurves in functie van de gebruikte materialen (gips, resin, was …)
  • Grondige kennis van (het gebruik van) materialen, gereedschappen en technieken voor het vervaardigen van juwelen

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt.
  • Wisselt informatie uit.
  • Werkt effectief en efficiënt samen.
  • Respecteert het werk van anderen.
  • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen.
  • Werkt op een ordelijke en nette manier.
  • Ziet toe op orde en netheid.
  • Richt de werkplek in.
  • Draagt zorg voor arbeidsmiddelen.
  • Werkt ecologisch.
  • Ziet er op toe dat milieuvoorschriften worden gerespecteerd.
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften.
  • Werkt duurzaam.
  • Gebruikt energiestromen duurzaam.
  • Gebruikt materialen duurzaam.
  • Gebruikt water duurzaam.
  • Bespreekt de opdracht met de opdrachtgever of zet de wensen van de klant om in een opdracht.
  • Vraagt naar wensen, verwachtingen, eerdere ervaringen ...
  • Speelt in op de behoeften en wensen van de opdrachtgever.
  • Leeft zich in het doelpubliek in.
  • Analyseert, interpreteert en evalueert de opdracht.
  • Stelt de kenmerken van het te vervaardigen stuk vast (soort metaal, hoeveelheid, vorm, afmetingen,...).
  • Schat de haalbaarheid van de opdracht in.
  • Onderzoekt de mogelijkheden en de beperkingen.
  • Gaat na of de materialen of grondstoffen beschikbaar zijn.
  • Stelt materialen en toepassingen voor in functie van de technische vereisten, noden en het budget.
  • Doet een voorstel aan en vraagt het akkoord van de klant.
  • Berekent de kostprijs op basis van de benodigde grondstoffen en manuren voor het werk.
  • Houdt zich aan de afgesproken uitvoeringstermijn.
  • Oriënteert zich op de opdracht (informatieverzameling, gesprek met de opdrachtgever …).
  • Formuleert de uitgangspunten van het ontwerp (wens, thema, doel, doelgroep, materialen, gelegenheid, veiligheidsvoorschriften, budget …).
  • Stelt de eigenschappen van het sieraad vast.
  • Bestudeert het proces voor het realiseren van de opdracht.
  • Bepaalt de werkmethode en werkvolgorde.
  • Bespreekt de voor- en nadelen van alternatieven.
  • Werkt de gemaakte keuzes uit tot een finaal ontwerp met (constructie)tekeningen en materiaalspecificaties.
  • Presenteert zijn voorstellen, aanpak en motivatie en maakt hieruit samen met de opdrachtgever keuzes.
  • Leest (technische) tekeningen.
  • Kiest materialen en gereedschappen voor het vervaardigen van juwelen in functie van de uit te voeren opdracht.
  • Controleert en past het materieel aan voor het gebruik.
  • Reflecteert over eigen werk.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Raadpleegt vakspecifieke informatiebronnen.
  • Past de opgebouwde deskundigheid toe in de praktijk.
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied op.
  • Heeft oog voor vernieuwing (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …).
  • Gaat uiterst nauwkeurig te werk.
  • Geeft blijk van grote en volgehouden aandacht en concentratie.
  • Handelt conform de deontologische code eigen aan het bedrijf.
  • Werkt met onberispelijke moraliteit en integriteit.
  • Werkt betrouwbaar en discreet.
  • Leest (technische) tekeningen.
  • Bepaalt de volgorde van de fasen.
  • Selecteert de gereedschappen en materialen.
  • Stuurt de productie aan in functie van de opdracht.
  • Controleert de vorm van het geproduceerde model.
  • Berekent het definitieve gewicht in metaal.
  • Leest (technische ) schetsen.
  • Bepaalt de volgorde van de fasen.
  • Kiest het juiste softwareprogramma in functie van de opdracht.
  • Houdt rekening met de gegevens van de opdracht (afmetingen, maat, materialen, vorm,...).
  • Voert de gegevens in in het programma.
  • Voert digitale bewerkingen uit (lijnen tekenen, vervormen, verschalen, verkleuren,...).
  • Past de digitale tekening aan in functie van de opdracht of de esthetiek.
  • Verdeelt eventueel het werkstuk op in verschillende delen in functie van het gietproces en de afwerking of montage van de gegoten delen.
  • Controleert de digitale tekening.
  • Bereidt het voorwerp voor in functie van een optimaal print-, en gietresultaat.
  • Zet de tekening om in een productiebestand (STL-bestand …).
  • Maakt een digitale foto op basis van de tekening.
  • Controleert de juistheid van het STL-uitvoerbestand.
  • Kiest de juiste 3D-printer.
  • Stelt de 3D-printer in voor gebruik (voorziet was of resin, installeert printplaat, kalibratie, systeemupdates ...).
  • Werkt met printereigen slicer software voor de voorbereiding van de te maken prints.
  • Controleert het geprinte werkstuk.
  • Berekent de benodigde hoeveelheden materiaal en weegt ze af (goud, zilver, edelstenen,...).
  • Bepaalt de werkwijze in functie van de hoeveelheid.
  • Controleert of er een gietkanaal aanwezig is en brengt indien nodig een gietkanaal aan.
  • Controleert de productiekwaliteit van het gegoten werkstuk.
  • Recupereert het restmateriaal en laat het indien nodig zuiveren.
  • Bezorgt het gegoten juweel of de juweelonderdelen terug aan de opdrachtgever.
  • Brengt de uitgevoerde diensten en benodigde materialen in rekening.
  • Toont aan dat het gegoten werkstuk voldoet aan de vereisten vermeld in de opdracht.
  • Voert een kostprijsberekening uit.

