Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Productiemedewerker plant

 
BK-0444-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Productiemedewerker plant

Definitie

Verzorgt land- en tuinbouwteelten volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele plantaardige productie te bewerkstelligen

Afbakening

Akkerbouw/grove groenten:
(Semi-)machinaal oogsten
Hoofdzakelijk voor verwerkende industrie
Geteeld op grotere oppervlakten
* Akkerbouwgewassen: granen, mais, suikerbiet, aardappelen, energiegewassen, …
* Grove groenten: koolgewassen, prei, bonen, erwten, …

Fruitteelt:
Onder fruit wordt hard, zacht en steenfruit begrepen.
* Hard fruit: appelen, peren, …
* Steenfruit: kersen, pruimen, …
* Zacht fruit: bessen, aardbeien, …

Tuinbouw van teelten onder bescherming:
Teelten onder bescherming zijn eetbare en industriegewassen
* Eetbare gewassen: paprika’s, komkommer, , sla, champignons, witlof, …
* Niet eetbare (sierteelt), bloemen, potplanten, …

Tuinbouw van teelten in open lucht

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

Algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
    • Overlegt over de voorbereiding, de uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
    • Werkt efficiënt samen met collega’s
    • Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende(n), collega, klant, …)
    • Rapporteert over de opdracht aan de leidinggevende(n)
    • Rapporteert eventuele afwijkingen en problemen aan de leidinggevende(n)
    • Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
    • Basiskennis van EHBO-technieken
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vaktermen
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
    • Werkt kostenbewust
    • Werkt ecologisch
    • Werkt conform de betreffende veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
    • Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
    • Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
    • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
    • Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
    • Meldt problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn, zowel mondeling als schriftelijk, aan de leidinggevende(n)
    • Treedt op bij ongevallen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
    • Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen (HACCP)
    • Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
    • Basiskennis van EHBO-technieken
    • Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van persoonlijke hygiëne
    • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van gezondheidsvoorschriften
  • Competentie 3:
    Bouwt eigen deskundigheid op
    • Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende(n)
    • Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
    • Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
    • Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie en past ze toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
  • Competentie 4:
    Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
    • Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
    • Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
    • Meldt afwijkingen, storingen en nood aan onderhoud aan de leidinggevende(n)
    • Stelt de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
    • Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …)
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
    • Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht (olie verversen, smeren, lassen, timmeren, schilderen, …)
    • Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Meldt problemen i.v.m. preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen aan de leidinggevende(n)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van elektriciteit
    • Basiskennis van algemene mechanica
    • Basiskennis van hydraulica
    • Basiskennis van mechanisch onderhoud
    • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 5:
    Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
    • Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
    • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
    • Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
    • Vermijdt fysieke risico’s
    • Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
    • Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
    • Reinigt het materieel/laadruimte volgens de instructie en bergt het op
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
    • Basiskennis van mechanisch onderhoud
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 6:
    Respecteert de persoonlijke hygiëne
    • Bedekt eventuele wonden
    • Draagt werk- en beschermkledij
    • Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van persoonlijke hygiëne
  • Competentie 7:
    Controleert de werkzaamheden en ruimt op
    • Controleert de eigen werkzaamheden
    • Rapporteert over eigen werkzaamheden aan de leidinggevenden(n)
    • Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende(n)
    • Overlegt problemen met de leidinggevende(n)
    • Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
  • Competentie 8:
    Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
    • Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
    • Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende(n)
    • Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
  • Competentie 9:
    Voert dagelijkse controles en onderhoud uit aan de machines
    • Controleert de machine voor ingebruikname (slijtage, defecten, veiligheidsvoorzieningen, elektrische uitrusting, wielen/banden, vering, luchtdruk en vloeistofpeilen, …)
    • Controleert of het voertuig voorzien is van de nodige signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’
    • Voert dagelijks onderhoud uit
    • Signaleert de nood tot specifieke controles en onderhoud van de machines aan de leidinggevende(n)
    • Voert kleine herstellingen uit
    • Neemt corrigerende maatregelen i.v.m. dagelijks onderhoud aan de machines indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van elektriciteit
    • Basiskennis van algemene mechanica
    • Basiskennis van hydraulica
    • Basiskennis van mechanisch onderhoud
    • Basiskennis van pneumatica
    • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 10:
    Volgt de eigen werkadministratie op
    • Vervult de administratieve taken op het bedrijf
    • Gebruikt desgevallend registratiesoftware
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van sectorspecifieke software
Plantaardige productie
  • Competentie 11:
    Volgt de voorraad op van verbruiksgoederen
    • Gebruikt software voor voorraadbeheer
    • Controleert de staat en de omvang van de voorraad
    • Stemt de te bestellen hoeveelheden af op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
    • Volgt bestellingen op en controleert de levering
    • Registreert het verbruik van producten
    • Geeft de te bestellen hoeveelheden door aan de leidinggevende(n)
    • Geeft de tekorten in voorraad door aan de leidinggevende(n)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van administratie van fytosanitaire producten
    • Kennis van gebruik van sectorspecifieke software
  • Competentie 12:
    Bewaakt de bedrijfshygiëne en vermijdt de insleep van ziekte
    • Bewaakt de selectieve toegang tot de bedrijfsgebouwen (glastuinbouw)
    • Neemt proactief maatregelen om aantastingen van buitenaf het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
    • Neemt maatregelen om aantastingen binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
    • Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op
    • Controleert de staat van het materieel
    • Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine, ...) volgens de richtlijnen
    • Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox* ,…) tussen twee productierondes
    • Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
    • Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens de regelgeving
    • Respecteert de milieuvoorschriften
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitaire normen
    • Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van persoonlijke hygiëne
    • Kennis van specifieke kenmerken van ziekten en plagen bij planten
    • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van gezondheidsvoorschriften
* * Pallox: houten kist op basis van een pallet voor opslag en transport van groenten en fruit.
  • Competentie 13:
    Past op een duurzame manier bemesting toe
    • Volgt het bemestingsplan
    • Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht
    • Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen en regelgeving met aandacht en zorg voor de omgeving
    • Zet restanten van bemesting af volgens regelgeving
    • Registreert de gebruikte bemestingsactiviteiten in het register
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
    • Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Basiskennis van bodembeheer/substraat
    • Basiskennis van bemesting
    • Basiskennis van waterhuishouding
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van duurzaam bodemgebruik
  • Competentie 14:
    Bereidt bodem/substraat voor
    • Situeert het perceel op het bedrijf
    • Richt, indien van toepassing, beschermde kweekruimten in
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
    • Voert bodembewerking uit of bereidt het substraat voor
    • Volgt de conditie van de bodem/het substraat op (visueel, staalname, …)
    • Stemt zo nodig af met externen na overleg met de leidinggevende(n)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van bodembeheer/substraat
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van duurzaam bodemgebruik
  • Competentie 15:
    Plant, zaait of vermeerdert
    • Bereidt zo nodig zaden of plantgoed voor
    • Transporteert zaden en plantgoed naar het perceel
    • Vult de plant- of zaaimachine aan
    • Houdt zich aan de voorschriften bij het planten en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, …)
    • Stemt zo nodig af met externen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Basiskennis van bodembeheer/substraat
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 16:
    Plaatst zo nodig seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen, stelt deze af en houdt ze in het oog
    • Plaatst de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens plan conform de hiervoor geldende regelgeving
    • Stelt de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen manueel of computergestuurd af (debiet, tijdschema, …)
    • Voorkomt of houdt schade aan de gewassen beperkt
    • Merkt afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen op
    • Bespreekt de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen met de leidinggevende(n)
    • Past de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Basiskennis van waterhuishouding
    • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van duurzaam waterbeheer
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van duurzaam bodemgebruik
    • Kennis van gebruik van sectorspecifieke software
  • Competentie 17:
    Houdt toezicht op de ontwikkeling van de gewassen en informeert de leidinggevende(n) over afwijkingen in de ontwikkeling
    • Controleert de conditie van de gewassen zintuiglijk of via staalname
    • Verzorgt het gewas i.f.v. het teeltstadium
    • Verwijdert zieke en/of dode planten/bomen
    • Merkt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen op
    • Herkent plantenziekten,-plagen en onkruiden
    • Herkent de nood aan water en/of plantenvoeding
    • Informeert de leidinggevende(n) over de toestand van het gewas
    • Onderneemt corrigerende actie indien nodig in overleg met de leidinggevende(n)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van de kenmerken van oogstklare gewassen
    • Kennis van specifieke kenmerken van ziekten en plagen bij planten
    • Kennis van duurzaam waterbeheer
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
  • Competentie 18:
    Past op een duurzame manier gewasbescherming toe
    • Past waar mogelijk geïntegreerde gewasbescherming toe
    • Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
    • Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
    • Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
    • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
    • Houdt de inventaris van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen bij
    • Vult documenten in en rapporteert aan de leidinggevende(n)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieunormen
    • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
    • Basiskennis van EHBO-technieken
    • Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van specifieke kenmerken van ziekten en plagen bij planten
    • Kennis van gewasbescherming (ziektes, plagen, onkruiden, middelen, technieken)
    • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van administratie van fytosanitaire producten
    • Kennis van fytosanitaire producten en het gebruik ervan
  • Competentie 19:
    Onderhoudt infrastructuur en omgeving indien van toepassing
    • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Houdt de onkruidgroei onder controle
    • Onderhoudt teeltconstructies, randpercelen en houtkanten
    • Onderhoudt de tussenliggende grasstroken indien van toepassing
    • Onderhoudt en herstelt beschermende constructies (wind- en hagelschermen, . ..) indien van toepassing
    • Neemt maatregelen in het kader van vorstschadebestrijding indien van toepassing
    • Volgt indien van toepassing het verwarmings- en of belichtingsschema van de serres op en neemt de nodige maatregelen
    • Volgt indien van toepassing de klimaatsturing op
    • Volgt de waterhuishouding van de gronden/substraten mee op
    • Onderhoudt de infrastructuur (verharde oppervlakten, bedden, ..) en de afwatering
    • Voorziet zo nodig irrigatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
    • Kennis van het regelen van het serreklimaat
    • Kennis van de bediening van de klimaatregeling (ventilatie, temperatuur, luchtvochtigheid)
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 20:
    Oogst oogstklare gewassen en producten
    • Herkent oogstklare gewassen en producten
    • Begeleidt de externen bij de oogst
    • Volgt de werkzaamheden op
    • Oogst desgevallend volgens de gepaste oogstmethode
    • Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant
    • Beperkt de oogstverliezen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van de kenmerken van oogstklare gewassen
    • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van duurzaam bodembeheer
  • Competentie 21:
    Bewaart en/of verpakt de producten volgens kenmerken, bestellingen en wijze van transport indien van toepassing
    • Houdt zich aan de productieorder en technische fiche
    • Sorteert de producten (kwaliteit, grootte, kleur, klant, afzetmarkt, …)
    • Verpakt desgevallend producten manueel of met een verpakkingsmachine volgens gewicht of aantal
    • Brengt etiketten aan met de wettelijke informatie (prijs, gewicht, samenstelling, herkomst, …)
    • Slaat de producten op volgens de richtlijnen
    • Past de hygiënische richtlijnen toe bij opslag volgens de geldende voorschriften en regels
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van de kenmerken van oogstklare gewassen
    • Kennis van opslagmodaliteiten (koeling, ventilatie, bescherming)
    • Kennis van verpakkings- en conditioneringstechnieken
    • Kennis van de werking van een verpakkingsmachine
    • Kennis van de regels i.v.m. veilig laden en lossen
    • Kennis van transporttechnieken en -modaliteiten
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 22:
    Zorgt voor veilige en kwaliteitsvolle opslag van de producten
    • Controleert en onderhoudt de klimatisatie van de opslagloodsen/cellen indien van toepassing
    • Leest meettoestellen regelmatig af en meldt afwijkende waarden aan de leidinggevende(n)
    • Past de hygiënische richtlijnen toe bij opslag volgens de geldende voorschriften en regels
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Basiskennis van planten en gewassen
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
    • Kennis van opslagmodaliteiten (koeling, ventilatie, bescherming)
    • Kennis van verpakkings- en conditioneringstechnieken
    • Kennis van de werking van een verpakkingsmachine
    • Kennis van de regels i.v.m. veilig laden en lossen
    • Kennis van transporttechnieken en -modaliteiten
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Competentie 23:
    Transporteert de producten indien van toepassing
    • Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker
    • Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen
    • Controleert de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen
    • Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats
    • Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
    • Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen
    • Vervoert de producten veilig
    • Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen (HACCP)
    • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van vaktermen
    • Kennis van kwaliteitsnormen
    • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
    • Kennis van opslagmodaliteiten (koeling, ventilatie, bescherming)
    • Kennis van verpakkings- en conditioneringstechnieken
    • Kennis van de werking van een verpakkingsmachine
    • Kennis van de regels i.v.m. veilig laden en lossen
    • Kennis van het verkeersreglement
    • Kennis van transporttechnieken en -modaliteiten
    • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene mechanica
  • Basiskennis van bemesting
  • Basiskennis van bodembeheer/substraat
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van de wetgeving (driftreductie, erosie, machines en voertuigen)
  • Basiskennis van EHBO-technieken
  • Basiskennis van elektriciteit
  • Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Basiskennis van hydraulica
  • Basiskennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen (HACCP)
  • Basiskennis van mechanisch onderhoud
  • Basiskennis van milieunormen
  • Basiskennis van planten en gewassen
  • Basiskennis van pneumatica
  • Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen voor persoonlijke hygiëne
  • Basiskennis van sanitaire normen
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Basiskennis van waterhuishouding
  • Basiskennis van weersinvloeden/klimaatsinvloeden op de activiteiten
  • Basiskennis van wetgeving (welzijn op het werk)
  • Kennis van administratie van fytosanitaire producten
  • Kennis van de bediening van de klimaatregeling (ventilatie, temperatuur, luchtvochtigheid)
  • Kennis van de kenmerken van oogstklare gewassen
  • Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen
  • Kennis van de meest courante teelt- en cultuurtechnieken
  • Kennis van de regels i.v.m. veilig laden en lossen
  • Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
  • Kennis van de werking en het gebruik van kleine machines en handgereedschap (onderhoud, gevaren, …)
  • Kennis van de werking en het gebruik van machines en installaties (onderhoud, gevaren, …)
  • Kennis van de werking van een verpakkingsmachine
  • Kennis van duurzaam bodembeheer
  • Kennis van duurzaam bodemgebruik
  • Kennis van duurzaam waterbeheer
  • Kennis van fytosanitaire producten en het gebruik ervan
  • Kennis van gebruik van sectorspecifieke software
  • Kennis van gewasbescherming (ziektes, plagen, onkruiden, middelen, technieken)
  • Kennis van gezondheidsvoorschriften
  • Kennis van het regelen van het serreklimaat
  • Kennis van het verkeersreglement
  • Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van opslagmodaliteiten (koeling, ventilatie, bescherming)
  • Kennis van persoonlijke hygiëne
  • Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
  • Kennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden
  • Kennis van sectorspecifieke opleidingskanalen
  • Kennis van specifieke kenmerken van ziekten en plagen bij planten
  • Kennis van transporttechnieken en -modaliteiten
  • Kennis van vaktermen
  • Kennis van verpakkings- en conditioneringstechnieken

Cognitieve vaardigheden

  • Begeleidt de externen bij de oogst
  • Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht
  • Beperkt de oogstverliezen
  • Bespreekt de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen met de leidinggevende(n)
  • Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer
  • Bewaakt de selectieve toegang tot de bedrijfsgebouwen (glastuinbouw)
  • Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften
  • Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant
  • Communiceert gepast intern en extern (leidinggevende(n), collega, klant, …)
  • Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, …)
  • Controleert de eigen werkzaamheden
  • Controleert de machine voor ingebruikname (slijtage, defecten, veiligheidsvoorzieningen, elektrische uitrusting, wielen/banden, vering, luchtdruk en vloeistofpeilen, …)
  • Controleert de staat en de omvang van de voorraad
  • Controleert de staat van het materieel
  • Controleert en onderhoudt de klimatisatie van de opslagloodsen/cellen indien van toepassing
  • Controleert of het voertuig voorzien is van de nodige signalisatie conform de verkeerswetgeving ‘signalisatie van landbouwvoertuigen’
  • Gebruikt desgevallend registratiesoftware
  • Gebruikt software voor voorraadbeheer
  • Geeft de te bestellen hoeveelheden door aan de leidinggevende(n)
  • Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf
  • Herkent de nood aan water en/of plantenvoeding
  • Herkent oogstklare gewassen en producten
  • Herkent plantenziekten,-plagen en onkruiden
  • Houdt de inventaris van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen bij
  • Houdt rekening met de wettelijke voorschriften
  • Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein
  • Houdt zich aan de productieorder en technische fiche
  • Houdt zich aan de voorschriften bij het planten en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, …)
  • Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
  • Informeert de leidinggevende(n) over de toestand van het gewas
  • Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie en past ze toe
  • Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting
  • Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe
  • Leest meettoestellen regelmatig af en meldt afwijkende waarden aan de leidinggevende(n)
  • Merkt afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen op
  • Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
  • Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht
  • Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
  • Neemt maatregelen om aantastingen binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
  • Neemt proactief maatregelen om aantastingen van buitenaf het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen
  • Overlegt over de voorbereiding, de uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Past de hygiënische richtlijnen toe bij opslag volgens de geldende voorschriften en regels
  • Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen en regelgeving met aandacht en zorg voor de omgeving
  • Past waar mogelijk geïntegreerde gewasbescherming toe
  • Past zich flexibel aan veranderde werkomstandigheden aan
  • Rapporteert over de opdracht aan de leidinggevende(n)
  • Rapporteert over eigen werkzaamheden aan de leidinggevenden(n)
  • Registreert de gebruikte bemestingsactiviteiten in het register
  • Registreert het verbruik van producten
  • Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen
  • Respecteert de milieuvoorschriften
  • Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, …) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
  • Situeert het perceel op het bedrijf
  • Stelt de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen manueel of computergestuurd af (debiet, tijdschema, …)
  • Stemt de te bestellen hoeveelheden af op het verbruik, de planning, de opslagcapaciteit, …
  • Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht
  • Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht (olie verversen, smeren, lassen, timmeren, schilderen, …)
  • Stemt zo nodig af met externen
  • Stemt zo nodig af met externen na overleg met de leidinggevende(n)
  • Vermijdt de risico’s als gevolg van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik
  • Vermijdt fysieke risico’s
  • Vervult de administratieve taken op het bedrijf
  • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
  • Volgt bestellingen op en controleert de levering
  • Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen
  • Volgt de conditie van de bodem/het substraat op (visueel, staalname, …)
  • Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, …)
  • Volgt de waterhuishouding van de gronden/substraten mee op
  • Volgt de werkzaamheden op
  • Volgt het bemestingsplan
  • Volgt indien van toepassing de klimaatsturing op
  • Volgt indien van toepassing het verwarmings- en of belichtingsschema van de serres op en neemt de nodige maatregelen
  • Vult documenten in en rapporteert aan de leidinggevende(n)
  • Werkt conform de betreffende veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften
  • Werkt ecologisch
  • Werkt efficiënt samen met collega’s
  • Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, …)
  • Werkt kostenbewust
  • Zet restanten van bemesting af volgens regelgeving

Probleemoplossende vaardigheden

  • Geeft de tekorten in voorraad door aan de leidinggevende(n)
  • Meldt afwijkingen, storingen en nood aan onderhoud aan de leidinggevende(n)
  • Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende(n)
  • Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende(n)
  • Meldt problemen i.v.m. preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen aan de leidinggevende(n)
  • Meldt problemen i.v.m. veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn, zowel mondeling als schriftelijk, aan de leidinggevende(n)
  • Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende(n)
  • Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op
  • Merkt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen op
  • Neemt corrigerende maatregelen i.v.m. dagelijks onderhoud aan de machines indien nodig
  • Onderneemt corrigerende actie indien nodig in overleg met de leidinggevende(n)
  • Overlegt problemen met de leidinggevende(n)
  • Past de gepaste maatregelen bij afwijkingen aan de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen toe
  • Rapporteert eventuele afwijkingen en problemen aan de leidinggevende(n)
  • Signaleert de nood tot specifieke controles en onderhoud van de machines aan de leidinggevende(n)
  • Treedt op bij ongevallen
  • Vermijdt risico’s voor zichzelf en derden
  • Voorkomt of houdt schade aan de gewassen beperkt
  • Voorziet zo nodig irrigatie

Motorische vaardigheden

  • Bedekt eventuele wonden
  • Bereidt zo nodig zaden of plantgoed voor
  • Brengt etiketten aan met de wettelijke informatie (prijs, gewicht, samenstelling, herkomst, …)
  • Controleert de conditie van de gewassen zintuiglijk of via staalname
  • Draagt werk- en beschermkledij
  • Gebruikt de machine volgens de richtlijnen
  • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
  • Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, …) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier
  • Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier
  • Houdt de onkruidgroei onder controle
  • Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats
  • Neemt maatregelen in het kader van vorstschadebestrijding indien van toepassing
  • Onderhoudt de infrastructuur (verharde oppervlakten, bedden, ..) en de afwatering
  • Onderhoudt de tussenliggende grasstroken indien van toepassing
  • Onderhoudt en herstelt beschermende constructies (wind- en hagelschermen, . ..) indien van toepassing
  • Onderhoudt teeltconstructies, randpercelen en houtkanten
  • Oogst desgevallend volgens de gepaste oogstmethode
  • Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving
  • Plaatst de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens plan conform de hiervoor geldende regelgeving
  • Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox* ,…) tussen twee productierondes
  • Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine, ...) volgens de richtlijnen
  • Reinigt het materieel vooraleer op te bergen
  • Reinigt het materieel/laadruimte volgens de instructie en bergt het op
  • Richt, indien van toepassing, beschermde kweekruimten in
  • Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
  • Slaat de producten op volgens de richtlijnen
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Sorteert de producten (kwaliteit, grootte, kleur, klant, afzetmarkt, …)
  • Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens de regelgeving
  • Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
  • Stelt de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
  • Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker
  • Transporteert zaden en plantgoed naar het perceel
  • Verpakt desgevallend producten manueel of met een verpakkingsmachine volgens gewicht of aantal
  • Vervoert de producten veilig
  • Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving
  • Verwijdert zieke en/of dode planten/bomen
  • Verzorgt het gewas i.f.v. het teeltstadium
  • Voert bodembewerking uit of bereidt het substraat voor
  • Voert dagelijks onderhoud uit
  • Voert kleine herstellingen uit
  • Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …)
  • Vult de plant- of zaaimachine aan
  • Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op

Omgevingscontext

  • De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen (transport van producten, …).
  • De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden of niet toegelaten zijn.
  • De productiemedewerker plant heeft te maken met een wisselende bodemtoestand.
  • De productiemedewerker plant komt in contact met leveranciers en afnemers.
  • De productiemedewerker plant moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf.
  • De productiemedewerker plant verbouwt akkerbouwgewassen en/of groenten voor de verwerking of hard, zacht en steenfruit of eetbare en niet-eetbare gewassen in gesloten ruimtes (kappen, serres, loodsen) of niet-eetbare gewassen en eetbare gewassen voor de verse markt in open lucht.
  • De productiemedewerker plant werkt in opdracht van de productieverantwoordelijke / ondernemer land- en tuinbouw.
  • De productiemedewerker plant werkt met levend materiaal en zal daardoor ook in de weekends en op feestdagen moeten werken. Hij/zij zal dikwijls ook lange dagen werken. De productiemedewerker plant zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen.
  • De productiemedewerker plant werkt vaak in een situatie waarin de beroepsactiviteiten en het gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie verlopen. Dit heeft effect op de veiligheid, tijdsbesteding en betrokkenheid van en bij het gezin.
  • De sterke (bio)technologische evolutie in de sector vraagt het continu investeren in eigen deskundigheid (opleidingen volgen, nieuwe technieken toepassen in het eigen werk,…).
  • Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines wat stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
  • Het bedrijfsteam, waarvan hij/zij eventueel deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van een gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers, seizoensmatig aangevuld met seizoenarbeiders.
  • Het beroep wordt in open lucht of in geklimatiseerde ruimtes uitgeoefend.
  • Het dragen van een beroepsoutfit (werkkledij, aangepast schoeisel…) is vereist.
  • Het werk van de productiemedewerker plant omvat veelzijdige opdrachten in wisselende omstandigheden waarvoor vaak een aangepaste aanpak nodig is.

Handelingscontext

  • De beroepsuitoefening vereist het hanteren van lasten, langdurig rechtstaan en rondlopen. Hij/zij moet vaak in een lichaamsbelastende houding werkzaamheden verrichten. Ergonomisch verantwoord werken is dus aangewezen.
  • De productiemedewerker plant dient moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen.
  • De productiemedewerker plant dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen op het bedrijf.
  • De productiemedewerker plant heeft bijzondere aandacht voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot het afgeleverde eindproduct en de effecten op de omgeving.
  • De productiemedewerker plant moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren.
  • De productiemedewerker plant streeft naar een zo optimaal mogelijk productie in kwantiteit en kwaliteit.
  • De productiemedewerker plant vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en levend materiaal.
  • De productiemedewerker plant werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid.
  • Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met de omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het plannen en het uitvoeren van de werkzaamheden.
  • Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • de organisatie, de planning en uitvoering van de eigen activiteiten
  • het afronden en controleren van de werkzaamheden
  • het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen
  • het opvolgen van de ontwikkeling van het gewas
  • het opvolgen van voorraad en vaststellen van tekorten en doorgeven aan de productieverantwoordelijke/ondernemer land- en tuinbouw
  • het reinigen en/of ontsmetten van infrastructuur en materieel met ontsmettings- en/of reinigingsproducten
  • het verzamelen van het benodigde materieel, materiaal en machines op de juiste locatie en moment
  • het voeren van de werkadministratie m.b.t. het eigen werk
Is gebonden aan
  • de bedrijfsprocedures
  • de kwaliteitsnormen
  • de teeltcyclus
  • klimatologische omstandigheden
  • opdrachten van de productieverantwoordelijke / ondernemer land- en tuinbouw
  • wettelijke bepalingen inzake veiligheid, gezondheid en milieu
Doet beroep op
  • de productieverantwoordelijke land- en tuinbouw/ondernemer land- en tuinbouw voor het verkrijgen van de opdrachten en bij problemen die hij/zij niet zelf kan oplossen

Verantwoordelijkheid

  • Bereidt bodem/substraat voor
  • Bewaakt de bedrijfshygiëne en vermijdt de insleep van ziekte
  • Bewaart en/of verpakt de producten volgens kenmerken, bestellingen en wijze van transport indien van toepassing
  • Bouwt eigen deskundigheid op
  • Controleert de werkzaamheden en ruimt op
  • Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig
  • Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
  • Houdt toezicht op de ontwikkeling van de gewassen en informeert de leidinggevende(n) over afwijkingen in de ontwikkeling
  • Onderhoudt infrastructuur en omgeving indien van toepassing
  • Oogst oogstklare gewassen en producten
  • Past op een duurzame manier bemesting toe
  • Past op een duurzame manier gewasbescherming toe
  • Plaatst zo nodig seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen, stelt deze af en houdt ze in het oog
  • Plant, zaait of vermeerdert
  • Respecteert de persoonlijke hygiëne
  • Transporteert de producten indien van toepassing
  • Voert dagelijkse controles en onderhoud uit aan de machines
  • Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren
  • Volgt de eigen werkadministratie op
  • Volgt de voorraad op van verbruiksgoederen
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Zorgt voor veilige en kwaliteitsvolle opslag van de producten

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.

Bijkomende attesten

  • Fytolicentie p2 zoals bepaald in KB van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen
  • Rijbewijs C zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
  • Rijbewijs G zoals bepaald in KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs