Soldaat/Matroos bij defensie

 
BK-0394-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Soldaat/Matroos bij defensie

Deze benaming komt niet voor in de Competent-fiche 'Defensiepersoneel' K170101 maar is de geldende term.

Definitie

Bereidt zich voor op en neemt deel aan de militaire en humanitaire operatie teneinde de toegekende opdrachten van het hoger hiërarchisch echelon uit te voeren.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Functioneert volgens de geldende gedragsvereisten bij defensie
    • Past zich gemakkelijk aan aan veranderende omstandigheden
    • Beheert autonoom eigen prestaties
    • Beheert doeltreffend zijn tijd
    • Leeft de regels na
    • Past de ethos en de deontologische code van de organisatie toe
    • Gedraagt zich volgens de cultuur en de behoeften van de organisatie
    • Vormt zich een beeld van zijn houding en reacties in omgang met anderen
    • Geeft blijk van grote zelfstandigheid in zijn activiteiten
    • Begrijpt en aanvaardt de verschillen tussen personen
    • Beantwoordt op een adequate manier aan de uitgedrukte noden
    • Werkt samen op een constructieve manier
    • Wisselt begrijpelijk ideeën en opinies uit met de anderen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van de algemene structuur van Defensie
    • Kennis van zijn rechten en plichten als militair, van de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van militair
  • Competentie 2:
    Handelt deontologisch, loyaal en collegiaal
    • Handelt volgens de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van militair
    • Gedraagt zich respectvol, zonder te discrimineren op vlak van seksuele geaardheid, geslacht, etnische origine, leeftijd, religie, cultuur,…
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene structuur van Defensie
    • Kennis van zijn rechten en plichten als militair, van de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van militair
  • Competentie 3:
    Communiceert efficiënt en effectief met collega’s en het kader
    • Geeft op een gestructureerde, efficiënte en gepaste manier informatie door
    • Houdt rekening met het vertrouwelijk karakter van informatie
    • Gebruikt gevechtssignalen om elementaire inlichtingen te kunnen doorgeven of ontvangen
    • Gebruikt en onderhoudt communicatieapparatuur
    • Verstuurt en ontvangt eenvoudige berichten volgens de voorziene procedures
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kaartlezen
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van de radioprocedure
    • Basiskennis van communicatieapparatuur
    • Basiskennis van gevechtssignalen
    • Basiskennis van rapporteringstechnieken
  • Competentie 4:
    Ontwikkelt en onderhoudt de mentale en fysieke fitheid/conditie
    • Traint het uithoudingsvermogen, de kracht en behendigheid in functie van de fysiek eisen verbonden aan de beroepsactiviteiten en de situatie
    • Doorstaat langdurige mentale en fysieke inspanningen
    • Neemt deel aan de voorziene proeven en testen
    • Voert individuele en collectieve drillbewegingen uit zowel met als zonder wapen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van individuele en collectieve drillbewegingen
  • Competentie 5:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Informeert zich over en volgt trends en ontwikkelingen in het vakgebied op
    • Identificeert de eigen ontwikkelingsbehoeften
    • Neemt leeropportuniteiten aan om de eigen deskundigheid te verbeteren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene structuur van Defensie
  • Competentie 6:
    Bereidt zich voor op de opdracht (verkenning, gevecht, opstelling, bijstand,...)
    • Ontvangt en begrijpt een opdracht van het hoger echelon
    • Verzamelt informatie voor de opdracht (instructiekaarten, plannen,…)
    • Maakt de individuele en/of collectieve uitrusting en ander materieel klaar voor de opdracht
    • Neemt de nodige maatregelen om klaar te zijn voor de opdracht
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de algemene structuur van Defensie
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
  • Competentie 7:
    Waarborgt de eigen veiligheid en die van collega’s en dient eerste hulp toe
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
    • Past preventieve maatregelen toe om verwondingen of ontstekingen te voorkomen
    • Past preventiemaatregelen, maatregelen ter bevordering van het welzijn op de werkvloer en maatregelen voor de veiligheid op het werk toe, in het bijzonder op het vlak van de eerste hulp en brandbestrijding
    • Zorgt voor de eigen veiligheid en bescherming en die van de collega’s
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technieken voor de 'own force protection'
    • Basiskennis van eerste hulp
    • Basiskennis van de symptomen van relevante aandoeningen
    • Basiskennis van preventiemaatregelen, welzijnsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen
  • Competentie 8:
    Bereidt de individuele en collectieve bewapening voor en controleert ze
    • Voert onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan de individuele en collectieve bewapening van de groep
    • Controleert of de hoeveelheid munitie per wapen aanwezig is
    • Voert functiecontroles uit en dubbelcheckt
    • Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de effecten van verschillende soorten wapens en munities
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
  • Competentie 9:
    Gebruikt individuele en collectieve bewapening op een correcte en wettelijke manier
    • Selecteert het te gebruiken type wapen en vuur in functie van het gewenste effect
    • Past de veiligheidsregels toe bij het bedienen van de individuele en collectieve bewapening van de groep
    • Voert schietorders uit en gebruikt de bewapening volgens de voorziene voorschriften
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de effecten van verschillende soorten wapens en munities
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
    • Grondige kennis van de veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van bewapening
  • Competentie 10:
    Bewaakt kritieke zones en punten
    • Past veiligheids- en beschermingsvoorschriften toe
    • Heeft oog voor en gaat gepast om met risico’s en gevaren
    • Gebruikt gevechtsuitrusting en bewapening op een correcte manier
    • Voert wacht-, observatie- of beveiligingsrondes uit
    • Controleert personen en voertuigen
    • Reageert gepast op een bedreiging of bij het ontdekken van onveilige situaties (munitie, mijnen, ongewenste personen, …) volgens de van kracht zijnde richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de regels/procedures van de militaire veiligheid
    • Basiskennis van explosieven, de veiligheidsvoorschriften en de te volgen procedures bij het behandelen van explosieven
    • Basiskennis van CBRN-gevaren en van de beschermingsmaatregelen
    • Basiskennis van de effecten van verschillende soorten wapens en munities
    • Basiskennis van observatietechnieken
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
  • Competentie 11:
    Voert de actie uit rekening houdend met de opdracht, de situatie en het terrein
    • Gebruikt de individuele en de collectieve uitrusting van de groep om in alle omstandigheden op het terrein te leven
    • Voert opdrachten uit op bevel
    • Observeert het gebied en situeert de gevarenzone/het gevaar
    • Past de operationele werkwijze aan in functie van de situatie en opdracht
    • Oriënteert zich met behulp van de beschikbaar middelen: bepaalt de standplaats, een azimut naar een ander punt en een volgweg daarnaartoe
    • Gebruikt tactische vorderingstechnieken die aangepast zijn aan het terrein
    • Treedt op vanuit een gedekte positie
    • Past het recht der gewapende conflicten in eenvoudige gevallen toe
    • Gebruikt gevechtsuitrusting en bewapening op een correcte manier
    • Past basisgevechtstechnieken zonder wapens toe
    • Reageert gepast op een (CBRN)bedreiging
    • Respecteert het milieu in de mate van het mogelijke volgens de voorschriften en de situatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de regels/procedures van de militaire veiligheid
    • Basiskennis van het recht der gewapende conflicten
    • Basiskennis van CBRN-gevaren en van de beschermingsmaatregelen
    • Basiskennis van milieuvoorschriften
    • Basiskennis van de effecten van verschillende soorten wapens en munities
    • Basiskennis van orientatietechnieken
    • Basiskennis van kaartlezen
    • Basiskennis van observatietechnieken
    • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
    • Kennis van basisgevechtstechnieken zonder wapens
    • Kennis van het leven in operationele omstandigheden
    • Kennis van individuele tactiek en vordering bij dag en nacht
  • Competentie 12:
    Reageert gepast bij het ontdekken van ontploffingstuigen
    • Herkent ontploffingstuigen
    • Bepaalt de ligging van een explosief, mijn, … en bakent de zone af
    • Past individuele veiligheidsmaatregelen toe
    • Reageert correct volgens de procedures
    • Gebruikt opsporingsmaterieel
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de regels/procedures van de militaire veiligheid
    • Basiskennis van explosieven, de veiligheidsvoorschriften en de te volgen procedures bij het behandelen van explosieven
    • Basiskennis van CBRN-gevaren en van de beschermingsmaatregelen

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de regels/procedures van de militaire veiligheid
  • Basiskennis van de technieken voor de 'own force protection'
  • Basiskennis van het recht der gewapende conflicten
  • Basiskennis van explosieven, de veiligheidsvoorschriften en de te volgen procedures bij het behandelen van explosieven
  • Basiskennis van CBRN-gevaren en van de beschermingsmaatregelen
  • Basiskennis van milieuvoorschriften
  • Basiskennis van de effecten van verschillende soorten wapens en munities
  • Basiskennis van orientatietechnieken
  • Basiskennis van kaartlezen
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van de radioprocedure
  • Basiskennis van communicatieapparatuur
  • Basiskennis van gevechtssignalen
  • Basiskennis van observatietechnieken
  • Basiskennis van rapporteringstechnieken
  • Basiskennis van eerste hulp
  • Basiskennis van de symptomen van relevante aandoeningen
  • Basiskennis van preventiemaatregelen, welzijnsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen
  • Basiskennis van de algemene structuur van Defensie
  • Kennis van zijn rechten en plichten als militair, van de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van militair
  • Kennis van individuele en collectieve uitrusting, systemen en bewapening (types, kenmerken, gebruik, onderhoud, herstellingen)
  • Kennis van individuele en collectieve drillbewegingen
  • Kennis van basisgevechtstechnieken zonder wapens
  • Kennis van het leven in operationele omstandigheden
  • Kennis van individuele tactiek en vordering bij dag en nacht
  • Grondige kennis van de veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van bewapening