Probleemoplossende vaardigheden

  • Evalueert de impact van ontwikkelingen in het vakgebied op de eigen deskundigheid.
  • Evalueert het eigen handelen en stuurt bij.
  • Definieert punten (technieken, technologieën, processen, systemen …) waarop innovatie zich opdringt.
  • Realiseert veranderingen (op het vlak van technieken, technologieën, processen, systemen …) indien de nood zich daartoe stelt.
  • Genereert ideeën door het creatief benaderen van probleemstellingen.
  • Corrigeert eventuele fouten of moeilijkheden.
  • Past indien nodig productiebestanden (STL …) aan of repareert ze.

Motorische vaardigheden

  • Werkt ergonomisch.
  • Bergt eigen arbeidsmiddelen op.
  • Sorteert afval volgens richtlijnen.
  • Verwijdert afval volgens richtlijnen.
  • Zet fijne manipulatieve vaardigheden in.
  • Geeft de gewenste vorm aan de was.
  • Voert verspanende bewerkingen uit (boren, zagen, frezen, vijlen, schrapen, snijden).
  • Voert thermische bewerkingen uit (smelten, verhitten).
  • Zet indien nodig support onder losse onderdelen.
  • Print de juwelen of juweelonderdelen.
  • Maakt de geprinte juwelen of juweelonderdelen schoon en geeft ze de juiste nabehandeling.
  • Verwijdert de support.
  • Brengt indien nodig een gietkanaal aan.
  • Boomt het wassen model of het geprinte juweel of de juweelonderdelen op.
  • Schuift een cilinder over de cuvette en vult de cilinder op met vuurvaste gips.
  • Hardt het gips uit.
  • Brandt de was of resin uit volgens de materiaaleigen uitbrandcurves.
  • Zet de cuvette in de gietinstallatie.
  • Voegt het metaal toe aan de gietinstallatie.
  • Voert het gietproces uit.
  • Verwijdert de gips.
  • Maakt het gegoten juweel of de juweelonderdelen los van de boom.
  • Neemt het basismodel of de onderdelen aan en bevestigt indien nodig een gietkanaal.
  • Maakt een matrijs rond het basismodel of de onderdelen uit verschillende materialen (gevulkaniseerd rubber, silicone ...).
  • Snijdt de matrijs zorgvuldig open in twee of meerdere delen en verwijdert het basismodel of de onderdelen.
  • Sluit de matrijs en spuit verwarmde vloeibare was in de spuitmond.
  • Hardt de was uit en verwijdert het wassen model uit de matrijs.
  • Hergebruikt de matrijs in functie van het benodigde aantal en voert het gietproces opnieuw uit.

