Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Dispatcher spoorvervoer

 
BK-0095-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Dispatcher spoorvervoer

In de competent-fiche N440101 Medewerker spoorwegnet wordt de titel ‘dispatcher van het spoorwegnet’ bij de andere benamingen vermeld.

Voor dit dossier werd de titel ‘Dispatcher spoorvervoer’ gekozen omwille van de parallellie met de andere dispatcher dossiers en vermits dit de gangbare term is binnen de sector.

Definitie

Het organiseren, coördineren en controleren van bewegingen van goederentreinen op technisch (gewicht, gebruik van wagons, wagontypes samenstellingsvoorwaarden,…), operationeel (laden/lossen van vracht,…) en organisatorisch vlak (planning, communicatie,…) rekening houdend met kwaliteits- en veiligheidsnormen, voorschriften en reglementering teneinde de beschikbare spoorcapaciteit adequaat en efficiënt te organiseren en te komen tot een optimaal gebruik van de volledige keten van het spoorvervoer.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 1, 2014

Competenties

Opsomming competenties

Plannen en organiseren van het transport
  • Competentie 1:
    De behandeling van de goederen/personeelsinzet/routes organiseren/plannen/programmeren volgens de daartoe geëigende methoden (bv. lastenboeken, opdrachten,…)
    • Volgt procedures en werkmethodes
    • Leest en begrijpt orders/opdrachten
    • Sorteert en groepeert orders/opdrachten
    • Bepaalt, bij drukte, prioriteiten
    • Past, indien nodig, de planning aan
    • Wisselt informatie uit met collega’s, verantwoordelijken en/of klant
    • Gebruikt software voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Elektronic Data Interchange)
    • Gebruikt planningsinstrumenten
    • Zorgt continu voor een afstemming tussen de te vervoeren goederen/gevraagde diensten en het beschikbare materieel
  • Competentie 2:
    De toewijzing van (rollend) materieel plannen en organiseren
    • Gebruikt bedrijfseigen software (vb. Terminal Operating Systems - TOS)
    • Gebruikt planningsinstrumenten
Opvolgen van het transport
  • Competentie 3:
    De uitvoering van het transport opvolgen, controleren, gebreken identificeren en bijsturen
    • Gebruikt elektronische applicaties om de goederen/voertuigen te allen tijde te lokaliseren en op te volgen
    • Verschaft de klant/de chauffeur indien gewenst informatie over de stand van zaken
    • Wisselt informatie uit met interne en externe diensten
    • Schat de aard en de omvang van problemen in
    • Doet de klant/de chauffeur een voorstel voor oplossing volgens de gangbare procedures
  • Competentie 4:
    De opvolgdocumenten (operationele en administratieve documenten) van de activiteiten invullen, afwijkingen vaststellen en verbeteringen voorstellen
    • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
    • Gebruikt domeinspecifieke software
    • Rapporteert intern en extern
    • Geeft de documenten door aan de administratie
  • Competentie 5:
    Toezien op de toepassing van procedures en regels op vlak van veiligheid, kwaliteit, milieu, en hygiëne
    • Ziet (proactief) toe op de correcte uitvoering van de opdrachten
    • Zet, indien nodig, noodprocedures in werking
    • Contacteert, indien nodig, de technische dienst
    • Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
    • Volgt, coördineert en registreert bijkomende dienstverlening
  • Competentie 6:
    Technische informatie over het verloop van de werkzaamheden bijhouden en aan internen en externen bezorgen
    • Gebruikt domeinspecifieke software
    • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
    • Gebruikt instrumenten voor radioverkeer
    • Gebruikt vakterminologie
    • Wisselt informatie uit met interne en externe diensten (doorsturen gegevens om bij te sturen, systematisch informeren en rapporteren)
  • Competentie 7:
    De evoluties en de uitbating van het eigen werkterrein bepalen en de toepassing opvolgen
    • Ziet toe op de productiviteit, rendabiliteit
    • Zorgt voor een goede voortgang van de werkzaamheden
  • Competentie 8:
    De activiteiten van medewerkers operationeel opvolgen binnen de geldende wetgeving/regelgeving/procedures
    • Gebruikt domeinspecifieke software
    • Gebruikt planningsinstrumenten
    • Gebruikt kantoorsoftware
    • Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
    • Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers
    • Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
  • Competentie 9:
    Technische gegevens verzamelen en de verdeling van de lading berekenen en organiseren
    • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
    • Gebruikt domeinspecifieke software
    • Heeft inzicht in het laadvermogen van de wagon en/of trein en kan het laadvermogen optimaal benutten
    • Berekent de lading en controleert de berekeningen over de lading, rekening houdend met de eigenschappen van de goederen, de kenmerken van de wagon, de afmetingen van goederen, wijze van stapelen, stabiliteit, …
    • Ziet er op toe dat de lading de stabiliteit tijdens de reis niet in gevaar kan brengen
  • Competentie 10:
    Het opvolgen van de wagonfleet
    • Plant de treinpaden/rijpaden en locomotieven in
    • Volgt de planning op van de locomotieven en treinpaden
    • Coördineert tussen verschillende (tractie)maatschappijen bij wijzigingen in verband met het beschikbaar materiaal
    • Herpositioneert overtollige wagens en signaleert aan de spoorwegmaatschappij, de klant,… wanneer er tekorten aan rollend materieel dreigen
    • Voorziet in een optimale matching tussen boekingen van ladingen enerzijds en de beschikbaarheid van relevante wagon-types anderzijds
    • Verzamelt informatie over de positie van de treinen en hun samenstelling
  • Competentie 11:
    Bereidt ladingen administratief voor (CIM-vrachtbrief, douanedocumenten, RID,…)
  • Competentie 12:
    Het treinverkeer opvolgen en regelen in geval van onregelmatigheden zoals afgelastingen, vertragingen, technische defecten die een invloed hebben op de inzet van het personeel
    • Gebruikt het beeldscherm voor de visualisatie en regeling van het verkeer
    • Communiceert met alle actoren binnen de volledige keten van het spoorvervoer (opdrachtgever, terminaloperator, infrastructuurbeheerder van het spoorwegnet, …)
    • Bepaalt de volgorde voor het binnenrijden
    • Geeft vertragingen in in bedrijfseigen IT-systemen
    • Houdt rekening met werkschema’s van de verschillende bestuurders
    • Zoekt oplossingen bij onregelmatigheden
    • Organiseert in real-time eerstelijnsinterventies volgens voorgeschreven procedures om zo snel mogelijk een trein te deblokkeren
    • Coördineert van op afstand teams die herstellingen moeten uitvoeren
  • Competentie 13:
    De veiligheidsvoorziening van de interventiezone controleren (bescherming van het personeel op het spoor, spreiding tussen de treinen,…) en naargelang de behoefte tussenkomen
    • Analyseert technische richtlijnen en past deze toe
    • Controleert de zichtbaarheid van de verkeerspistes
    • Gebruikt instrumenten voor algemene communicatie (telefoon,…)
    • Controleert de toepassing van de veiligheidsvoorschriften door de medewerker op het spoor
    • Communiceert met alle actoren binnen de behandelingsketen van het spoorvervoer
    • Voert de opdracht uit volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken
  • Competentie 14:
    Noodmaatregelen toepassen in geval van storingen (vervangtransport,…)
    • Zorgt voor oplossingen bij storingen in het spoorverkeer (andere trein, …)
    • Gebruikt instrumenten voor algemene communicatie (telefoon,…)
    • Geeft gericht informatie, zowel intern als extern (bijv. aan de klant) over het treinverkeer, vertrekuren, spoorwijzingen, alternatieve routes,…
  • Competentie 15:
    Trajecten van treinen aanpassen in geval van probleemsituaties in het spoorverkeer
    • Voert de opdracht uit volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken
    • Houdt in de mate van het mogelijke rekening met de werkschema’s van de verschillende bestuurders
    • Gebruikt de geëigende communicatiekanalen (telefoon,…)
  • Competentie 16:
    De beladingssamenstelling van de treinen uitwerken (type en aantal wagons) in functie van de goederenstroom
    • Analyseert de goederenstroom op een specifiek traject
    • Stelt de trein samen op basis van voorgaande analyse
    • Voert de opdracht uit volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken
    • Geeft de samenstelling door aan de spoorwegmaatschappij, klant, …
    • Controleert het veilig verloop van het samenstellen van goederentreinen

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de goederenstations (rangeer- en vormingsstations) gebruikt voor goederentransport
  • Basiskennis van de organisatie van de nationale en internationale transportketen en de tussenpersonen
  • Basiskennis van de reglementering voor het goederentransport
  • Basiskennis van drie vreemde talen (Engels, Frans, Duits). De beroepsbeoefenaar beheerst de vaktechnische terminologie. Daarnaast kan de beroepsbeoefenaar zich verstaanbaar maken ten aanzien van een native speaker
  • Basiskennis van een optimaal gebruik van ruimte
  • Basiskennis van ladingszekering en -beveiliging
  • Basiskennis van meetkundige principes (gewicht, oppervlakte, volume)
  • Basiskennis van sociale wetgeving (basiskennis regelgeving en cao’s m.b.t. planning, uurroosters,…)
  • Kennis van buitengewone vervoeren
  • Kennis van courante software (tekstverwerking, rekenblad, ...)
  • Kennis van de organisatie en werking van het spoorwegnet
  • Kennis van de organisatie van het spoor
  • Kennis van de regelgeving RID (Regulations concerning the International carriage of Dangerous goods by rail)
  • Kennis van doelgerichte (digitale en analoge) communicatie
  • Kennis van het gebruik van de informatie- en communicatietechnologieën (internet, e-mail, ...)
  • Kennis van internationale documenten (transport- en douanedocumenten, vergunningen,…)
  • Kennis van (nationale en internationale) normen met betrekking tot veiligheid, kwaliteit en milieu
  • Kennis van nationale en internationale treinpaden en terminals (Europees spoorwegennet) en de kosten die daaraan verbonden zijn
  • Kennis van principes van klantvriendelijkheid
  • Kennis van principes voor crisisinterventie
  • Kennis van procedures bij spoorverkeer
  • Kennis van rapporteringstechnieken en -procedures
  • Kennis van technieken voor de uitwerking van de belading van toestellen (gewicht, balans, ...)
  • Kennis van technieken voor het leiden van een team (functioneel aansturen)
  • Kennis van veiligheidsregels voor samenladingsvoorschriften voor (gevaarlijke) goederen/producten
  • Kennis van verschillende types van lading en vervoerseenheden
  • Kennis van wagontypes
  • Grondige kennis en toepassing van navigatiemateriaal (routeplanner, GPS, VHF, radar, wegenkaarten, internet, ...)
  • Grondige kennis en toepassing van professionele software voor transport (Transport Management Systeem) voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Electronic Data Interchange)
  • Grondige kennis van de technische en wettelijke voorwaarden om een trein te laten rijden op nationaal en/of internationaal traject
  • Grondige kennis van planningsmethodieken
  • Grondige kennis van rollend materieel (wagentypes gerelateerd aan de betreffende ladingen en van de diverse types locomotieven)

Cognitieve vaardigheden

  • Analyseert de goederenstroom op een specifiek traject
  • Analyseert technische richtlijnen en past deze toe
  • Bepaalt de volgorde voor het binnenrijden
  • Bereidt ladingen administratief voor (CIM-vrachtbrief, douanedocumenten, RID,…)
  • Berekent de lading en controleert de berekeningen over de lading, rekening houdend met de eigenschappen van de goederen, de kenmerken van de wagon, de afmetingen van goederen, wijze van stapelen, stabiliteit, …
  • Communiceert met alle actoren binnen de behandelingsketen van het spoorvervoer
  • Communiceert met alle actoren binnen de volledige keten van het spoorvervoer (opdrachtgever, terminaloperator, infrastructuurbeheerder van het spoorwegnet, …)
  • Contacteert, indien nodig, de technische dienst
  • Controleert de toepassing van de veiligheidsvoorschriften door de medewerker op het spoor
  • Controleert de zichtbaarheid van de verkeerspistes
  • Controleert het veilig verloop van het samenstellen van goederentreinen
  • Coördineert tussen verschillende (tractie)maatschappijen bij wijzigingen in verband met het beschikbaar materiaal
  • Coördineert van op afstand teams die herstellingen moeten uitvoeren
  • Gebruikt bedrijfseigen software (vb. Terminal Operating Systems - TOS)
  • Gebruikt domeinspecifieke software
  • Gebruikt elektronische applicaties om de goederen/voertuigen te allen tijde te lokaliseren en op te volgen
  • Gebruikt het beeldscherm voor de visualisatie en regeling van het verkeer
  • Gebruikt instrumenten voor algemene communicatie (telefoon,…)
  • Gebruikt instrumenten voor radioverkeer
  • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
  • Gebruikt planningsinstrumenten
  • Gebruikt software voor de uitwisseling van computergegenereerde gegevens (EDI - Elektronic Data Interchange)
  • Gebruikt vakterminologie
  • Geeft de documenten door aan de administratie
  • Geeft de samenstelling door aan de spoorwegmaatschappij, klant, …
  • Geeft vertragingen in in bedrijfseigen IT-systemen
  • Herpositioneert overtollige wagens en signaleert aan de spoorwegmaatschappij, de klant,… wanneer er tekorten aan rollend materieel dreigen
  • Houdt in de mate van het mogelijke rekening met de werkschema’s van de verschillende bestuurders
  • Houdt rekening met werkschema’s van de verschillende bestuurders
  • Leest en begrijpt orders/opdrachten
  • Plant de treinpaden/rijpaden en locomotieven in
  • Sorteert en groepeert orders/opdrachten
  • Stelt de trein samen op basis van voorgaande analyse
  • Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten
  • Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers
  • Verschaft de klant/de chauffeur indien gewenst informatie over de stand van zaken
  • Verzamelt informatie over de positie van de treinen en hun samenstelling
  • Voert de opdracht uit volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken
  • Volgt, coördineert en registreert bijkomende dienstverlening
  • Volgt de planning op van de locomotieven en treinpaden
  • Volgt procedures en werkmethodes
  • Voorziet in een optimale matching tussen boekingen van ladingen enerzijds en de beschikbaarheid van relevante wagon-types anderzijds
  • Wisselt informatie uit met interne en externe diensten (doorsturen gegevens om bij te sturen, systematisch informeren en rapporteren)
  • Ziet (proactief) toe op de correcte uitvoering van de opdrachten
  • Ziet toe op de productiviteit, rendabiliteit
  • Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten
  • Zorgt voor een goede voortgang van de werkzaamheden

Probleemoplossende vaardigheden

  • Bepaalt, bij drukte, prioriteiten
  • Doet de klant/de chauffeur een voorstel voor oplossing volgens de gangbare procedures
  • Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van medewerkers
  • Heeft inzicht in het laadvermogen van de wagon en/of trein en kan het laadvermogen optimaal benutten
  • Organiseert in real-time eerstelijnsinterventies volgens voorgeschreven procedures om zo snel mogelijk een trein te deblokkeren
  • Past, indien nodig, de planning aan
  • Schat de aard en de omvang van problemen in
  • Zet, indien nodig, noodprocedures in werking
  • Ziet er op toe dat de lading de stabiliteit tijdens de reis niet in gevaar kan brengen
  • Zoekt oplossingen bij onregelmatigheden
  • Zorgt continu voor een afstemming tussen de te vervoeren goederen/gevraagde diensten en het beschikbare materieel
  • Zorgt voor oplossingen bij storingen in het spoorverkeer (andere trein, …)

Motorische vaardigheden

  • Geen louter motorische vaardigheden

Omgevingscontext

  • De dispatcher komt in contact met interne partners (goederencontroleurs, planning manager, lijnbedienden, technische dienst, operationele medewerkers). Daarnaast komt de dispatcher ook in contact met externe partners (rederijen-scheepsagenten, herstellers van containers, spoorwegoperatoren, havenautoriteiten, transporteurs, truckers, schippers, shuntfirma’s).
  • De dispatcher werkt hoofdzakelijk aan een bureau (administratief).
  • De dispatcher werkt vaak een computer, wat belastend kan zijn voor de ogen.
  • De dispatcher zal geconfronteerd worden met een variërend werkritme. Piekmomenten geven aanleiding tot een grote werk- en tijdsdruk die stressbestendigheid vraagt.
  • Er wordt in een wisselend ploegenstelsel (shiften) gewerkt. Het is mogelijk dat de dispatcher tijdens het weekend, op feestdagen of ‘s nachts moet werken.
  • Het werk van de dispatcher (de volgorde van de activiteiten) wordt bepaald door een logische workflow. Gekende werkwijzen en procedures dienen echter flexibel aangewend te worden (prioriteiten stellen,…). Daarnaast moet de dispatcher ook frequent inspelen op wisselende elementen/onverwachte situaties/onvoorziene omstandigheden die een real-time bijsturing van de planning kunnen vragen.

Handelingscontext

  • De dispatcher is flexibel en stressbestendig omdat in de planning vaak met deadlines rekening gehouden moet worden.
  • De dispatcher moet constant de nodige aandacht, nauwkeurigheid en precisie aan de dag leggen bij de opmaak en opvolging van de opdrachten die van vele elementen afhankelijk zijn.
  • De dispatcher moet de dienstverlening optimaliseren en de kost minimaliseren door het gelijktijdig in het oog houden van/rekening te houden met verschillende elementen: tijdsdruk, gemaakte (dag)afspraken, beschikbaarheid van middelen en personeel, deadlines, voorschriften, tijdsinschatting van opeenvolgende taken,… De dispatcher kan daarbij vlot en foutloos schakelen tussen verschillende opdrachten.
  • Het ingeven van gegevens/posities in het systeem en het opmaken van documenten (bv. vrachtbrief,…) vraagt een grote zorgvuldigheid.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van de bovenvermelde taken. De dispatcher spoorvervoer coördineert de beweging van goederentreinen.
Is gebonden aan
  • procedures m.b.t. het opvolgen en regelen van het treinverkeer, het uitwerken van de beladingssamenstelling van de treinen. Hij/zij moet ook rekening houden met de veiligheidsnormen.
Doet beroep op
  • een leidinggevende om de uit te voeren werkzaamheden onmiddellijk bij te sturen in geval van afwijking. Hij/zij overlegt ook met de leidinggevende indien hij/zij te maken krijgt met problemen waarmee hij/zij niet eerder geconfronteerd werd.

Verantwoordelijkheid

  • Aangepaste trajecten van treinen in geval van probleemsituaties in het spoorverkeer
  • Administratief voorbereide ladingen
  • Bijgehouden technische informatie die bezorgd werd aan internen en externen
  • Gecontroleerde veiligheidsvoorziening van de interventiezone (bescherming van het personeel op het spoor, spreiding tussen de treinen,…)
  • Georganiseerde/geplande toewijzing van (rollend) materieel
  • Georganiseerde/geplande/geprogrammeerde behandeling van de goederen/personeelsinzet/routes volgens de daartoe geëigende methoden
  • Ingevulde opvolgdocumenten waarbij afwijkingen werden vastgesteld en verbeteringen werden voorgesteld
  • Opgevolgd en gecontroleerde uitvoering van het transport waarbij, indien nodig, gebreken werden geïdentificeerd en bijgestuurd
  • Opgevolgd treinverkeer en geregeld treinverkeer in geval van onregelmatigheden zoals afgelastingen, vertragingen, technische defecten die een invloed hebben op de inzet van het personeel
  • Opgevolgde activiteiten van medewerkers binnen de geldende wetgeving/regelgeving/procedures
  • Opgevolgde wagonfleet
  • Opgevolgde werking van het eigen werkterrein op vlak van productiviteit, rendabiliteit en efficiëntie
  • Toegepaste noodmaatregelen in geval van storingen
  • Toegepaste procedures en regels op vlak van veiligheid, kwaliteit, milieu, en hygiëne
  • Uitgewerkte beladingssamenstelling van de treinen in functie van de goederenstroom
  • Verzamelde technische gegevens en een berekende en georganiseerde verdeling van de lading

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.