Stukadoor

 
BK-0130-5
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Stukadoor

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. De Competent-fiche van SERV (F160101) gebruikt de benaming ‘Pleisterwerken’. De Competent-fiche geeft ook andere benamingen aan zoals Stukadoor, Plafonneerder, Pleisteraar, Pleisterwerker, Gipswerker, Stucwerker, Stukker, Plakker, Plaatser van gipsblokken, Plaatser van gipskartonplaten, Afbouwvakman, …

Definitie

De stukadoor voert natte binnenbepleisteringen, buitenbepleisteringen, droge bepleisteringen (droogbouwsystemen) uit en plaatst gipsblokken teneinde de bouwfysische en esthetische eigenschappen van gebouwen te verbeteren en af te werken.

Niveau (VKS en EQF)

3

Deelkwalificaties

Deze beroepskwalificatie 'Stukadoor' omvat de deelkwalificatie 'Plaatser buitenbepleistering (BK-0130-5-DBK-01)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 19, 20, 21

Deze beroepskwalificatie 'Stukadoor' omvat de deelkwalificatie 'Plaatser droge bepleistering (BK-0130-5-DBK-02)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 22, 23, 24, 25

Deze beroepskwalificatie 'Stukadoor' omvat de deelkwalificatie 'Plaatser natte binnenbepleistering (BK-0130-5-DBK-03)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18