Omgevingscontext

  • Het beroep wordt uitgeoefend in een atelier.
  • Het aantal collega’s kan sterk variëren van atelier tot atelier.
  • Het beroep wordt uitgeoefend in optimale omstandigheden: licht, temperatuur, relatieve vochtigheid, ergonomie …
  • Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, al dan niet in een onderneming.
  • De beroepsbeoefenaar toont respect voor het vak, collega’s en concurrenten en vertegenwoordigt het beroep.
  • Het beroep situeert zich in de juwelensector. De beroepsbeoefenaar is zich steeds bewust van de grote waarde van de objecten waarmee hij werkt.
  • De werkcontext is gestructureerd met een permanent besef van de hoge vereiste kwaliteit van de handelingen.
  • Binnen dit beroep is een goede communicatie belangrijk, o.a. voor het doorgeven van kennis aan collega’s.
  • Het beroep impliceert het geregeld in contact komen met collega’s en deskundigen.
  • De beroepsbeoefenaar heeft doorgaans direct contact met de eigenlijke klant.

Handelingscontext

  • De handelingscontext is vrij complex (met name op het vlak van veiligheid, verzendingen, materiaaltoevoer en -afvoer, samenwerkingen, communicatie, de verscheidenheid aan technieken, gereedschappen en toestellen …).
  • In opdracht van en in overleg met zijn leidinggevende voert de beroepsbeoefenaar zelfstandig of in teamverband zijn takenpakket uit.
  • De beroepsuitoefening kenmerkt zich door werkzaamheden die voornamelijk uitvoerend van aard zijn.
  • De beroepsbeoefenaar past zowel routinematige als specifieke procedures toe.
  • De beroepsbeoefenaar kan zich verplaatsen in de wensen van de klant.
  • Het handelen varieert naargelang de opdracht: de handelingen moeten worden afgestemd op de eigenschappen van het werk, de wensen van de opdrachtgever en de (edel)metaalsoort.
  • De beroepsuitoefening vereist het minutieus opvolgen van de werkvolgorde.
  • De beroepsuitoefening impliceert onder meer het langdurig zitten in dezelfde positie: ergonomisch werken is geboden.
  • De beroepsuitoefening vereist constante aandacht en volgehouden concentratie omwille van de omgang met delicaat/breekbaar en waardevol materiaal.
  • De beroepsuitoefening vereist kwaliteitsvol handelen.
  • De beroepsuitoefening vereist een zeer hoge mate aan precisie en nauwkeurigheid.
  • De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor een verantwoorde planning, voor de keuze van adequate materialen en gereedschappen.
  • De beroepsuitoefening vereist een zeer goed zicht, een uitstekende oog-handcoördinatie en zeer fijne manipulatieve vaardigheden.
  • De beroepsbeoefenaar is uiterst secuur en heeft oog voor detail.
  • De beroepsuitoefening vereist het economisch en ecologisch omgaan met grondstoffen.
  • De beroepsbeoefenaar is zich bewust van de grote impact van zijn handelingen op de uiteindelijke waarde van het juweel.
  • De beroepsuitoefening vereist een onberispelijke moraliteit en integriteit omwille van de grote waarde van de werkstukken.
  • De beroepsbeoefenaar handelt conform de deontologische code van het bedrijf.
  • De beroepsbeoefenaar werkt betrouwbaar en discreet.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het produceren van juwelen en/of onderdelen van juwelen.
  • het accuraat werken.
  • het deontologisch correct werken.
  • het correct gebruiken van materialen, gereedschappen en technieken.
Is gebonden aan
  • een onberispelijke moraliteit en integriteit.
  • de deontologische code van het bedrijf.
  • betrouwbaarheid en discretie.
  • de veiligheidsvoorschriften.
  • vakspecifieke ontwikkelingen.
Doet beroep op
  • beroepsverenigingen.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband.
  • Werkt met oog voor welzijn, veiligheid, orde en netheid.
  • Werkt duurzaam en milieubewust.
  • Analyseert de opdracht.
  • Bepaalt ambachtelijke productiestappen.
  • Kiest materialen en gereedschappen en maakt ze klaar.
  • Bouwt de eigen deskundigheid op.
  • Werkt met oog voor innovatie.
  • Werkt accuraat.
  • Werkt deontologisch correct.
  • Bereidt de manuele wastechniek voor.
  • Voert de manuele wastechniek uit.
  • Bereidt de digitale tekening (CAD) voor.
  • Maakt de digitale tekening (CAD).
  • Print de digitale tekening (CAM) met een 3D-printer.
  • Bereidt de verlorenwas giettechniek voor.
  • Voert de verlorenwas giettechniek uit met een eenmalig resultaat.
  • Voert de verlorenwas giettechniek uit met een meervoudig resultaat.
  • Noteert de activiteitsgegevens (hoeveelheid gebruikt goud ...).

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.