Schoonmaker

 
BK-0215-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Schoonmaker

Definitie

‘Voert netheids- en schoonmaakwerkzaamheden uit van oppervlakken en ruimtes, uitrustingen van verschillende publieke en private gebouwen en terreinen teneinde de gevraagde locatie kwaliteitsvol te reinigen conform de opdracht.’

Niveau (VKS en EQF)

2

Jaar van erkenning

versie 3, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband en individueel
    • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, collega’s, klanten, …)
    • Wisselt informatie uit met collega’s, klant(en) en leidinggevende(n)
    • Rapporteert aan de leidinggevende(n)
    • Werkt efficiënt samen met collega’s
    • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, verandering van werkschema, …)
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Past zijn/haar voorkomen en kledij aan conform de taakuitvoering
    • Gaat op ethische wijze om met informatie
    • Respecteert, indien aanwezig, de deontologische code van de werkgever en/of klant
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt conform voorgeschreven procedures
    • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Meldt problemen, mondeling en/of schriftelijk, aan de leidinggevende
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Verplaatst zich op efficiënte wijze tussen de verschillende werkplekken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van economisch werken
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 3:
    Plant en bereidt eigen werkzaamheden voor
    • Plant de dagelijkse werkzaamheden
    • Begrijpt de gegeven opdracht
    • Maakt materieel en reinigingsproducten gebruiksklaar
    • Vult eventueel een materieelwagen aan
    • Plaatst indien nodig waarschuwingstekens
    • Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van economisch werken
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van basisschoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakproducten
    • Kennis van ontsmettingsproducten
    • Kennis van schoonmaakmateriaal
  • Competentie 4:
    Verwijdert ongevaarlijk afval (huishoudelijk, industrieel afval, …) en sorteert de vuilnisbakken en/of containers
    • Gebruikt de juiste zakken om het afval te verzamelen
    • Sorteert afval volgens richtlijnen
    • Verzamelt en verwijdert afval volgens de richtlijnen
    • Vervangt eventueel de vuilniszakjes
    • Plaatst de vuilnisbakken en/of containers voor afhaling
    • Plaatst de vuilnisbakken en/of containers na lediging op de juiste plaats
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van economisch werken
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van soorten afval en afvalsortering
  • Competentie 5:
    Maakt oppervlakken, ruimtes en uitrustingen handmatig schoon
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (microvezeldoekjes, moppen, …)
    • Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
    • Gebruikt het materieel op correcte wijze
    • Respecteert het materieel
    • Ruimt de werkplek op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van basisschoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakproducten
    • Kennis van ontsmettingsproducten
    • Kennis van schoonmaakmateriaal
    • Kennis van technieken om vloeren mechanisch te reinigen
    • Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaak van glazen oppervlakken
    • Kennis van kenmerken van textiel
    • Kennis van verschillende soorten oppervlakken
  • Competentie 6:
    Maakt het schoonmaakmaterieel schoon en onderhoudt het
    • Begrijpt de technische fiches
    • Controleert de staat van het materieel
    • Reinigt het materieel vooraleer het op te bergen
    • Stemt de techniek af op het te onderhouden schoonmaakmaterieel
    • Ruimt de bergplaats op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van schoonmaakproducten
    • Kennis van ontsmettingsproducten
    • Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
  • Competentie 7:
    Houdt de werkdocumenten bij (uurroosters, plaats, …)en informeert de betrokkenen over afwijkingen
    • Vult formulieren in
    • Houdt gegevens bij over de uitvoering
    • Bezorgt de documenten volgens afspraak aan de leidinggevende
    • Informeert de betrokkene over afwijkingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van eenvoudige administratie
  • Competentie 8:
    Informeert de leidinggevende over onregelmatigheden of beschadigingen
    • Meldt schade (vandalisme, slijtage, …) aan de leidinggevende
    • Meldt opmerkingen van de klant die hij zelf niet kan oplossen aan zijn leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van eenvoudige administratie
  • Competentie 9:
    Werkt klantgericht
    • Meldt schade (vandalisme, slijtage, …) aan de klant
    • Werkt conform de noden van de klant rekening houdend met de opdracht
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van eenvoudige administratie
    • Kennis van veiligheidsregels
  • Competentie 10:
    Maakt toiletten en keukens schoon en vult alle aanwezige recipiënten bij
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (microvezeldoekjes, …)
    • Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
    • Gebruikt apart materieel voor het toilet
    • Vult alle recipiënten aan indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van economisch werken
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van schoonmaakproducten
    • Kennis van ontsmettingsproducten
    • Kennis van schoonmaakmateriaal
    • Kennis van soorten afval en afvalsortering
    • Kennis van technieken om vloeren mechanisch te reinigen
    • Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaak van glazen oppervlakken
    • Kennis van verschillende soorten oppervlakken
  • Competentie 11:
    Maakt oppervlakken machinaal schoon
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
    • Gebruikt de machine conform de gevolgde opleiding
    • Reinigt het toestel na gebruik en bergt het correct op
    • Respecteert het materieel
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van beschermingsmiddelen
    • Kennis van schoonmaakmateriaal
    • Kennis van technieken om vloeren mechanisch te reinigen
    • Kennis van verschillende soorten oppervlakken
  • Competentie 12:
    Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
    • Sorteert het wasgoed volgens soort en kleur van de artikels en de aard van het textiel
    • Haalt de ongewenste voorwerpen uit het wasgoed
    • Begrijpt codes en symbolen en handelt conform deze voorschriften
    • Stemt de hoeveelheid product af op het soort textiel rekening houdend met de aard en graad van vervuiling
    • Gebruikt de was- en droogmachines zoals voorgeschreven
    • Vult en ledigt een was- en droogmachine op correcte wijze
    • Merkt afwijkingen op en meldt ze aan de leidinggevende
    • Bergt het textiel op, conform de opdracht
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van economisch werken
    • Basiskennis ecologisch werken
    • Kennis van ergonomisch werken
    • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van kenmerken van textiel
    • Kennis van was- en droogmachines
    • Kennis van het was- en droogprocessen
  • Competentie 13:
    Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast en maakt bestellingen
    • Houdt gegevens bij over het verbruik van producten
    • Bestelt tijdig de nodige producten en materialen bij de leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van eenvoudige administratie
  • Competentie 14:
    Houdt toezicht op nieuwe werknemers en studenten
    • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
    • Geeft zelf het goed voorbeeld
    • Stuurt bij indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van economisch werken
  • Basiskennis van eenvoudige administratie
  • Basiskennis ecologisch werken
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Kennis van ergonomisch werken
  • Kennis van hygiëne- en netheidsregels
  • Kennis van hygiëne- en netheidsprocedures
  • Kennis van veiligheidsregels
  • Kennis van beschermingsmiddelen
  • Kennis van basisschoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaakproducten
  • Kennis van ontsmettingsproducten
  • Kennis van schoonmaakmateriaal
  • Kennis van onderhoud van schoonmaakmaterieel
  • Kennis van soorten afval en afvalsortering
  • Kennis van technieken om vloeren mechanisch te reinigen
  • Kennis van specifieke schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaak van glazen oppervlakken
  • Kennis van kenmerken van textiel
  • Kennis van was- en droogmachines
  • Kennis van het was- en droogprocessen
  • Kennis van verschillende soorten oppervlakken
  • Kennis van vakterminologie

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle actoren (leidinggevende, collega’s, klanten, …)
  • Wisselt informatie uit met collega’s, klant(en) en leidinggevende(n)
  • Rapporteert aan de leidinggevende(n)
  • Werkt efficiënt samen met collega’s
  • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
  • Gaat op ethische wijze om met informatie
  • Respecteert, indien aanwezig, de deontologische code van de werkgever en/of klant
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt conform voorgeschreven procedures
  • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Plant de dagelijkse werkzaamheden
  • Begrijpt de gegeven opdracht
  • Gebruikt de juiste zakken om het afval te verzamelen
  • Sorteert afval volgens richtlijnen
  • Verzamelt en verwijdert afval volgens de richtlijnen
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (microvezeldoekjes, moppen, …)
  • Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
  • Respecteert het materieel
  • Begrijpt de technische fiches
  • Controleert de staat van het materieel
  • Stemt de techniek af op het te onderhouden schoonmaakmaterieel
  • Bezorgt de documenten volgens afspraak aan de leidinggevende
  • Informeert de betrokkene over afwijkingen
  • Meldt schade (vandalisme, slijtage, …) aan de leidinggevende
  • Meldt opmerkingen van de klant die hij zelf niet kan oplossen aan zijn leidinggevende
  • Meldt schade (vandalisme, slijtage, …) aan de klant
  • Werkt conform de noden van de klant rekening houdend met de opdracht
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (microvezeldoekjes, …)
  • Stemt de hoeveelheid product af op het oppervlak en de vervuiling
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht
  • Respecteert het materieel
  • Begrijpt codes en symbolen en handelt conform deze voorschriften
  • Stemt de hoeveelheid product af op het soort textiel rekening houdend met de aard en graad van vervuiling
  • Houdt gegevens bij over het verbruik van producten
  • Bestelt tijdig de nodige producten en materialen bij de leidinggevende
  • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
  • Geeft zelf het goed voorbeeld
  • Stuurt bij indien nodig

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, verandering van werkschema, …)
  • Meldt problemen, mondeling en/of schriftelijk, aan de leidinggevende
  • Merkt afwijkingen op en meldt ze aan de leidinggevende
  • Voert de werkzaamheden binnen de voorziene tijd uit, rekening houdend met mogelijke knelpunten

Motorische vaardigheden

  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Past zijn/haar voorkomen en kledij aan conform de taakuitvoering
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Verplaatst zich op efficiënte wijze tussen de verschillende werkplekken
  • Maakt materieel en reinigingsproducten gebruiksklaar
  • Vult eventueel een materieelwagen aan
  • Plaatst indien nodig waarschuwingstekens
  • Vervangt eventueel de vuilniszakjes
  • Plaatst de vuilnisbakken en/of containers voor afhaling
  • Plaatst de vuilnisbakken en/of containers na lediging op de juiste plaats
  • Gebruikt het materieel op correcte wijze
  • Ruimt de werkplek op
  • Reinigt het materieel vooraleer het op te bergen
  • Ruimt de bergplaats op
  • Vult formulieren in
  • Houdt gegevens bij over de uitvoering
  • Gebruikt apart materieel voor het toilet
  • Vult alle recipiënten aan indien nodig
  • Gebruikt de machine conform de gevolgde opleiding
  • Reinigt het toestel na gebruik en bergt het correct op
  • Sorteert het wasgoed volgens soort en kleur van de artikels en de aard van het textiel
  • Haalt de ongewenste voorwerpen uit het wasgoed
  • Gebruikt de was- en droogmachines zoals voorgeschreven
  • Vult en ledigt een was- en droogmachine op correcte wijze
  • Bergt het textiel op, conform de opdracht

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt eventueel op verplaatsing uitgevoerd en kan de nodige mobiliteit vergen.
  • Dit beroep wordt zowel binnen als buiten uitgeoefend waarbij de beroepsbeoefenaar kan onderhevig zijn aan (atmosferische) wijzigingen.
  • Dit beroep wordt zowel in teamverband als individueel uitgevoerd.
  • De werkopdrachten worden strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen deadlines, wat stressbestendigheid en resultaatsgerichtheid vraagt.
  • De schoonmaaksector kent reglementeringen, procedures,… betreffende kwaliteit, veiligheid, welzijn en gezondheid.
  • De schoonmaker komt in contact met verschillende actoren (leidinggevenden, collega’s, klanten).

Handelingscontext

  • De schoonmaker moet oog hebben voor kwaliteit en tevredenheid van de klant door met zorg te werken.
  • De schoonmaker moet kostenbewust omgaan met materialen en producten.
  • De schoonmaker gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met andere actoren.
  • De schoonmaker stelt afhankelijk van de bedrijfscontext, repetitieve of gevarieerde handelingen.
  • De schoonmaker heeft aandacht voor gevaarlijke situaties en meldt deze aan de leidinggevende.
  • De schoonmaker moet zorgvuldig gebruik maken van materieel.
  • De schoonmaker moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren.
  • De schoonmaker moet het positief imago van zijn onderneming uitstralen.
  • De schoonmaker moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het veilig en ordelijk organiseren van zijn werkplaats
  • het voorbereiden en uitvoeren van eigen werkzaamheden
  • het gebruiken en reinigen van het materieel
  • het bijhouden en afleveren van de opvolgdocumenten
  • het opvolgen van de voorraad
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden
  • instructies van de leidinggevende
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies
  • derden voor praktische zaken (ophalen van rolluiken, openen van deuren van beveiligde lokalen, …).

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband en individueel
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Plant en bereidt eigen werkzaamheden voor
  • Verwijdert ongevaarlijk afval (huishoudelijk, industrieel afval, …) en sorteert de vuilnisbakken en/of containers
  • Maakt oppervlakken, ruimtes en uitrustingen handmatig schoon
  • Maakt het schoonmaakmaterieel schoon en onderhoudt het
  • Houdt de werkdocumenten bij (uurroosters, plaats, …)en informeert de betrokkenen over afwijkingen
  • Informeert de leidinggevende over onregelmatigheden of beschadigingen
  • Werkt klantgericht
  • Maakt toiletten en keukens schoon en vult alle aanwezige recipiënten bij
  • Maakt oppervlakken machinaal schoon
  • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast en maakt bestellingen
  • Houdt toezicht op nieuwe werknemers en studenten

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.