Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Wever

 
BK-0103-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Wever

Definitie

Het bevoorraden en bedienen van meerdere industriële weefmachines voor de productie van stof per meter volgens de veiligheidsvoorschriften en de productievereisten (kwaliteit, termijnen...), controleren van het uitzicht van het textielproduct en de productiegegevens teneinde een kwaliteitsvol weefsel af te leveren.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 3, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Controleert de netheid en de werking van de elementen van de machine
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
    • Meldt afwijkingen aan leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van rapporteringsmogelijkheden
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 2:
    Voorziet de werkpost van inslaggaren en zelfkantbobijnen
    • Leest het productieorder en de technische fiche
    • Leest een doorhaalpatroon
    • Bestuurt een transpallet, kar, ...
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Controleert op hoeveelheid, kleur en nummer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kenmerken van garen
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van grondstoffen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 3:
    Installeert de zelfkantbobijnen of inslaggarens op de machine
    • Plaatst inslaggaren op een rek
    • Plaatst zelfkantbobijnen op rekken
    • Haalt het inslaggaren door
    • Stelt de spanning in op het inslaggaren
    • Gebruikt technische hulpmiddelen (doorhaalhaak, schaar, mes …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van kenmerken van garen
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van grondstoffen
    • Kennis van de weeftechniek
    • Kennis van doorhaalpatronen
    • Kennis van bindingen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 4:
    Maakt de werkpost startklaar (beroepsprofiel)
    • Roept het ontwerp op
    • Laadt het ontwerp in de stuureenheid
    • Brengt de gegevens in
    • Start de machine
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van grondstoffen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 5:
    Houdt toezicht op het verloop van de productie
    • Houdt zich aan het productieorder en de technische fiches
    • Voert continu diverse visuele controles uit
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
    • Grijpt preventief in om fouten of storingen te vermijden
    • Legt prioriteiten
    • Gaat na wat de oorzaak is van een storing of afwijking
    • Verwittigt meestergast en/of grijpt soms zelf in
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van kenmerken van weefsels
    • Kennis van de weeftechniek
    • Kennis van doorhaalpatronen
    • Kennis van bindingen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 6:
    Het verkregen product controleren op basis van gedefinieerde kenmerken (binding, ...)
    • Controleert visueel
    • Onderscheidt kleuren
    • Controleert voortdurend tijdens het patrouilleren
    • Controleert of fouten verdwenen zijn
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van kenmerken van weefsels
    • Kennis van de weeftechniek
    • Kennis van doorhaalpatronen
    • Kennis van bindingen
  • Competentie 7:
    Spoort draadafwijkingen op en corrigeert (dubbele of gebroken draden, ...)
    • Herstelt draadbreuken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van kenmerken van garen
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van mogelijke storingen en fouten in het productieproces, hun oorzaak en de vereiste interventie
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van grondstoffen
    • Kennis van knooptechnieken
    • Kennis van kenmerken van weefsels
    • Kennis van de weeftechniek
    • Kennis van doorhaalpatronen
    • Kennis van bindingen
  • Competentie 8:
    De opvolgdocumenten van de productie (hoeveelheden, incidenten, ...) invullen
    • Houdt gegevens bij over het verloop van de productie (productiegegevens, kwaliteitsgegevens)
    • Gebruikt Computerized Production Management System (datacaptatie)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het gebruik van databeheerssystemen software
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van rapporteringsmogelijkheden
  • Competentie 9:
    Geweven stoffen produceren op de meest courante machines
    • Herstelt kettingdraden
    • Haalt kettingdraden door
    • Haalt zelfkantdraden door
    • Monteert inslagbobijnen
    • Vervangt inslagbobijnen
    • Herstelt inslagbreuken
    • Verwijdert stroppingen
    • Herstelt poolbreuken
    • Herstelt zelfkantfouten
    • Bedient het machinepark
    • Grijpt preventief in om fouten of storingen te vermijden
    • Verwijdert weeffouten
    • Optimaliseert het rendement
    • Roept hulp in van de leidinggevende en medewerker
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van kenmerken van garen
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van mogelijke storingen en fouten in het productieproces, hun oorzaak en de vereiste interventie
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van rapporteringsmogelijkheden
    • Kennis van kenmerken van weefsels
    • Kennis van de weeftechniek
    • Kennis van doorhaalpatronen
    • Kennis van bindingen
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 10:
    Grijpt in bij machinestoring
    • Legt machines stil bij repetitieve fouten
    • Meldt de storing aan de leidinggevende of een medewerker
    • Roept hulp in van medewerkers
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene mechanica
    • Kennis van werking en bediening van de machine
    • Kennis van technische hulpmiddelen
    • Kennis van kenmerken van machines
    • Kennis van mogelijke storingen en fouten in het productieproces, hun oorzaak en de vereiste interventie
    • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Competentie 11:
    Doet overdracht van de productiegegevens aan de collega’s bij ploegwissel
    • Communiceert over het productieprocesverloop van de afgelopen ploeg
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het gebruik van databeheerssystemen software
    • Basiskennis van het textielproductieproces
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van rapporteringsmogelijkheden

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene mechanica
  • Basiskennis van het gebruik van databeheerssystemen software
  • Basiskennis van het textielproductieproces
  • Kennis van bindingen
  • Kennis van de weeftechniek
  • Kennis van doorhaalpatronen
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van grondstoffen
  • Kennis van kenmerken van garen
  • Kennis van kenmerken van machines
  • Kennis van kenmerken van weefsels
  • Kennis van knooptechnieken
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van mogelijke storingen en fouten in het productieproces, hun oorzaak en de vereiste interventie
  • Kennis van rapporteringsmogelijkheden
  • Kennis van technische hulpmiddelen
  • Kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
  • Kennis van werking en bediening van de machine

Cognitieve vaardigheden

  • Bedient het machinepark
  • Brengt de gegevens in
  • Communiceert over het productieprocesverloop van de afgelopen ploeg
  • Controleert of fouten verdwenen zijn
  • Controleert op hoeveelheid, kleur en nummer
  • Controleert visueel
  • Controleert voortdurend tijdens het patrouilleren
  • Gebruikt Computerized Production Management System (datacaptatie)
  • Gebruikt technische hulpmiddelen (doorhaalhaak, schaar, mes …)
  • Houdt gegevens bij over het verloop van de productie (productiegegevens, kwaliteitsgegevens)
  • Houdt zich aan het productieorder en de technische fiches
  • Laadt het ontwerp in de stuureenheid
  • Leest een doorhaalpatroon
  • Leest het productieorder en de technische fiche
  • Legt prioriteiten
  • Onderscheidt kleuren
  • Optimaliseert het rendement
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Roept het ontwerp op
  • Roept hulp in van medewerkers
  • Stelt de spanning in op het inslaggaren
  • Verwittigt meestergast en/of grijpt soms zelf in
  • Voert continu diverse visuele controles uit

Probleemoplossende vaardigheden

  • Gaat na wat de oorzaak is van een storing of afwijking
  • Grijpt preventief in om fouten of storingen te vermijden
  • Legt machines stil bij repetitieve fouten
  • Meldt afwijkingen aan leidinggevende
  • Meldt de storing aan de leidinggevende of een medewerker
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
  • Roept hulp in van de leidinggevende en medewerker
  • Verwijdert weeffouten

Motorische vaardigheden

  • Bestuurt een transpallet, kar, ...
  • Haalt het inslaggaren door
  • Haalt kettingdraden door
  • Haalt zelfkantdraden door
  • Herstelt draadbreuken
  • Herstelt inslagbreuken
  • Herstelt kettingdraden
  • Herstelt poolbreuken
  • Herstelt zelfkantfouten
  • Monteert inslagbobijnen
  • Plaatst inslaggaren op een rek
  • Plaatst zelfkantbobijnen op rekken
  • Start de machine
  • Vervangt inslagbobijnen
  • Verwijdert stroppingen

Omgevingscontext

  • De activiteit varieert naargelang de grootte van de onderneming en het type product
  • Dit beroep wordt in een zeer lawaaierige omgeving uitgevoerd
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in productiebedrijven
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist
  • Het kan ook uitgeoefend worden in ploegen, tijdens het weekend, op feestdagen of ’s nachts
  • Het werk vindt plaats in een productieruimte, waarbij de eigenschappen van de grondstoffen en het productieproces bepalend kunnen zijn voor de omgevingscondities van de productieruimte
  • Het werk wordt rechtstaand en stappend uitgevoerd
  • Houdt zich aan tijdsschema’s
  • In deze sector bestaan milieu- en veiligheidsvoorschriften
  • Niettegenstaande dat de wever tot een team behoort, werkt hij hoofdzakelijk individueel

Handelingscontext

  • Communiceert efficiënt in het team en naar de verantwoordelijke toe
  • Gaat economisch en ecologisch om met grondstoffen
  • Heeft permanente aandacht voor de kwaliteit van het weefsel
  • Houdt rekening met veiligheidssignalisatie op de werkplek
  • Houdt rekening met veiligheidsvoorschriften
  • Houdt zich aan voorschriften en procedures
  • Is zich bewust van de mogelijke impact van zijn handelingen
  • Kan weefsels beoordelen
  • Moet aandacht schenken aan het bedienen en programmeren van de machine
  • Voert permanent visuele controles uit
  • Werkt aan de hand van instructies

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het organiseren van het eigen werk volgens bedrijfsprocedures, het stellen van prioriteiten en het nemen van beslissingen bij het oplossen van storingen,… maar doet dit onder toezicht in het opvolgen van de groep machines die weefsel produceren
Is gebonden aan
  • instructies, productieplanning, veiligheids- en milieuvoorschriften/procedures, productieorder/technische fiche, eigenschappen van grondstoffen, kwaliteitsvoorschriften en rapporteringsprocedures.
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor planning, productieorder, meldingen van storingen en bijkomende instructies.

Verantwoordelijkheid

  • Controleert de netheid en de werking van de elementen van de machine
  • De opvolgdocumenten van de productie (hoeveelheden, incidenten, ...) invullen
  • Doet overdracht van de productiegegevens aan de collega’s bij ploegwissel
  • Geweven stoffen produceren op de meest courante machines
  • Grijpt in bij machinestoring
  • Het verkregen product controleren op basis van gedefinieerde kenmerken (binding, ...)
  • Houdt toezicht op het verloop van de productie
  • Installeert de zelfkantbobijnen of inslaggarens op de machine
  • Maakt de werkpost startklaar (beroepsprofiel)
  • Spoort draadafwijkingen op en corrigeert (dubbele of gebroken draden, ...)
  • Voorziet de werkpost van inslaggaren en zelfkantbobijnen

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.