Conciërge
BK-0473-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Conciërge
Deze benaming komt voor in de Competent fiche "K250101 Toezichthouder van lokalen en gebouwen (m/v)"
Definitie
De conciërge is belast met het toezicht op de gemeenschappelijke delen van een gebouw of groep van gebouwen, het verrichten van (kleine) onderhoudswerken aan gemeenschappelijke (technische) installaties alsook het schoonmaken van de gemeenschappelijke delen binnen en buiten het gebouw of groep van gebouwen teneinde de veiligheid, rust en netheid van het gebouw te verzekeren.
Niveau (VKS en EQF)
3
Jaar van erkenning
versie 1, 2020
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Werkt samen met andere actoren
- Communiceert efficiënt met alle actoren (syndicus, bewoners,…)
- Wisselt informatie uit met syndicus, bewoners en bezoekers
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Rapporteert aan de leidinggevende(n)
- Ontvangt en begeleidt de dienstverleners (water, elektriciteit,...)
- Tekent de noodzakelijke documenten af na het uitvoeren van prestaties
- Past zich flexibel aan (verandering van werkschema,…)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van de werking van de syndicus in relatie met het bestuursorgaan
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van onderhoudswerkzaamheden
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt ergonomisch
- Werkt economisch
- Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
- Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Meldt problemen aan de leidinggevende
- Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
- Verplaatst zich op efficiënte wijze
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van economisch werken
- Kennis van rechten en plichten van de conciërge
- Kennis van het reglement van inwendige orde
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van beschermingsmiddelen
- Kennis van veiligheidsregels
- Kennis van ergonomisch werken
- Competentie 3:
Bereidt eigen werkzaamheden voor
- Plant de dagelijkse en de periodieke werkzaamheden
- Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van onderhoudswerkzaamheden
- Kennis van veiligheidsregels
- Kennis van ergonomisch werken
- Competentie 4:
Maakt gemeenschappelijke ruimtes en de directe omgeving schoon
- Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
- Bereidt het(schoonmaak) materieel voor
- Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
- Plaatst indien nodig waarschuwingstekens
- Respecteert het materieel en gebruikt het op correcte wijze
- Maakt de opgegeven ruimtes en omgeving schoon (trappen, portalen, liften,…)
- Maakt het schoonmaakmaterieel schoon en onderhoudt het
- Ruimt de werkplek op
- Maakt de omgeving sneeuwvrij
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van economisch werken
- Basiskennis van ontsmettingsproducten
- Kennis van onderhoudswerkzaamheden
- Kennis van beschermingsmiddelen
- Kennis van veiligheidsregels
- Kennis van ergonomisch werken
- Kennis van richtlijnen voor hygiëne en netheid
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures
- Kennis van schoonmaakproducten
- Kennis van schoonmaakmateriaal
- Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
- Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
- Kennis van verschillende soorten oppervlakken
- Competentie 5:
Onderhoudt groene ruimtes
- Gebruikt tuin- en snoeigereedschap (hark, bladblazer, snoeischaar,...)
- Verwijdert onkruid, bladeren, afval en andere voorwerpen
- Geeft bloemen en planten water
- Maait het gras
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van basissnoeitechnieken
- Basiskennis van tuinonderhoud
- Kennis van courant tuingereedschap
- Competentie 6:
Onderhoudt afvalrecipiënten (vuilnisbakken, containers, laadbakken, …) en stelt ze ter beschikking waarbij de gescheiden afvalsortering wordt gecontroleerd
- Plaats het gesorteerde afval buiten op de stoep of aan de rooilijn voor afhaling
- Houdt zich aan de ophaalplanning
- Reinigt de afvalrecipiënten na het ophalen van het afval
- Plaatst de afvalrecipiënten na lediging op de juiste plaats
- Spreekt huurders, bewoners of bezoekers aan bij fout gebruik
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ontsmettingsproducten
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures
- Kennis van schoonmaakproducten
- Kennis van schoonmaakmateriaal
- Kennis van soorten afval en afvalsortering
- Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
- Competentie 7:
Informeert huurders, bewoners, bezoekers,...
- Beantwoordt vragen
- Maakt de eigen beschikbaarheid en bereikbaarheid kenbaar
- Past taalgebruik aan het doelpubliek aan
- Gaat vertrouwelijk om met informatie
- Biedt hulp aan personen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van conflicthantering
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
- Competentie 8:
Houdt toezicht op ruimtes, goederen en controleert of bewoners, huurders of bezoekers het interne reglement naleven
- Oefent controle uit in het gebouw
- Heeft toegang tot installaties voor monitorbewaking
- Bewaart het overzicht van het gebouw
- Controleert de afspraken over toegangen tot het gebouw
- Spreekt overtreders van regels aan en corrigeert hen (lawaaihinder,...)
- Houdt toezicht op het aanzicht, de netheid en de hygiëne van de gemeenschappelijke ruimtes, lokalen en uitrusting
- Merkt problemen inzake netheid op (graffiti, vuilnis,…) en meldt dit
- Ziet toe dat de eigenaars en de bewoners de regels van inwendige orde naleven en rapporteert desgevallend aan de leidinggevende
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van conflicthantering
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van het reglement van inwendige orde
- Kennis van richtlijnen voor hygiëne en netheid
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
- Competentie 9:
Verzamelt, meldt en/of behandelt klachten, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen
- Houdt gegevens bij over de aard en het tijdstip van klachten, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen
- Bespreekt de klacht, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen met de betrokkenen
- Schat de ernst van de situatie in
- Gaat na wat de oorzaak is
- Geeft de klacht, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen aan de betrokken instantie door of doet een voorstel voor oplossing
- Rapporteert mondeling en/of schriftelijk
- Houdt zich aan regels en afspraken van de organisatie
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van conflicthantering
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
- Competentie 10:
Vervangt of herstelt beschadigde elementen (lampen, kraankoppelingen, bijschilderen,...)
- Gebruikt materiaal en/of gereedschap
- Vervangt of herstelt het beschadigde voorwerp
- Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van schilderwerken
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van loodgieterij
- Kennis van basisgereedschap
- Kennis van veiligheidsregels
- Kennis van kleine herstelwerken
- Competentie 11:
Controleert de staat van het gebouw
- Test de werking van het gemeenschappelijke materieel en installaties
- Controleert het gebouw preventief tegen weerschade, waterleiding- of kraanbreuken,...
- Merkt afwijkingen, schade,… aan de staat van het gebouw op en onderneemt actie
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van schilderwerken
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van loodgieterij
- Kennis van onderhoudswerkzaamheden
- Kennis van veiligheidsregels
- Competentie 12:
Controleert en onderhoudt gemeenschappelijke toestellen
- Controleert en/of regelt de werkingsparameters van de toestellen
- Geeft defecten door aan de leidinggevende
- Geeft noodwendigheden door aan de leidinggevende
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van loodgieterij
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van veiligheidsregels
- Competentie 13:
Neemt de nodige veiligheidsmaatregelen
- Test de werking van de veiligheidsuitrusting uit
- Ziet toe dat dat gedrag wordt vermeden dat brandgevaar kan veroorzaken
- Neemt deel aan de uitvoering van de preventiemaatregelen die hem aanbelangen
- Signaleert alle situaties die een brandrisico inhouden
- Treedt op in noodsituaties en waarschuwt de hulpdiensten indien noodzakelijk
- Oriënteert de hulpdiensten in het gebouw en de directe omgeving
- past het evacuatieplan toe indien noodzakelijk
- Zorgt ervoor dat de nooduitgangen en brandwegen vrij blijve
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de terminologie van de huurreglementering
- Kennis van het reglement van inwendige orde
- Kennis brandveiligheid (alarm, brandblusapparaat, plan brandveiligheid etc.)
- Kennis van beschermingsmiddelen
- Kennis van veiligheidsregels
- Competentie 14:
Faciliteert (individuele) diensten
- Bezorgt onbezorgbare post terug aan de postbode
- Neemt op vraag van de bewoners leveringen aan
- Maakt briefwisseling over aan de eigenaar van het gebouw, de syndicus of verhuurmaatschappij
- Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast en maakt bestellingen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van voorraadbeheer
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van het reglement van inwendige orde
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van basissnoeitechnieken
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Basiskennis van conflicthantering
- Basiskennis van de terminologie van de huurreglementering
- Basiskennis van de werking van de syndicus in relatie met het bestuursorgaan
- Basiskennis van economisch werken
- Basiskennis van eenvoudige administratie
- Basiskennis van elektriciteit
- Basiskennis van loodgieterij
- Basiskennis van ontsmettingsproducten
- Basiskennis van schilderwerken
- Basiskennis van tuinonderhoud
- Basiskennis van voorraadbeheer
- Kennis brandveiligheid (alarm, brandblusapparaat, plan brandveiligheid etc.)
- Kennis van basisgereedschap
- Kennis van beschermingsmiddelen
- Kennis van courant tuingereedschap
- Kennis van ergonomisch werken
- Kennis van het reglement van inwendige orde
- Kennis van kleine herstelwerken
- Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
- Kennis van onderhoudswerkzaamheden
- Kennis van principes van klantvriendelijkheid
- Kennis van rechten en plichten van de conciërge
- Kennis van richtlijnen voor hygiëne en netheid
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures
- Kennis van schoonmaakmateriaal
- Kennis van schoonmaakproducten
- Kennis van soorten afval en afvalsortering
- Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
- Kennis van vakterminologie
- Kennis van veiligheidsregels
- Kennis van verschillende soorten oppervlakken
Cognitieve vaardigheden
- Beantwoordt vragen
- Bereidt het(schoonmaak) materieel voor
- Bespreekt de klacht, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen met de betrokkenen
- Bewaart het overzicht van het gebouw
- Biedt hulp aan personen
- Communiceert efficiënt met alle actoren (syndicus, bewoners,…)
- Controleert de afspraken over toegangen tot het gebouw
- Controleert en/of regelt de werkingsparameters van de toestellen
- Controleert het gebouw preventief tegen weerschade, waterleiding- of kraanbreuken,...
- Gaat vertrouwelijk om met informatie
- Geeft defecten door aan de leidinggevende
- Heeft toegang tot installaties voor monitorbewaking
- Houdt gegevens bij over de aard en het tijdstip van klachten, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen
- Houdt toezicht op het aanzicht, de netheid en de hygiëne van de gemeenschappelijke ruimtes, lokalen en uitrusting
- Houdt zich aan de ophaalplanning
- Houdt zich aan regels en afspraken van de organisatie
- Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
- Maakt de eigen beschikbaarheid en bereikbaarheid kenbaar
- Merkt afwijkingen, schade,… aan de staat van het gebouw op en onderneemt actie
- Merkt problemen inzake netheid op (graffiti, vuilnis,…) en meldt dit
- Neemt deel aan de uitvoering van de preventiemaatregelen die hem aanbelangen
- Oefent controle uit in het gebouw
- Ontvangt en begeleidt de dienstverleners (water, elektriciteit,...)
- Oriënteert de hulpdiensten in het gebouw en de directe omgeving
- Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
- Past taalgebruik aan het doelpubliek aan
- Past zich flexibel aan (verandering van werkschema,…)
- Plant de dagelijkse en de periodieke werkzaamheden
- Rapporteert aan de leidinggevende(n)
- Rapporteert mondeling en/of schriftelijk
- Respecteert het materieel en gebruikt het op correcte wijze
- Spreekt huurders, bewoners of bezoekers aan bij fout gebruik
- Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
- Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
- Test de werking van de veiligheidsuitrusting uit
- Test de werking van het gemeenschappelijke materieel en installaties
- Verplaatst zich op efficiënte wijze
- Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten
- Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
- Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast en maakt bestellingen
- Werkt economisch
- Werkt ergonomisch
- Wisselt informatie uit met syndicus, bewoners en bezoekers
- Ziet toe dat dat gedrag wordt vermeden dat brandgevaar kan veroorzaken
- Ziet toe dat de eigenaars en de bewoners de regels van inwendige orde naleven en rapporteert desgevallend aan de leidinggevende
- Zorgt ervoor dat de nooduitgangen en brandwegen vrij blijve
Probleemoplossende vaardigheden
- Gaat na wat de oorzaak is
- Geeft de klacht, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen aan de betrokken instantie door of doet een voorstel voor oplossing
- Geeft noodwendigheden door aan de leidinggevende
- Meldt problemen aan de leidinggevende
- past het evacuatieplan toe indien noodzakelijk
- Schat de ernst van de situatie in
- Signaleert alle situaties die een brandrisico inhouden
- Spreekt overtreders van regels aan en corrigeert hen (lawaaihinder,...)
- Treedt op in noodsituaties en waarschuwt de hulpdiensten indien noodzakelijk
Motorische vaardigheden
- Bezorgt onbezorgbare post terug aan de postbode
- Gebruikt materiaal en/of gereedschap
- Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Gebruikt tuin- en snoeigereedschap (hark, bladblazer, snoeischaar,...)
- Geeft bloemen en planten water
- Maait het gras
- Maakt briefwisseling over aan de eigenaar van het gebouw, de syndicus of verhuurmaatschappij
- Maakt de omgeving sneeuwvrij
- Maakt de opgegeven ruimtes en omgeving schoon (trappen, portalen, liften,…)
- Maakt het schoonmaakmaterieel schoon en onderhoudt het
- Neemt op vraag van de bewoners leveringen aan
- Plaats het gesorteerde afval buiten op de stoep of aan de rooilijn voor afhaling
- Plaatst de afvalrecipiënten na lediging op de juiste plaats
- Plaatst indien nodig waarschuwingstekens
- Reinigt de afvalrecipiënten na het ophalen van het afval
- Ruimt de werkplek op
- Tekent de noodzakelijke documenten af na het uitvoeren van prestaties
- Vervangt of herstelt het beschadigde voorwerp
- Verwijdert onkruid, bladeren, afval en andere voorwerpen
Omgevingscontext
- De gedelegeerde bevoegdheden van de conciërge zullen in grote mate afhankelijk zijn van de omvang van het gebouw(complex) en de grensbepaling door de leidinggevende
- De sector kent reglementeringen, procedures,… betreffende kwaliteit, veiligheid, welzijn en gezondheid.
- Dit beroep wordt eventueel op verplaatsing uitgevoerd en kan de nodige mobiliteit vergen.
- Dit beroep wordt individueel uitgevoerd waarbij veelvuldig contact met andere actoren voorkomt.
- Dit beroep wordt zowel binnen als buiten uitgeoefend waarbij de beroepsbeoefenaar kan onderhevig zijn aan (atmosferische) wijzigingen.
- In dit beroep is het verboden om het even welk werk, bezoldigd of niet, vanwege privépersonen of in een privéappartement uit te voeren, tenzij het bieden van dringende hulp
- Past de te presteren (schoonmaak)uren op de meest adequate manier toe in haar/zijn dagschema, rekening houdend met bijzondere omstandigheden en eventueel tussentijds te leveren prestaties
Handelingscontext
- De conciërge gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met andere actoren
- De conciërge heeft aandacht voor gevaarlijke situaties en meldt deze aan de leidinggevende
- De conciërge moet als goede huisvader zorg dragen voor het onroerend goed dat hem/haar wordt toevertrouwd, zowel privé als alle gemeenschappelijke delen
- De conciërge moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
- De conciërge moet de privacy te allen tijde respecteren
- De conciërge moet het positief imago van zijn onderneming uitstralen
- De conciërge moet in staat zijn om de taken logisch en met de nodige spreiding te plannen
- De conciërge moet initiatief nemen
- De conciërge moet oog hebben voor kwaliteit en tevredenheid van de bewoner door met zorg te werken
- De conciërge moet rekening houden met de economische beperkingen opgelegd door de leidinggevende(n)
- De conciërge moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
- De conciërge moet tijdens de werkuren steeds bereikbaar zijn
- De conciërge moet zorgvuldig gebruik maken van materieel
- De conciërge staat ten dienste van alle bewoners van het gebouw
Autonomie
Is zelfstandig in
- het aanschaffen van klein materiaal
- het bijhouden en afleveren van de (opvolg)documenten
- het gebruiken en reinigen van het materieel
- het informeren en sensibiliseren van de bewoners, huurders, bezoekers, dienstverleners, hulpdiensten,…
- het nemen van veiligheidsmaatregelen conform de richtlijnen
- het onderhoud van het gemeenschappelijk gedeelte van het gebouw en de groene ruimtes
- het opmaken van zijn werkschema en tijdsplanning
- het opvolgen van de voorraad
- het veilig, ordelijk en tijdig organiseren van zijn werk
- het verzamelen en indien mogelijk afhandelen van klachten, problemen,…
- het voorbereiden en uitvoeren van eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
- afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden,
- instructies van de leidinggevende(n)
- veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en wetgevingen,
Doet beroep op
- andere actoren voor praktische zaken
- de leidinggevende(n) voor gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies;
Verantwoordelijkheid
- Bereidt eigen werkzaamheden voor
- Controleert de staat van het gebouw
- Controleert en onderhoudt gemeenschappelijke toestellen
- Faciliteert (individuele) diensten
- Houdt toezicht op ruimtes, goederen en controleert of bewoners, huurders of bezoekers het interne reglement naleven
- Informeert huurders, bewoners, bezoekers,...
- Maakt gemeenschappelijke ruimtes en de directe omgeving schoon
- Neemt de nodige veiligheidsmaatregelen
- Onderhoudt afvalrecipiënten (vuilnisbakken, containers, laadbakken, …) en stelt ze ter beschikking waarbij de gescheiden afvalsortering wordt gecontroleerd
- Onderhoudt groene ruimtes
- Vervangt of herstelt beschadigde elementen (lampen, kraankoppelingen, bijschilderen,...)
- Verzamelt, meldt en/of behandelt klachten, afwijkingen, problemen en/of beschadigingen
- Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
- Werkt samen met andere actoren
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.