Cognitieve vaardigheden

  • Beheert autonoom eigen prestaties
  • Leeft de regels na
  • Past de ethos en de deontologische code van de organisatie toe
  • Gedraagt zich volgens de cultuur en de behoeften van de organisatie
  • Vormt zich een beeld van zijn houding en reacties in omgang met anderen
  • Geeft blijk van grote zelfstandigheid in zijn activiteiten
  • Begrijpt en aanvaardt de verschillen tussen personen
  • Beantwoordt op een adequate manier aan de uitgedrukte noden
  • Werkt samen op een constructieve manier
  • Wisselt begrijpelijk ideeën en opinies uit met de anderen
  • Handelt volgens de reglementaire voorschriften, de gedrags- en ethische regels en de waarden verbonden aan de staat van militair
  • Gedraagt zich respectvol, zonder te discrimineren op vlak van seksuele geaardheid, geslacht, etnische origine, leeftijd, religie, cultuur,…
  • Geeft op een gestructureerde, efficiënte en gepaste manier informatie door
  • Houdt rekening met het vertrouwelijk karakter van informatie
  • Gebruikt gevechtssignalen om elementaire inlichtingen te kunnen doorgeven of ontvangen
  • Verstuurt en ontvangt eenvoudige berichten volgens de voorziene procedures
  • Informeert zich over en volgt trends en ontwikkelingen in het vakgebied op
  • Identificeert de eigen ontwikkelingsbehoeften
  • Ontvangt en begrijpt een opdracht van het hoger echelon
  • Verzamelt informatie voor de opdracht (instructiekaarten, plannen,…)
  • Neemt de nodige maatregelen om klaar te zijn voor de opdracht
  • Past preventieve maatregelen toe om verwondingen of ontstekingen te voorkomen
  • Past preventiemaatregelen, maatregelen ter bevordering van het welzijn op de werkvloer en maatregelen voor de veiligheid op het werk toe, in het bijzonder op het vlak van de eerste hulp en brandbestrijding
  • Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
  • Selecteert het te gebruiken type wapen en vuur in functie van het gewenste effect
  • Past de veiligheidsregels toe bij het bedienen van de individuele en collectieve bewapening van de groep
  • Past veiligheids- en beschermingsvoorschriften toe
  • Gebruikt gevechtsuitrusting en bewapening op een correcte manier
  • Voert wacht-, observatie- of beveiligingsrondes uit
  • Gebruikt de individuele en de collectieve uitrusting van de groep om in alle omstandigheden op het terrein te leven
  • Voert opdrachten uit op bevel
  • Observeert het gebied en situeert de gevarenzone/het gevaar
  • Oriënteert zich met behulp van de beschikbaar middelen: bepaalt de standplaats, een azimut naar een ander punt en een volgweg daarnaartoe
  • Gebruikt tactische vorderingstechnieken die aangepast zijn aan het terrein
  • Treedt op vanuit een gedekte positie
  • Past het recht der gewapende conflicten in eenvoudige gevallen toe
  • Gebruikt gevechtsuitrusting en bewapening op een correcte manier
  • Respecteert het milieu in de mate van het mogelijke volgens de voorschriften en de situatie
  • Herkent ontploffingstuigen
  • Bepaalt de ligging van een explosief, mijn, … en bakent de zone af
  • Past individuele veiligheidsmaatregelen toe
  • Reageert correct volgens de procedures

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich gemakkelijk aan aan veranderende omstandigheden
  • Beheert doeltreffend zijn tijd
  • Neemt leeropportuniteiten aan om de eigen deskundigheid te verbeteren
  • Zorgt voor de eigen veiligheid en bescherming en die van de collega’s
  • Heeft oog voor en gaat gepast om met risico’s en gevaren
  • Reageert gepast op een bedreiging of bij het ontdekken van onveilige situaties (munitie, mijnen, ongewenste personen, …) volgens de van kracht zijnde richtlijnen
  • Past de operationele werkwijze aan in functie van de situatie en opdracht
  • Reageert gepast op een (CBRN)bedreiging

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt en onderhoudt communicatieapparatuur
  • Traint het uithoudingsvermogen, de kracht en behendigheid in functie van de fysiek eisen verbonden aan de beroepsactiviteiten en de situatie
  • Doorstaat langdurige mentale en fysieke inspanningen
  • Neemt deel aan de voorziene proeven en testen
  • Voert individuele en collectieve drillbewegingen uit zowel met als zonder wapen
  • Maakt de individuele en/of collectieve uitrusting en ander materieel klaar voor de opdracht
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne
  • Voert onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit aan de individuele en collectieve bewapening van de groep
  • Controleert of de hoeveelheid munitie per wapen aanwezig is
  • Voert functiecontroles uit en dubbelcheckt
  • Voert schietorders uit en gebruikt de bewapening volgens de voorziene voorschriften
  • Controleert personen en voertuigen
  • Past basisgevechtstechnieken zonder wapens toe
  • Gebruikt opsporingsmaterieel

Omgevingscontext

  • Het beroep wordt uitgeoefend in een variërende omgeving, gaande van een uiterst complexe en potentieel levensbedreigende inzet in het buitenland of aan boord van een oorlogsbodem tot een gestructureerde omgeving in een kazerne.
  • De werkomstandigheden kunnen moeilijk zijn: leven op terrein, langdurig in een kleine geïsoleerde groep samenleven, gescheiden van familie, blootstelling aan meteorologische omstandigheden,…
  • Het beroep wordt uitgeoefend met een zeer variërend tijdschema waarbij een hoge graad van vermoeidheid kan optreden.
  • Het beroep wordt overwegend uitgeoefend in groep waarbij een hoge graad van sociale interactie in moeilijke omstandigheden nodig kan zijn.
  • De opdrachten worden veelal uitgeoefend in een omgeving waarbij strikte tijdschema’s gerespecteerd moeten worden. De soldaat/matroos moet soms werken onder tijdsdruk, maar respecteert ten allen tijde de veiligheidsnormen en de wettelijke voorschriften, in het bijzonder deze van het humanitair recht en het Internationaal Recht der Gewapende Conflicten.
  • Het dragen van een uniform/persoonlijke (beschermings)kledij tijdens de beroepsuitoefening is verplicht en moet in overeenstemming zijn met de normen vastgelegd voor de opdracht.
  • De soldaat/matroos werkt onder het bevel van zijn oversten en is bij de uitoefening van opdrachten gebonden aan reglementering, procedures, gedrags- en ethische regels.
  • De soldaat/matroos komt in contact met verschillende actoren (collega’s, kader, burgers,…).

Handelingscontext

  • Bij de uitvoering van bepaalde opdrachten (in complexe omgevingen) dreigt potentieel gevaar voor het eigen leven en dat van anderen.
  • De opdrachten van de soldaat/matroos vereisen een zeer goede fysieke conditie.
  • De soldaat/matroos moet zeer aandachtig zijn voor verschillende elementen om de eigen veiligheid en deze van anderen (collega’s, kader, burgers,…) te waarborgen. Sommige opdrachten kunnen een langere periode beslaan waardoor een hoge graad van vermoeidheid kan optreden die het aandachtsniveau kan beïnvloeden.
  • De uitoefening van het beroep vraagt flexibiliteit om zich te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden
  • Op een gepaste manier omgaan met de militaire hiërarchie en gezag.
  • Op een gepaste manier omgaan met diversiteit.
  • Voorzichtig en gepast omgaan met de individuele en collectieve bewapening, rekening houdend met de geldende veiligheidsregels
  • Voortdurend aandacht hebben voor de preventie van of de bescherming tegen specifieke risico’s of bedreigingen.
  • Op een constructieve en heldere manier informatie uitwisselen met collega’s en kader.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden en uitvoeren van de opdracht
Is gebonden aan
  • de militaire reglementen en voorschriften
  • de ontvangen orders (mondeling of geschreven)
  • de inzetregels (rules of engagement)
  • de beschikbare wapensystemen en de veiligheidsvoorschriften
  • de weersomstandigheden en buitentemperaturen
Doet beroep op
  • een collega bij het uitvoeren van de opdracht (indien nodig) of voor ondersteuning, advies
  • de hiërarchisch verantwoordelijke voor het verkrijgen van een order, bij het uitvoeren van de opdracht, bij problemen of gevaar

Verantwoordelijkheid

  • Functioneert volgens de geldende gedragsvereisten bij defensie
  • Handelt deontologisch, loyaal en collegiaal
  • Communiceert efficiënt en effectief met collega’s en het kader
  • Ontwikkelt en onderhoudt de mentale en fysieke fitheid/conditie
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Bereidt zich voor op de opdracht (verkenning, gevecht, opstelling, bijstand,...)
  • Waarborgt de eigen veiligheid en die van collega’s en dient eerste hulp toe
  • Bereidt de individuele en collectieve bewapening voor en controleert ze
  • Gebruikt individuele en collectieve bewapening op een correcte en wettelijke manier
  • Bewaakt kritieke zones en punten
  • Voert de actie uit rekening houdend met de opdracht, de situatie en het terrein
  • Reageert gepast bij het ontdekken van ontploffingstuigen

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Soldaat/Matroos bij defensie’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in Wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, Art. 7, 8 en 9.