Volmatroos STCW II/5

 
BK-0506-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Volmatroos STCW II/5

Definitie

De volmatroos STCW II/5 ondersteunt de officier van dek bij alle operationele taken conform de regelgeving teneinde het schip veilig operationeel te houden

Afbakening

Het type, het voortstuwingsvermogen en de bruto tonnage van het schip bepalen:
- de lengte van de reis van het schip
- de maximumafstand van een haven
- het soort (hulp)navigatiemiddelen en navigatietechnieken (soort radarnavigatie, …)
- de kennis van meteorologische instrumenten en hun gebruik die voorkomen in het beperkt vaargebied
- het aan boord nemen van voorraad
- de kennis en het gebruik van de soorten communicatiemiddelen voor noodcommunicatie
- de beschikbaarheid van technische hulpmiddelen
Dit heeft tot gevolg dat er binnen de beroepenstructuur verschillende profielen worden voorzien.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle actoren
    • Gebruikt vakterminologie ook in het Engels
    • Wisselt informatie uit met alle actoren
    • Gebruikt interne communicatiemiddelen
    • Werkt efficiënt samen met andere actoren
    • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
    • Rapporteert aan de leidinggevende indien nodig
    • Handelt volgens inzicht in de organisatie aan boord
    • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van sociale vaardigheden
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Past de kledij aan conform de taakuitvoering
    • Schat in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid worden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van beperkt leiderschap
    • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor kwaliteit
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de bedrijfseigen procedures toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Respecteert rusttijden, ook die van anderen
    • Controleert of nieuwe technieken worden toegepast
    • Ziet er op toe dat de bemanning de opgelegde richtlijnen voor kwaliteit, veiligheid, milieu en welzijn naleeft en past ze zelf toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Kennis van preventiemaatregelen
    • Kennis van arbeidsveiligheid
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 4:
    Voert de maatregelen uit om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de bedrijfseigen milieuvoorschriften toe
    • Werkt conform de procedures om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen conform de procedures
    • Verwerkt afvalstoffen en reststoffen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van beschikbaar materiaal
  • Competentie 5:
    Draagt bij tot de maritieme beveiliging
    • Herkent dreigingen en reageert gepast om de maritieme beveiliging te vrijwaren
    • Draagt bij tot het verbeteren van de maritieme beveiliging door alert te zijn
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor beveiliging
    • Herkent verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, … en rapporteert dit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Competentie 6:
    Staat op uitkijk en meldt eventuele gebeurtenissen op het traject
    • Staat op uitkijk
    • Identificeert gebeurtenissen (hindernissen, brand, aanvaringskoers, …) en meldt deze aan de wachtoverste
    • Stuurt het schip onder toezicht van de wachtoverste
    • Houdt zich aan de stuurinstructies
    • Gebruikt nautische hulpmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
    • Basiskennis van navigatietechnieken
    • Basiskennis van vaarregels
    • Basiskennis van noodsleeptechnieken
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van signalisatie
  • Competentie 7:
    Voert de instructies uit voor het vastmaken van schepen, aan- en afmeren
    • Voert de instructies uit bij het af- of aanmeren
    • Bereidt de uitrusting van het schip voor, op aanmeren, afmeren en slepen
    • Hanteert bij het aan- en afmeren trossen, …
    • Voert de instructies uit bij het vastmaken bij het losmaken van te slepen of assisteren van vaartuigen
    • Staat op uitkijk voor de wachtoverste bij het uitvoeren van de manoeuvres
    • Communiceert met de bemanningsleden en wachtoverste op de brug bij aan- en afmeren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
    • Basiskennis van navigatietechnieken
    • Basiskennis van vaarregels
    • Basiskennis van het besturen van een schip
    • Basiskennis van uitvoeren van manoeuvres
    • Basiskennis van aan- en afmeertechnieken
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van signalisatie
  • Competentie 8:
    Assisteert bij het laden en lossen van schepen en beveiligt de lading
    • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Gebruikt niet-gemotoriseerde machines voor goederenbehandeling (transpallet, steekwagentje, ...)
    • Gebruikt gespecialiseerd materiaal voor het manipuleren van lasten (terminal trekker, brugkraan, laadschop, …)
    • Voert de (ont)koppeling van de laadslangen, gasretourleidingen, laadarmen en de bediening van de afsluiters uit onder toezicht van de leidinggevende
    • Voorziet de containers eventueel van een elektrische aansluiting en plaatst zekeringsmateriaal op de aangewezen plaats
    • Controleert de elementen (brandmelders, brandblusapparaten, afsluiting van laadruimte, …) die belangrijk zijn voor de veiligheid van het schip
    • Stapelt, stouwt, ontstapelt en verankert de lading volgens de voorschriften
    • Communiceert duidelijk met andere actoren tijdens het laden
    • Rapporteert de schade van de lading aan de leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van laad- en lashingtechnieken
    • Kennis van veiligheidsregels op zee
    • Kennis van maritiem Engels
  • Competentie 9:
    Voert het onderhoud uit van het schip en zijn uitrusting uit onder supervisie van de leidinggevende
    • Voert het onderhoud van het schip (schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …) uit volgens het onderhoudsprogramma
    • Voert het onderhoud uit en voert een visuele controle uit van de staat van de meertouwen, -trossen en sleepmaterieel onder supervisie van de leidinggevende
    • Meldt tekorten aan de leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Basiskennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Basiskennis van schoonmaakproducten en schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van veiligheidsregels op zee
    • Kennis van onderhoudsprocedures
    • Kennis van verftypes, gebruik verf, …
    • Kennis van schildertechnieken
  • Competentie 10:
    Hanteert de veiligheidsuitrusting en- procedures volgens de richtlijnen en oefent de veiligheidsprocedures op het schip
    • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
    • Neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
    • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
    • Oefent EHBO
    • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de leidinggevende
    • Oefent de hem toegewezen taken vanuit de Monsterrol
    • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van veiligheidstechnieken
    • Kennis van veiligheidssignalisatie
    • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
    • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 11:
    Waarschuwt de leidinggevende bij incidenten/accidenten en voert de urgentiemaatregelen uit
    • Meldt het incident/accident aan de leidinggevende
    • Voert de urgentiemaatregelen uit
    • Past het evacuatieplan toe
    • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
    • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 12:
    Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
    • Volgt de brandprocedures
    • Neemt brandpreventiemaatregelen
    • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
    • Blust de brand indien mogelijk
    • Loopt brandrondes
    • Doet aan brandwacht
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
    • Kennis van veiligheidsprocedures
  • Competentie 13:
    Voert EHBO uit
    • Brengt zichzelf in veiligheid
    • Past BLS toe
    • Controleert bloedingen
    • Neemt basisvoorzorgen bij shock
    • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
    • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
    • Brengt het slachtoffer in veiligheid
    • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
    • Legt eerste hulp verbanden aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van BLS
  • Competentie 14:
    Gebruikt en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten onder supervisie van de officier
    • Bedient de hulpverleningsboot en het reddingsvaartuig bij het te water laten en de reddingsactie
    • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
    • Basiskennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
    • Basiskennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
    • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
    • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
    • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
  • Competentie 15:
    Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
    • Past overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
    • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
    • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
    • Coördineert het overleven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
    • Kennis van reddingsprocedures
    • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Competentie 16:
    Voert huishoudelijke taken uit
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
    • Reinigt de accommodatie
    • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
    • Kennis van wastechnieken
  • Competentie 17:
    Volgt de eigen administratie op
    • Houdt de persoonlijke administratie (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) in orde en houdt ze bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigen administratie

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
  • Basiskennis van navigatietechnieken
  • Basiskennis van vaarregels
  • Basiskennis van noodsleeptechnieken
  • Basiskennis van het besturen van een schip
  • Basiskennis van uitvoeren van manoeuvres
  • Basiskennis van aan- en afmeertechnieken
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Basiskennis van hygiëne- en netheidsregels
  • Basiskennis van schoonmaakproducten en schoonmaaktechnieken
  • Basiskennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
  • Basiskennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
  • Basiskennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
  • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
  • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van sociale vaardigheden
  • Kennis van beperkt leiderschap
  • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen
  • Kennis van preventiemaatregelen
  • Kennis van arbeidsveiligheid
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van beschikbaar materiaal
  • Kennis van regels voor het houden van de wacht
  • Kennis van schiemanswerk
  • Kennis van laad- en lashingtechnieken
  • Kennis van veiligheidsregels op zee
  • Kennis van maritiem Engels
  • Kennis van onderhoudsprocedures
  • Kennis van verftypes, gebruik verf, …
  • Kennis van schildertechnieken
  • Kennis van veiligheidstechnieken
  • Kennis van veiligheidssignalisatie
  • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van BLS
  • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
  • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van signalisatie
  • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
  • Kennis van veiligheidsprocedures
  • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
  • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
  • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
  • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
  • Kennis van reddingsprocedures
  • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
  • Kennis van wastechnieken
  • Kennis van eigen administratie

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle actoren
  • Gebruikt vakterminologie ook in het Engels
  • Wisselt informatie uit met alle actoren
  • Werkt efficiënt samen met andere actoren
  • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
  • Rapporteert aan de leidinggevende indien nodig
  • Handelt volgens inzicht in de organisatie aan boord
  • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden, …)
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Schat in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid worden
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Past de bedrijfseigen procedures toe
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Respecteert rusttijden, ook die van anderen
  • Controleert of nieuwe technieken worden toegepast
  • Ziet er op toe dat de bemanning de opgelegde richtlijnen voor kwaliteit, veiligheid, milieu en welzijn naleeft en past ze zelf toe
  • Past de bedrijfseigen milieuvoorschriften toe
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor beveiliging
  • Staat op uitkijk
  • Identificeert gebeurtenissen (hindernissen, brand, aanvaringskoers, …) en meldt deze aan de wachtoverste
  • Houdt zich aan de stuurinstructies
  • Voert de instructies uit bij het af- of aanmeren
  • Staat op uitkijk voor de wachtoverste bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • Communiceert met de bemanningsleden en wachtoverste op de brug bij aan- en afmeren
  • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
  • Controleert de elementen (brandmelders, brandblusapparaten, afsluiting van laadruimte, …) die belangrijk zijn voor de veiligheid van het schip
  • Communiceert duidelijk met andere actoren tijdens het laden
  • Rapporteert de schade van de lading aan de leidinggevende
  • Voert het onderhoud uit en voert een visuele controle uit van de staat van de meertouwen, -trossen en sleepmaterieel onder supervisie van de leidinggevende
  • Meldt tekorten aan de leidinggevende
  • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
  • Neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
  • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de leidinggevende
  • Oefent de hem toegewezen taken vanuit de Monsterrol
  • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • Past het evacuatieplan toe
  • Volgt de brandprocedures
  • Neemt brandpreventiemaatregelen
  • Loopt brandrondes
  • Doet aan brandwacht
  • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
  • Brengt het slachtoffer in veiligheid
  • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken
  • Houdt de persoonlijke administratie (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) in orde en houdt ze bij

Probleemoplossende vaardigheden

  • Werkt conform de procedures om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
  • Herkent dreigingen en reageert gepast om de maritieme beveiliging te vrijwaren
  • Draagt bij tot het verbeteren van de maritieme beveiliging door alert te zijn
  • Herkent verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, … en rapporteert dit
  • Meldt het incident/accident aan de leidinggevende
  • Voert de urgentiemaatregelen uit
  • Blust de brand indien mogelijk
  • Brengt zichzelf in veiligheid
  • Controleert bloedingen
  • Neemt basisvoorzorgen bij shock
  • Past overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
  • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
  • Coördineert het overleven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt interne communicatiemiddelen
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Recupereert materialen conform de procedures
  • Verwerkt afvalstoffen en reststoffen
  • Stuurt het schip onder toezicht van de wachtoverste
  • Gebruikt nautische hulpmiddelen
  • Bereidt de uitrusting van het schip voor, op aanmeren, afmeren en slepen
  • Voert de instructies uit bij het vastmaken bij het losmaken van te slepen of assisteren van vaartuigen
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Gebruikt niet-gemotoriseerde machines voor goederenbehandeling (transpallet, steekwagentje, ...)
  • Gebruikt gespecialiseerd materiaal voor het manipuleren van lasten (terminal trekker, brugkraan, laadschop, …)
  • Voert de (ont)koppeling van de laadslangen, gasretourleidingen, laadarmen en de bediening van de afsluiters uit onder toezicht van de leidinggevende
  • Voorziet de containers eventueel van een elektrische aansluiting en plaatst zekeringsmateriaal op de aangewezen plaats
  • Stapelt, stouwt, ontstapelt en verankert de lading volgens de voorschriften
  • Voert het onderhoud van het schip (schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …) uit volgens het onderhoudsprogramma
  • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
  • Oefent EHBO
  • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
  • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
  • Past BLS toe
  • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
  • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
  • Legt eerste hulp verbanden aan
  • Bedient de hulpverleningsboot en het reddingsvaartuig bij het te water laten en de reddingsactie
  • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
  • Reinigt de accommodatie
  • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • Past de kledij aan conform de taakuitvoering
  • Hanteert bij het aan- en afmeren trossen, …

Omgevingscontext

  • De scheepvaart kent veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen waaraan voldaan moet worden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het maritiem milieu. De activiteiten kunnen overal op het schip plaatsvinden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met flexibele werktijden, in shift (volcontinu, tijdens de nachts, , het weekend en tijdens feestdagen)
  • De tijd aan boord wordt contractueel overeengekomen
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort lading
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten
  • De situatie aan boord kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode waarbij een continu contact met de teamleden (verschillende nationaliteiten, culturen, karakters , …) onontbeerlijk is
  • Op een schip geldt een hiërarchische structuur die door alle teamleden gerespecteerd moet worden

Handelingscontext

  • De matroos moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
  • De matroos gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden
  • De matroos kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren
  • De matroos moet zorgvuldig voorbereidingen treffen en gebruik maken en van materieel en materiaal voor het slepen, af-en aanmeren, … van het schip
  • De matroos moet aandacht hebben voor de voedselveiligheid en hygiëne
  • De matroos kan gericht reageren bij gevaarlijke situaties (zoals storm, man-over-boord , …)
  • De matroos draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De matroos moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De matroos loopt wacht

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • Het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
  • Het afstemmen van de technieken van slepen, af- en aanmeren, …
  • Het voorbereiden van de uitrusting van het schip op het slepen, af-en aanmeren, …
  • Het reinigen van het materieel
  • Het opruimen en schoonmaken van het vaartuig
  • Aanvullen van tekorten
  • Het sorteren en stockeren van afval
  • Het toepassen van het veiligheidsplan conform de procedures
Is gebonden aan
  • De door de regelgeving beschreven beroepsspecifieke competenties
  • De werkopdracht en tijdsplanning
  • Veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • Instructies en afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden
  • Instructies met betrekking tot het zeewaardig maken van het materieel
  • Instructies met betrekking tot het wacht lopen op de brug
  • Instructies met betrekking tot het besturen van het schip
  • De nationale en internationale wetgeving (STCW –reglementering, …)
  • De bedrijfseigen regelgeving
Doet beroep op
  • De bemanningsleden voor het ondersteunen van de activiteiten
  • De leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies, DPA , …
* "STCW-Verdrag" : het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, brevettering en wachtdienst, opgemaakt te Londen op 7 juli 1978 en goedgekeurd bij de wet van 16 augustus 1982;

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Werkt met oog voor kwaliteit
  • Voert de maatregelen uit om het marien leefmilieu te beschermen
  • Draagt bij tot de maritieme beveiliging
  • Staat op uitkijk en meldt eventuele gebeurtenissen op het traject
  • Voert de instructies uit voor het vastmaken van schepen, aan- en afmeren
  • Assisteert bij het laden en lossen van schepen en beveiligt de lading
  • Voert het onderhoud uit van het schip en zijn uitrusting uit onder supervisie van de leidinggevende
  • Hanteert de veiligheidsuitrusting en- procedures volgens de richtlijnen en oefent de veiligheidsprocedures op het schip
  • Waarschuwt de leidinggevende bij incidenten/accidenten en voert de urgentiemaatregelen uit
  • Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
  • Voert EHBO uit
  • Gebruikt en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten onder supervisie van de officier
  • Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
  • Voert huishoudelijke taken uit
  • Volgt de eigen administratie op

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Volmatroos STCW II/5’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Vaarbevoegdheidsbewijs zoals bepaald in Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden (24 mei 2006)