Medewerker groen- en tuinaanleg

 
BK-0133-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Medewerker groen- en tuinaanleg

Deze benaming wordt niet gebruikt in de Competent-fiche A120301 Medewerker groene ruimtes (m/v)

Definitie

Voert werkzaamheden uit inzake aanleg van tuinen, parken, groene ruimtes, teneinde het ontwerp van de opdrachtgever te realiseren.

Niveau (VKS en EQF)

2

Jaar van erkenning

versie 3, 2019

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Neemt kennis van de opdracht
    • Leest/stelt zich op de hoogte van de werkopdracht
    • Handelt in functie van instructie en/of opdracht
    • Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
    • Basiskennis van materialen
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
    • Past de veiligheidsvoorschriften toe
    • Gebruikt materialen, handgereedschap, machines en producten op een veilige manier
    • Vermijdt risico’s voor zichzelf, medewerkers, klanten en andere personen
    • Gaat respectvol en beleefd om met de klanten
    • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
    • Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
    • Plaatst waarschuwingsborden
    • Plaatst rijplaten indien van toepassing
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Waarborgt veiligheid en kwaliteit
    • Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften
    • Basiskennis van wet- en regelgeving met betrekking tot de groen- en tuinaanleg, procedures, bedrijfsrichtlijnen
    • Basiskennis van materialen
    • Kennis van het handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinaanleg (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
    • Kennis van hef- en tiltechnieken
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinaanleg
  • Competentie 3:
    Werkt met courante tuinbouwmachines en/of materiaal
    • Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan
    • Hanteert courante tuinbouwmachines
    • Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en gereedschappen optimaal is
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinaanleg (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
  • Competentie 4:
    Bouwt eigen deskundigheid op
    • Stelt zich op de hoogte van de (verplichte) nascholingen die relevant zijn voor het beroep
    • Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het opleidingsaanbod
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 5:
    Controleert de werkzaamheden en ruimt op
    • Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
    • Controleert de eigen werkzaamheden samen met de leidinggevende
    • Rapporteert aan de leidinggevende
    • Meldt en overlegt problemen met de leidinggevende
    • Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken
    • Voert het restmateriaal dat bij de aanlegwerkzaamheden vrijkomt af
    • Verwerkt het restmateriaal indien van toepassing
    • Laat het terrein opgeruimd en verzorgd achter
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
  • Competentie 6:
    Reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
    • Reinigt na gebruik het materieel en de machines
    • Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op
    • Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke
    • Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van mechanisch onderhoud
    • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften
    • Kennis van het handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinaanleg (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
  • Competentie 7:
    Helpt mee met het transport van en naar de locatie
    • Zorgt ervoor dat de machines, het materieel en de grondstoffen vereist voor de uitvoering van de opdracht klaarstaan voor het transport naar en van de werf
    • Helpt met het in- en uitladen van materieel, machines en grondstoffen
    • Laadt de bestelwagen correct
    • Zekert en beschermt de lading
    • Benut optimaal de beschikbare ruimte van de bestelwagen
    • Stockeert op een correcte manier het materieel, de machines en de grondstoffen in het magazijn van het bedrijf
    • Helpt met het vervoer van materieel en grondstoffen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften
    • Basiskennis van materialen
  • Competentie 8:
    Helpt bij de voorbereidingen van het terrein op de locatie
    • Assisteert bij meten, waterpassen en uitzetten
    • Voert eenvoudig egalisatiewerk uit
    • Verwijdert alle zwerfvuil
    • Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van afmetingen en oppervlakteberekening
    • Basiskennis van grondwerken
    • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van meet- en waterpasapparatuur
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
  • Competentie 9:
    Bereidt de werkzaamheden voor op de locatie
    • Tafelt de te behouden planten in
    • Voert de vrijgekomen grond af en/of verplaatst de grond
    • Gebruikt eventueel machines en hulpmiddelen op een effectieve en efficiënte manier, rekening houdend met de omgeving, en gaat er zorgvuldig mee om
    • Voert beschermende maatregelen voor beplanting uit
    • Ontstronkt bomen
    • Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht met een goede oog-handcoördinatie
    • Zorgt dat er weinig materiaalverlies is
    • Signaleert beschadigingen aan materiaal en materieel en meldt onvoorziene zaken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van grondwerken
    • Kennis van het handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
    • Kennis van gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinaanleg (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
  • Competentie 10:
    Voert aanplantingen uit
    • Bewerkt de grond en maakt deze plantklaar
    • Spreidt meststof en/of bodemverbeteraar uit en werkt deze onder
    • Zet de planten uit volgens opdracht
    • Plant heesters, hagen, bloembollen, eenjarigen, vaste planten en bomen
    • Brengt de nodige verankering aan indien van toepassing (haagversterking, leidconstructies, boomverankering)
    • Verwijdert bij het aanplanten verwelkte plantendelen en snoeit bij
    • Legt kruidachtige vegetaties aan door bezaaiing, bezoding en aanplanting
    • Legt houtachtige vegetaties aan
    • Legt water-, moeras en oeverbeplantingen aan
    • Brengt de mulch* aan
    • Werkt netjes af
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van meststoffen & bodemverbeteraars
    • Basiskennis van snoeitechnieken voor planten
    • Kennis van kenmerken van de bodem en grondsoorten
    • Kennis van planten en hun kenmerken
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van verschillende plantmethoden
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
    • Kennis van weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinaanleg
* Mulch : beschermingslaag aangebracht op de bodem, met als belangrijkste doel de noden van het klimaat ter plaatse te compenseren. Voor dit doel worden allerlei natuurlijke en synthetische materialen gebruikt.
  • Competentie 11:
    Bereidt gronden voor (drainage, graafwerken,...) in functie van nieuwe aanplantingen
    • Leest het matenplan en meet het uit op het terrein (afstanden, vormen, hoeken, bogen, dieptes/hoogtes)
    • Leest en begrijpt het drainageplan
    • Leest en begrijpt het bestek
    • Meet de nutsvoorzieningen op (kabels, buizen, …) en brengt ze in kaart
    • Werkt met meet- en waterpasapparatuur
    • Rooit, maait en ruimt bestaande vegetatie handmatig of machinaal
    • Maakt het terrein klaar voor de aanlegwerkzaamheden
    • Voert voorbereidende terreinaanlegwerken uit*
    • Legt snel en precies drainage/afwateringssystemen aan en zorgt dat de aansluitingen waterdicht op elkaar zijn aangesloten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van bestrijdingsmiddelen
    • Basiskennis van grondwerken
    • Basiskennis van het aanleggen van drainage en afwateringssystemen
    • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
    • Kennis van kenmerken van de bodem en grondsoorten
    • Kennis van grondbewerking: spitten, frezen, …
    • Kennis van constructietechnieken (helling, opbouw, materie, nivellering, ondergrond)
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van meet- en waterpasapparatuur
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
* zie 1.3 Extra informatie (*)
  • Competentie 12:
    Legt het grasveld aan (gazon, sportvelden, golfterreinen, …)
    • Egaliseert de grond
    • Maakt de grond zaaiklaar
    • Zaait het gras manueel of machinaal
    • Rolt de grasmatten uit en snijdt ze bij
    • Rolt het gezaaide gras en de aangelegde matten aan
    • Besproeit met water
    • Werkt netjes af
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van afmetingen en oppervlakteberekening
    • Basiskennis van het aanleggen van grasvelden (gazons, sportvelden, golfterreinen, …)
    • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
    • Kennis van kenmerken van de bodem en grondsoorten
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinaanleg
  • Competentie 13:
    Voert infrastructuurwerken uit
    • Leest een plan
    • Werkt met meet- en waterpasapparatuur
    • Berekent de hoeveelheid materiaal die nodig is voor de opdracht
    • Graaft funderingen uit
    • Legt technische voorzieningen aan**
    • Legt drainage aan
    • Verwerkt mortel en maakt eventueel aan
    • Voert klein metselwerk uit
    • Legt terrassen aan (hout, natuurstenen, sierklinkers,…)
    • Legt (tuin)paden en opritten aan
    • Legt siergrind aan
    • Legt (biologische) vijvers of waterpartijen aan
    • Brengt afdichtingsmateriaal aan en plaatst oeverbescherming
    • Werkt taluds af
    • Legt bij groenaanleg horende constructies aan (bijvoorbeeld boompaalconstructies, boomroosters, ondergrondse verankering van bomen, groeiplaatsverbetering van bomen, boomplaten, bescherming tegen vraatschade, haagsteun en haagversterking)
    • Bouwt rotsboorden en decoratieve elementen
    • Plaatst omheiningen (bijvoorbeeld betonplaten, houten afsluitingen, metaaldraad, …)
    • Plaatst bouwkundige elementen (bijvoorbeeld sokkel, brievenbus, …)
    • Plaatst en monteert houten elementen (bijvoorbeeld park- en tuinpoorten, pergola’s, carports, speeltoestellen, zandbak,…)
    • Plaatst en monteert straat- en tuinmeubilair (bijvoorbeeld vuilbakken, schommels, glijbanen, hekwerk,… )
    • Voorkomt schade aan materieel
    • Zorgt dat er geen onnodig restmateriaal ontstaat
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van afmetingen en oppervlakteberekening
    • Basiskennis van het aanleggen van verhardingen
    • Basiskennis van het aanleggen van vijvers en water(partijen)
    • Basiskennis van eenvoudige houtbewerkingen
    • Basiskennis van het plaatsen van omheiningen
    • Basiskennis van het aanleggen van drainage en afwateringssystemen
    • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
    • Kennis van constructietechnieken (helling, opbouw, materie, nivellering, ondergrond)
    • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
    • Kennis van meet- en waterpasapparatuur
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
* * zie 1.3 Extra informatie (**)

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van mechanisch onderhoud
  • Basiskennis van gebruik van meststoffen & bodemverbeteraars
  • Basiskennis van gebruik van bestrijdingsmiddelen
  • Basiskennis van afmetingen en oppervlakteberekening
  • Basiskennis van grondwerken
  • Basiskennis van het aanleggen van verhardingen
  • Basiskennis van het aanleggen van vijvers en water(partijen)
  • Basiskennis van eenvoudige houtbewerkingen
  • Basiskennis van het plaatsen van omheiningen
  • Basiskennis van het aanleggen van grasvelden (gazons, sportvelden, golfterreinen, …)
  • Basiskennis van het aanleggen van drainage en afwateringssystemen
  • Basiskennis van snoeitechnieken voor planten
  • Basiskennis van lezen van eenvoudige tekeningen
  • Basiskennis van veiligheidsvoorschriften
  • Basiskennis van wet- en regelgeving met betrekking tot de groen- en tuinaanleg, procedures, bedrijfsrichtlijnen
  • Basiskennis van materialen
  • Basiskennis van het opleidingsaanbod
  • Kennis van kenmerken van de bodem en grondsoorten
  • Kennis van planten en hun kenmerken
  • Kennis van het handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
  • Kennis van gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinaanleg (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
  • Kennis van grondbewerking: spitten, frezen, …
  • Kennis van constructietechnieken (helling, opbouw, materie, nivellering, ondergrond)
  • Kennis van hef- en tiltechnieken
  • Kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
  • Kennis van meet- en waterpasapparatuur
  • Kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Kennis van verschillende plantmethoden
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
  • Kennis van weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinaanleg

Cognitieve vaardigheden

  • Leest/stelt zich op de hoogte van de werkopdracht
  • Handelt in functie van instructie en/of opdracht
  • Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
  • Past de veiligheidsvoorschriften toe
  • Gaat respectvol en beleefd om met de klanten
  • Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
  • Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
  • Waarborgt veiligheid en kwaliteit
  • Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan
  • Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en gereedschappen optimaal is
  • Stelt zich op de hoogte van de (verplichte) nascholingen die relevant zijn voor het beroep
  • Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
  • Controleert de eigen werkzaamheden samen met de leidinggevende
  • Rapporteert aan de leidinggevende
  • Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
  • Zorgt ervoor dat de machines, het materieel en de grondstoffen vereist voor de uitvoering van de opdracht klaarstaan voor het transport naar en van de werf
  • Zekert en beschermt de lading
  • Benut optimaal de beschikbare ruimte van de bestelwagen
  • Stockeert op een correcte manier het materieel, de machines en de grondstoffen in het magazijn van het bedrijf
  • Assisteert bij meten, waterpassen en uitzetten
  • Zorgt dat er weinig materiaalverlies is
  • Leest het matenplan en meet het uit op het terrein (afstanden, vormen, hoeken, bogen, dieptes/hoogtes)
  • Leest en begrijpt het drainageplan
  • Leest en begrijpt het bestek
  • Meet de nutsvoorzieningen op (kabels, buizen, …) en brengt ze in kaart
  • Leest een plan
  • Berekent de hoeveelheid materiaal die nodig is voor de opdracht
  • Voorkomt schade aan materieel
  • Zorgt dat er geen onnodig restmateriaal ontstaat

Probleemoplossende vaardigheden

  • Vermijdt risico’s voor zichzelf, medewerkers, klanten en andere personen
  • Meldt en overlegt problemen met de leidinggevende
  • Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken
  • Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke
  • Signaleert beschadigingen aan materiaal en materieel en meldt onvoorziene zaken

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt materialen, handgereedschap, machines en producten op een veilige manier
  • Plaatst waarschuwingsborden
  • Plaatst rijplaten indien van toepassing
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
  • Hanteert courante tuinbouwmachines
  • Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
  • Voert het restmateriaal dat bij de aanlegwerkzaamheden vrijkomt af
  • Verwerkt het restmateriaal indien van toepassing
  • Laat het terrein opgeruimd en verzorgd achter
  • Reinigt na gebruik het materieel en de machines
  • Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op
  • Helpt met het in- en uitladen van materieel, machines en grondstoffen
  • Laadt de bestelwagen correct
  • Helpt met het vervoer van materieel en grondstoffen
  • Voert eenvoudig egalisatiewerk uit
  • Verwijdert alle zwerfvuil
  • Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
  • Tafelt de te behouden planten in
  • Voert de vrijgekomen grond af en/of verplaatst de grond
  • Gebruikt eventueel machines en hulpmiddelen op een effectieve en efficiënte manier, rekening houdend met de omgeving, en gaat er zorgvuldig mee om
  • Voert beschermende maatregelen voor beplanting uit
  • Ontstronkt bomen
  • Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht met een goede oog-handcoördinatie
  • Bewerkt de grond en maakt deze plantklaar
  • Spreidt meststof en/of bodemverbeteraar uit en werkt deze onder
  • Zet de planten uit volgens opdracht
  • Plant heesters, hagen, bloembollen, eenjarigen, vaste planten en bomen
  • Brengt de nodige verankering aan indien van toepassing (haagversterking, leidconstructies, boomverankering)
  • Verwijdert bij het aanplanten verwelkte plantendelen en snoeit bij
  • Legt kruidachtige vegetaties aan door bezaaiing, bezoding en aanplanting
  • Legt houtachtige vegetaties aan
  • Legt water-, moeras en oeverbeplantingen aan
  • Brengt de mulch* aan
  • Werkt netjes af
  • Werkt met meet- en waterpasapparatuur
  • Rooit, maait en ruimt bestaande vegetatie handmatig of machinaal
  • Maakt het terrein klaar voor de aanlegwerkzaamheden
  • Voert voorbereidende terreinaanlegwerken uit*
  • Legt snel en precies drainage/afwateringssystemen aan en zorgt dat de aansluitingen waterdicht op elkaar zijn aangesloten
  • Egaliseert de grond
  • Maakt de grond zaaiklaar
  • Zaait het gras manueel of machinaal
  • Rolt de grasmatten uit en snijdt ze bij
  • Rolt het gezaaide gras en de aangelegde matten aan
  • Besproeit met water
  • Werkt netjes af
  • Werkt met meet- en waterpasapparatuur
  • Graaft funderingen uit
  • Legt technische voorzieningen aan**
  • Legt drainage aan
  • Verwerkt mortel en maakt eventueel aan
  • Voert klein metselwerk uit
  • Legt terrassen aan (hout, natuurstenen, sierklinkers,…)
  • Legt (tuin)paden en opritten aan
  • Legt siergrind aan
  • Legt (biologische) vijvers of waterpartijen aan
  • Brengt afdichtingsmateriaal aan en plaatst oeverbescherming
  • Werkt taluds af
  • Legt bij groenaanleg horende constructies aan (bijvoorbeeld boompaalconstructies, boomroosters, ondergrondse verankering van bomen, groeiplaatsverbetering van bomen, boomplaten, bescherming tegen vraatschade, haagsteun en haagversterking)
  • Bouwt rotsboorden en decoratieve elementen
  • Plaatst omheiningen (bijvoorbeeld betonplaten, houten afsluitingen, metaaldraad, …)
  • Plaatst bouwkundige elementen (bijvoorbeeld sokkel, brievenbus, …)
  • Plaatst en monteert houten elementen (bijvoorbeeld park- en tuinpoorten, pergola’s, carports, speeltoestellen, zandbak,…)
  • Plaatst en monteert straat- en tuinmeubilair (bijvoorbeeld vuilbakken, schommels, glijbanen, hekwerk,… )

Omgevingscontext

  • De beroepsbeoefenaar voert zijn werkzaamheden uit voor bedrijven of organisaties die te maken hebben met aanleg van beplanting, verhardingen, water(partijen) en technisch en bouwkundige voorzieningen. Hij is te werk gesteld in overheids- of private bedrijven
  • Het beroep wordt uitgeoefend buiten, in groene omgevingen
  • De medewerker groen- en tuinaanleg wordt blootgesteld aan wisselende weersomstandigheden
  • De weersomstandigheden hebben een invloed op de werkuren en -dagen. Tijdens bepaalde weersomstandigheden kan het werk niet worden aangevat of moet het werk worden gestopt (weerverlet).
  • De medewerker groen- en tuinaanleg heeft te maken met wisselende toestand van bodems
  • De beroepsuitoefening kent seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden
  • Het beroep houdt verplaatsingen in : de werkzaamheden worden meestal op locatie uitgevoerd (werven)
  • De beroepsbeoefenaar komt voornamelijk in contact met klanten en collega’s

Handelingscontext

  • De medewerker groen- en tuinaanleg werkt volgens de instructies en de werkopdrachten van de leidinggevende
  • De beroepsbeoefenaar werkt in teamverband
  • De medewerker groen- en tuinaanleg zal in bepaalde omstandigheden zijn werkzaamheden volledig moeten afwerken, zelfs wanneer de gebruikelijke arbeidsduur overschreven werd
  • De medewerker groen- en tuinaanleg werkt zijn taken af binnen de vooropgestelde tijd en volgens de planning
  • De werkzaamheden zijn deels routinematig of repeterend van aard : tijdens bepaalde periodes moeten dezelfde specifieke activiteiten uitgevoerd worden gedurende meerdere dagen en /of weken na elkaar
  • De werkomstandigheden verschillen sterk per project/opdracht
  • De beroepsbeoefenaar heeft aandacht voor en houdt voortdurend rekening met de natuur, veiligheid, milieu en klanten en/of publiek
  • Het dragen van beschermingskledij is verplicht
  • De medewerker groen- en tuinaanleg moet met verschillende machines, apparaten en gereedschappen kunnen werken/omgaan op een correcte en veilige manier om risico’s te vermijden
  • Hij/zij vermijdt beschadiging van machines en materieel
  • De beroepsbeoefenaar heeft aandacht voor een beleefde omgang met klanten, publiek, opdrachtgevers en collega’s
  • De beroepsbeoefenaar heeft aandacht voor de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden en het respecteren van de vooropgestelde tijd/planning
  • Gezien de medewerker groen- en tuinaanleg vaak in een gebukte houding werkzaamheden verricht en/of zware voorwerpen/lasten moet dragen is ergonomisch verantwoord werken verplicht

Autonomie

Is zelfstandig in
  • de uitvoering van zijn opdracht en de volgorde van de werkzaamheden binnen de opdracht : het helpen organiseren van het transport van en naar de werf, het voorbereiden van de gronden, het aanplanten een aanleggen, het uitvoeren van infrastructuurwerken, het oplossen van eenvoudige problemen het reinigen en onderhouden van gebruikte machines en materieel, het opruimen en controleren van de eigen werkzaamheden. De medewerker groen- en tuinaanleg werkt onder de verantwoordelijkheid van de leidinggevende.
Is gebonden aan
  • de werkopdracht, de instructies van de leidinggevende, de procedures en bedrijfsrichtlijnen, de vigerende wet- en regelgeving met betrekking tot groen- en tuinaanleg
Doet beroep op
  • de leidinggevende bij problemen die hij zelf niet kan oplossen ; hij rapporteert aan de leidinggevende over de eigen werkzaamheden

Verantwoordelijkheid

  • Neemt kennis van de opdracht
  • Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
  • Werkt met courante tuinbouwmachines en/of materiaal
  • Bouwt eigen deskundigheid op
  • Controleert de werkzaamheden en ruimt op
  • Reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
  • Helpt mee met het transport van en naar de locatie
  • Helpt bij de voorbereidingen van het terrein op de locatie
  • Bereidt de werkzaamheden voor op de locatie
  • Voert aanplantingen uit
  • Bereidt gronden voor (drainage, graafwerken,...) in functie van nieuwe aanplantingen
  • Legt het grasveld aan (gazon, sportvelden, golfterreinen, …)
  • Voert infrastructuurwerken uit

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.