Jaar van erkenning

versie 5, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 6:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 7:
    Houdt werkadministratie bij
    • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Competentie 8:
    Plant de werkzaamheden
    • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopdrachten
    • Controleert de aard en de staat van de ondergrond van de te behandelen oppervlakken
    • Meet op of berekent op plan de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk
    • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de werkzaamheden
    • Bepaalt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van de dagactiviteit
    • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
    • Onderhoudt contacten met collega's
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van Building Information Modeling (BIM)
    • Kennis van materialen, gereedschappen en machines
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Competentie 9:
    Bereidt de eigen werkzaamheden voor
    • Beoordeelt de aard en de staat van de te behandelen oppervlakken (vocht, schimmel, roet, ...)
    • Selecteert de benodigde producten en materialen
    • Meet en traceert
    • Maakt werkafspraken met aanbrengers van nutsleidingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van benaming van alle delen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van fysische en chemische verschijnselen in gebouwen: porositeit, capillariteit, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen, …
    • Kennis van stijlen, met het oog op de uitvoering van het gevraagde type verfraaiing
    • Kennis van meetmethoden
    • Grondige kennis van de toe te passen behandelingen in functie van de ondergrond, invloed van de ondergrond op het stukadoorwerk
  • Competentie 10:
    Voert thermische isolatiewerken uit
    • Werkt oneffenheden van het te isoleren oppervlak bij
    • Tekent isolatiematerialen af, snijdt en voegt deze samen
    • Bevestigt ze volgens type en positie
    • Vermijdt koudebruggen
    • Verzekert zich van de continuïteit van de isolatie
    • Beschermt het geplaatste isolatiemateriaal tegen weersomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van plaatsing en bevestigingsmethodes voor brandwerende, thermische en akoestische isolatie
    • Kennis van verschillende soorten isolatiematerialen (thermische, fysische, mechanische, akoestische eigenschappen, brandwerendheid, duurzaamheid, milieu-impact, invloed op de gezondheid)
  • Competentie 11:
    Plaatst lucht- en dampscherm
    • Selecteert lucht- en dampdichte lagen
    • Voert de banen uit
    • Voert de doorbrekingen uit
    • Werkt het luchtdichtheidsscherm af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van lucht- en dampschermen (soorten, eigenschappen, bevestigingen en aansluiting)
  • Competentie 12:
    Bereidt het plaatsen van gipsblokken voor
    • Bereidt de vloer en aangrenzende wanden voor
    • Lijnt uit en plaatst stelregels
    • Maakt bouwlijm aan
    • Brengt vochtscherm aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
    • Kennis van technieken om vochtproblemen te vermijden
    • Kennis van verankeringsmiddelen
    • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
    • Kennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
  • Competentie 13:
    Plaatst gipsblokken
    • Meet op, tekent af en zaagt af
    • Verlijmt gipsblokken
    • Plaatst gispblokken
    • Controleert en corrigeert de horizontaliteit, verticaliteit, vlakheid en het verband van de blokken
    • Voorziet openingen (deur, raam, doorgangen nutsleidingen, ...)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigenschappen en verwerking van bouwlijmen
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
    • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
    • Kennis van verankeringsmiddelen
    • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
    • Kennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
  • Competentie 14:
    Bereidt de natte binnenbepleistering voor
    • Schermt openingen voor nutsleidingen en vaste elementen af
    • Beoordeelt de ondergrond
    • Bereidt de te bewerken oppervlakten voor
    • Lijnt af
    • Bereidt de pleistermortel voor
    • Plaatst profielen
    • Brengt pleisterdragers aan op wanden en plafonds
    • Brengt, indien nodig, gipsgeleiders aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
    • Kennis van diverse profielen en hoekbeschermers en hun plaatsing
    • Kennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur
    • Kennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
    • Kennis van voornaamste profielsoorten voor wanden en plafonds en hun plaatsing
  • Competentie 15:
    Brengt natte bepleistering aan in één of twee lagen
    • Brengt manueel of machinaal een onderlaag aan op voorbereide wanden en plafonds
    • Schaaft indien nodig de onderlaag uit
    • Ruwt, indien nodig, de onderlaag op
    • Kamt, indien nodig, de onderlaag op
    • Brengt een afwerklaag manueel of machinaal aan
    • Reit de pleisterlaag af
    • Egaliseert de pleisterlaag
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
    • Kennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
    • Kennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
    • Kennis van diverse plafond- en wandafwerkingen in functie van vereiste afwerkingsgraad
    • Grondige kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
  • Competentie 16:
    Brengt lijstwerk op afgepleisterde vlakken aan
    • Lijnt en zet de hoofdmaten uit
    • Maakt een profiel
    • Ruwt de plaatsen op waar lijstwerk aangebracht moet worden
    • Brengt mortel aan
    • Schaaft de lijst na opstijving van de mortel
    • Werkt de ruwe lijst af
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van technisch tekenen
    • Kennis van de plaats van het lijstwerk volgens de aanwijzingen
  • Competentie 17:
    Brengt sierwerk aan (ornamenten)
    • Maakt mallen voor sierwerk
    • Maakt modellen met behulp van aangemaakte mallen
    • Bevestigt de aangemaakte of voorgevormde modellen
    • Werkt het sierwerk af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van materiaalsoorten van ornamenten
  • Competentie 18:
    Beschermt de natte binnenbepleistering
    • Ventileert de bepleisterde kamers
    • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van risico's van weersomstandigheden en van een slechte ventilatie
  • Competentie 19:
    Bereidt de buitenbepleistering voor
    • Schermt openingen af
    • Beoordeelt de ondergrond
    • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
    • Lijnt uit
    • Plaatst (sier)lijsten en drempels
    • Beoordeelt de aard en de staat van aan te brengen isolatielagen
    • Brengt isolatiemateriaal en toebehoren aan (bv. verankeringen voor zonneweringen, ETICS, …)
    • Brengt een synthetische wapening aan
    • Maakt pleistermortel aan
    • Brengt profielen aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bevestigingstechnieken
    • Kennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
    • Kennis van diverse profielen en hoekbeschermers en hun plaatsing
    • Kennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur
    • Kennis van lucht- en dampschermen (soorten, eigenschappen, bevestigingen en aansluiting)
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
    • Kennis van verschillende soorten isolatiematerialen (thermische, fysische, mechanische, akoestische eigenschappen, brandwerendheid, duurzaamheid, milieu-impact, invloed op de gezondheid)
    • Kennis van verschillende soorten waterwerende lagen en hun eigenschappen
    • Grondige kennis van de toe te passen voorbehandelingen en bepleisteringen in functie van de gevels (bv. verschillende soorten metselwerk, aanzuigkracht van de diverse te bepleisteren materialen, ...)
  • Competentie 20:
    Brengt buitenbepleistering aan
    • Bestrijkt of bespuit gevels met hechtmortel
    • Bestrijkt of bespuit gevels met plastische tussenlaag
    • Reit af
    • Bestrijkt, bespuit en brengt structuur aan op gevels met afwerklaag of siermortel
    • Schaaft indien van toepassing de afwerklaag uit
    • Reinigt zijn uitrusting en gereedschap bij het overgaan op een andere mortelsoort
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
    • Kennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
    • Kennis van de werking van de spuitmachine
    • Kennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
    • Kennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
    • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
    • Kennis van risico's van weersomstandigheden en van een slechte ventilatie
    • Kennis van technieken om vochtproblemen te vermijden
    • Kennis van verankeringsmiddelen
    • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
    • Kennis van waterwerende producten en diverse methoden die gehanteerd worden voor het beschermen van gevels
    • Grondige kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
  • Competentie 21:
    Beschermt de buitenbepleistering
    • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van risico's van wisselende weersomstandigheden
  • Competentie 22:
    Bereidt de plaatsingswerken van droogbouwsystemen voor (voor vlakke en gebogen wanden en plafonds)
    • Zet de benodigde gereedschappen, profielen en platen klaar
    • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
    • Lijnt de onderstructuur uit voor vlakke en gebogen wanden en plafonds
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bouwmaterialen voor droogbouw wanden en plafonds (isolatie, dragers, profielen, bevestiging, ...)
    • Kennis van technieken om vochtproblemen te vermijden
    • Grondige kennis van plaatsings- en uitvoeringsmethodes van droogbouwsystemen
  • Competentie 23:
    Plaatst de onderstructuur
    • Monteert de onderstructuur voor vlakke en gebogen wanden
    • Monteert de onderstructuur voor vlakke en gebogen plafonds en let op de horizontaliteit en de draagkracht
    • Bepaalt de onderlinge afstand van de plaatdragende elementen
    • Snijdt en knipt stijlen en regels
    • Bevestigt de stijlen en regels
    • Voorziet de doorgangen voor de nutsleidingen
    • Bouwt deur- en vensteropeningen in
    • Isoleert, indien nodig, tussen de stijlen en regels
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur
    • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
    • Kennis van wand-, plafond- en afwerkprofielen, ophangsystemen en hoekbeschermers
    • Grondige kennis van plaatsings- en uitvoeringsmethodes van droogbouwsystemen
  • Competentie 24:
    Bevestigt platen van droogbouwsystemen aan de stijlen en regels van de onderstructuur
    • Snijdt platen
    • Schaaft, indien nodig, de platen bij
    • Zaagt sparingen uit
    • Bereidt, voor gebogen wanden en plafonds, de gebogen platen voor
    • Bevestigt platen tegen de stijlen en regels van vlakke en gebogen wanden
    • Bevestigt de platen tegen de onderstructuur van vlakke en gebogen plafonds
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van bevestigingstechnieken
    • Grondige kennis van plaatsings- en uitvoeringsmethodes van droogbouwsystemen
  • Competentie 25:
    Werkt de aangebrachte droogbouwsystemen af
    • Brengt lijsten aan
    • Brengt voegbanden aan
    • Werkt de voegen af
    • Egaliseert af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de plaats van het lijstwerk volgens de aanwijzingen
    • Kennis van eigenschappen en verwerking van bouwlijmen en voegbanden
    • Kennis van verschillende afwerkingsniveaus
    • Kennis van verschillende voegproducten die worden toegepast naargelang het gebruikte plaattype

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van Building Information Modeling (BIM)
  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van technisch tekenen
  • Kennis van materialen, gereedschappen en machines
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van benaming van alle delen van gebouwen die door stukadoors behandeld worden
  • Kennis van bevestigingstechnieken
  • Kennis van bouwmaterialen (ondergronden, ...), hun gebruik en verwerking
  • Kennis van bouwmaterialen voor droogbouw wanden en plafonds (isolatie, dragers, profielen, bevestiging, ...)
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van de plaats van het lijstwerk volgens de aanwijzingen
  • Kennis van de te respecteren tijdsintervallen bij het bepleisteren
  • Kennis van de viscositeitseisen voor een goede verwerking
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van de werking van de spuitmachine
  • Kennis van diverse dispersies of oplossingen die gebruikt worden om de afwerkingen te verbeteren en hun dosering
  • Kennis van diverse plafond- en wandafwerkingen in functie van vereiste afwerkingsgraad
  • Kennis van diverse profielen en hoekbeschermers en hun plaatsing
  • Kennis van eigenschappen en verwerking van bouwlijmen en voegbanden
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van fysische en chemische verschijnselen in gebouwen: porositeit, capillariteit, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, vorming van schimmels, mossen, …
  • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van het belang van het isoleren van de onderstructuur
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van lucht- en dampschermen (soorten, eigenschappen, bevestigingen en aansluiting)
  • Kennis van maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
  • Kennis van materiaalsoorten van ornamenten
  • Kennis van mortelsoorten (cementeer-, egalisatie- en siermortels), hun samenstelling en eigenschappen: vloeibaarheid, plasticiteit, voorbereiding, verwerkbaarheid, …
  • Kennis van nutsleidingen: soorten, plaatsing en impact op de eigen werkzaamheden
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van plaatsing en bevestigingsmethodes voor brandwerende, thermische en akoestische isolatie
  • Kennis van plaatsingstechnieken van gipsblokken
  • Kennis van redenen om een wapening te gebruiken
  • Kennis van risico's van weersomstandigheden en van een slechte ventilatie
  • Kennis van risico's van wisselende weersomstandigheden
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van specifieke risico's van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van stijlen, met het oog op de uitvoering van het gevraagde type verfraaiing
  • Kennis van technieken om vochtproblemen te vermijden
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van verankeringsmiddelen
  • Kennis van verbanden bij het plaatsen van gipsblokken
  • Kennis van verschillende afdichtingsproducten
  • Kennis van verschillende afwerkingsniveaus
  • Kennis van verschillende soorten gipsblokken en hun toepassing (vochtwerend, geluidsisolerend, ...)
  • Kennis van verschillende soorten isolatiematerialen (thermische, fysische, mechanische, akoestische eigenschappen, brandwerendheid, duurzaamheid, milieu-impact, invloed op de gezondheid)
  • Kennis van verschillende soorten waterwerende lagen en hun eigenschappen
  • Kennis van verschillende voegproducten die worden toegepast naargelang het gebruikte plaattype
  • Kennis van voornaamste profielsoorten voor wanden en plafonds en hun plaatsing
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van voorwaarden om een steiger te betreden
  • Kennis van wand-, plafond- en afwerkprofielen, ophangsystemen en hoekbeschermers
  • Kennis van waterwerende producten en diverse methoden die gehanteerd worden voor het beschermen van gevels
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Grondige kennis van bepleisteringen: soorten, beschikbaarheid, samenstelling, toepassingsvoorwaarden, uitzicht, verenigbaarheid en neveneffecten
  • Grondige kennis van de toe te passen behandelingen in functie van de ondergrond, invloed van de ondergrond op het stukadoorwerk
  • Grondige kennis van de toe te passen voorbehandelingen en bepleisteringen in functie van de gevels (bv. verschillende soorten metselwerk, aanzuigkracht van de diverse te bepleisteren materialen, ...)
  • Grondige kennis van plaatsings- en uitvoeringsmethodes van droogbouwsystemen

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • Beoordeelt de aard en de staat van de te behandelen oppervlakken (vocht, schimmel, roet, ...)
  • Selecteert de benodigde producten en materialen
  • Maakt werkafspraken met aanbrengers van nutsleidingen
  • Vermijdt koudebruggen
  • Verzekert zich van de continuïteit van de isolatie
  • Selecteert lucht- en dampdichte lagen
  • Controleert en corrigeert de horizontaliteit, verticaliteit, vlakheid en het verband van de blokken
  • Beoordeelt de ondergrond
  • Beoordeelt de aard en de staat van aan te brengen isolatielagen
  • Bepaalt de onderlinge afstand van de plaatdragende elementen
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopdrachten
  • Controleert de aard en de staat van de ondergrond van de te behandelen oppervlakken
  • Meet op of berekent op plan de nodige hoeveelheden materiaal voor een bepaald werk
  • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de werkzaamheden
  • Bepaalt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van de dagactiviteit
  • Onderhoudt contacten met collega's
  • Beoordeelt de ondergrond

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Beschermt tegen weersomstandigheden
  • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)

Motorische vaardigheden

  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Werkt oneffenheden van het te isoleren oppervlak bij
  • Tekent isolatiematerialen af, snijdt en voegt deze samen
  • Bevestigt ze volgens type en positie
  • Voert de banen uit
  • Voert de doorbrekingen uit
  • Werkt het luchtdichtheidsscherm af
  • Bereidt de vloer en aangrenzende wanden voor
  • Maakt bouwlijm aan
  • Brengt vochtscherm aan
  • Meet op, tekent af en zaagt af
  • Verlijmt gipsblokken
  • Plaatst gispblokken
  • Voorziet openingen (deur, raam, doorgangen nutsleidingen, ...)
  • Schermt openingen voor nutsleidingen en vaste elementen af
  • Lijnt af
  • Bereidt de pleistermortel voor
  • Plaatst profielen
  • Brengt pleisterdragers aan op wanden en plafonds
  • Brengt, indien nodig, gipsgeleiders aan
  • Brengt manueel of machinaal een onderlaag aan op voorbereide wanden en plafonds
  • Schaaft indien nodig de onderlaag uit
  • Ruwt, indien nodig, de onderlaag op
  • Kamt, indien nodig, de onderlaag op
  • Brengt een afwerklaag manueel of machinaal aan
  • Reit de pleisterlaag af
  • Egaliseert de pleisterlaag
  • Maakt een profiel
  • Ruwt de plaatsen op waar lijstwerk aangebracht moet worden
  • Brengt mortel aan
  • Schaaft de lijst na opstijving van de mortel
  • Werkt de ruwe lijst af
  • Maakt mallen voor sierwerk
  • Maakt modellen met behulp van aangemaakte mallen
  • Bevestigt de aangemaakte of voorgevormde modellen
  • Werkt het sierwerk af
  • Ventileert de bepleisterde kamers
  • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
  • Plaatst (sier)lijsten en drempels
  • Brengt isolatiemateriaal en toebehoren aan (bv. verankeringen voor zonneweringen, ETICS, …)
  • Brengt een synthetische wapening aan
  • Maakt pleistermortel aan
  • Brengt profielen aan
  • Bestrijkt of bespuit gevels met hechtmortel
  • Bestrijkt of bespuit gevels met plastische tussenlaag
  • Reit af
  • Bestrijkt, bespuit en brengt structuur aan op gevels met afwerklaag of siermortel
  • Schaaft indien van toepassing de afwerklaag uit
  • Reinigt zijn uitrusting en gereedschap bij het overgaan op een andere mortelsoort
  • Bereidt de te bewerken oppervlakken voor
  • Monteert de onderstructuur voor vlakke en gebogen wanden
  • Monteert de onderstructuur voor vlakke en gebogen plafonds en let op de horizontaliteit en de draagkracht
  • Snijdt en knipt stijlen en regels
  • Bevestigt de stijlen en regels
  • Voorziet de doorgangen voor de nutsleidingen
  • Bouwt deur- en vensteropeningen in
  • Isoleert, indien nodig, tussen de stijlen en regels
  • Snijdt platen
  • Schaaft, indien nodig, de platen bij
  • Zaagt sparingen uit
  • Bereidt, voor gebogen wanden en plafonds, de gebogen platen voor
  • Bevestigt platen tegen de stijlen en regels van vlakke en gebogen wanden
  • Bevestigt de platen tegen de onderstructuur van vlakke en gebogen plafonds
  • Brengt lijsten aan
  • Brengt voegbanden aan
  • Werkt de voegen af
  • Egaliseert af
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Beperkt stofemissie
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
  • Meet en traceert
  • Beschermt het geplaatste isolatiemateriaal tegen weersomstandigheden
  • Lijnt uit en plaatst stelregels
  • Lijnt en zet de hoofdmaten uit
  • Schermt openingen af
  • Lijnt uit
  • Zet de benodigde gereedschappen, profielen en platen klaar
  • Lijnt de onderstructuur uit voor vlakke en gebogen wanden en plafonds
  • Bereidt de te bewerken oppervlakten voor

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op locatie in open of gesloten bouwplaatsen (woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie).
  • Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • opmeten, meet- en materiaalstaat opstellen en bepalen van zijn werkvolgorde
  • het uitvoeren van de plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het bijhouden van de werkadministratie
  • het voorbereiden en aanbrengen van natte binnen- en buitenbepleisteringen, het plaatsen van droogbouwsystemen en gipsblokken, het afwerken en controleren
  • het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk
  • datgene wat binnen zijn opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- , gezondheids- , kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
  • afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega’s en derden
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, planning, melden van problemen/storingen en bijkomende instructies.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt op hoogte
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Houdt werkadministratie bij
  • Plant de werkzaamheden
  • Bereidt de eigen werkzaamheden voor
  • Voert thermische isolatiewerken uit
  • Plaatst lucht- en dampscherm
  • Bereidt het plaatsen van gipsblokken voor
  • Plaatst gipsblokken
  • Bereidt de natte binnenbepleistering voor
  • Brengt natte bepleistering aan in één of twee lagen
  • Brengt lijstwerk op afgepleisterde vlakken aan
  • Brengt sierwerk aan (ornamenten)
  • Beschermt de natte binnenbepleistering
  • Bereidt de buitenbepleistering voor
  • Brengt buitenbepleistering aan
  • Beschermt de buitenbepleistering
  • Bereidt de plaatsingswerken van droogbouwsystemen voor (voor vlakke en gebogen wanden en plafonds)
  • Plaatst de onderstructuur
  • Bevestigt platen van droogbouwsystemen aan de stijlen en regels van de onderstructuur
  • Werkt de aangebrachte droogbouwsystemen af

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.