Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer

 
BK-0576-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "J130501 Ziekenwagens besturen"

Definitie

De ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer begeleidt de stabiele patiënt die toezicht nodig heeft tijdens het vervoer van en naar zorginstellingen of zorgverstrekkers waarbij hij zorgt voor het comfort en de veiligheid van de patiënt op een kwaliteitsvolle manier met respect voor de hygiënemaatregelen en waarbij hij instaat voor de overdracht teneinde de patiënt te vervoeren rekening houdend met zijn welzijn, zorgvraag en continuïteit van zorg.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2022

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Controleert zijn werkplek en de uitrusting
    • Controleert de uitrusting van het voertuig volgens een controlelijst
    • Controleert de uitrusting van de werkplek volgens een controlelijst
    • Vult tekorten aan
    • Vervangt defecte toestellen
    • Controleert het voertuig conform de afspraken
    • Meldt anomalieën en storingen conform de afspraken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van autocheck voor dagelijks gebruik (oliepeil, bandenspanning, …)
    • Kennis van materiaal en (medische) hulpmiddelen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer
  • Competentie 2:
    Handelt volgens organisatie-eigen procedure na een incident
    • Voert een basisbeoordeling uit van de patiënt aan de hand van vragen en observatie volgens een standaardprotocol (ABCDE-principe, …)
    • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedure
    • Zorgt voor veiligheid van de patiënt
    • Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de patiënt
    • Voert eerstehulphandelingen uit bij de patiënt
    • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedures
    • Alarmeert gespecialiseerde hulp volgens de ernst en toestand van de patiënt
    • Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
    • Bewaakt de patiënt tot gespecialiseerde hulpverleners aankomen
    • Brengt verslag uit aan de gespecialiseerde hulpverleners bij aankomst
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene symptomen en eerste hulp bij shock
    • Basiskennis van symptomen en eerste zorg bij botbreuken
    • Basiskennis van meest voorkomende vergiftigingen en hun eerste zorg
    • Basiskennis van infectiepreventie
    • Basiskennis van algemene observatiepunten van vitale functies
    • Basiskennis van specifieke risicoanalyse bij patiënten
    • Kennis van beschermingsmaatregelen en materiaal
    • Kennis van verplaatsingstechnieken
    • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van materiaal en (medische) hulpmiddelen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer
    • Kennis van veelvoorkomende vakterminologie
    • Kennis van hygiënemaatregelen
    • Kennis van de symptomen en eerste zorgen van bloedingen
    • Kennis van verbanden
    • Kennis van eerste zorg van huidwonden
    • Kennis van medisch rekenen
    • Kennis van EHBO en BLS
  • Competentie 3:
    Vervoert de patiënt van en naar de zorgverstrekker/zorginstelling
    • Stelt vragen aan de patiënt
    • Bewaakt het comfort en waardigheid van de patiënt
    • Helpt de patiënt op de brancard of ander verplaatsingsmiddel
    • Helpt de patiënt in en uit het voertuig
    • Positioneert en zekert de patiënt
    • Past verplaatsingstechnieken bij de patiënt toe
    • Past (hand)hygiëne toe
    • Houdt toezicht op de toestand van de patiënt
    • Bewaakt de fysische veiligheid van de patiënt
    • Voert de technische prestaties uit conform de wetgeving
    • Geeft de patiënt informatie en beantwoord de gestelde vragen
    • Maakt het materieel en de uitrusting inzet klaar (verbandkoffer, brancard, rolstoel, AED, zuurstofflessen, …) om de volgende opdracht(en) uit te voeren
    • Gebruikt prioritaire signalen conform de regelgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van briefing
    • Basiskennis van toediening van zuurstof
    • Basiskennis van infectiepreventie
    • Basiskennis veelvoorkomende pathologieën
    • Basiskennis veelvoorkomende onderzoeken en behandelingen
    • Kennis van beschermingsmaatregelen en materiaal
    • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van materiaal en (medische) hulpmiddelen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer
    • Kennis van veelvoorkomende vakterminologie
    • Kennis van zekeringstechnieken van de patiënt
    • Kennis van transporttechnieken van de patiënt
    • Kennis van specifieke risicoanalyse bij patiënten
    • Kennis van hygiënemaatregelen
    • Kennis van medisch rekenen
    • Kennis van EHBO en BLS
    • Kennis van de vigerende wetgeving als ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer
    • Kennis van de sectorspecifieke veiligheidsprincipes
  • Competentie 4:
    Ruimt op, reinigt en decontamineert het voertuig
    • Ruimte op, reinigt en decontamineert volgens de vastgelegde procedures
    • Plaatst het materieel en de uitrusting op de voorziene plaats in het voertuig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van afvalstromen
    • Kennis van desinfectie- en decontaminatieprocedures
    • Kennis van materiaal en (medische) hulpmiddelen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer
    • Kennis van hygiënemaatregelen
    • Kennis van schoonmaak-, ontsmettings- en decontaminatieproducten en -technieken
  • Competentie 5:
    Helpt bij een ramp en binnen het medisch interventieplan
    • Voert een pre-triage uit aan de hand van de procedure
    • Voert de opgedragen taken uit (opvang, zorg, verplaatsing en transport van de patiënt)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van MIP
    • Kennis pré-triage
  • Competentie 6:
    Communiceert professioneel met de patiënt
    • Gaat op empathische en respectvol wijze om met de patiënt
    • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de patiënt en vergewist zich ervan dat hij de patiënt correct begrepen heeft
    • Past zijn taalgebruik aan in functie van de patiënt, zowel naar inhoud als naar vorm
    • Ondersteunt en begeleidt de patiënt
    • Is in staat adequaat om te gaan met agressief en grensoverschrijdend gedrag van de patiënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van diversiteit
    • Basiskennis van de holistische visie
    • Basiskennis van zorgcontexten
    • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van communicatie in Standaardnederlands (kan zichzelf spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar woorden te moeten zoeken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de patiënt en kan kort rapporteren aan andere zorgverleners. Kan korte verslagen en mededelingen noteren)
  • Competentie 7:
    Werkt samen met andere actoren
    • Onderhoudt een efficiënte communicatie met andere belanghebbenden om de overdracht te optimaliseren waarbij hij een respectvolle houding aanneemt, luistert en samen werkt
    • Verwoordt de bezorgdheden en noden van de belanghebbenden
    • Gebruikt het NATO-alfabet, …
    • Draagt bij tot de continuïteit van de (multidisciplinaire en interprofessionele) zorgverlening
    • Situeert de andere disciplines in de zorgsector
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de begrippen zorgvisie
    • Basiskennis van bedrijfseigen software en eHealth
    • Basiskennis van administratie
    • Basiskennis van briefing
    • Basiskennis van multidisciplinaire samenwerking
    • Basiskennis van zorgcontexten
    • Basiskennis van instellingen en beroepsorganisaties binnen de gezondheidszorg
    • Kennis van veelvoorkomende vakterminologie
    • Kennis van communicatie in Standaardnederlands (kan zichzelf spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar woorden te moeten zoeken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de patiënt en kan kort rapporteren aan andere zorgverleners. Kan korte verslagen en mededelingen noteren)
    • Kennis van het NATO-alfabet
  • Competentie 8:
    Waarborgt de zorg aan de hand van de kwaliteitsnormen
    • Hanteert een systematische aanpak voor het oplossen van problemen in alle mogelijke professionele situaties binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid
    • Verleent zorg conform de professionele aanbevelingen, de (evidence based) richtlijnen en organisatie-eigen procedures
    • Werkt volgens de basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Werkt ergonomisch (verplaatsingstechnieken, ..)
    • Past alle veiligheidsprincipes toe (patiënt- en verkeersveiligheid, …)
    • Meldt risico's en problemen en voorstellen tot verbetering, mondeling en/of schriftelijk, aan de leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van kostenbewust handelen
    • Basiskennis van patiëntgerichtheid
    • Basiskennis van afvalstromen
    • Kennis van beschermingsmaatregelen en materiaal
    • Kennis van verplaatsingstechnieken
    • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
    • Kennis van desinfectie- en decontaminatieprocedures
    • Kennis van principes van de regelgeving en het deontologisch kader met betrekking tot de uitoefening van het beroep (beroepsgeheim, rechten van de patiënt, ethiek, …)
    • Kennis van de sectorspecifieke veiligheidsprincipes
  • Competentie 9:
    Registreert en rapporteert gegevens
    • Registreert verzorgingen en handelingen
    • Rapporteert (bijna) incidenten
    • Registreert de gegevens van het vervoer (vertrekuur, kilometers, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bedrijfseigen software en eHealth
    • Basiskennis van administratie
  • Competentie 10:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Schoolt zich verplicht professioneel bij
    • Bespreekt het eigen handelen met de leidinggevende en stuurt bij indien nodig
    • Staat open voor en gaat constructief om met feedback
    • Roept hulp in van andere zorgverstrekkers indien noodzakelijk
    • Wisselt kennis uit met alle belanghebbenden
    • Gebruikt de taal die men in het kader van het beroep hanteert op deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk
    • Presteert onder druk
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de begrippen zorgvisie
    • Basiskennis van anatomie en fysiologie
    • Basiskennis van zorgcontexten
    • Basiskennis van instellingen en beroepsorganisaties binnen de gezondheidszorg
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van veelvoorkomende vakterminologie
    • Kennis van specifieke risicoanalyse bij patiënten
    • Kennis van de vigerende wetgeving als ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer
  • Competentie 11:
    Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep
    • Coacht nieuwe medewerkers en stagiairs
    • Fungeert als rolmodel
    • Geeft feedback
    • Reflecteert over het (eigen) beroepsmatig handelen
    • Draagt bij aan het positief imago van het beroep
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van (peer)coaching
    • Basiskennis van (zelf)reflectiestrategieën
    • Kennis van sociale vaardigheden
  • Competentie 12:
    Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s)
    • Verleent zorg binnen de grenzen van het wetgevende en professionele kader
    • Verleent zorg met respect voor het beroepsgeheim
    • Informeert de patiënt op een correcte wijze
    • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie en actuele (evidence based) protocollen (veiligheid, toezicht naleven …)
    • Voert handelingen uit die aansluiten bij zijn/haar competentieniveau en wettelijk beroepsdomein
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
    • Kennis van principes van de regelgeving en het deontologisch kader met betrekking tot de uitoefening van het beroep (beroepsgeheim, rechten van de patiënt, ethiek, …)
  • Competentie 13:
    Handelt volgens de professionele en ethische gedragscode
    • Handelt volgens de professionele (gedrags-)code (scheiding beroepscontext-privé, …)
    • Handelt volgens de ethische (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de patiënt, …)
    • Creëert een veilige omgeving voor de patiënt
    • Benadert de patiënt op holistische wijze
    • Werkt met verantwoordelijkheidszin
    • Gaat gepast om met grensoverschrijdend gedrag
    • Past zijn taalgebruik aan andere belanghebbende aan
    • Voert handelingen uit als men beschikt over de vaardigheid om ze toe te passen conform de wettelijke bepalingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van diversiteit
    • Basiskennis van de holistische visie
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van principes van de regelgeving en het deontologisch kader met betrekking tot de uitoefening van het beroep (beroepsgeheim, rechten van de patiënt, ethiek, …)
  • Competentie 14:
    Behoudt de persoonlijke gezondheid en het welzijn
    • Gaat bewust om met persoonlijke en professionele beïnvloedende factoren op het welzijn en het (professioneel) functioneren.
    • Zorgt voor een gezond evenwicht tussen werk en privéleven.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezonde levensstijl
    • Basiskennis van zelfmanagement

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van administratie
  • Basiskennis van afvalstromen
  • Basiskennis van algemene observatiepunten van vitale functies
  • Basiskennis van algemene symptomen en eerste hulp bij shock
  • Basiskennis van anatomie en fysiologie
  • Basiskennis van autocheck voor dagelijks gebruik (oliepeil, bandenspanning, …)
  • Basiskennis van bedrijfseigen software en eHealth
  • Basiskennis van briefing
  • Basiskennis van de begrippen zorgvisie
  • Basiskennis van de holistische visie
  • Basiskennis van diversiteit
  • Basiskennis van gezonde levensstijl
  • Basiskennis van infectiepreventie
  • Basiskennis van instellingen en beroepsorganisaties binnen de gezondheidszorg
  • Basiskennis van kostenbewust handelen
  • Basiskennis van meest voorkomende vergiftigingen en hun eerste zorg
  • Basiskennis van milieunormen
  • Basiskennis van MIP
  • Basiskennis van multidisciplinaire samenwerking
  • Basiskennis van patiëntgerichtheid
  • Basiskennis van (peer)coaching
  • Basiskennis van specifieke risicoanalyse bij patiënten
  • Basiskennis van symptomen en eerste zorg bij botbreuken
  • Basiskennis van toediening van zuurstof
  • Basiskennis van zelfmanagement
  • Basiskennis van (zelf)reflectiestrategieën
  • Basiskennis van zorgcontexten
  • Basiskennis veelvoorkomende onderzoeken en behandelingen
  • Basiskennis veelvoorkomende pathologieën
  • Kennis pré-triage
  • Kennis van beschermingsmaatregelen en materiaal
  • Kennis van communicatie in Standaardnederlands (kan zichzelf spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar woorden te moeten zoeken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de patiënt en kan kort rapporteren aan andere zorgverleners. Kan korte verslagen en mededelingen noteren)
  • Kennis van de sectorspecifieke veiligheidsprincipes
  • Kennis van de symptomen en eerste zorgen van bloedingen
  • Kennis van de vigerende wetgeving als ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer
  • Kennis van desinfectie- en decontaminatieprocedures
  • Kennis van eerste zorg van huidwonden
  • Kennis van EHBO en BLS
  • Kennis van gebruik van procedures (besmettingsrisico’s, preventieve maatregelen, administratieve procedure, veiligheidsprocedures, ……)
  • Kennis van het NATO-alfabet
  • Kennis van hygiënemaatregelen
  • Kennis van materiaal en (medische) hulpmiddelen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer
  • Kennis van medisch rekenen
  • Kennis van principes van de regelgeving en het deontologisch kader met betrekking tot de uitoefening van het beroep (beroepsgeheim, rechten van de patiënt, ethiek, …)
  • Kennis van schoonmaak-, ontsmettings- en decontaminatieproducten en -technieken
  • Kennis van sociale vaardigheden
  • Kennis van specifieke risicoanalyse bij patiënten
  • Kennis van transporttechnieken van de patiënt
  • Kennis van veelvoorkomende vakterminologie
  • Kennis van verbanden
  • Kennis van verplaatsingstechnieken
  • Kennis van zekeringstechnieken van de patiënt

Cognitieve vaardigheden

  • Benadert de patiënt op holistische wijze
  • Bespreekt het eigen handelen met de leidinggevende en stuurt bij indien nodig
  • Bewaakt de fysische veiligheid van de patiënt
  • Bewaakt het comfort en waardigheid van de patiënt
  • Brengt verslag uit aan de gespecialiseerde hulpverleners bij aankomst
  • Coacht nieuwe medewerkers en stagiairs
  • Controleert de uitrusting van de werkplek volgens een controlelijst
  • Controleert de uitrusting van het voertuig volgens een controlelijst
  • Controleert het voertuig conform de afspraken
  • Creëert een veilige omgeving voor de patiënt
  • Draagt bij aan het positief imago van het beroep
  • Draagt bij tot de continuïteit van de (multidisciplinaire en interprofessionele) zorgverlening
  • Fungeert als rolmodel
  • Gaat bewust om met persoonlijke en professionele beïnvloedende factoren op het welzijn en het (professioneel) functioneren.
  • Gaat op empathische en respectvol wijze om met de patiënt
  • Gebruikt de taal die men in het kader van het beroep hanteert op deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk
  • Gebruikt het NATO-alfabet, …
  • Gebruikt prioritaire signalen conform de regelgeving
  • Geeft de patiënt informatie en beantwoord de gestelde vragen
  • Geeft feedback
  • Handelt volgens de ethische (gedrags-)code (beroepsgeheim, privacy van de patiënt, …)
  • Handelt volgens de professionele (gedrags-)code (scheiding beroepscontext-privé, …)
  • Houdt toezicht op de toestand van de patiënt
  • Informeert de patiënt op een correcte wijze
  • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen, rekening houdend met de geschiedenis en eigenheid van de patiënt en vergewist zich ervan dat hij de patiënt correct begrepen heeft
  • Meldt anomalieën en storingen conform de afspraken
  • Meldt risico's en problemen en voorstellen tot verbetering, mondeling en/of schriftelijk, aan de leidinggevende
  • Onderhoudt een efficiënte communicatie met andere belanghebbenden om de overdracht te optimaliseren waarbij hij een respectvolle houding aanneemt, luistert en samen werkt
  • Ondersteunt en begeleidt de patiënt
  • Past alle veiligheidsprincipes toe (patiënt- en verkeersveiligheid, …)
  • Past zijn taalgebruik aan andere belanghebbende aan
  • Past zijn taalgebruik aan in functie van de patiënt, zowel naar inhoud als naar vorm
  • Presteert onder druk
  • Rapporteert (bijna) incidenten
  • Reflecteert over het (eigen) beroepsmatig handelen
  • Registreert verzorgingen en handelingen
  • Roept hulp in van andere zorgverstrekkers indien noodzakelijk
  • Schoolt zich verplicht professioneel bij
  • Situeert de andere disciplines in de zorgsector
  • Staat open voor en gaat constructief om met feedback
  • Stelt vragen aan de patiënt
  • Verleent zorg binnen de grenzen van het wetgevende en professionele kader
  • Verleent zorg conform de professionele aanbevelingen, de (evidence based) richtlijnen en organisatie-eigen procedures
  • Verleent zorg met respect voor het beroepsgeheim
  • Verwoordt de bezorgdheden en noden van de belanghebbenden
  • Voert de opgedragen taken uit (opvang, zorg, verplaatsing en transport van de patiënt)
  • Voert de technische prestaties uit conform de wetgeving
  • Voert een basisbeoordeling uit van de patiënt aan de hand van vragen en observatie volgens een standaardprotocol (ABCDE-principe, …)
  • Voert handelingen uit als men beschikt over de vaardigheid om ze toe te passen conform de wettelijke bepalingen
  • Voert handelingen uit die aansluiten bij zijn/haar competentieniveau en wettelijk beroepsdomein
  • Werkt ergonomisch (verplaatsingstechnieken, ..)
  • Werkt met verantwoordelijkheidszin
  • Werkt volgens afspraken en visie van de organisatie en actuele (evidence based) protocollen (veiligheid, toezicht naleven …)
  • Werkt volgens de basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
  • Wisselt kennis uit met alle belanghebbenden
  • Zorgt voor een gezond evenwicht tussen werk en privéleven.
  • Zorgt voor veiligheid van de patiënt

Probleemoplossende vaardigheden

  • Alarmeert gespecialiseerde hulp volgens de ernst en toestand van de patiënt
  • Alarmeert interne verantwoordelijken of externe hulpdiensten volgens de ernst en toestand van de patiënt
  • Bewaakt de patiënt tot gespecialiseerde hulpverleners aankomen
  • Gaat gepast om met grensoverschrijdend gedrag
  • Hanteert een systematische aanpak voor het oplossen van problemen in alle mogelijke professionele situaties binnen de grenzen van de eigen bevoegdheid
  • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedure
  • Herkent levensbedreigende situaties en grijpt in conform de voorgeschreven procedures
  • Is in staat adequaat om te gaan met agressief en grensoverschrijdend gedrag van de patiënt
  • Voert een pre-triage uit aan de hand van de procedure

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Helpt de patiënt in en uit het voertuig
  • Helpt de patiënt op de brancard of ander verplaatsingsmiddel
  • Maakt het materieel en de uitrusting inzet klaar (verbandkoffer, brancard, rolstoel, AED, zuurstofflessen, …) om de volgende opdracht(en) uit te voeren
  • Past (hand)hygiëne toe
  • Past verplaatsingstechnieken bij de patiënt toe
  • Plaatst het materieel en de uitrusting op de voorziene plaats in het voertuig
  • Positioneert en zekert de patiënt
  • Registreert de gegevens van het vervoer (vertrekuur, kilometers, …)
  • Ruimte op, reinigt en decontamineert volgens de vastgelegde procedures
  • Vervangt defecte toestellen
  • Voert BLS (basic life support) met en zonder AED (automatische externe defibrillator) uit
  • Voert eerstehulphandelingen uit bij de patiënt
  • Vult tekorten aan

Omgevingscontext

  • De werkopdrachten worden uitgevoerd binnen een wettelijke overeenkomst en afgesproken werkrooster.
  • Dit beroep vraagt verantwoordelijkheidszin
  • Dit beroep bouwt voor en door alle ambulanciers aan een cultuur van collegialiteit, welzijn, respect binnen de professionele relaties
  • Dit beroep gaat bewust om met de effecten van de eigen verbale, non-verbale en digitale communicatie en de invloed hiervan op de patient en de andere gezondheidszorgbeoefenaars
  • Dit beroep houdt rekening met de diversiteit van de patiënten wat inhoudt dat ze de zorgvrager en zijn omgeving erkennen en respecteren om wie ze zijn
  • Dit beroep volgt de reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu, …
  • Dit beroep wordt doorgaans uitgeoefend binnen een variabel uurrooster
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in samenwerking met andere gezondheidszorgberoepsbeoefenaars, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is
  • Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico’s inhouden voor de ambulancier en zijn omgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Verschillen en grenzen van iedere gezondheidszorgberoepsbeoefenaars en zorgverstrekker dienen (h)erkend en gerespecteerd te worden

Handelingscontext

  • De ambulancier NDP blijft met de ontwikkelingen bij binnen de sector, dit vergt levenslang leren en het volgen van verplichte opleidingen
  • De ambulancier NDP gaat op constructieve wijze om met de grenzen van zijn beroepsdomein in functie van zijn eigen competenties
  • De ambulancier NDP gaat op empathische wijze om met de patiënt en de andere actoren
  • De ambulancier NDP handelt discreet conform de beroepsethiek, organisatiegebonden afspraken en gedragscode
  • De ambulancier NDP handelt met de nodige verantwoordelijkheidszin
  • De ambulancier NDP is een teamspeler
  • De ambulancier NDP is stressbestendig en veerkrachtig
  • De ambulancier NDP is zich bewust dat eventuele fouten gevolgen hebben op het fysiek en/of psychisch welzijn van de patiënt
  • De ambulancier NDP is zich constant bewust van de impact van zijn handelingen op de patiënt, het team en de andere actoren
  • De ambulancier NDP past zich aan en stelt zich flexibel op bij onverwachte omstandigheden
  • De ambulancier NDP respecteert de regelgeving en kwaliteitseisen
  • De ambulancier NDP stelt prioriteiten om zijn werkzaamheden te organiseren
  • De ambulancier NDP stelt zich steeds neutraal op
  • De ambulancier NDP straalt het positief imago van zijn beroep en zijn organisatie uit
  • De ambulancier NDP toont zin voor initiatief conform het wettelijke kader
  • De ambulancier NDP voert de handelingen vloeiend uit conform de organisatie-eigen procedures
  • De ambulancier NDP werkt consequent en gefocust
  • De ambulancier NDP werkt op holistische wijze patiëntgericht
  • De ambulancier NDP wisselt op constructieve en transparante wijze informatie uit met de andere actoren

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het controleren van het voertuig en zijn uitrusting
  • Het informeren van de patiënt
  • Het opvolgen van de productvoorraad
  • Het overdragen van de patiënt bij aankomst en vertrek
  • Het rapporteren van de uitgevoerde taken
  • Het toepassen van beroepsspecifieke handelingen conform de geldende wettelijke bepalingen
  • Het uitvoeren van de voorgeschreven interventies bij de patiënt
  • Het uitvoeren van EHBO
  • Het vervoeren van de patiënt
Is gebonden aan
  • De geldende regelgeving
  • De normen en waarden en het beleid van de organisatie
  • De professionele en ethische gedragscode
  • De richtlijnen, procedures aangaande de uit te voeren taken
  • De veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures van de organisatie
  • De vervoersplanning van de organisatie
  • Het beroepsgeheim en GPDR
  • Het ontvangen en uitvoeren van toegekende opdrachten door zijn verantwoordelijke
Doet beroep op
  • De verantwoordelijke, patiënt, collega’s, gezondheidszorgberoepsbeoefenaars, … voor advies en samenwerking
  • Zijn organisatie voor de opdracht, patiëntgegevens en bijkomende instructies

Verantwoordelijkheid

  • Behoudt de persoonlijke gezondheid en het welzijn
  • Communiceert professioneel met de patiënt
  • Controleert zijn werkplek en de uitrusting
  • Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep
  • Handelt volgens de professionele en ethische gedragscode
  • Handelt volgens organisatie-eigen procedure na een incident
  • Helpt bij een ramp en binnen het medisch interventieplan
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Registreert en rapporteert gegevens
  • Ruimt op, reinigt en decontamineert het voertuig
  • Vervoert de patiënt van en naar de zorgverstrekker/zorginstelling
  • Waarborgt de zorg aan de hand van de kwaliteitsnormen
  • Werkt samen met andere actoren
  • Werkt volgens de wettelijke reglementeringen en procedure(s)

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Voorwaarden voor de uitoefening van het gezondheidszorgberoep zoals bepaald in Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen