Medewerker industriële schilderwerken

 
BK-0601-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Medewerker industriële schilderwerken

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. De Competent-fiche OP-492 gebruikt de benaming ‘Industrieel schilder’. De Competent-fiche geeft ook andere benamingen waaronder ‘Medewerker Industriële schilderwerken’ maar ook ‘Gelcoater’, ‘Industrieel lakker’, ‘Industrieel pistoolschilder’, ‘Industrieel verfspuiter’, ‘Industrieel vernisser’, ‘Industrieel schilder met spuitpistool’, ‘Metaalschilder’, ‘Schilder-thermolakker’, …

Definitie

De Medewerker industriële schilderwerken helpt mee aan de oppervlaktebehandeling teneinde een maximale bescherming te bieden aan industriële constructies en bouwwerken tegen vroegtijdige degradatie, chemische aantasting en/of brand.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 1, 2024

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, -waarden en tolerantienormen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 3:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 4:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 5:
    Organiseert zijn werkplek
    • Ontvangt en begrijpt de opdracht
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
    • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
    • Controleert de klimatologische omstandigheden
    • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
    • Verplaatst niet te behandelen delen
    • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
    • Dekt niet te behandelen en niet verplaatsbare delen af
    • Voorziet opvang of afzuiging van straalafval, roest, stof,…
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van werkdocumenten
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Competentie 6:
    Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
    • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
    • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
    • Kennis van de opbouw van rolsteigers
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 7:
    Helpt bij het handmatig en mechanisch voorbehandelen van het oppervlak
    • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
    • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
    • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
    • Behandelt het oppervlak handmatig en mechanisch voor : steekt af, schraapt af, borstelt af, schuurt af, bikt, ...
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voorbehandelingstechnieken en de bijhorende norm: handmatig en mechanisch ontroesten, ontvetten
    • Kennis van het gebruik van het reinigingsmaterieel: bikhamer, staalborstel, steekmes, schraper, kleine handmachines…
    • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
    • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
    • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
    • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Competentie 8:
    Helpt bij het voorbereiden van de verf voor industriële toepassing
    • Voegt een verharder of verdunner toe aan de verf
    • Mengt de verf
    • Bepaalt de viscositeit van de verf
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de componenten van de verf en hun voornaamste eigenschappen
    • Kennis van de meet- en beoordelingsmethoden en -toestellen om de viscositeit te meten
    • Kennis van de eisen waaraan de verfpreparatie moet voldoen in functie van de applicatiemethode
  • Competentie 9:
    Helpt bij het manueel schilderen van oppervlakken zowel binnen als buiten
    • Gebruikt het type rol, borstel of spatel in functie van de uit te voeren werken
    • Brengt een grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel of spatel
    • Kit af
    • Brengt tussenlagen aan met rol of borstel
    • Schuurt
    • Brengt de afdeklaag aan met rol, borstel of spatels
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
    • Kennis van de opeenvolgende stappen bij manueel schilderwerk
    • Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
    • Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag
  • Competentie 10:
    Helpt bij het manueel aanbrengen van de industriële deklagen
    • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
    • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
    • Bepaalt de natte en droge laagdikte
    • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel
    • Brengt de dekkende lagen aan met rol of borstel
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de corrosiewerende of brandvertragende verven
    • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken (rol en borstel)
    • Kennis van de toestellen voor het meten van de laagdikte
    • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (voorschilderen ...)
  • Competentie 11:
    Helpt bij het afronden van de werkzaamheden en het onderhouden en reinigen van het materieel
    • Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
    • Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
    • Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
    • Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
    • Onderhoudt en reinigt beschermingsmiddelen
    • Kijkt de beschermingsmiddelen na en bergt deze op
    • Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
    • Laat de werkplek ordelijk en net achter
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
    • Kennis van de producten en technieken om het schildersmateriaal te onderhouden en reinigen.
    • Kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van specifieke risico’s bij het gebruik van solventen, de grenswaarden voor blootstelling en de nodige preventiemaatregelen
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen, elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, …)
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van kwaliteitsnormen, -waarden en tolerantienormen
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van de werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. de werkzaamheden
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van werkdocumenten
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van de voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een (rol)steiger en hoogwerker
  • Kennis van de voorwaarden om een (rol)steiger en hoogwerker te betreden
  • Kennis van de opbouw van rolsteigers
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van voorbehandelingstechnieken en de bijhorende norm: handmatig en mechanisch ontroesten, ontvetten
  • Kennis van het gebruik van het reinigingsmaterieel: bikhamer, staalborstel, steekmes, schraper, kleine handmachines…
  • Kennis van diverse roestverschijnselen (actieve roesthaarden, bladerroest, oxydehuid en schilfers, vliegroest, ...) en onreinheden (walshuid, olie, vet, vocht, chemische bezoedeling, teer, ...) op het voor te behandelen oppervlak
  • Kennis van de te bekomen reinheidsgraad zoals beschreven in de normen en technische voorlichtingen
  • Kennis van de maximumtijdspanne waarbinnen het gereinigde oppervlak behandeld moet worden
  • Kennis van de effecten van een slecht gereinigde ondergrond op de kwaliteit van het werk
  • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de corrosiewerende of brandvertragende verven
  • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende bedekkingstechnieken (rol en borstel)
  • Kennis van de toestellen voor het meten van de laagdikte
  • Kennis van de producten en technieken om het schildersmateriaal te onderhouden en reinigen.
  • Kennis van de componenten van de verf en hun voornaamste eigenschappen
  • Kennis van de meet- en beoordelingsmethoden en -toestellen om de viscositeit te meten
  • Kennis van de eisen waaraan de verfpreparatie moet voldoen in functie van de applicatiemethode
  • Kennis van oliën, oplos- en verdunnings- en verhardingsmiddelen: toepassingen en veiligheids- en recyclagevoorschriften
  • Kennis van de principes en toepassingen van de verschillende verf- en beschermingstechnieken (voorschilderen ...)
  • Kennis van afwerkingsproducten en toevoegingsmiddelen: toepassingsmogelijkheden, beschikbaarheid in de handel, kwalitatieve kenmerken, uitzicht, mengverhoudingen, pigmenten, kleurbenamingen, verenigbaarheid, neveneffecten, vuurbestendigheid of onbrandbaarheid, veiligheids- en recyclagevoorschriften, …
  • Kennis van de opeenvolgende stappen bij manueel schilderwerk
  • Kennis van gereedschappen en machines: kenmerken, gebruik en toepassingen
  • Kennis van materialen en producten in functie van de afwerklaag

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie ingeval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Ontvangt en begrijpt de opdracht
  • Beoordeelt de bereikbaarheid van de te bewerken constructies en oppervlakken en plaatst indien nodig rolstellingen of rolsteigers
  • Optimaliseert de omstandigheden op de werkplek
  • Controleert de klimatologische omstandigheden
  • Bepaalt welk werk in open lucht uitgevoerd kan worden
  • Gaat na welke behandeling de ondergrond gekregen heeft
  • Recycleert gebruikte verven, verdunners, verharders, versnellers en verpakkingen en ander afval volgens de voorschriften
  • Bepaalt de natte en droge laagdikte
  • Gaat de toestand van het te behandelen oppervlak na
  • Bepaalt de viscositeit van de verf

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventie-maatregelen voor omgeving
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de algemene bouwplaatsorganisatie en de logische werkvolgorde
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Verplaatst niet te behandelen delen
  • Stelt het materieel op voor de oppervlaktevoorbereiding en/of de werken
  • Dekt niet te behandelen en niet verplaatsbare delen af
  • Voorziet opvang of afzuiging van straalafval, roest, stof,…
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt (rol)steigers en hoogwerkers volgens de instructies en de veiligheidsregels
  • Bouwt rolsteigers op en af volgens de voorschriften
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Beschermt de delen die niet moeten worden behandeld (draadeinden, bedieningsknoppen, bewegende onderdelen ...)
  • Brengt de grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel
  • Brengt de dekkende lagen aan met rol of borstel
  • Reinigt het materieel met oplos- of verdunningsmiddelen bij het overgaan op een andere bewerking, een andere verfsoort, enz.
  • Reinigt het gereedschap met oplos- of verdunningsmiddelen bij het beëindigen van de werkzaamheden
  • Verwijdert de bescherming van niet te behandelen delen
  • Onderhoudt en reinigt beschermingsmiddelen
  • Kijkt de beschermingsmiddelen na en bergt deze op
  • Plaatst de weggehaalde voorwerpen terug
  • Laat de werkplek ordelijk en net achter
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen
  • Beschermt de omgeving tegen schadelijke stoffen die vrijkomen bij het reinigen
  • Schermt de onderdelen van de installatie af die bij het voorbehandelen schade zouden kunnen oplopen
  • Behandelt het oppervlak handmatig en mechanisch voor : steekt af, schraapt af, borstelt af, schuurt af, bikt, ...
  • Voegt een verharder of verdunner toe aan de verf
  • Mengt de verf
  • Gebruikt het type rol, borstel of spatel in functie van de uit te voeren werken
  • Brengt een grondlaag of fixeermiddel aan met rol of borstel of spatel
  • Kit af
  • Brengt tussenlagen aan met rol of borstel
  • Schuurt
  • Brengt de afdeklaag aan met rol, borstel of spatels

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in een atelier of op locatie in open of gesloten bouwplaatsen, vaak op hoogte en op moeilijk bereikbare plaatsen.
  • Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, collega’s, omgeving, klimatologische omstandigheden, grondstoffen en machines.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte, het werken in de buurt van hoogspanning, het werken met gevaarlijke producten (verven, verdunners, …) en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van hand-, elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie,… .

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten en collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Bij het schilderen van pylonen, bruggen en dergelijke kan men zich gedurende lange tijd op grote hoogte bevinden, wat impliceert dat men geen hoogtevrees mag hebben.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het gebruik van steigers en ladders
  • het reinigen en voorbehandelen van het oppervlak
  • het voorbereiden van verven
  • het schilderen
  • de rapportering van de eigen werkzaamheden
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht, uitvoeringsmethode en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of klant
Doet beroep op
  • een leidinggevende voor de werkopdracht en de bouwplaatsverantwoordelijke bij problemen (gevaarlijke en/of onveilige situaties, onvoorziene omstandigheden,…)
  • de ploegbaas bij het uitvoeren van metingen van de omgevingsfactoren (vochtigheid, temperatuur, dauwpunt...)

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Organiseert zijn werkplek
  • Werkt op hoogte en bouwt rolsteigers op
  • Helpt bij het handmatig en mechanisch voorbehandelen van het oppervlak
  • Helpt bij het voorbereiden van de verf voor industriële toepassing
  • Helpt bij het manueel schilderen van oppervlakken zowel binnen als buiten
  • Helpt bij het manueel aanbrengen van de industriële deklagen
  • Helpt bij het afronden van de werkzaamheden en het onderhouden en reinigen van het materieel

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.