Basisverpleegkundige

 
BK-0599-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Basisverpleegkundige

Definitie

De basisverpleegkundige is een beoefenaar van de verpleegkunde die autonoom of in samenwerking met de verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg (VVAZ) en/of arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam handelt binnen een zorgteam waarbij de basisverpleegkundige handelt in het kader van preventie, het behoud en de bevordering van de gezondheid van de patiënt/zorgvrager in relatie tot de kwaliteit van leven.

Afbakening

De verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg in dit BK afgekort tot VVAZ en of de arts bepaalt de situaties waar de basisverpleegkundige autonoom of in samenwerking kan handelen.

in dit BK worden alle competenties beschreven waarbij deze steeds binnen de grenzen van zijn wettelijke bevoegdheden (KB 20/09/2023) moeten bekeken worden.

. In minder complexe situaties, kan de basisverpleegkundige, binnen de grenzen van zijn/haar bevoegdheden, autonoom de verpleegkunde uitoefenen.

In complexere situaties werkt de basisverpleegkundige in teamverband in samenspraak met de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of met de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam.
De basisverpleegkundige voert de zorgen uit zoals aangegeven in het verpleegplan opgesteld door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg die de verpleegdiagnose stelt. Dat verpleegplan vermeldt ook de grenzen waarbinnen de basisverpleegkundige zelf elementen uit het verpleegplan kan aanpassen.

De initiële inschatting van de mate van complexiteit gebeurt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. Deze initiële inschatting kan door de basisverpleegkundige worden uitgevoerd in geval van technische prestaties die op kortstondige wijze worden uitgevoerd door de basisverpleegkundige.
Rekening houdend met de gezondheidstoestand van de patiënt en de zorgcontext kan de basisverpleegkundige binnen de grenzen van zijn/haar bevoegdheden de zorg opstarten en dit op basis van een standaardverpleegplan en zonder de initiële evaluatie door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. De evaluatie van de toestand van de patiënt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg en/of de arts volgt zo spoedig mogelijk.

De basisverpleegkundige die bij de zorgverlening vaststelt dat door de evolutie in de zorgnoden de noodzakelijke zorgen zijn/haar bevoegdheid overstijgt, verwittigt zo snel mogelijk de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam, voor een herevaluatie van de gezondheidstoestand van de patiënt en de nodige onderlinge samenwerking.

De technische verpleegkundige verstrekkingen B1 en B2, zoals opgenomen in de bijlage van het KB van 20/09/2023, worden verricht aan de hand van standaardverpleegplannen en/of procedures.
Het standaardverpleegplan laat toe om een patiënt met bepaalde gezondheidsproblemen systematisch te benaderen en te verplegen.
Een procedure beschrijft de uitvoeringswijze van een bepaalde technische verpleegkundige verstrekking. Eventueel kunnen één of meerdere procedures deel uitmaken van een standaardverpleegplan of een staand order zoals omschreven in de vigerende wetgeving
De procedures voor de technische verpleegkundige verstrekkingen B2- zoals opgenomen in de bijlage van het KB van 20/09/2023, worden opgesteld in samenspraak tussen de arts en de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, of tussen de arts en de basisverpleegkundige wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam.

Niveau (VKS en EQF)

5

Jaar van erkenning

versie 1, 2024

Competenties

Opsomming competenties

Verpleegkundige expertise: Bijdragen aan de uitwerking van een verpleegkundige diagnose op basis van theoretische en klinische kennis. Het verpleegplan uitvoeren en bijsturen binnen zijn bevoegdheid
  • Competentie 1:
    Werkt een verpleegdiagnose/verpleegplan uit in minder complexe situaties
    • Verzamelt objectieve, subjectieve, nauwkeurige en relevante gegevens via systemische gezondheidsevaluaties van de zorgvrager in een minder complexe situatie
    • Analyseert, verzamelt en structureert de gegevens van verschillende bronnen om de verpleegkundige diagnose te bepalen, het verpleegplan op te starten en/of een verpleegplan aan te passen binnen de eigen bevoegdheid en houdt hierbij rekening met de holistische mensvisie.
    • Gebruikt evidence based evaluatiemethoden en aangepaste meetinstrumenten
    • Consulteert de aangewezen (gezondheids)zorgverstrekker en verwijst gepast en tijdig door
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van medische beeldvorming
    • Basiskennis van biofysica en biochemie in de gezondheidszorg
    • Basiskennis van toxicologie
    • Basiskennis van anesthesie
    • Kennis van analgesie
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van algemene anatomie, fysiologie van het menselijk lichaam
    • Kennis van de grondbeginselen van de microbiologie
    • Kennis van veel voorkomende pathologie van alle stelsels (neurologisch, respiratoir, cardiovasculair, musculoskeletaal, metabool, urogenitaal, hormonaal, lymfatisch stelsel, de huid, de zintuigen, …)
    • Kennis van voedings- en dieetleer
    • Kennis van veelvoorkomende onderzoeken, behandelingen en-ingrepen van alle stelsels en de bijhorende voorbereidingen
    • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
    • Kennis van farmacologie (groepen, veel voorkomende geneesmiddelen, nevenwerking, indicaties, ….)
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van veel voorkomende zorgondersteunende technologie: (medisch) materiaal, middelen en toestellen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen en -maatregelen
    • Kennis van EHBO en BLS
    • Kennis van psychologie in de gezondheidszorg
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van de stappen van methodisch handelen (verpleegplan, …)
    • Kennis van relevante screeningsinstrumenten
    • Kennis van verpleegkundige diagnoses
    • Kennis van rapportering
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Kennis van gezondheidspromotie
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
    • Grondige kennis van de verpleegkundige technische verstrekkingen voor de basisverpleegkundige conform de vigerende regelgevingen
    • Grondige kennis van relevante medische berekeningen
  • Competentie 2:
    Draagt bij aan de uitwerking van een verpleegdiagnose/verpleegplan in complexere situaties
    • Verzamelt objectieve, subjectieve, nauwkeurige en relevante gegevens via systemische gezondheidsevaluaties v an de zorgvrager
    • Analyseert, verzamelt en structureert de gegevens van verschillende bronnen om voorstellen te doen voor de diagnose, standaard verpleegplannen op te starten binnen de eigen bevoegdheid en in afwachting van de validatie van het verpleegplan door de VVAZ of arts en houdt hierbij rekening met de holistische mensvisie.
    • Informeert aan de VVAZ of arts alle nuttige gegevens van de verpleegdiagnose en voor de aanpassing van het verpleegplan in situaties buiten de eigen competenties of verantwoordelijkheid.
    • Gebruikt evidence based evaluatiemethoden en aangepaste meetinstrumenten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van medische beeldvorming
    • Basiskennis van biofysica en biochemie in de gezondheidszorg
    • Basiskennis van toxicologie
    • Basiskennis van anesthesie
    • Basiskennis van relevante administratieve en financiële zorg ondersteunende maatregelen voor de zorgvrager
    • Basiskennis van de verschillende medische specialisaties zoals: moeder en kind, pediatrie, oncologie, spoed en intensieve zorgen, operatiekwartier, PAAZ, …
    • Kennis van analgesie
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van algemene anatomie, fysiologie van het menselijk lichaam
    • Kennis van de grondbeginselen van de microbiologie
    • Kennis van veel voorkomende pathologie van alle stelsels (neurologisch, respiratoir, cardiovasculair, musculoskeletaal, metabool, urogenitaal, hormonaal, lymfatisch stelsel, de huid, de zintuigen, …)
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van voedings- en dieetleer
    • Kennis van veelvoorkomende onderzoeken, behandelingen en-ingrepen van alle stelsels en de bijhorende voorbereidingen
    • Kennis van farmacologie (groepen, veel voorkomende geneesmiddelen, nevenwerking, indicaties, ….)
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen en -maatregelen
    • Kennis van psychologie in de gezondheidszorg
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van relevante screeningsinstrumenten
    • Kennis van verpleegkundige diagnoses
    • Kennis van rapportering
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Kennis van gezondheidspromotie
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
    • Grondige kennis van de verpleegkundige technische verstrekkingen voor de basisverpleegkundige conform de vigerende regelgevingen
    • Grondige kennis van relevante medische berekeningen
  • Competentie 3:
    Organiseert de zorg conform het verpleegplan en stuurt deze bij binnen zijn bevoegdheid
    • Plant de uitvoering van de zorg op basis van het verpleegplan
    • Wendt kritisch denkvermogen en klinisch redeneren aan bij het planningsproces van de zorgverlening, op basis van zijn kennis
    • Bepaalt mee de zorgprioriteiten in samenwerking met de andere zorgverstrekkers en met de zorgvrager.
    • Betrekt in de mate van het mogelijke de zorgvrager bij het plannen van de zorg waarbij er rekening mee wordt gehouden met de principes van informed consent van de zorgvrager.
    • Analyseert, herbekijkt en past regelmatig het verpleegplanplan aan de hand van richtlijnen gebaseerd op EBP, in samenwerking met de VVAZ en andere leden van het zorgteam
    • Werkt binnen het verpleegplan kostenbewust
    • Houdt in het verpleegplan rekening met de continuïteit van zorg en het tijdpad waarbinnen de zorg gepland wordt
    • Respecteert de diversiteit van de zorgvragers
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van medische beeldvorming
    • Basiskennis van biofysica en biochemie in de gezondheidszorg
    • Basiskennis van toxicologie
    • Basiskennis van anesthesie
    • Basiskennis van kostenbewust werken
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Kennis van analgesie
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van algemene anatomie, fysiologie van het menselijk lichaam
    • Kennis van de grondbeginselen van de microbiologie
    • Kennis van veel voorkomende pathologie van alle stelsels (neurologisch, respiratoir, cardiovasculair, musculoskeletaal, metabool, urogenitaal, hormonaal, lymfatisch stelsel, de huid, de zintuigen, …)
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van voedings- en dieetleer
    • Kennis van veelvoorkomende onderzoeken, behandelingen en-ingrepen van alle stelsels en de bijhorende voorbereidingen
    • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
    • Kennis van farmacologie (groepen, veel voorkomende geneesmiddelen, nevenwerking, indicaties, ….)
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van veel voorkomende zorgondersteunende technologie: (medisch) materiaal, middelen en toestellen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen en -maatregelen
    • Kennis van psychologie in de gezondheidszorg
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van de stappen van methodisch handelen (verpleegplan, …)
    • Kennis van relevante screeningsinstrumenten
    • Kennis van verpleegkundige diagnoses
    • Kennis van rapportering
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
    • Grondige kennis van de verpleegkundige technische verstrekkingen voor de basisverpleegkundige conform de vigerende regelgevingen
    • Grondige kennis van relevante medische berekeningen
  • Competentie 4:
    Voert de verpleegkundige zorg uit conform de vigerende regelgeving
    • Voert de technische verpleegkundige handelingen uit waarvoor hij bevoegd is en zich bekwaam acht.
    • Wendt de principes van kritisch denken aan en hanteert een systematische aanpak voor de oplossing van problemen bij de uitvoering van verpleegkundige zorg binnen zijn bevoegdheid
    • Observeert en herkent de veranderingen zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak
    • Neemt preventieve maatregelen tijdens de zorgverlening
    • Verstrekt de verpleegkundige zorg volgens de verpleegkundige basisprincipes
    • Verstrekt technische verpleegkundige handelingen volgens de verpleegkundige basisprincipes
    • Verstrekt levenseindezorg en doet aan pijnbestrijding
    • Signaleert crisissituaties
    • Herkent en reageert snel bij (levensbedreigende) noodsituaties en volgt de hiervoor geldende richtlijnen.
    • Volgt richtlijnen op inzake het in veiligheid brengen van de zorgvrager in crisis- en rampsituaties
    • Maakt gebruik van de beschikbare technologie om data van de zorgvrager te bewaren, te raadplegen en te noteren.
    • Gebruikt en begeleidt de beschikbare technologieën om de toegang tot gezondheidszorg te maximaliseren en de resultaten te optimaliseren voor de zorgvrager.
    • Garandeert de continuïteit van zorg bij de zorgvrager.
    • Assisteert bij behandelingen/ onderzoeken/ingrepen indien aangewezen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van biofysica en biochemie in de gezondheidszorg
    • Basiskennis van toxicologie
    • Basiskennis van de verschillende medische specialisaties zoals: moeder en kind, pediatrie, oncologie, spoed en intensieve zorgen, operatiekwartier, PAAZ, …
    • Kennis van analgesie
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van algemene anatomie, fysiologie van het menselijk lichaam
    • Kennis van de grondbeginselen van de microbiologie
    • Kennis van veel voorkomende pathologie van alle stelsels (neurologisch, respiratoir, cardiovasculair, musculoskeletaal, metabool, urogenitaal, hormonaal, lymfatisch stelsel, de huid, de zintuigen, …)
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van geriatrie en gerontologie
    • Kennis van wondzorg en stomazorg
    • Kennis van voedings- en dieetleer
    • Kennis van levenseindezorg
    • Kennis van pré en postoperatieve zorg
    • Kennis van de meest voorkomende psychische aandoeningen
    • Kennis van de meest voorkomende fysieke en mentale beperkingen bij zorgvragers
    • Kennis van parameters van de verschillende biologische functiestelsels bij zorgvragers van alle leeftijden
    • Kennis van vrijheidsbeperkende maatregelen
    • Kennis van verplaatsingstechnieken
    • Kennis van bloedcomponenten
    • Kennis van veelvoorkomende onderzoeken, behandelingen en-ingrepen van alle stelsels en de bijhorende voorbereidingen
    • Kennis van farmacologie (groepen, veel voorkomende geneesmiddelen, nevenwerking, indicaties, ….)
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van veel voorkomende zorgondersteunende technologie: (medisch) materiaal, middelen en toestellen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen en -maatregelen
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Kennis van EHBO en BLS
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van de stappen van methodisch handelen (verpleegplan, …)
    • Kennis van relevante screeningsinstrumenten
    • Kennis van verpleegkundige diagnoses
    • Kennis van rapportering
    • Kennis van gezondheidspromotie
    • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
    • Grondige kennis van de verpleegkundige technische verstrekkingen voor de basisverpleegkundige conform de vigerende regelgevingen
    • Grondige kennis van relevante medische berekeningen
    • Grondige kennis van hygiënische zorg
  • Competentie 5:
    Voert de evaluatie van de verpleegkundige zorg uit in minder complexe situaties of neemt hieraan deel bij complexere situaties
    • Voert de evaluatie uit bij de zorgvrager met niet complexe zorg en stuurt deze bij indien nodig
    • Werkt mee aan de evaluatie van de zorg op een continue, systematische wijze in relatie tot de geplande doelstellingen opgenomen in het verpleegplan met inspraak van de zorgvrager.
    • Deelt en rapporteert zijn observaties, problemen en geboekte vooruitgangen aan de relevante actoren van het team
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
Communicatie: beroepsmatig duidelijk communiceren
  • Competentie 6:
    Communiceert beroepsmatig
    • Begrijpt de noden van de context van de zorgvrager, vanuit zijn voorgeschiedenis.
    • Bespreekt belangrijke zorghandelingen met respect voor de diversiteit van de zorgvragers
    • Geeft de zorgvrager ruimte om zijn mening te geven.
    • Neemt steeds een constructieve houding aan.
    • Gaat na of hij goed begrepen heeft wat de zorgvrager eigenlijk bedoelt.
    • Respecteert het stilzwijgen van de zorgvrager.
    • Respecteert standpunten die verschillen van zijn eigen standpunt.
    • Brengt een wisselwerking op gang en communiceert met anderen met respect voor hun diversiteit.
    • Respecteert het vertrouwelijkheidsbeginsel van de zorg.
    • Leidt emoties en conflicten in goede banen.
    • Gaat op een empathische wijze om met de zorgvrager waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden.
    • Werkt volgens de principes van open communicatie bij een (bijna) (veiligheids)incident zoals het raamwerk ‘open disclosure’
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Kennis van diversiteit in de samenleving
    • Kennis van de holistische visie
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Competentie 7:
    Informeert de zorgvrager in functie van de zelfredzaamheid
    • Vergemakkelijkt de toegang tot informatie of verwijst vragen door naar de juiste persoon.
    • Informeert en adviseert de zorgvrager
    • Moedigt de zorgvrager aan in zijn eigen mogelijkheden.
    • Geeft duidelijk advies rekening houdend met de gezondheidsvaardigheden van de zorgvrager.
    • Verstrekt informatie, waarbij hij rekening houdt met de emoties/reacties van de zorgvrager
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Basiskennis van relevante administratieve en financiële zorg ondersteunende maatregelen voor de zorgvrager
    • Kennis van diversiteit in de samenleving
    • Kennis van de holistische visie
    • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
  • Competentie 8:
    Rapporteert en deelt informatie
    • Rapporteert en deelt relevante informatie op een mondelinge, schriftelijke of elektronische manier met alle actoren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Kennis van de verpleegkundige zorg in de verschillende werkcontexten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van rapportering
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Competentie 9:
    Past digitale vaardigheden toe in het kader van het zorgproces
    • Hanteert en beheerst de basisbeginselen van de tools die door de overheid en de instellingen worden opgelegd of die ter beschikking worden gesteld.
    • Deelt en beheert gegevens via erkende platforms voor gegevensdeling.
    • Hanteert het elektronische voorschrift.
    • Gebruikt zorgondersteunende innovatieve technologie.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van rapportering
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
Samenwerking: werkt samen met het interprofessioneel
  • Competentie 10:
    Werkt samen met de zorgvrager
    • Luistert en heeft een goed inlevingsvermogen.
    • Bouwt een zorgrelatie op met respect voor de diversiteit van de zorgvrager.
    • Beheert conflictsituaties zonder enig oordeel te vellen met behulp van communicatietechnieken conform de geldende procedures en richtlijnen.
    • Moedigt de zelfbeschikking van zorgvrager aan
    • Informeert de zorgvrager over het zorgproces
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Kennis van diversiteit in de samenleving
    • Kennis van de holistische visie
    • Kennis van de verpleegkundige zorg in de verschillende werkcontexten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van rapportering
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Competentie 11:
    Werkt samen met het interprofessioneel team
    • Herkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, zowel binnen het eigen vakgebied als ten aanzien van andere vakgebieden.
    • Neemt een respectvolle houding aan, luistert en werkt samen met de andere teamleden.
    • Motiveert anderen om samen te werken aan de uitvoering van het zorgproces.
    • Draagt bij aan een goede teamwerking om samen de gemeenschappelijke doelstellingen van het zorgproces te verwezenlijken in een klimaat van respect, vertrouwen en samenwerking.
    • Overlegt met andere zorgverleners om samen met hen op een doeltreffende en respectvolle manier beslissingen te nemen.
    • Verzekert de continuïteit van de (interprofessionele) zorgverlening of de interprofessionele samenwerking in het kader van de zorgprocessen en doet voorstellen tot bijsturing m.b.t. zijn eigen competentiedomein.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Basiskennis van beroepscompetenties van andere gezondheidszorgberoepen
    • Kennis van teamwork en interprofessioneel samenwerking
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Kennis van rapportering
    • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
Leiderschap: bijdragen aan het beheer van het zorgproces
  • Competentie 12:
    Voert de zorg op een doeltreffende en veilige manier uit binnen zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid
    • Schat de eigen competenties en verantwoordelijkheden in
    • Voert in complexe situaties de toegewezen zorgen uit die aansluiten bij zijn competentieniveau en wettelijk beroepsdomein.
    • Neemt de verantwoordelijkheid voor de uitgevoerde activiteiten
    • Draagt de zorg over indien deze de eigen bevoegdheden en competenties overstijgt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van leiderschap in de zorg
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Competentie 13:
    Draagt bij aan het efficiënt inzetten van de beschikbare middelen, zowel economisch als ecologisch
    • Draagt bij aan een optimale verdeling en gebruik van middelen.
    • Evalueert de werking en de onderhoudsstatus van de middelen en onderneemt actie om de gebreken te verhelpen
    • Werkt actief mee aan verbeteringsprocessen .
    • Helpt, in samenwerking met het zorgteam, de zorgvrager te bepalen welke diensten het best tegemoetkomen aan zijn noden in het verlengde van het zorgproces.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van veel voorkomende zorgondersteunende technologie: (medisch) materiaal, middelen en toestellen
    • Kennis van operationeel onderhoud van (medisch) materiaal, middelen en toestellen
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Competentie 14:
    Wijst de zorg toe op een doeltreffende , veilige manier aan de meest aangewezen gezondheidsprofessional
    • Machtigt de zorgkundige om activiteiten uit te voeren die door de VVAZ of volgens het verpleegplan zijn gedelegeerd op basis van de evolutie van de gezondheidstoestand van de zorgvrager.
    • Delegeert activiteiten aan de bekwame helper en mantelzorger, conform de wettelijke criteria.
    • Geeft duidelijke instructies voor uitvoering van de taken
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Competentie 15:
    Draagt bij aan de waarborging en evaluatie van de kwaliteit van de verpleegkundige praktijk
    • Documenteert de uitvoering van de verpleegkundige zorg op een verantwoorde en ethische manier.
    • Verzamelt gegevens om de kwaliteit en de doeltreffendheid van de verpleegkundige zorgen te evalueren
    • Draagt bij aan het identificeren van de voornaamste verpleegkundige zorgen die geëvalueerd moeten worden ter opvolging van de kwaliteit.
    • Draagt bij aan de evaluatie van kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van de verpleegkundige zorgen
    • Werkt mee aan de doelstellingen voor duurzame zorg
    • Voert de zorg uit aan de hand van de richtlijnen of protocollen
    • Neemt deel aan het interprofessionele team bij de evaluatie van de zorg
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen volgens de richtlijnen
    • Detecteert (bijna) incidenten en handelt volgens de richtlijnen
    • Volgt de veiligheidsrichtlijnen van de organisatie
    • Werkt mee aan de doelstellingen van duurzame zorg
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
    • Kennis van klinisch redeneren
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
Gezondheidsvoorlichting: personen, families en groepen responsabiliseren zodat ze een gezonde levensstijl aannemen en zorg dragen voor zichzelf
  • Competentie 16:
    Draagt bij tot het bevorderen van de autonomie van de zorgvrager
    • Peilt samen met de zorgvrager naar de factoren die zijn gezondheid bepalen
    • Draagt bij aan de begeleiding van de zorgvrager zodat die een zo zelfstandig mogelijk leven kan leiden
    • Draagt bij aan het behoud en de verbetering van de gezondheidsomstandigheden van de zorgvrager. en zijn leefomgeving
    • Werkt mee aan de gezondheidsvoorlichting van de zorgvrager met als doel een gezonde levenswijze te implementeren,
    • Voert preventieve maatregelen uit om risicogedrag te voorkomen volgens het verpleegplan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Basiskennis van elementaire didactische vaardigheden om handelingen aan te leren
    • Basiskennis van informatietechnologie
    • Basiskennis van relevante administratieve en financiële zorg ondersteunende maatregelen voor de zorgvrager
    • Basiskennis van sociologie
    • Kennis van diversiteit in de samenleving
    • Kennis van de holistische visie
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van de motivatietheorie en -strategieën
    • Kennis van (peer)coaching
    • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
    • Kennis van psychologie in de gezondheidszorg
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Kennis van gezondheidspromotie
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Competentie 17:
    Motiveert de zorgvrager om zorg te dragen voor zijn gezondheid en welzijn
    • Draagt bij aan betere gezondheidsomstandigheden voor zorgvrager, rekening houdend met milieu en gemeenschap.
    • Werkt mee aan de voorlichting aan de zorgvrager met als doel een gezonde levenswijze, preventie en het voorkomen van risicogedrag
    • Neemt deel aan activiteiten voor ziektebestrijding, alsook de bevordering van een gezonde levensstijl binnen de leefomgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Basiskennis van elementaire didactische vaardigheden om handelingen aan te leren
    • Basiskennis van sociologie
    • Kennis van diversiteit in de samenleving
    • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
    • Kennis van de motivatietheorie en -strategieën
    • Kennis van (peer)coaching
    • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
    • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Kennis van doelgroepen
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
Wetenschappelijke ontwikkeling: bijdragen aan de evaluatie en kwaliteitsborging van de zorg om de eigen praktijkervaring te verbeteren
  • Competentie 18:
    Baseert de eigen praktijk op relevante gegevens
    • Past de principes van kritisch denken toe en hanteert een systematische aanpak voor het oplossen van problemen
    • Argumenteert zijn handelen op basis van kennis, context en de keuze van de zorgontvanger.
    • Verleent de zorg volgens het verpleegplan en dit conform de professionele aanbevelingen, het gezondheidsbeleid, de protocollen en institutionele procedures.
    • Neemt deel aan onderzoek voor evidence based practices.
    • Deelt voorgeschreven richtlijnen voor goede praktijkvoering met collega's
    • Houdt zijn portfolio bij en actueel volgens de vigerende regelgeving
    • Hanteert de Nederlandse taal op deskundige wijze in het kader van het beroep
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van informatietechnologie
    • Basiskennis van professionele fora
    • Basiskennis van opzoeken van relevante (wetenschappelijke) informatiebronnen
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Competentie 19:
    Evalueert zichzelf
    • Evalueert zichzelf regelmatig om zijn sterke punten en verbeterpunten op te sporen.
    • Houdt rekening met de formele en informele feedback van patiënten/cliënten, gelijken, collega's en andere actoren van het gezondheidssysteem om zijn beroepsuitoefening te analyseren.
    • Voert argumenten aan voor beslissingen en de gekozen actiestrategieën, die het resultaat zijn van een evaluatieproces en die steunen op bewijzen en aanbevelingen.
    • Voert strategieën uit om de doelstellingen die in het kader van de evaluatie werden vastgelegd te verwezenlijken.
    • Werkt een wisselwerking met lotgenoten en collega's in de hand om zijn beroepsuitoefening verder te ontwikkelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van informatietechnologie
    • Basiskennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
    • Basiskennis van professionele fora
    • Basiskennis van opzoeken van relevante (wetenschappelijke) informatiebronnen
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van (peer)coaching
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Competentie 20:
    Draagt bij aan de vorming van studenten en gezondheidsprofessionals
    • Begeleidt studenten en collega's ter ontwikkeling van hun beroep en de kwaliteit van de gezondheidszorg.
    • Is een referentiepersoon voor studenten, collega's en relevante actoren
    • Is een rolmodel voor studenten, collega's en andere professionals.
    • Besteedt aandacht aan de vragen en problemen van studenten en collega's.
    • Deelt zijn kennis, ervaring en ideeën met studenten en collega's.
    • Detecteert de opleidingsbehoeften en bepaalt de prioriteiten voor studenten en geeft dit door aan de stageverantwoordelijke/mentor
    • Stelt relevante leersituaties voor aan studenten basisverpleegkundige toe die aansluiten bij de leerdoelen.
    • Houdt rekening met de competenties en beperkingen van studenten en collega's in opleiding.
    • Streeft een veilige werkomgeving na, waarin iedereen kan leren en zich professioneel kan ontwikkelen.
    • Staat in voor de veiligheid van zorgvragers in leersituaties
    • Begeleidt studenten en collega's bij het analyseren van hun praktijk.
    • Verstrekt formele of informele opbouwende feedback in het kader van de beoordeling van studenten en collega's.
    • Moedigt het zelfstandig leren en zoeken naar oplossingen aan bij studenten en collega’s.
    • Bevordert een goede leeromgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van informatietechnologie
    • Kennis van teamwork en interprofessioneel samenwerking
    • Kennis over optimaal leer- en werkklimaat
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van (peer)coaching
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
    • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
Professionalisering: professionele verantwoordelijkheid nemen
  • Competentie 21:
    Verricht een ethische en deontologische beroepsuitoefening
    • Handelt ethisch en deontologisch in zijn praktijk
    • Werkt mee aan de analyse van ethische en deontologische dilemma’s m.b.t. zorgvrager, collega’s, groepen en andere actoren van het gezondheidssysteem.
    • Werkt mee aan het bespreken van of zoeken naar oplossingen van ethische en deontologische dilemma’s.
    • Past dilemma-gerelateerde oplossingen toe conform het verpleegplan.
    • Behartigt de belangen van zorgvragers, met specifieke aandacht voor zorgvragers die niet voor zichzelf kunnen opkomen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociologie
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van beroepsethiek en de deontologische code
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
    • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Competentie 22:
    Neemt aantoonbaar professionele verantwoordelijkheid op
    • Handelt binnen de grenzen van zijn beroepsdomein en zijn eigen competenties en koppelt binnen deze grenzen terug.
    • Vraagt advies over handelingen waarvoor hij bevoegd is en waarvoor hij niet over de nodige bekwaamheid beschikt.
    • Vraagt raad aan deskundigen in situaties die zijn eigen beroepsdomein overstijgen.
    • Onderhoudt een therapeutische en professionele relatie binnen de grenzen van zijn professionele rol.
    • Onderhoudt zijn competenties voortdurend en scherpt ze aan.
    • Neemt deel aan bijscholing en leert levenslang.
    • Streeft ernaar de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening en de veiligheid van zorgvrager voortdurend te garanderen
    • Neemt aantoonbaar verantwoordelijkheid op ten aanzien van de zorgvrager, de maatschappij en vakgenoten
    • Herkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen van de gezondheidsprofessionals.
    • Draagt bij aan initiatieven om gezondheidszorg beter toegankelijk te maken
    • Stelt de praktijken van gezondheidsprofessionals op een adequate manier in vraag om een betere veiligheid en kwaliteit te garanderen.
    • Onderneemt actie in het belang van de zorgvrager bij illegale, onaangepaste of onethische praktijken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociologie
    • Kennis van teamwork en interprofessioneel samenwerking
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van beroepsethiek en de deontologische code
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van rapportering
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
  • Competentie 23:
    Leeft de wetgeving en regelgeving na
    • Verleent verpleegkundige zorg binnen de grenzen van het regelgevend en professionele kader.
    • Past de Belgische deontologische code voor verpleegkundigen toe.
    • Leeft de geheimhoudingsplicht na.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociologie
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van beroepsethiek en de deontologische code
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
  • Competentie 24:
    Moedigt een gezondheidscultuur op het werk aan
    • Herkent factoren die een invloed hebben op het eigen welzijn en de professionele prestaties.
    • Bouwt mee aan een cultuur van collegialiteit, respect en professionele relaties.
    • Bewaakt mee de gezondheid en het welzijn van collega's voor een kwaliteitsvolle zorgverlening.
    • Streeft naar balans tussen professionele eisen en verwachtingen en privéleven.
    • Komt assertief en onderbouwd op voor zichzelf voor een werkbare organisatiecultuur.
    • IJvert ervoor om collega's die het moeilijk hebben op het werk op te merken, te ondersteunen en op een doelmatige manier te helpen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van zelfmanagement
    • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
  • Competentie 25:
    Draagt bij aan positieve profilering en imago van het beroep
    • Ondersteunt de verspreiding en toepassing van aanbevelingen voor de goede beroepspraktijk (best practices).
    • Geeft mee vorm aan een duidelijke beroepsidentiteit.
    • Draagt bij aan de ontwikkeling van het beroep van basisverpleegkundige
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
    • Kennis van beroepsethiek en de deontologische code
    • Kennis van (zelf)reflectie
    • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van medische beeldvorming
  • Basiskennis van biofysica en biochemie in de gezondheidszorg
  • Basiskennis van toxicologie
  • Basiskennis van anesthesie
  • Basiskennis van kostenbewust werken
  • Basiskennis van gezondheidszorgstructuren, -organisatie en interprofessionele samenwerkingsmodellen
  • Basiskennis van de sociale kaart
  • Basiskennis van elementaire didactische vaardigheden om handelingen aan te leren
  • Basiskennis van informatietechnologie
  • Basiskennis van leiderschap in de zorg
  • Basiskennis van relevante administratieve en financiële zorg ondersteunende maatregelen voor de zorgvrager
  • Basiskennis van beroepscompetenties van andere gezondheidszorgberoepen
  • Basiskennis van de verschillende medische specialisaties zoals: moeder en kind, pediatrie, oncologie, spoed en intensieve zorgen, operatiekwartier, PAAZ, …
  • Basiskennis van sociologie
  • Basiskennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
  • Basiskennis van professionele fora
  • Basiskennis van opzoeken van relevante (wetenschappelijke) informatiebronnen
  • Basiskennis van zelfmanagement
  • Kennis van analgesie
  • Kennis van diversiteit in de samenleving
  • Kennis van teamwork en interprofessioneel samenwerking
  • Kennis over optimaal leer- en werkklimaat
  • Kennis van de holistische visie
  • Kennis van relevante gegevens binnen de wetgeving aangaande het beroep en de gezondheidszorg voor de uitoefening van het beroep
  • Kennis van beroepsethiek en de deontologische code
  • Kennis van de basisprincipes van evaluatiemethodes
  • Kennis van klinisch redeneren
  • Kennis van algemene anatomie, fysiologie van het menselijk lichaam
  • Kennis van de grondbeginselen van de microbiologie
  • Kennis van veel voorkomende pathologie van alle stelsels (neurologisch, respiratoir, cardiovasculair, musculoskeletaal, metabool, urogenitaal, hormonaal, lymfatisch stelsel, de huid, de zintuigen, …)
  • Kennis van principes van kwaliteitsvolle zorgverlening
  • Kennis van geriatrie en gerontologie
  • Kennis van wondzorg en stomazorg
  • Kennis van voedings- en dieetleer
  • Kennis van levenseindezorg
  • Kennis van pré en postoperatieve zorg
  • Kennis van de meest voorkomende psychische aandoeningen
  • Kennis van de meest voorkomende fysieke en mentale beperkingen bij zorgvragers
  • Kennis van parameters van de verschillende biologische functiestelsels bij zorgvragers van alle leeftijden
  • Kennis van vrijheidsbeperkende maatregelen
  • Kennis van verplaatsingstechnieken
  • Kennis van bloedcomponenten
  • Kennis van de verpleegkundige zorg in de verschillende werkcontexten
  • Kennis van veelvoorkomende onderzoeken, behandelingen en-ingrepen van alle stelsels en de bijhorende voorbereidingen
  • Kennis van (zelf)reflectie
  • Kennis van de motivatietheorie en -strategieën
  • Kennis van (peer)coaching
  • Kennis van gezondheidsbevordering en -geletterdheid
  • Kennis van farmacologie (groepen, veel voorkomende geneesmiddelen, nevenwerking, indicaties, ….)
  • Kennis van planning, organisatie en opvolging van de (verpleegkundige) zorgen/activiteiten
  • Kennis van relevante (administratieve) zorgondersteunende (IT-)systemen
  • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, patiëntgerelateerde administratie
  • Kennis van veel voorkomende zorgondersteunende technologie: (medisch) materiaal, middelen en toestellen
  • Kennis van operationeel onderhoud van (medisch) materiaal, middelen en toestellen
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen en -maatregelen
  • Kennis van probleemoplossende strategieën en besluitvormingstechnieken
  • Kennis van EHBO en BLS
  • Kennis van psychologie in de gezondheidszorg
  • Kennis van preventie in de gezondheidszorg
  • Kennis van de stappen van methodisch handelen (verpleegplan, …)
  • Kennis van relevante screeningsinstrumenten
  • Kennis van verpleegkundige diagnoses
  • Kennis van rapportering
  • Kennis van de Nederlandse taal om ze op deskundige wijze te kunnen hanteren in het kader van het beroep en dit zowel mondeling als schriftelijk (kan zichzelf spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een conversatie voeren met de zorgvrager en kan efficiënt rapporteren aan andere zorgverleners.)
  • Kennis van doelgroepen
  • Kennis van gezondheidspromotie
  • Grondige Kennis van de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne en aseptie, comfort, zelfzorg en inspraak, beleving, veiligheid, ergonomie, economie en ecologie)
  • Grondige kennis van relevante sociale en communicatieve vaardigheden
  • Grondige kennis van werking met richtlijnen en procedures (verpleegkundige handelingen, (ziekenhuis)infecties, preventieve maatregelen …)
  • Grondige kennis van gangbare vakterminologie
  • Grondige kennis van de verpleegkundige technische verstrekkingen voor de basisverpleegkundige conform de vigerende regelgevingen
  • Grondige kennis van relevante medische berekeningen
  • Grondige kennis van hygiënische zorg

Cognitieve vaardigheden

  • Verzamelt objectieve, subjectieve, nauwkeurige en relevante gegevens via systemische gezondheidsevaluaties v an de zorgvrager
  • Analyseert, verzamelt en structureert de gegevens van verschillende bronnen om voorstellen te doen voor de diagnose, standaard verpleegplannen op te starten binnen de eigen bevoegdheid en in afwachting van de validatie van het verpleegplan door de VVAZ of arts en houdt hierbij rekening met de holistische mensvisie.
  • Informeert aan de VVAZ of arts alle nuttige gegevens van de verpleegdiagnose en voor de aanpassing van het verpleegplan in situaties buiten de eigen competenties of verantwoordelijkheid.
  • Gebruikt evidence based evaluatiemethoden en aangepaste meetinstrumenten
  • Plant de uitvoering van de zorg op basis van het verpleegplan
  • Wendt kritisch denkvermogen en klinisch redeneren aan bij het planningsproces van de zorgverlening, op basis van zijn kennis
  • Bepaalt mee de zorgprioriteiten in samenwerking met de andere zorgverstrekkers en met de zorgvrager.
  • Betrekt in de mate van het mogelijke de zorgvrager bij het plannen van de zorg waarbij er rekening mee wordt gehouden met de principes van informed consent van de zorgvrager.
  • Analyseert, herbekijkt en past regelmatig het verpleegplanplan aan de hand van richtlijnen gebaseerd op EBP, in samenwerking met de VVAZ en andere leden van het zorgteam
  • Werkt binnen het verpleegplan kostenbewust
  • Houdt in het verpleegplan rekening met de continuïteit van zorg en het tijdpad waarbinnen de zorg gepland wordt
  • Respecteert de diversiteit van de zorgvragers
  • Gebruikt en begeleidt de beschikbare technologieën om de toegang tot gezondheidszorg te maximaliseren en de resultaten te optimaliseren voor de zorgvrager.
  • Garandeert de continuïteit van zorg bij de zorgvrager.
  • Werkt mee aan de evaluatie van de zorg op een continue, systematische wijze in relatie tot de geplande doelstellingen opgenomen in het verpleegplan met inspraak van de zorgvrager.
  • Deelt en rapporteert zijn observaties, problemen en geboekte vooruitgangen aan de relevante actoren van het team
  • Begrijpt de noden van de context van de zorgvrager, vanuit zijn voorgeschiedenis.
  • Bespreekt belangrijke zorghandelingen met respect voor de diversiteit van de zorgvragers
  • Geeft de zorgvrager ruimte om zijn mening te geven.
  • Neemt steeds een constructieve houding aan.
  • Gaat na of hij goed begrepen heeft wat de zorgvrager eigenlijk bedoelt.
  • Respecteert het stilzwijgen van de zorgvrager.
  • Respecteert standpunten die verschillen van zijn eigen standpunt.
  • Brengt een wisselwerking op gang en communiceert met anderen met respect voor hun diversiteit.
  • Respecteert het vertrouwelijkheidsbeginsel van de zorg.
  • Gaat op een empathische wijze om met de zorgvrager waarbij de nodige afstand bewaard wordt om een professionele relatie te behouden.
  • Werkt volgens de principes van open communicatie bij een (bijna) (veiligheids)incident zoals het raamwerk ‘open disclosure’
  • Vergemakkelijkt de toegang tot informatie of verwijst vragen door naar de juiste persoon.
  • Informeert en adviseert de zorgvrager
  • Moedigt de zorgvrager aan in zijn eigen mogelijkheden.
  • Geeft duidelijk advies rekening houdend met de gezondheidsvaardigheden van de zorgvrager.
  • Verstrekt informatie, waarbij hij rekening houdt met de emoties/reacties van de zorgvrager
  • Rapporteert en deelt relevante informatie op een mondelinge, schriftelijke of elektronische manier met alle actoren
  • Hanteert het elektronische voorschrift.
  • Luistert en heeft een goed inlevingsvermogen.
  • Bouwt een zorgrelatie op met respect voor de diversiteit van de zorgvrager.
  • Moedigt de zelfbeschikking van zorgvrager aan
  • Neemt een respectvolle houding aan, luistert en werkt samen met de andere teamleden.
  • Motiveert anderen om samen te werken aan de uitvoering van het zorgproces.
  • Draagt bij aan een goede teamwerking om samen de gemeenschappelijke doelstellingen van het zorgproces te verwezenlijken in een klimaat van respect, vertrouwen en samenwerking.
  • Overlegt met andere zorgverleners om samen met hen op een doeltreffende en respectvolle manier beslissingen te nemen.
  • Verzekert de continuïteit van de (interprofessionele) zorgverlening of de interprofessionele samenwerking in het kader van de zorgprocessen en doet voorstellen tot bijsturing m.b.t. zijn eigen competentiedomein.
  • Schat de eigen competenties en verantwoordelijkheden in
  • Voert in complexe situaties de toegewezen zorgen uit die aansluiten bij zijn competentieniveau en wettelijk beroepsdomein.
  • Neemt de verantwoordelijkheid voor de uitgevoerde activiteiten
  • Draagt bij aan een optimale verdeling en gebruik van middelen.
  • Evalueert de werking en de onderhoudsstatus van de middelen en onderneemt actie om de gebreken te verhelpen
  • Werkt actief mee aan verbeteringsprocessen .
  • Helpt, in samenwerking met het zorgteam, de zorgvrager te bepalen welke diensten het best tegemoetkomen aan zijn noden in het verlengde van het zorgproces.
  • Machtigt de zorgkundige om activiteiten uit te voeren die door de VVAZ of volgens het verpleegplan zijn gedelegeerd op basis van de evolutie van de gezondheidstoestand van de zorgvrager.
  • Delegeert activiteiten aan de bekwame helper en mantelzorger, conform de wettelijke criteria.
  • Geeft duidelijke instructies voor uitvoering van de taken
  • Documenteert de uitvoering van de verpleegkundige zorg op een verantwoorde en ethische manier.
  • Verzamelt gegevens om de kwaliteit en de doeltreffendheid van de verpleegkundige zorgen te evalueren
  • Draagt bij aan het identificeren van de voornaamste verpleegkundige zorgen die geëvalueerd moeten worden ter opvolging van de kwaliteit.
  • Draagt bij aan de evaluatie van kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van de verpleegkundige zorgen
  • Werkt mee aan de doelstellingen voor duurzame zorg
  • Voert de zorg uit aan de hand van de richtlijnen of protocollen
  • Neemt deel aan het interprofessionele team bij de evaluatie van de zorg
  • Volgt de veiligheidsrichtlijnen van de organisatie
  • Werkt mee aan de doelstellingen van duurzame zorg
  • Peilt samen met de zorgvrager naar de factoren die zijn gezondheid bepalen
  • Draagt bij aan de begeleiding van de zorgvrager zodat die een zo zelfstandig mogelijk leven kan leiden
  • Draagt bij aan het behoud en de verbetering van de gezondheidsomstandigheden van de zorgvrager. en zijn leefomgeving
  • Werkt mee aan de gezondheidsvoorlichting van de zorgvrager met als doel een gezonde levenswijze te implementeren,
  • Voert preventieve maatregelen uit om risicogedrag te voorkomen volgens het verpleegplan
  • Draagt bij aan betere gezondheidsomstandigheden voor zorgvrager, rekening houdend met milieu en gemeenschap.
  • Werkt mee aan de voorlichting aan de zorgvrager met als doel een gezonde levenswijze, preventie en het voorkomen van risicogedrag
  • Neemt deel aan activiteiten voor ziektebestrijding, alsook de bevordering van een gezonde levensstijl binnen de leefomgeving
  • Argumenteert zijn handelen op basis van kennis, context en de keuze van de zorgontvanger.
  • Verleent de zorg volgens het verpleegplan en dit conform de professionele aanbevelingen, het gezondheidsbeleid, de protocollen en institutionele procedures.
  • Neemt deel aan onderzoek voor evidence based practices.
  • Deelt voorgeschreven richtlijnen voor goede praktijkvoering met collega's
  • Houdt zijn portfolio bij en actueel volgens de vigerende regelgeving
  • Hanteert de Nederlandse taal op deskundige wijze in het kader van het beroep
  • Evalueert zichzelf regelmatig om zijn sterke punten en verbeterpunten op te sporen.
  • Houdt rekening met de formele en informele feedback van patiënten/cliënten, gelijken, collega's en andere actoren van het gezondheidssysteem om zijn beroepsuitoefening te analyseren.
  • Voert argumenten aan voor beslissingen en de gekozen actiestrategieën, die het resultaat zijn van een evaluatieproces en die steunen op bewijzen en aanbevelingen.
  • Voert strategieën uit om de doelstellingen die in het kader van de evaluatie werden vastgelegd te verwezenlijken.
  • Werkt een wisselwerking met lotgenoten en collega's in de hand om zijn beroepsuitoefening verder te ontwikkelen
  • Begeleidt studenten en collega's ter ontwikkeling van hun beroep en de kwaliteit van de gezondheidszorg.
  • Is een referentiepersoon voor studenten, collega's en relevante actoren
  • Is een rolmodel voor studenten, collega's en andere professionals.
  • Deelt zijn kennis, ervaring en ideeën met studenten en collega's.
  • Detecteert de opleidingsbehoeften en bepaalt de prioriteiten voor studenten en geeft dit door aan de stageverantwoordelijke/mentor
  • Stelt relevante leersituaties voor aan studenten basisverpleegkundige toe die aansluiten bij de leerdoelen.
  • Houdt rekening met de competenties en beperkingen van studenten en collega's in opleiding.
  • Streeft een veilige werkomgeving na, waarin iedereen kan leren en zich professioneel kan ontwikkelen.
  • Staat in voor de veiligheid van zorgvragers in leersituaties
  • Begeleidt studenten en collega's bij het analyseren van hun praktijk.
  • Verstrekt formele of informele opbouwende feedback in het kader van de beoordeling van studenten en collega's.
  • Moedigt het zelfstandig leren en zoeken naar oplossingen aan bij studenten en collega’s.
  • Bevordert een goede leeromgeving
  • Handelt ethisch en deontologisch in zijn praktijk
  • Werkt mee aan de analyse van ethische en deontologische dilemma’s m.b.t. zorgvrager, collega’s, groepen en andere actoren van het gezondheidssysteem.
  • Behartigt de belangen van zorgvragers, met specifieke aandacht voor zorgvragers die niet voor zichzelf kunnen opkomen.
  • Handelt binnen de grenzen van zijn beroepsdomein en zijn eigen competenties en koppelt binnen deze grenzen terug.
  • Vraagt advies over handelingen waarvoor hij bevoegd is en waarvoor hij niet over de nodige bekwaamheid beschikt.
  • Vraagt raad aan deskundigen in situaties die zijn eigen beroepsdomein overstijgen.
  • Onderhoudt een therapeutische en professionele relatie binnen de grenzen van zijn professionele rol.
  • Onderhoudt zijn competenties voortdurend en scherpt ze aan.
  • Neemt deel aan bijscholing en leert levenslang.
  • Streeft ernaar de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening en de veiligheid van zorgvrager voortdurend te garanderen
  • Neemt aantoonbaar verantwoordelijkheid op ten aanzien van de zorgvrager, de maatschappij en vakgenoten
  • Draagt bij aan initiatieven om gezondheidszorg beter toegankelijk te maken
  • Stelt de praktijken van gezondheidsprofessionals op een adequate manier in vraag om een betere veiligheid en kwaliteit te garanderen.
  • Onderneemt actie in het belang van de zorgvrager bij illegale, onaangepaste of onethische praktijken.
  • Verleent verpleegkundige zorg binnen de grenzen van het regelgevend en professionele kader.
  • Past de Belgische deontologische code voor verpleegkundigen toe.
  • Leeft de geheimhoudingsplicht na.
  • Herkent factoren die een invloed hebben op het eigen welzijn en de professionele prestaties.
  • Bouwt mee aan een cultuur van collegialiteit, respect en professionele relaties.
  • Bewaakt mee de gezondheid en het welzijn van collega's voor een kwaliteitsvolle zorgverlening.
  • Streeft naar balans tussen professionele eisen en verwachtingen en privéleven.
  • Komt assertief en onderbouwd op voor zichzelf voor een werkbare organisatiecultuur.
  • Ondersteunt de verspreiding en toepassing van aanbevelingen voor de goede beroepspraktijk (best practices).
  • Geeft mee vorm aan een duidelijke beroepsidentiteit.
  • Draagt bij aan de ontwikkeling van het beroep van basisverpleegkundige
  • Herkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, zowel binnen het eigen vakgebied als ten aanzien van andere vakgebieden.
  • Herkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen van de gezondheidsprofessionals.
  • Verzamelt objectieve, subjectieve, nauwkeurige en relevante gegevens via systemische gezondheidsevaluaties van de zorgvrager in een minder complexe situatie
  • Analyseert, verzamelt en structureert de gegevens van verschillende bronnen om de verpleegkundige diagnose te bepalen, het verpleegplan op te starten en/of een verpleegplan aan te passen binnen de eigen bevoegdheid en houdt hierbij rekening met de holistische mensvisie.
  • Gebruikt evidence based evaluatiemethoden en aangepaste meetinstrumenten
  • Consulteert de aangewezen (gezondheids)zorgverstrekker en verwijst gepast en tijdig door
  • Observeert en herkent de veranderingen zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak
  • Neemt preventieve maatregelen tijdens de zorgverlening
  • Voert de evaluatie uit bij de zorgvrager met niet complexe zorg en stuurt deze bij indien nodig
  • Informeert de zorgvrager over het zorgproces

Probleemoplossende vaardigheden

  • Voert de technische verpleegkundige handelingen uit waarvoor hij bevoegd is en zich bekwaam acht.
  • Wendt de principes van kritisch denken aan en hanteert een systematische aanpak voor de oplossing van problemen bij de uitvoering van verpleegkundige zorg binnen zijn bevoegdheid
  • Herkent en reageert snel bij (levensbedreigende) noodsituaties en volgt de hiervoor geldende richtlijnen.
  • Volgt richtlijnen op inzake het in veiligheid brengen van de zorgvrager in crisis- en rampsituaties
  • Leidt emoties en conflicten in goede banen.
  • Beheert conflictsituaties zonder enig oordeel te vellen met behulp van communicatietechnieken conform de geldende procedures en richtlijnen.
  • Detecteert (bijna) incidenten en handelt volgens de richtlijnen
  • Past de principes van kritisch denken toe en hanteert een systematische aanpak voor het oplossen van problemen
  • Besteedt aandacht aan de vragen en problemen van studenten en collega's.
  • Werkt mee aan het bespreken van of zoeken naar oplossingen van ethische en deontologische dilemma’s.
  • Past dilemma-gerelateerde oplossingen toe conform het verpleegplan.
  • IJvert ervoor om collega's die het moeilijk hebben op het werk op te merken, te ondersteunen en op een doelmatige manier te helpen.
  • Signaleert crisissituaties
  • Draagt de zorg over indien deze de eigen bevoegdheden en competenties overstijgt

Motorische vaardigheden

  • Maakt gebruik van de beschikbare technologie om data van de zorgvrager te bewaren, te raadplegen en te noteren.
  • Assisteert bij behandelingen/ onderzoeken/ingrepen indien aangewezen
  • Hanteert en beheerst de basisbeginselen van de tools die door de overheid en de instellingen worden opgelegd of die ter beschikking worden gesteld.
  • Deelt en beheert gegevens via erkende platforms voor gegevensdeling.
  • Gebruikt zorgondersteunende innovatieve technologie.
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen volgens de richtlijnen
  • Verstrekt de verpleegkundige zorg volgens de verpleegkundige basisprincipes
  • Verstrekt technische verpleegkundige handelingen volgens de verpleegkundige basisprincipes
  • Verstrekt levenseindezorg en doet aan pijnbestrijding

Omgevingscontext

  • De professionele activiteiten worden uitgevoerd conform de wettelijke bepalingen
  • De uitoefening van het beroep vereist het nemen van beslissingen binnen de eigen bevoegdheid
  • in minder complexe situaties kan de basisverpleegkundige binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, autonoom de verpleegkunde uitoefenen
  • In complexere situaties werkt de basisverpleegkundige in teamverband in samenspraak met de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of met de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam.
  • e basisverpleegkundige voert de zorgen uit zoals aangegeven in het verpleegplan opgesteld door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg die de verpleegdiagnose stelt. Dat verpleegplan vermeldt ook de grenzen waarbinnen de basisverpleegkundige zelf elementen uit het verpleegplan kan aanpassen.
  • De initiële inschatting van de mate van complexiteit gebeurt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. Deze initiële inschatting kan door de basisverpleegkundige worden uitgevoerd in geval van technische prestaties die op kortstondige wijze worden uitgevoerd door de basisverpleegkundige.
  • ekening houdend met de gezondheidstoestand van de patiënt en de zorgcontext kan de basisverpleegkundige binnen de grenzen van zijn/haar bevoegdheden de zorg opstarten en dit op basis van een standaardverpleegplan en zonder de initiële evaluatie door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. De evaluatie van de toestand van de patiënt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg en/of de arts volgt zo spoedig mogelijk.
  • Herkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van alle gezondheidszorgverstrekkers
  • Het beroep van basisverpleegkundige wordt uitgeoefend in verschillende contexten
  • De basisverpleegkundige komt in contact met verschillende interne en/of externe actoren
  • Dit beroep wordt hoofdzakelijk uitgeoefend 7/7 en 24/24
  • Dit beroep wordt uitgeoefend volgens de methodiek van evidence based practice
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, multidisciplinair
  • Het uit te voeren werk is gevarieerd.
  • Rekening houdend met de context worden de werkopdrachten afgebakend in de tijd
  • Vermijdt de uitvoering van niet verpleegkundige taken.
  • Het beroep vereist een behandeling op maat volgens de noden van de patiënt waarbij de zorgvrager op een holistische wijze benaderd wordt
  • De uitoefening van het beroep vereist een kritische houding
  • De uitoefening van het beroep vraagt een kwaliteitsbewustzijn
  • De sector kent reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu, …
  • Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico’s inhouden voor de basisverpleegkundige en haar omgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • De uitoefening van het beroep vereist een stressbestendige houding en veerkracht.
  • Bij de beroepsuitoefening moet men zich bewust de van de effecten van de eigen verbale, non-verbale en digitale communicatie en de invloed hiervan op de zorgvrager
  • De uitoefening van het beroep vraagt een verantwoordelijkheidszin
  • Bij dit beroep wordt er door alle zorgverstrekkers meegebouwd aan een cultuur van collegialiteit, welzijn, respect binnen de professionele relaties

Handelingscontext

  • De basisverpleegkundige dient op constructieve en transparante wijze informatie uit te wisselen met de andere actoren
  • de basisverpleegkundige is zich constant bewust van de impact van de gestelde handelingen op de zorgvrager
  • De basisverpleegkundige kan zich aanpassen aan en zich flexibel opstellen bij wisselende werkomstandigheden
  • De basisverpleegkundige dient steeds de regelgeving en kwaliteitseisen te respecteren
  • De basisverpleegkundige dient bij te blijven met de ontwikkelingen binnen de sector; dit vergt levenslang leren en het volgen van (verplichte) opleidingen en/of navorming
  • De basisverpleegkundige dient planmatig te denken, prioriteiten te stellen en de eigen werkzaamheden te organiseren en evalueren
  • De basisverpleegkundige dient discreet te handelen conform de beroepsethiek en deontologische code
  • De basisverpleegkundige toont zin voor initiatief binnen de beroepsuitoefening
  • De basisverpleegkundige dient de principes van het methodisch handelen toe te passen
  • De basisverpleegkundige dient kritisch, analytisch en oplossingsgericht te handelen- binnen de eigen competenties
  • De basisverpleegkundige dient assertief en proactief op te treden
  • De basisverpleegkundige dient op holistische wijze patiëntgericht te werken
  • De basisverpleegkundige dient het positief imago eigen aan haar beroep uit te stralen
  • De basisverpleegkundige dient op empathische wijze om te gaan met de zorgvrager
  • De basisverpleegkundige dient actief en onbevooroordeeld te luisteren
  • De basisverpleegkundige dient nauwkeurig, consequent en gefocust te werken
  • De basisverpleegkundige weet snelheid, zorgvuldigheid en nauwkeurigheid te combineren
  • De basisverpleegkundige dient zich bewust te zijn dat gemaakte fouten verstrekkende gevolgen kunnen hebben met een mogelijks een grote impact op de zorgvrager
  • De basisverpleegkundige kan haar persoonlijke visie op het bewaken en bevorderen van kwaliteitsvolle zorg onderbouwen, verwoorden en uitdragen naar andere professionals en beleidsmedewerkers
  • De basisverpleegkundige maakt van de zorgmomenten zinvolle contactmomenten
  • De basisverpleegkundige neemt een voorbeeldfunctie op binnen het zorggebeuren

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van de verpleegkundige handelingenconform de vigerende regelgeving
  • Het opstarten van een standaardverpleegplan in complexere situaties
  • Het stellen van een verpleegdiagnose en het opmaken van verpleegplan in minder complexe situaties
  • Het rapporteren in het verpleegplan en bijsturen indien nodig
  • Het organiseren, delegeren, uitvoeren en evalueren van de verpleegkundige zorg
  • Het begeleiden van studenten en nieuwe collega’s
  • Het informeren, adviseren van de zorgvrager
  • Het bevorderen van de gezondheidsgeletterdheid van de zorgvrager
  • Het sensibiliseren van de zorgvrager
  • Het evalueren van het eigen werk
  • Het uitvoeren van de administratieve taken
  • Het uitvoeren van preventiebeleid
  • Het geven van opleidingen, vormingen en adviezen aan bekwame helpers, zorgkundigen , mantelzorger, …
  • Het up-to-date houden van de eigen beroepsbekwaamheid
Is gebonden aan
  • Het verpleegplan voor de bevoegde uit te voeren verpleegkundige zorg
  • De procedures en richtlijnen aangaande de uit te voeren taken
  • Het beleid van de organisatie
  • Tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • De organisatiegebonden gedragscode
  • De vigerende regelgeving
Doet beroep op
  • De verantwoordelijke
  • Het interdisciplinair team, zorgvrager, collega’s, experten…voor advies, en samenwerking

Verantwoordelijkheid

  • Werkt een verpleegdiagnose/verpleegplan uit in minder complexe situaties
  • Draagt bij aan de uitwerking van een verpleegdiagnose/verpleegplan in complexere situaties
  • Organiseert de zorg conform het verpleegplan en stuurt deze bij binnen zijn bevoegdheid
  • Voert de verpleegkundige zorg uit conform de vigerende regelgeving
  • Voert de evaluatie van de verpleegkundige zorg uit in minder complexe situaties of neemt hieraan deel bij complexere situaties
  • Communiceert beroepsmatig
  • Informeert de zorgvrager in functie van de zelfredzaamheid
  • Rapporteert en deelt informatie
  • Past digitale vaardigheden toe in het kader van het zorgproces
  • Werkt samen met de zorgvrager
  • Werkt samen met het interprofessioneel team
  • Voert de zorg op een doeltreffende en veilige manier uit binnen zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid
  • Draagt bij aan het efficiënt inzetten van de beschikbare middelen, zowel economisch als ecologisch
  • Wijst de zorg toe op een doeltreffende , veilige manier aan de meest aangewezen gezondheidsprofessional
  • Draagt bij aan de waarborging en evaluatie van de kwaliteit van de verpleegkundige praktijk
  • Draagt bij tot het bevorderen van de autonomie van de zorgvrager
  • Motiveert de zorgvrager om zorg te dragen voor zijn gezondheid en welzijn
  • Baseert de eigen praktijk op relevante gegevens
  • Evalueert zichzelf
  • Draagt bij aan de vorming van studenten en gezondheidsprofessionals
  • Verricht een ethische en deontologische beroepsuitoefening
  • Neemt aantoonbaar professionele verantwoordelijkheid op
  • Leeft de wetgeving en regelgeving na
  • Moedigt een gezondheidscultuur op het werk aan
  • Draagt bij aan positieve profilering en imago van het beroep

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Basisverpleegkundige’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Voorwaarden voor de uitoefening van het gezondheidszorgberoep zoals bepaald in Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen