Brandweerman

 
BK-0510-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Brandweerman

Definitie

De brandweerman past standaardoperatieprocedures toe bij brand, beveiliging openbare weg, technische interventies en interventies gevaarlijke stoffen in opdracht van het hoger echelon conform het veiligheidsbeleid teneinde de basisbrandweerzorg en de operationele werking van de zone te ondersteunen.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Functioneert volgens de geldende gedragsvereisten bij de brandweer
    • Past zich aan aan veranderende omstandigheden
    • Beheert doeltreffend de eigen tijd
    • Past de ethos en de deontologische code van de organisatie toe
    • Gedraagt zich volgens de cultuur en de behoeften van de organisatie
    • Handelt volgens de operationele hulpverleningsstructuur in functie van de situatie
    • Reflecteert over de eigen houding en reacties in omgang met anderen
    • Wisselt begrijpelijk ideeën en opinies uit met de anderen
    • Respecteert het milieu volgens de voorschriften en de situatie
    • Handelt volgens de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de brandweer
    • Gedraagt zich respectvol, zonder te discrimineren op vlak van seksuele geaardheid, geslacht, etnische origine, leeftijd, religie, cultuur,… en zorgt ervoor dat de groep zich ook zo opstelt
    • Neemt de nodige maatregelen in geval van intolerant of ongepast gedrag of het niet naleven van de waarden en regels
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene organisatie, cultuur en structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
    • Basiskennis levensreddende handelingen
    • Basiskennis van de algemene structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
    • Kennis van zijn rechten en plichten als brandweerman, van de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van brandweerman
    • Kennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Communiceert efficiënt en effectief met collega’s, de groep, burgers en het kader
    • Geeft zowel mondeling als schriftelijk op een gestructureerde, efficiënte en gepaste manier informatie door
    • Houdt rekening met het vertrouwelijk karakter van informatie en filtert informatie zodat ieder op zijn niveau over de nodige informatie beschikt
    • Gebruikt vakgebonden afkortingen en conventionele tekens
    • Gebruikt en onderhoudt communicatieapparatuur met verschillende gebruiksopties
    • Verstuurt en ontvangt berichten volgens de voorziene procedures
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatieapparatuur
    • Basiskennis van de radioprocedures
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van kaart- en planlezen
    • Kennis van de afkortingen en conventionele tekens
    • Kennis van rapporteringstechnieken
  • Competentie 3:
    Ontwikkelt en onderhoudt een gezonde levenshouding en de mentale en fysieke fitheid/conditie
    • Traint het uithoudingsvermogen, de kracht en behendigheid in functie van de fysieke eisen verbonden aan de beroepsactiviteiten en de situatie
    • Doorstaat langdurige mentale en fysieke inspanningen
    • Neemt deel aan de voorziene proeven en testen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
    • Respecteert de regels van gezonde voeding en voedselhygiëne
    • Voert individuele en collectieve drillbewegingen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van individuele en collectieve drillbewegingen
    • Kennis van de basisvoorwaarden van een gezond leven
  • Competentie 4:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Informeert zich over en volgt trends en ontwikkelingen in het vakgebied
    • Identificeert de eigen ontwikkelingsbehoeften
    • Neemt leeropportuniteiten aan om de eigen deskundigheid te verbeteren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene organisatie, cultuur en structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
    • Kennis over te bereiken doelstellingen binnen het expertisegebeid van de brandweerman
  • Competentie 5:
    Waarborgt de eigen veiligheid en die van collega’s, dient eerste hulp toe en ziet toe op de veilige en correcte handelwijze door de groep
    • Past preventieve maatregelen toe om verwondingen of ontstekingen te voorkomen
    • Past preventiemaatregelen en maatregelen voor de veiligheid op het werk toe, in het bijzonder op het vlak van de eerste hulp en brandbestrijding
    • Past maatregelen ter bevordering van het welzijn op de werkvloer toe
    • Zorgt voor de eigen veiligheid en bescherming en die van de collega’s
    • Past levensreddende handelingen toe
    • Gebruikt individuele en collectieve PBM om onder alle omstandigheden op het terrein te werken
    • Stelt een veiligheidsperimeter in
    • Reageert adequaat in een noodsituatie volgens de procedure brandweerman in nood (BIN)
    • Hanteert materiaal, producten, machines, toestellen, gereedschappen, vervoermiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste en veilige manier volgens de gekende veiligheidsvoorschriften
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technieken voor de 'own force protection'
    • Basiskennis van arbeidsveiligheidsvoorschriften
    • Basiskennis van de symptomen van relevante aandoeningen
    • Basiskennis van preventiemaatregelen, welzijnsmaatregelen, veiligheidsmaatregelen
    • Kennis van het wettelijk kader van het gebruik van PBM
    • Kennis van levensreddende handelingen
    • Grondige kennis van brandpreventiemaatregelen
    • Grondige kennis van de procedure “brandweerman in nood”
  • Competentie 6:
    Organiseert de eigen taken in het kader van de dagelijkse werking en het gevoerde beleid
    • Organiseert de eigen opdrachten binnen de dagelijkse werking
    • Merkt gevaarlijke situaties en defecten op en grijpt in waar mogelijk
    • Verwittigt tijdig de hiërarchisch overste wanneer de planning niet gehaald kan worden
    • Voert opdrachten uit op bevel
    • Neemt beslissingen op basis van een inzichtelijke afweging en eigen oordeel, ook als de kennis en informatie beperkt is
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene organisatie, cultuur en structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
  • Competentie 7:
    Werkt zowel in teamverband als autonoom
    • Houdt zich aan de deadlines en afspraken van het team
    • Past de eigen manier van werken aan in het belang van het team
    • Respecteert het werk van anderen
    • Geeft constructieve feedback en doet suggesties
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
    • Kennis van communicatietechnieken
  • Competentie 8:
    Neemt deel aan preventieve en logistieke taken van de brandweer
    • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein
    • Onderhoudt en controleert het materiaal
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de procedures bij het uitvoeren van taken
  • Competentie 9:
    Past standaardoperatieprocedures toe bij brand
    • Kiest het gepaste materiaal voor de bluswerken
    • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein
    • Handelt vanuit inzicht in de brandprincipes, de blusprincipes en andere aspecten van brand om op correcte wijze verschillende soorten branden te blussen met het materiaal voor brandbestrijding
    • Voert de verschillende procedures van brandbestrijding uit
    • Maakt gebruik van verschillende soorten straalpijpen en beheerst de straalpijptechnieken
    • Beheerst de lanstechnieken in functie van het brandgedrag
    • Voert deurprocedures uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuvoorschriften
    • Basiskennis van het wettelijke kader van prioritaire voertuigen
    • Kennis van de procedures bij het uitvoeren van taken
    • Kennis van het verloop van een interventie en ICS
    • Kennis van standaardoperatieprocedrures voor brandbestrijding, technische interventies en gevaarlijke stoffen
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en materialen (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
* deurprocedure: de procedure die gevolgd moet worden om een deur (waarachter mogelijk brand is) veilig te openen.
  • Competentie 10:
    Past standaardoperatieprocedures toe bij beveiliging openbare weg en technische interventies
    • Observeert het gebied en heeft oog voor het vrijwaren van sporen
    • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein
    • Kiest het gepaste materiaal in functie van de opdracht
    • Bevrijdt geknelde personen (vb. in gebouwen, liften en machines)
    • Beschermt of redt mensen
    • Redt dieren
    • Voert stutwerken uit
    • Maakt de openbare weg vrij
    • Voert technische hulpverleningsinterventies correct uit met de meest aangewezen technische materialen volgens de standaard operatie procedures
    • Voert een signalisatie-opdracht uit met een signalisatievoertuig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het wettelijke kader van prioritaire voertuigen
    • Kennis van de procedures bij het uitvoeren van taken
    • Kennis van het verloop van een interventie en ICS
    • Kennis van standaardoperatieprocedrures voor brandbestrijding, technische interventies en gevaarlijke stoffen
    • Kennis van de beveiligingsprincipes voor een interventie op de openbare weg
    • Kennis van principes van mechanica en elektriciteit
    • Kennis van technische hulpverlening
  • Competentie 11:
    Past standaardoperatieprocedures toe bij interventies gevaarlijke stoffen
    • Stelt een veiligheidsperimeter in
    • Komt met aangepaste kledij tussen in situaties met gevaarlijke producten
    • Helpt de intervenanten bij de aan- en uitkleedprocedure en ontsmetting
    • Kent de organisatie van de interventieplaats en kan deze interventieplaats opstellen (aankleedzone, uitkleedzone, decontaminatiezone)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het wettelijke kader van prioritaire voertuigen
    • Kennis van de procedures bij het uitvoeren van taken
    • Kennis van het verloop van een interventie en ICS
    • Kennis van standaardoperatieprocedrures voor brandbestrijding, technische interventies en gevaarlijke stoffen
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en materialen (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de algemene organisatie, cultuur en structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
  • Basiskennis levensreddende handelingen
  • Basiskennis van communicatieapparatuur
  • Basiskennis van de technieken voor de 'own force protection'
  • Basiskennis van arbeidsveiligheidsvoorschriften
  • Basiskennis van de symptomen van relevante aandoeningen
  • Basiskennis van preventiemaatregelen, welzijnsmaatregelen, veiligheidsmaatregelen
  • Basiskennis van de radioprocedures
  • Basiskennis van milieuvoorschriften
  • Basiskennis van het wettelijke kader van prioritaire voertuigen
  • Basiskennis van de algemene structuur van de brandweer, de componenten (zones en posten) en voornaamste stafdepartementen
  • Kennis van zijn rechten en plichten als brandweerman, van de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van brandweerman
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis over te bereiken doelstellingen binnen het expertisegebeid van de brandweerman
  • Kennis van kaart- en planlezen
  • Kennis van de afkortingen en conventionele tekens
  • Kennis van individuele en collectieve drillbewegingen
  • Kennis van de basisvoorwaarden van een gezond leven
  • Kennis van het wettelijk kader van het gebruik van PBM
  • Kennis van levensreddende handelingen
  • Kennis van de procedures bij het uitvoeren van taken
  • Kennis van het verloop van een interventie en ICS
  • Kennis van standaardoperatieprocedrures voor brandbestrijding, technische interventies en gevaarlijke stoffen
  • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en materialen (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
  • Kennis van de beveiligingsprincipes voor een interventie op de openbare weg
  • Kennis van principes van mechanica en elektriciteit
  • Kennis van technische hulpverlening
  • Kennis van rapporteringstechnieken
  • Grondige kennis van brandpreventiemaatregelen
  • Grondige kennis van de procedure “brandweerman in nood”
ICS: incident command system
PBM: persoonlijke beschermingsmiddelen

Cognitieve vaardigheden

  • Past zich aan aan veranderende omstandigheden
  • Beheert doeltreffend de eigen tijd
  • Past de ethos en de deontologische code van de organisatie toe
  • Gedraagt zich volgens de cultuur en de behoeften van de organisatie
  • Handelt volgens de operationele hulpverleningsstructuur in functie van de situatie
  • Reflecteert over de eigen houding en reacties in omgang met anderen
  • Wisselt begrijpelijk ideeën en opinies uit met de anderen
  • Respecteert het milieu volgens de voorschriften en de situatie
  • Handelt volgens de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de brandweer
  • Gedraagt zich respectvol, zonder te discrimineren op vlak van seksuele geaardheid, geslacht, etnische origine, leeftijd, religie, cultuur,… en zorgt ervoor dat de groep zich ook zo opstelt
  • Neemt de nodige maatregelen in geval van intolerant of ongepast gedrag of het niet naleven van de waarden en regels
  • Geeft zowel mondeling als schriftelijk op een gestructureerde, efficiënte en gepaste manier informatie door
  • Houdt rekening met het vertrouwelijk karakter van informatie en filtert informatie zodat ieder op zijn niveau over de nodige informatie beschikt
  • Gebruikt vakgebonden afkortingen en conventionele tekens
  • Gebruikt en onderhoudt communicatieapparatuur met verschillende gebruiksopties
  • Verstuurt en ontvangt berichten volgens de voorziene procedures
  • Respecteert de regels van gezonde voeding en voedselhygiëne
  • Informeert zich over en volgt trends en ontwikkelingen in het vakgebied
  • Identificeert de eigen ontwikkelingsbehoeften
  • Neemt leeropportuniteiten aan om de eigen deskundigheid te verbeteren
  • Past preventieve maatregelen toe om verwondingen of ontstekingen te voorkomen
  • Past preventiemaatregelen en maatregelen voor de veiligheid op het werk toe, in het bijzonder op het vlak van de eerste hulp en brandbestrijding
  • Past maatregelen ter bevordering van het welzijn op de werkvloer toe
  • Zorgt voor de eigen veiligheid en bescherming en die van de collega’s
  • Gebruikt individuele en collectieve PBM om onder alle omstandigheden op het terrein te werken
  • Stelt een veiligheidsperimeter in
  • Reageert adequaat in een noodsituatie volgens de procedure brandweerman in nood (BIN)
  • Organiseert de eigen opdrachten binnen de dagelijkse werking
  • Merkt gevaarlijke situaties en defecten op en grijpt in waar mogelijk
  • Verwittigt tijdig de hiërarchisch overste wanneer de planning niet gehaald kan worden
  • Houdt zich aan de deadlines en afspraken van het team
  • Respecteert het werk van anderen
  • Geeft constructieve feedback en doet suggesties
  • Stelt een veiligheidsperimeter in
  • Kent de organisatie van de interventieplaats en kan deze interventieplaats opstellen (aankleedzone, uitkleedzone, decontaminatiezone)
  • Handelt vanuit inzicht in de brandprincipes, de blusprincipes en andere aspecten van brand om op correcte wijze verschillende soorten branden te blussen met het materiaal voor brandbestrijding
  • Observeert het gebied en heeft oog voor het vrijwaren van sporen
  • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein
  • Kiest het gepaste materiaal in functie van de opdracht
  • Voert opdrachten uit op bevel

Probleemoplossende vaardigheden

  • Neemt beslissingen op basis van een inzichtelijke afweging en eigen oordeel, ook als de kennis en informatie beperkt is
  • Past de eigen manier van werken aan in het belang van het team
  • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein
  • Kiest het gepaste materiaal voor de bluswerken
  • Houdt rekening met de opdracht, de situatie of het terrein

Motorische vaardigheden

  • Traint het uithoudingsvermogen, de kracht en behendigheid in functie van de fysieke eisen verbonden aan de beroepsactiviteiten en de situatie
  • Doorstaat langdurige mentale en fysieke inspanningen
  • Neemt deel aan de voorziene proeven en testen
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
  • Voert individuele en collectieve drillbewegingen uit
  • Past levensreddende handelingen toe
  • Hanteert materiaal, producten, machines, toestellen, gereedschappen, vervoermiddelen en gevaarlijke stoffen op een juiste en veilige manier volgens de gekende veiligheidsvoorschriften
  • Onderhoudt en controleert het materiaal
  • Voert de verschillende procedures van brandbestrijding uit
  • Maakt gebruik van verschillende soorten straalpijpen en beheerst de straalpijptechnieken
  • Beheerst de lanstechnieken in functie van het brandgedrag
  • Voert deurprocedures uit
  • Bevrijdt geknelde personen (vb. in gebouwen, liften en machines)
  • Beschermt of redt mensen
  • Redt dieren
  • Voert stutwerken uit
  • Maakt de openbare weg vrij
  • Voert technische hulpverleningsinterventies correct uit met de meest aangewezen technische materialen volgens de standaard operatie procedures
  • Voert een signalisatie-opdracht uit met een signalisatievoertuig
  • Komt met aangepaste kledij tussen in situaties met gevaarlijke producten
  • Helpt de intervenanten bij de aan- en uitkleedprocedure en ontsmetting

Omgevingscontext

  • Het beroep wordt uitgeoefend in een gestructureerde omgeving in een kazerne gaande tot een variërende omgeving van een uiterst complexe en potentieel levensbedreigende situatie, in alle weersomstandigheden en wisselende buitentemperaturen.
  • De brandweerman werkt in een post in een hiërarchische structuur. Hij staat onder leiding van middenkader of hoger kader.
  • Bij de uitvoering van bepaalde opdrachten (in complexe omgevingen) dreigt potentieel gevaar voor het eigen leven en dat van anderen.
  • Het beroep wordt uitgeoefend met een zeer variërend tijdschema waarbij een hoge graad van vermoeidheid kan optreden.
  • Het beroep wordt overwegend uitgeoefend in groep waarbij een hoge graad van sociale interactie in moeilijke omstandigheden nodig kan zijn.
  • Het dragen van een uniform/persoonlijke (beschermings)kledij tijdens de beroepsuitoefening is verplicht en moet in overeenstemming zijn met de normen vastgelegd voor de opdracht.

Handelingscontext

  • De opdrachten van brandweerman vereisen een zeer goede fysieke conditie.
  • De brandweerman moet zeer aandachtig zijn voor verschillende elementen om de eigen veiligheid en deze van anderen (collega’s, burgers,…) te waarborgen. Sommige opdrachten kunnen een langere periode beslaan waardoor een hoge graad van vermoeidheid kan optreden die het aandachtsniveau kan beïnvloeden.
  • De uitoefening van het beroep vraagt flexibiliteit om zich te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden.
  • De brandweerman gaat op een gepaste manier om met de hiërarchie en gezag.
  • De brandweerman blijft kalm, objectief en effectief functioneren bij tijdsdruk, tegenslag, telleurstelling of weerstand.
  • De brandweerman heeft voortdurend aandacht voor de preventie van of de bescherming tegen specifieke risico’s of bedreigingen.
  • De brandweerman handelt onbevooroordeeld en integer en gaat op een professionele manier om met diversiteit, emoties, stress, …
  • De brandweerman treedt loyaal en discreet op, gaat gepast om met gevoelige informatie en respecteert de privacy.
  • De brandweerman bezit een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen
  • De brandweerman moet zich kunnen inleven in de opvattingen, gedachten en emoties van anderen.
  • De brandweerman handelt vanuit plichtsgevoel en adequaat zodat een effectief en efficiënt resultaat wordt afgeleverd.
  • De brandweerman voert activiteiten nauwkeurig uit gericht op het voorkomen van fouten en het verhogen van de veiligheid.
  • De brandweerman respecteert de regels van de wegcode welke betrekking hebben op prioritaire voertuigen en hulpdiensten.
  • De brandweerman denkt en handelt vanuit gemeenschappelijke belangen en streeft ernaar om samen met anderen resultaten te bereiken
  • De brandweerman gedraagt zich op een rechtschapen, eerlijke en onkreukbare manier overeenkomstig de algemeen geldende sociale, professionele en reglementaire waarden en normen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren en controleren van de standaardoperatieprocedures bij brand, beveiliging openbare weg, technische interventies en interventies gevaarlijke stoffen.
  • Het voorbereiden van de eigen taken.
  • De keuze bij een eigen taak van een alternatieve oplossing indien door een onvoorspelbare situatiewijziging of een snelle evolutie van de situatie de opgedragen of in procedure voorziene oplossingsmethode onhaalbaar is wegens te groot gevaar voor de eigen veiligheid.
  • Het afbreken van een operationele opdracht bij een eigen taak voor zover er ernstig gevaar blijkt voor de eigen veiligheid en er geen andere oplossing mogelijk is om toch de opdracht uit te voeren.
  • De keuze van een betere oplossing bij een eigen taak indien een onvoorspelbare situatiewijziging of een snelle evolutie van de situatie de opgedragen of in de procedure voorziene oplossingsmethode minder geschikt maakt of er zich een betere aandient en indien de hiërarchische overste niet tijdig bereikbaar is of kan zijn.
  • De concrete timing en wijze van uitvoeren van een opdracht, binnen de grenzen geschapen door de overste en de operationele procedures.
Is gebonden aan
  • De ontvangen orders van de bevelvoerder (mondeling of geschreven)
  • De inzetprocedure (zoals veiligheidsprocedures) en eventuele afwijkingen op deze procedure bij de uitvoering van operationele taken.
  • Het arbeidsreglement of huishoudelijk reglement van de dienst voor elke initiatief dat hem niet is opgedragen door zijn overste.
  • De toelating van de hiërarchisch overste voor de uitvoering van een activiteit waardoor de operationaliteit beïnvloed kan worden.
Doet beroep op
  • Een collega bij het uitvoeren van de opdracht (indien nodig) of voor ondersteuning, advies.
  • De hiërarchisch verantwoordelijke voor het verkrijgen van een order, bij het uitvoeren van de opdracht, bij problemen of gevaar.

Verantwoordelijkheid

  • Functioneert volgens de geldende gedragsvereisten bij de brandweer
  • Communiceert efficiënt en effectief met collega’s, de groep, burgers en het kader
  • Ontwikkelt en onderhoudt een gezonde levenshouding en de mentale en fysieke fitheid/conditie
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Waarborgt de eigen veiligheid en die van collega’s, dient eerste hulp toe en ziet toe op de veilige en correcte handelwijze door de groep
  • Organiseert de eigen taken in het kader van de dagelijkse werking en het gevoerde beleid
  • Werkt zowel in teamverband als autonoom
  • Neemt deel aan preventieve en logistieke taken van de brandweer
  • Past standaardoperatieprocedures toe bij brand
  • Past standaardoperatieprocedures toe bij beveiliging openbare weg en technische interventies
  • Past standaardoperatieprocedures toe bij interventies gevaarlijke stoffen

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Brandweerman’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • voorwaarden voor kandidaten voor een betrekking als brandweerman zoals bepaald in KB van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszone