Stratenmaker

 
BK-0186-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Stratenmaker

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector.
Het Competent Beroepscompetentieprofiel (OP-343) “Wegenwerker” geven ook andere benamingen aan zoals bv. “Stratenmaker” of “Kasseilegger”.

Definitie

De stratenmaker brengt wegverhardingen bestaande uit losse elementenbedekkingen aan teneinde bestratingen aan te leggen, te onderhouden en/of te herstellen.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 2, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Past veiligheids- en milieuvoorschriften toe
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)zuigapparatuur
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, ...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, ...
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, ...)
  • Competentie 3:
    Bereidt de eigen werkzaamheden voor
    • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
    • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
    • Plant de eigen werken en bepaalt de werkvolgorde
    • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van de voor de uitvoering van het werk vereiste hoeveelheden materialen en materieel
    • Kennis van planlezen (legende, schaalaanduidingen, symbolen, topografische en geografische aanduidingen, hellingsgraad, hoogte, richting en aslijn van de bestrating, … )
  • Competentie 4:
    Helpt mee aan het inrichten van de mobiele bouwplaats
    • Gaat na of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, ondergrondse leidingen, kabels, buizen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
    • Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken
    • Voorziet de aansluiting van elektriciteit, water en verlichting
    • Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats
    • Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines
    • Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats
    • Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op
    • Brengt veiligheidssignalisatie en tijdelijke wegmarkeringen aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van aanduidingen van toegangswegen en stapelplaatsen op een plan
    • Kennis van de veiligheidsvoorschriften bij de levering van groot materiaal (vb. buizen, ..)
    • Kennis van de regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel
    • Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen
    • Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
    • Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)
  • Competentie 5:
    Signaleert de werken op een veilige wijze
    • Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures
    • Gaat de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen na
    • Bakent de aangepaste rijvakken af
    • Stelt de vaste en mobiele signalisatie op
    • Voert onderhoud van signalisatie en verlichting uit
    • Kijkt de goede werking van signalisatie en verlichting na
    • Breekt de signalisatie en verlichting af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
    • Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)
  • Competentie 6:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materiaal
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
  • Competentie 7:
    Houdt werkadministratie bij
    • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Competentie 8:
    Voert de werkzaamheden uit volgens planning en instructies
    • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
    • Past de uitvoeringsfase toe
    • Voert de werken uit volgens planning of instructie en werkvolgorde
    • Gebruikt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van activiteit
    • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van materialen, gereedschappen en machines
    • Basiskennis functionele berekeningen
    • Basiskennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Competentie 9:
    Bereidt het baanbed voor
    • Zet helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating uit volgens plan en werktekening
    • Zet hoeken en bogen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de weersomstandigheden en/of kenmerken van de bouwplaats die de nauwkeurigheid van het meten en uitzetten in gevaar brengen (bv. inval van het zonlicht, obstakels bij het meten, ...)
    • Kennis van het gebruik van hoekregel, waterpas, topografische instrumenten en zichtjes
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden en bediening van GPS, hoogte- en afstandsmeter bij wegenbouwwerken
  • Competentie 10:
    Brengt stabilisatie- en egalisatielagen aan
    • Hoogt het uitgegraven baanbed op
    • Stabiliseert het bed van bestrating eventueel extra
    • Besproeit het bed van de bestrating of van de extra stabilisatie- en egalisatielagen
    • Verdicht het bed van de bestrating of de extra stabilisatie- en egalisatielagen
    • Meet het bereikte peil na
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de invloed van het type bestrating (klinkers, (beton)tegels, straatstenen, kasseien, ...) en de functie van het te bestraten oppervlak (rijweg, fietspad, voetgangerszone, ...) op het ophogen
    • Kennis van de verschillen tussen gebonden en ongebonden funderingslagen
    • Kennis van de verschillende verdichtingstechnieken (stampen, trillen, walsen, ...)
    • Kennis van de verdichtingsmachines (explosiestamper, trilplaat, walsen, ...)
    • Kennis van de zetting van een verhardingslaag
    • Kennis van de verschillende soorten straatzand en hun eigenschappen: draagkracht, waterdoorlatendheid, …
    • Kennis van de verschillende soorten stabilisatie- en egalisatiemateriaal: steenslag, zandmengsels, …
  • Competentie 11:
    Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen
    • Bereidt de plaatsing voor
    • Graaft de sleuf voor het stellen van de boord- en gootstenen
    • Brengt een bescherming aan
    • Voert de stabilisatie- en egalisatielagen uit
    • Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen, manueel en machinaal
    • Werkt trottoirbanden, boord- en gootstenen af
    • Brengt geschikte hijsvoorziening aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de invloed van de densiteit van het verkeer en de wieldruk (bv. om verzakkingen te voorkomen, ...)
    • Kennis van het te gebruiken hijsmateriaal
    • Kennis van de door een landmeter, werfleider of voorman gemeten en uitgezette wegdelen: straat, kantstenen, bocht, …
    • Kennis van het nut en het doel van boordstenen
    • Kennis van de geschikte graaf/laadmachines, gereedschappen en hulpstukken
    • Kennis van het doel en de werking van de beschermingslagen en -folies (bv. tegen uitdroging, tegen opkomend water, ...)
    • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
    • Kennis van de implicaties van het gebruikte bestratingsmateriaal
    • Kennis van de uitvoeringswijzes (gestabiliseerd zand, mortel, zavel, ...)
    • Kennis van de verschillende soorten kantopsluitingen (bv. trottoirband, opsluitband, verhoogde kantopsluiting, ...)
    • Grondige kennis van de grondplannen, detailgegevens en werktekeningen
    • Grondige kennis van de verschillende soorten wegprofielen (bv. tonrond wegprofiel, hangend dwarsprofiel, dakprofiel, gewijzigd dakprofiel, gewijzigd tonrondprofiel, profiel met verplaatste kruin, ...)
  • Competentie 12:
    Plaatst greppels en straatkolken
    • Bepaalt de plaats van de straatkolken volgens plan
    • Graaft de put uit waarin de straatkolk geplaatst zal worden
    • Plaatst de straatkolk
    • Sluit de straatkolk aan op het rioleringsnet
    • Plaatst dekselranden en deksels
    • Legt de greppel aan
    • Voorziet uitzettingsvoegen
    • Giet de uitzettingsvoegen dicht
    • Brengt geschikte hijsvoorziening aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het te gebruiken hijsmateriaal
    • Kennis van de door een landmeter, werfleider of voorman gemeten en uitgezette wegdelen: straat, kantstenen, bocht, …
    • Kennis van afwateringssystemen
    • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
    • Kennis van de verschillende types straatkolken
    • Kennis van de risico’s van ondiep uitgraven (bv. verzakkingen, slechte afwatering, ...)
    • Kennis van de functie en de werking van greppels
    • Kennis van het begrip aanslag
    • Kennis van het begrip breekpunt
    • Kennis van het doel, de noodzaak en plaatsing van uitzettingsvoegen
    • Kennis van de eventuele gevolgen van uitzetting
    • Kennis van de voegvullingsproducten
    • Grondige kennis van de grondplannen, detailgegevens en werktekeningen
  • Competentie 13:
    Bestraat wegen, rotondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van straten, ... (manueel en machinaal, al dan niet met vlijen)
    • Spant de draad
    • Plaatst hoogte- en naaldstenen
    • Effent het bed van de bestrating
    • Brengt het bestratingsmateriaal op maat door knippen, snijden of splitten
    • Reit alvorens te vlijen de baan af met afreilat
    • Vlijt de bestrating manueel en machinaal
    • Plaatst de bestrating manueel volgens legpatroon, met behulp van een straathamer, truweel, …
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het gebruik van aangepast knie- en rugbeschermers bij het bestraten
    • Kennis van knip- en snijmachines
    • Kennis van de implicaties van het gebruikte bestratingsmateriaal
    • Kennis van het handmatig straten met de straathamer of door middel van vlijen
    • Kennis van de verschillen tussen handmatig en machinaal bestraten
    • Kennis van de invloed van standaardisatie op (machinale) bestratingen (bestratingspatroon, kleur en type stenen vorm en afmetingen van de secties vs. de omvang van het project)
    • Kennis van welke hulpstukken bij welk verband horen
    • Kennis van het bestratingsmaterieel (straathamer, laser, meet- en richtgereedschap: jalons, piketten, duimstok, meetlat, meetveer, meetband, meetwiel, ...)
    • Grondige kennis van de verschillende verbanden (halfsteensverband, keperverband, elleboogverband, blokverband, visgraatverband, sierverbanden, …)
    • Grondige kennis van specifieke verbanden bij de plaatsing van mozaïekkeien: segmentverband, schubbenverband, waaierverband, schelpen- of pauwenstaartverband
    • Grondige kennis van de bestratingselementen en hulpstukken (halve stenen, bisschopsmutsen, …)
    • Grondige kennis van de verschillende soorten wegprofielen (bv. tonrond wegprofiel, hangend dwarsprofiel, dakprofiel, gewijzigd dakprofiel, gewijzigd tonrondprofiel, profiel met verplaatste kruin, ...)
  • Competentie 14:
    Plaatst wegtoebehoren
    • Assembleert en plaatst vangrails
    • Plaatst verkeersgeleiders en snelheidsremmers
    • Plaatst straatmeubilair
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de plaatsing van verschillende types straatmeubilair (afvalbakken, glascontainers, zitbanken/tafels, (verkeers)palen, verdwijnpalen, fietsenstallingen, fietsoverkappingen, hekwerken en afsluitingen, plantenbakken,…)
  • Competentie 15:
    Voert herstellingen, heraanleg en onderhoud van bestratingen uit
    • Beoordeelt welk deel van de bestrating uitgebroken moet worden om een aanvaardbaar resultaat te bekomen
    • Breekt bestaande verhardingen op met manueel en elektrisch gereedschap (slijpschijf, kasseihefboom, …)
    • Beoordeelt op basis van kleur en structuur welke bestratingselementen herbruikt kunnen worden
    • Brengt, indien nodig, stabilisatie- en egalisatielagen en wapening aan
    • Brengt manueel of machinaal nieuwe steenverhardingen aan
    • Laat het herbestraatte deel aansluiten op de bestaande bestrating volgens de lijnen van het verband
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het gebruik van aangepast knie- en rugbeschermers bij het bestraten
    • Kennis van de technieken om het oude wegdek te verwijderen
    • Kennis van de preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken, …)
    • Kennis van het handmatig straten met de straathamer of door middel van vlijen
    • Kennis van de verschillen tussen handmatig en machinaal bestraten
    • Kennis van het bestratingsmaterieel (straathamer, laser, meet- en richtgereedschap: jalons, piketten, duimstok, meetlat, meetveer, meetband, meetwiel, ...)
    • Kennis van de verschillende soorten stabilisatie- en egalisatiemateriaal: steenslag, zandmengsels, …
    • Grondige kennis van de verschillende soorten wegprofielen (bv. tonrond wegprofiel, hangend dwarsprofiel, dakprofiel, gewijzigd dakprofiel, gewijzigd tonrondprofiel, profiel met verplaatste kruin, ...)
  • Competentie 16:
    Werkt de bestrating af
    • Veegt puin en ruimt op
    • Brengt de voegspecie aan in de voegen
    • Ruimt overbodige specie op
    • Trilt of walst het wegdek zorgvuldig af
    • Gaat de vlakheid, de hellingsgraad en het profiel van de bestrating na
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de voegvullingsproducten
    • Kennis van het vastzetten van de bestrating met trilplaat of trilwals
  • Competentie 17:
    Voert de voorbereiding van de kwaliteitscontroles uit
    • Voert visuele controles uit
    • Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren
    • Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kwaliteitsproeven en de gehanteerde meetinstrumenten (bv. drukproeven op wegdek, ...)
    • Basiskennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
    • Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken en producten onderworpen aan voorafgaande controles
  • Competentie 18:
    Rondt de werkzaamheden af
    • Ruimt het gehanteerde gereedschap, materieel en de machines zorgvuldig op, reinigt en onderhoudt ze
    • Kijkt bij het verlaten van de bouwplaats de algemene signalisatie na
    • Verwijdert bij het verlaten van de bouwplaats vuil, modder en eventueel afval
    • Verwijdert veiligheidssignalisatie en tijdelijke wegmarkeringen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
    • Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)
    • Kennis van specifieke veiligheidsvoorschriften bij het afronden van de werkzaamheden

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de invloed van de densiteit van het verkeer en de wieldruk (bv. om verzakkingen te voorkomen, ...)
  • Basiskennis van materialen, gereedschappen en machines
  • Basiskennis functionele berekeningen
  • Basiskennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Basiskennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Basiskennis van de kwaliteitsproeven en de gehanteerde meetinstrumenten (bv. drukproeven op wegdek, ...)
  • Basiskennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
  • Kennis van het te gebruiken hijsmateriaal
  • Kennis van het gebruik van aangepast knie- en rugbeschermers bij het bestraten
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de technieken om het oude wegdek te verwijderen
  • Kennis van de preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken, …)
  • Kennis van de door een landmeter, werfleider of voorman gemeten en uitgezette wegdelen: straat, kantstenen, bocht, …
  • Kennis van de weersomstandigheden en/of kenmerken van de bouwplaats die de nauwkeurigheid van het meten en uitzetten in gevaar brengen (bv. inval van het zonlicht, obstakels bij het meten, ...)
  • Kennis van het gebruik van hoekregel, waterpas, topografische instrumenten en zichtjes
  • Kennis van de toepassingsmogelijkheden en bediening van GPS, hoogte- en afstandsmeter bij wegenbouwwerken
  • Kennis van de invloed van het type bestrating (klinkers, (beton)tegels, straatstenen, kasseien, ...) en de functie van het te bestraten oppervlak (rijweg, fietspad, voetgangerszone, ...) op het ophogen
  • Kennis van afwateringssystemen
  • Kennis van de verschillen tussen gebonden en ongebonden funderingslagen
  • Kennis van de verschillende verdichtingstechnieken (stampen, trillen, walsen, ...)
  • Kennis van de verdichtingsmachines (explosiestamper, trilplaat, walsen, ...)
  • Kennis van knip- en snijmachines
  • Kennis van de zetting van een verhardingslaag
  • Kennis van het nut en het doel van boordstenen
  • Kennis van de geschikte graaf/laadmachines, gereedschappen en hulpstukken
  • Kennis van het doel en de werking van de beschermingslagen en -folies (bv. tegen uitdroging, tegen opkomend water, ...)
  • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
  • Kennis van de implicaties van het gebruikte bestratingsmateriaal
  • Kennis van de uitvoeringswijzes (gestabiliseerd zand, mortel, zavel, ...)
  • Kennis van de verschillende types straatkolken
  • Kennis van de risico’s van ondiep uitgraven (bv. verzakkingen, slechte afwatering, ...)
  • Kennis van de functie en de werking van greppels
  • Kennis van het begrip aanslag
  • Kennis van het begrip breekpunt
  • Kennis van het doel, de noodzaak en plaatsing van uitzettingsvoegen
  • Kennis van de eventuele gevolgen van uitzetting
  • Kennis van de voegvullingsproducten
  • Kennis van het vastzetten van de bestrating met trilplaat of trilwals
  • Kennis van het handmatig straten met de straathamer of door middel van vlijen
  • Kennis van de verschillen tussen handmatig en machinaal bestraten
  • Kennis van de invloed van standaardisatie op (machinale) bestratingen (bestratingspatroon, kleur en type stenen vorm en afmetingen van de secties vs. de omvang van het project)
  • Kennis van welke hulpstukken bij welk verband horen
  • Kennis van het bestratingsmaterieel (straathamer, laser, meet- en richtgereedschap: jalons, piketten, duimstok, meetlat, meetveer, meetband, meetwiel, ...)
  • Kennis van de verschillende soorten kantopsluitingen (bv. trottoirband, opsluitband, verhoogde kantopsluiting, ...)
  • Kennis van de verschillende soorten straatzand en hun eigenschappen: draagkracht, waterdoorlatendheid, …
  • Kennis van de verschillende soorten stabilisatie- en egalisatiemateriaal: steenslag, zandmengsels, …
  • Kennis van de plaatsing van verschillende types straatmeubilair (afvalbakken, glascontainers, zitbanken/tafels, (verkeers)palen, verdwijnpalen, fietsenstallingen, fietsoverkappingen, hekwerken en afsluitingen, plantenbakken,…)
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, ...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, ...
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, ...)
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materiaal
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
  • Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van de voor de uitvoering van het werk vereiste hoeveelheden materialen en materieel
  • Kennis van planlezen (legende, schaalaanduidingen, symbolen, topografische en geografische aanduidingen, hellingsgraad, hoogte, richting en aslijn van de bestrating, … )
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van aanduidingen van toegangswegen en stapelplaatsen op een plan
  • Kennis van de veiligheidsvoorschriften bij de levering van groot materiaal (vb. buizen, ..)
  • Kennis van de regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel
  • Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen
  • Kennis van de wettelijke bepalingen i.v.m. plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
  • Kennis van de betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (bv. hekken, bakens, verkeerskegels, aanduiding van begin en einde van de werken, ...)
  • Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken en producten onderworpen aan voorafgaande controles
  • Kennis van specifieke veiligheidsvoorschriften bij het afronden van de werkzaamheden
  • Grondige kennis van de verschillende verbanden (halfsteensverband, keperverband, elleboogverband, blokverband, visgraatverband, sierverbanden, …)
  • Grondige kennis van specifieke verbanden bij de plaatsing van mozaïekkeien: segmentverband, schubbenverband, waaierverband, schelpen- of pauwenstaartverband
  • Grondige kennis van de bestratingselementen en hulpstukken (halve stenen, bisschopsmutsen, …)
  • Grondige kennis van de grondplannen, detailgegevens en werktekeningen
  • Grondige kennis van de verschillende soorten wegprofielen (bv. tonrond wegprofiel, hangend dwarsprofiel, dakprofiel, gewijzigd dakprofiel, gewijzigd tonrondprofiel, profiel met verplaatste kruin, ...)

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Past veiligheids- en milieuvoorschriften toe
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
  • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
  • Plant de eigen werken en bepaalt de werkvolgorde
  • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting
  • Gaat na of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, ondergrondse leidingen, kabels, buizen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
  • Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures
  • Kijkt de goede werking van signalisatie en verlichting na
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
  • Past de uitvoeringsfase toe
  • Zet helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating uit volgens plan en werktekening
  • Zet hoeken en bogen uit
  • Meet het bereikte peil na
  • Bereidt de plaatsing voor
  • Bepaalt de plaats van de straatkolken volgens plan
  • Beoordeelt welk deel van de bestrating uitgebroken moet worden om een aanvaardbaar resultaat te bekomen
  • Beoordeelt op basis van kleur en structuur welke bestratingselementen herbruikt kunnen worden
  • Gaat de vlakheid, de hellingsgraad en het profiel van de bestrating na
  • Voert visuele controles uit
  • Kijkt bij het verlaten van de bouwplaats de algemene signalisatie na

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)zuigapparatuur
  • Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken
  • Voorziet de aansluiting van elektriciteit, water en verlichting
  • Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats
  • Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines
  • Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats
  • Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op
  • Brengt veiligheidssignalisatie en tijdelijke wegmarkeringen aan
  • Gaat de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen na
  • Bakent de aangepaste rijvakken af
  • Stelt de vaste en mobiele signalisatie op
  • Voert onderhoud van signalisatie en verlichting uit
  • Breekt de signalisatie en verlichting af
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Voert de werken uit volgens planning of instructie en werkvolgorde
  • Gebruikt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van activiteit
  • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
  • Hoogt het uitgegraven baanbed op
  • Stabiliseert het bed van bestrating eventueel extra
  • Besproeit het bed van de bestrating of van de extra stabilisatie- en egalisatielagen
  • Verdicht het bed van de bestrating of de extra stabilisatie- en egalisatielagen
  • Graaft de sleuf voor het stellen van de boord- en gootstenen
  • Brengt een bescherming aan
  • Voert de stabilisatie- en egalisatielagen uit
  • Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen, manueel en machinaal
  • Werkt trottoirbanden, boord- en gootstenen af
  • Brengt geschikte hijsvoorziening aan
  • Graaft de put uit waarin de straatkolk geplaatst zal worden
  • Plaatst de straatkolk
  • Sluit de straatkolk aan op het rioleringsnet
  • Plaatst dekselranden en deksels
  • Legt de greppel aan
  • Voorziet uitzettingsvoegen
  • Giet de uitzettingsvoegen dicht
  • Brengt geschikte hijsvoorziening aan
  • Spant de draad
  • Plaatst hoogte- en naaldstenen
  • Effent het bed van de bestrating
  • Brengt het bestratingsmateriaal op maat door knippen, snijden of splitten
  • Reit alvorens te vlijen de baan af met afreilat
  • Vlijt de bestrating manueel en machinaal
  • Plaatst de bestrating manueel volgens legpatroon, met behulp van een straathamer, truweel, …
  • Assembleert en plaatst vangrails
  • Plaatst verkeersgeleiders en snelheidsremmers
  • Plaatst straatmeubilair
  • Breekt bestaande verhardingen op met manueel en elektrisch gereedschap (slijpschijf, kasseihefboom, …)
  • Brengt, indien nodig, stabilisatie- en egalisatielagen en wapening aan
  • Brengt manueel of machinaal nieuwe steenverhardingen aan
  • Laat het herbestraatte deel aansluiten op de bestaande bestrating volgens de lijnen van het verband
  • Veegt puin en ruimt op
  • Brengt de voegspecie aan in de voegen
  • Ruimt overbodige specie op
  • Trilt of walst het wegdek zorgvuldig af
  • Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren
  • Ruimt het gehanteerde gereedschap, materieel en de machines zorgvuldig op, reinigt en onderhoudt ze
  • Verwijdert bij het verlaten van de bouwplaats vuil, modder en eventueel afval
  • Verwijdert veiligheidssignalisatie en tijdelijke wegmarkeringen

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend op mobiele bouwplaatsen in de wegenbouw.
  • Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de opdrachtgever door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de (mobiele) bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Aandacht hebben voor het toegankelijk blijven van woningen en openbare gebouwen en plaatsen.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van wegenbouwmachines zeer oplettend opvolgen.
  • Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven aan de bouwplaatsmachinist.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het bepalen van de werkvolgorde
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het controleren of er in veilige en ergonomische omstandigheden kan gewerkt worden
  • de uitvoering en rapportering van de eigen werkzaamheden
  • het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk
  • het afronden van de werkzaamheden
Is gebonden aan
  • het standaardbestek, de ontvangen werkopdracht, de uitvoeringsmethode en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • verkeersregels
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of opdrachtgever
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen
  • een bouwplaatsmachinist bij aan- en afvoer van materiaal en materieel en het uitvoeren van graafwerken

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Bereidt de eigen werkzaamheden voor
  • Helpt mee aan het inrichten van de mobiele bouwplaats
  • Signaleert de werken op een veilige wijze
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Houdt werkadministratie bij
  • Voert de werkzaamheden uit volgens planning en instructies
  • Bereidt het baanbed voor
  • Brengt stabilisatie- en egalisatielagen aan
  • Plaatst trottoirbanden, boord- en gootstenen
  • Plaatst greppels en straatkolken
  • Bestraat wegen, rotondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van straten, ... (manueel en machinaal, al dan niet met vlijen)
  • Plaatst wegtoebehoren
  • Voert herstellingen, heraanleg en onderhoud van bestratingen uit
  • Werkt de bestrating af
  • Voert de voorbereiding van de kwaliteitscontroles uit
  • Rondt de werkzaamheden af

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.