Industrieel schilder

 
BK-0151-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Industrieel schilder

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. De Competent-fiche OP-492 gebruikt eveneens de benaming ‘Industrieel schilder’. De Competent-fiche geeft ook andere benamingen aan zoals ‘Gelcoater’, ‘Industrieel lakker’, ‘Industrieel pistoolschilder’, ‘Industrieel verfspuiter’, ‘Industrieel vernisser’, ‘Industrieel schilder met spuitpistool’, ‘Metaalschilder’, ‘Schilder-thermolakker’, …

Definitie

De industrieel schilder doet aan oppervlaktebehandeling teneinde een maximale bescherming te bieden aan industriële constructies en bouwwerken tegen vroegtijdige degradatie, chemische aantasting en/of brand.

Niveau (VKS en EQF)

3

Deelkwalificaties

Deze beroepskwalificatie 'Industrieel schilder ' omvat de deelkwalificatie 'Straler schilder (BK-0151-2-DBK-01)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 17

Deze beroepskwalificatie 'Industrieel schilder ' omvat de deelkwalificatie 'Industrieel pistoolschilder (BK-0151-2-DBK-02)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13, 14, 15, 17

Deze beroepskwalificatie 'Industrieel schilder ' omvat de deelkwalificatie 'Metaliseerder (BK-0151-2-DBK-03)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 16, 17

Jaar van erkenning

versie 2, 2023

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, -waarden en tolerantienormen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 3:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 4:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 5:
    Plant de industriële schilderwerkzaamheden
    • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopdrachten om te bepalen welke oppervlakken welke behandeling krijgen
    • Controleert de aard en de staat van de ondergrond van de te behandelen oppervlakken
    • Meet op de bouwplaats op, of berekent op plan de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk
    • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de eigen werkzaamheden
    • Voorziet PBM’s (o.a. helmluchtfilter) en CBM’s voor de uitvoering van werkzaamheden met gevaarlijke stoffen
    • Voorziet PBM’s en CBM’s voor het opbergen van gevaarlijke stoffen
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd
    • Neemt leveringen in ontvangst en controleert op hoeveelheid en kwaliteit
    • Stockeert het materieel en de materialen op de daartoe voorziene plaats
    • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
    • Kennis van functionele berekeningen (oppervlakte, volume, mengverhoudingen, …)
    • Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
    • Kennis van vochtproblematiek (hoe te herkennen, op te meten en te behandelen)
    • Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
    • Kennis van werkdocumenten
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de industriële schilderwerken en de voorbereiding
    • Grondige kennis van vereiste omgevingsfactoren (beschreven werkomstandigheden en belang van het verband tussen luchtvochtigheid, luchttemperatuur en dauwpunt) en de klimatologische omstandigheden waarin niet geschilderd kan worden
  • Competentie 6:
    Organiseert zijn werkplek
    • Ontvangt en begrijpt de opdracht
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
    • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
    • Controleert de klimatologische omstandigheden
    • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
    • Verplaatst niet te behandelen delen
    • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
    • Dekt niet te behandelen en niet verplaatsbare delen af
    • Voorziet opvang of afzuiging van straalafval, roest, stof,…
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van werkdocumenten
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Competentie 7:
    Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
    • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
    • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
    • Kennis van de opbouw van rolsteigers
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 8:
    Voert schilderwerkzaamheden, inspecties en onderhoud uit op hoogte en moeilijk toegankelijke werkplakken
    • Past touwtechnieken toe
    • Voorziet valbeveiliging
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s)
    • Voorziet reddings- en evacuatiemogelijkheden bij storingen en noodgevallen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van de individuele middelen om de werken uitvoerbaar te maken: hydraulische schaarliften, metalen stijgijzers, klimsporen, ladders, hangbruggen,...
    • Kennis van aangelijnd werken (antivalsystemen, levenslijnen, touwtechnieken)
    • Kennis van specifieke PBMs en CBMs bij het toepassen van touwtechnieken
  • Competentie 9:
    Reinigt het oppervlak door te stralen
    • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
    • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
    • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
    • Installeert de straalinstallatie en maakt deze gebruiksklaar
    • Regelt de toestellen voor het stralen in
    • Straalt walshuid, roest, oude verflagen en andere onzuiverheden af van de constructie of van (gedemonteerde) onderdelen
    • Onderbreekt het straalwerk regelmatig op een veilige wijze ter controle van de ruwheidsgraad van het gestraalde oppervlak
    • Controleert de afvoer van het straalafval
    • Maakt de ondergrond vrij van roest, stof en/of vet met de gepaste technieken
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de straalreinigingstechniek
    • Kennis van te gebruiken straalproducten en hun toepassing: grit, zand, steelshot, glasparels, …
    • Kennis van de werking van de straalapparatuur en de machineonderdelen: : compressor, straalinstallatie, ...
    • Kennis van de veiligheidsapparatuur, veiligheids- en milieuvoorschriften bij het stralen
    • Kennis van het gebruik, de werking en nauwgezette controle van PBM’s en CBM’s bij het stralen
    • Kennis van specifieke veiligheids- en gezondheidsrisico’s verbonden aan het stralen
    • Kennis van gebruikte grootheden en het eenheden (druk, temperatuur …)
    • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
    • Kennis van normen inzake reinheid en ruwheid
    • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
    • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
    • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Competentie 10:
    Behandelt het oppervlak machinaal voor (pneumatisch en/of elektrisch)
    • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
    • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
    • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
    • Verwijdert met behulp van pneumatische en/of elektrische toestellen de oude verflagen, roest of andere onreinheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van machinale voorbehandelingstechnieken, reinigingsmaterieel en de bijhorende norm.
    • Kennis van het gebruik van het reinigingsmaterieel: pneumatisch, hydraulisch en elektrisch (bv. hogedrukreiniger)
    • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
    • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
    • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
    • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Competentie 11:
    Behandelt het oppervlak handmatig voor
    • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
    • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
    • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
    • Behandelt het oppervlak handmatig voor : steekt af, schraapt af, borstelt af, schuurt af, bikt, ...
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van manuele voorbehandelingstechnieken en reinigingsmaterieel en de bijhorende norm
    • Kennis van het gebruik van het handmatig reinigingsmaterieel: bikhamer, staalborstel, steekmes, schraper, kleine handmachines…
    • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
    • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
    • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
    • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Competentie 12:
    Behandelt het oppervlak chemisch voor
    • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
    • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
    • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
    • Behandelt het oppervlak voor met behulp van chemische producten: beitsen, fosfateren, passiveren, coatingsproducten...
    • Controleert de opvangen en afvoer van restproducten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van chemie en chemische processen
    • Kennis van chemische voorbehandelingstechnieken, materieel en producten en de bijhorende normen.
    • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
    • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
    • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
    • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Competentie 13:
    Maakt het afwerkingsproduct gebruiksklaar
    • Leest de gebruiksaanwijzingen van de gebruikte producten
    • Maakt het afwerkingsproduct aan
    • Voegt eventueel pigment, oliën, een verharder of een verdunner toe aan het afwerkingsproduct
    • Mengt het afwerkingsproduct
    • Bepaalt de viscositeit van het afwerkingsproduct
    • Zet het aangemaakte afwerkingsproduct klaar
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
    • Grondige kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften,…
  • Competentie 14:
    Brengt de industriële deklagen manueel aan
    • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
    • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
    • Bepaalt de natte en droge laagdikte
    • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel
    • Brengt de dekkende lagen aan met rol of borstel
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de corrosiewerende of brandvertragende verven
    • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken (rol en borstel)
    • Kennis van de toestellen voor het meten van de laagdikte
    • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (voorschilderen ...)
  • Competentie 15:
    Brengt de industriële deklagen aan met een spuitpistool
    • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
    • Kiest het type spuitpistool in functie van de uit te voeren werken
    • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
    • Regelt de toestellen voor het verfspuiten in
    • Bepaalt de natte en droge laagdikte
    • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met het spuitpistool (airless,airmix, HVLP (HighVolumeLowPressure)) .
    • Brengt de dekkende lagen aan met het spuitpistool (airless,airmix, HVLP (HighVolumeLowPressure)).
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken ( airless, airmix, HVLP ( HighVolumeLowPressure)).
    • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de corrosiewerende of brandvertragende verven
    • Kennis van de toestellen voor het meten van de laagdikte
    • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (verfspuiten ...)
  • Competentie 16:
    Metalliseert
    • Gaat na welke behandeling de ondergrond heeft gekregen
    • Kiest de metallisatiemethode
    • Kiest de metallisatie-apparatuur in functie van de uit te voeren werken
    • Stelt de apparatuur af in functie van de uit te voeren werken en omgevingsomstandigheden
    • Brengt de metallisatielagen aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de soorten legeringen, hun eigenschappen en hun gebruik
    • Kennis van de toepassing van gebruikelijke legeringen bij metallisatie
    • Kennis van dichtheid en hechting van de metallisatie en de dikte van de laag
    • Kennis van metallisatiemethodes en de te gebruiken apparatuur (met vlamboog, met plasma, met draad, met poeder, met gas, met perslucht,…)
    • Kennis van technische fiches en specificaties die op de etiketten van de verf en coatings- en metallisatieproducten staan.
    • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de metallisatietechnieken,
  • Competentie 17:
    Rondt de werkzaamheden af en onderhoudt en reinigt het materieel
    • Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
    • Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
    • Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
    • Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
    • Onderhoudt en reinigt beschermingsmiddelen
    • Controleert de beschermingsmiddelen en bergt deze op
    • Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
    • Laat de werkplek ordelijk en net achter
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de producten en technieken om het schildersmateriaal te reinigen.
    • Kennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
    • Grondige kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van chemie en chemische processen
  • Basiskennis van fysische en chemische verschijnselen i.v.m. gebouwen (porositeit, capillariteit, condensatie, salpeter, verzeping, alkaliteitsgraad, carbonatatie, chloride-indringing, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen en houtziekten)
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van kwaliteitsnormen, -waarden en tolerantienormen
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van functionele berekeningen (oppervlakte, volume, mengverhoudingen, …)
  • Kennis van de staat van het oppervlak: nieuw, oud, beschadigd, aangetast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, ...
  • Kennis van vochtproblematiek (hoe te herkennen, op te meten en te behandelen)
  • Kennis van materialen en producten in functie van de voorbereiding van ondergrond
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van werkdocumenten
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
  • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
  • Kennis van de opbouw van rolsteigers
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van de individuele middelen om de werken uitvoerbaar te maken: hydraulische schaarliften, metalen stijgijzers, klimsporen, ladders, hangbruggen,...
  • Kennis van aangelijnd werken (antivalsystemen, levenslijnen, touwtechnieken)
  • Kennis van specifieke PBMs en CBMs bij het toepassen van touwtechnieken
  • Kennis van de straalreinigingstechniek
  • Kennis van te gebruiken straalproducten en hun toepassing: grit, zand, steelshot, glasparels, …
  • Kennis van de werking van de straalapparatuur en de machineonderdelen: : compressor, straalinstallatie, ...
  • Kennis van de veiligheidsapparatuur, veiligheids- en milieuvoorschriften bij het stralen
  • Kennis van het gebruik, de werking en nauwgezette controle van PBM’s en CBM’s bij het stralen
  • Kennis van specifieke veiligheids- en gezondheidsrisico’s verbonden aan het stralen
  • Kennis van gebruikte grootheden en het eenheden (druk, temperatuur …)
  • Kennis van machinale voorbehandelingstechnieken, reinigingsmaterieel en de bijhorende norm.
  • Kennis van het gebruik van het reinigingsmaterieel: pneumatisch, hydraulisch en elektrisch (bv. hogedrukreiniger)
  • Kennis van manuele voorbehandelingstechnieken en reinigingsmaterieel en de bijhorende norm
  • Kennis van het gebruik van het handmatig reinigingsmaterieel: bikhamer, staalborstel, steekmes, schraper, kleine handmachines…
  • Kennis van chemische voorbehandelingstechnieken, materieel en producten en de bijhorende normen.
  • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
  • Kennis van normen inzake reinheid en ruwheid
  • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
  • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
  • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken ( airless, airmix, HVLP ( HighVolumeLowPressure)).
  • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de corrosiewerende of brandvertragende verven
  • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken (rol en borstel)
  • Kennis van de toestellen voor het meten van de laagdikte
  • Kennis van de producten en technieken om het schildersmateriaal te reinigen.
  • Kennis van de soorten legeringen, hun eigenschappen en hun gebruik
  • Kennis van de toepassing van gebruikelijke legeringen bij metallisatie
  • Kennis van dichtheid en hechting van de metallisatie en de dikte van de laag
  • Kennis van metallisatiemethodes en de te gebruiken apparatuur (met vlamboog, met plasma, met draad, met poeder, met gas, met perslucht,…)
  • Kennis van technische fiches en specificaties die op de etiketten van de verf en coatings- en metallisatieproducten staan.
  • Kennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
  • Grondige kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften,…
  • Grondige kennis van de aard van de ondergrond en implicaties voor de industriële schilderwerken en de voorbereiding
  • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de metallisatietechnieken,
  • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (verfspuiten ...)
  • Grondige kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
  • Grondige kennis van vereiste omgevingsfactoren (beschreven werkomstandigheden en belang van het verband tussen luchtvochtigheid, luchttemperatuur en dauwpunt) en de klimatologische omstandigheden waarin niet geschilderd kan worden
  • Grondige kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (voorschilderen ...)

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopdrachten om te bepalen welke oppervlakken welke behandeling krijgen
  • Controleert de aard en de staat van de ondergrond van de te behandelen oppervlakken
  • Meet op de bouwplaats op, of berekent op plan de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk
  • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de eigen werkzaamheden
  • Voorziet PBM’s (o.a. helmluchtfilter) en CBM’s voor de uitvoering van werkzaamheden met gevaarlijke stoffen
  • Voorziet PBM’s en CBM’s voor het opbergen van gevaarlijke stoffen
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen en tijd
  • Neemt leveringen in ontvangst en controleert op hoeveelheid en kwaliteit
  • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • Ontvangt en begrijpt de opdracht
  • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
  • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
  • Controleert de klimatologische omstandigheden
  • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
  • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
  • Regelt de toestellen voor het stralen in
  • Onderbreekt het straalwerk regelmatig op een veilige wijze ter controle van de ruwheidsgraad van het gestraalde oppervlak
  • Controleert de afvoer van het straalafval
  • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
  • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
  • Controleert de opvangen en afvoer van restproducten
  • Leest de gebruiksaanwijzingen van de gebruikte producten
  • Bepaalt de viscositeit van het afwerkingsproduct
  • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
  • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
  • Kiest het type spuitpistool in functie van de uit te voeren werken
  • Gaat na welke behandeling de ondergrond heeft gekregen
  • Kiest de metallisatiemethode
  • Kiest de metallisatie-apparatuur in functie van de uit te voeren werken
  • Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
  • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
  • Bepaalt de natte en droge laagdikte
  • Bepaalt de natte en droge laagdikte

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Voorziet reddings- en evacuatiemogelijkheden bij storingen en noodgevallen

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Stockeert het materieel en de materialen op de daartoe voorziene plaats
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Verplaatst niet te behandelen delen
  • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
  • Dekt niet te behandelen en niet verplaatsbare delen af
  • Voorziet opvang of afzuiging van straalafval, roest, stof,…
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
  • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Past touwtechnieken toe
  • Voorziet valbeveiliging
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s)
  • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
  • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
  • Installeert de straalinstallatie en maakt deze gebruiksklaar
  • Straalt walshuid, roest, oude verflagen en andere onzuiverheden af van de constructie of van (gedemonteerde) onderdelen
  • Maakt de ondergrond vrij van roest, stof en/of vet met de gepaste technieken
  • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
  • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
  • Verwijdert met behulp van pneumatische en/of elektrische toestellen de oude verflagen, roest of andere onreinheden
  • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
  • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
  • Behandelt het oppervlak handmatig voor : steekt af, schraapt af, borstelt af, schuurt af, bikt, ...
  • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
  • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
  • Behandelt het oppervlak voor met behulp van chemische producten: beitsen, fosfateren, passiveren, coatingsproducten...
  • Maakt het afwerkingsproduct aan
  • Voegt eventueel pigment, oliën, een verharder of een verdunner toe aan het afwerkingsproduct
  • Mengt het afwerkingsproduct
  • Zet het aangemaakte afwerkingsproduct klaar
  • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
  • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel
  • Brengt de dekkende lagen aan met rol of borstel
  • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
  • Regelt de toestellen voor het verfspuiten in
  • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met het spuitpistool (airless,airmix, HVLP (HighVolumeLowPressure)) .
  • Brengt de dekkende lagen aan met het spuitpistool (airless,airmix, HVLP (HighVolumeLowPressure)).
  • Stelt de apparatuur af in functie van de uit te voeren werken en omgevingsomstandigheden
  • Brengt de metallisatielagen aan
  • Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
  • Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
  • Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
  • Onderhoudt en reinigt beschermingsmiddelen
  • Controleert de beschermingsmiddelen en bergt deze op
  • Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
  • Laat de werkplek ordelijk en net achter
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in een atelier of op locatie in open of gesloten bouwplaatsen, vaak op hoogte en op moeilijk bereikbare plaatsen.
  • Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, collega’s, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, het werken in de buurt van hoogspanning, het werken met gevaarlijke producten (verven, verdunners, …) en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie,… .

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Bij het schilderen van pylonen, bruggen en dergelijke kan men zich gedurende lange tijd op grote hoogte bevinden, wat impliceert dat men geen hoogtevrees mag hebben.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het gebruik van steigers, ladders en levenslijnen
  • het reinigen en voorbehandelen van het oppervlak
  • het voorbereiden van verven en producten
  • het schilderen, metalliseren
  • de rapportering van de eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht, uitvoeringsmethode en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant
Doet beroep op
  • een leidinggevende voor de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, onvoorziene omstandigheden,…)
  • de ploegbaas bij het uitvoeren van metingen van de omgevingsfactoren (vochtigheid, temperatuur, dauwpunt...)

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Plant de industriële schilderwerkzaamheden
  • Organiseert zijn werkplek
  • Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
  • Voert schilderwerkzaamheden, inspecties en onderhoud uit op hoogte en moeilijk toegankelijke werkplakken
  • Reinigt het oppervlak door te stralen
  • Behandelt het oppervlak machinaal voor (pneumatisch en/of elektrisch)
  • Behandelt het oppervlak handmatig voor
  • Behandelt het oppervlak chemisch voor
  • Maakt het afwerkingsproduct gebruiksklaar
  • Brengt de industriële deklagen manueel aan
  • Brengt de industriële deklagen aan met een spuitpistool
  • Metalliseert
  • Rondt de werkzaamheden af en onderhoudt en reinigt het materieel

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.