Ervaringsdeskundige basiswerk

 
BK-0597-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Ervaringsdeskundige basiswerk

Definitie

De Ervaringsdeskundige basiswerk brengt, via een brug-, consultatie- en signaalfunctie, de eigen verruimde ervaringskennis narratief en verbindend in dialoog met de verschillende actoren die betrokkenen zijn bij de begeleiding van cliënten, teneinde de krachtgerichte dienstverlening of herstel ondersteunende zorg in de organisatie te bevorderen en zo bij te dragen aan emancipatie van de doelgroep.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2024

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt volgens de procedure(s) en de afspraken binnen de organisatie
    • Biedt ondersteuning binnen de grenzen van het wetgevend en professioneel kader
    • Werkt volgens de (kwaliteits)afspraken binnen het team en de organisatie
    • Respecteert het beroepsgeheim conform het wettelijk kader
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het beleid van de organisatie
    • Kennis van samenwerkingsmethoden en -technieken
    • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
  • Competentie 2:
    Werkt interdisciplinair samen
    • Herkent en respecteert de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, in het kader van de hulp- en/of dienstverlening
    • Werkt interdisciplinair mee aan het definiëren (indien van toepassing) en het verwezenlijken van gemeenschappelijke doelstellingen
    • Maakt het eigen professionele standpunt (vanuit cliëntperspectief) kenbaar tijdens overleg
    • Participeert aan cliëntbesprekingen in de krachtgerichte of herstelondersteunende hulp- en dienstverlening en stemt hierover af met de collega’s
    • Voert administratieve rapportagetaken uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van rapportering en dossiervorming
    • Basiskennis van vakjargon
    • Basiskennis van werkplanning
    • Basiskennis van inzichten en werkwijzen rond cliëntperspectief
    • Kennis van samenwerkingsmethoden en -technieken
    • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
    • Kennis van kantoor- en bedrijfseigen software
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van principes en methodieken van groei- en herstelgerichte zorg en/of dienstverlening
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van de complementariteit van de drie bronnen van herstelwijsheid: wetenschappelijke, praktijk en ervaringskennis
  • Competentie 3:
    Handelt volgens de deontologische en kwaliteitsprincipes
    • Handelt vanuit bewustzijn van de impact van het eigen referentiekader
    • Benadert cliënten en collega’s zonder waardeoordeel
    • Bouwt een relatie op met respect voor de medische, sociale en culturele achtergrond van de cliënt en de collega
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Handelt volgens de regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
    • Werkt volgens de (kwaliteits)afspraken binnen de organisatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de principes voor bescherming van de persoonlijke levenssfeer
    • Basiskennis van kwaliteitsprincipes van welzijn en zorg
    • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de impact van verschillen in persoonlijke referentiekaders
    • Kennis van professionele integriteit
    • Kennis van verschillende posities in professionele relaties
  • Competentie 4:
    Gaat correct om met diversiteit
    • Eerbiedigt de integriteit van alle betrokkenen zonder discriminatie op grond van socio-economische status en van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
    • Past de eigen communicatiestijl aan ten aanzien van de cliënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de relatie tussen diversiteit, stigma en sociale inclusie en exclusie
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van professionele integriteit
    • Kennis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in relaties
    • Kennis van diversiteit: sociale (economische status, opleidingsniveau ..), etnische, religieuze of filosofische achtergrond, seksuele geaardheid, gender, ...
  • Competentie 5:
    Communiceert professioneel en empathisch
    • Gaat op empathische wijze om met de cliënt en collega’s vanuit presentie
    • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen
    • Vergewist zich ervan dat de gesprekspartner correct begrepen wordt
    • Past het taalgebruik aan in functie van de gesprekspartner, zowel naar inhoud als naar vorm
    • Maakt authentieke connectie met de gesprekspartner, vanuit de eigen ervaringskennis
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de theoretische achtergrond van het ervaringsdomein
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in relaties
    • Kennis van het algemeen Nederlands
    • Kennis van grenzen presentie
    • Kennis van narratieve methoden voor het ontwikkelen en delen van ervaringsverhalen
  • Competentie 6:
    Bouwt, in dialoog met andere medewerkers, zelfstandig eigen deskundigheid op
    • Wisselt tips en ervaringen uit met collega’s om te leren van elkaars deskundigheid
    • Neemt in functie van het werk deel aan vormingsactiviteiten
    • Volgt maatschappelijke en vakspecifieke ontwikkelingen op en linkt ze aan de eigen praktijk
    • Verruimt de eigen ervaringskennis
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de relatie tussen diversiteit, stigma en sociale inclusie en exclusie
    • Basiskennis van de geschiedenis van de emancipatiebeweging in relatie tot de eigen ervaringscontext
    • Basiskennis van beroep specifieke spanningsvelden
    • Kennis van samenwerkingsmethoden en -technieken
    • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van narratieve methoden voor het ontwikkelen en delen van ervaringsverhalen
    • Kennis van technieken voor feedback geven en ontvangen
    • Kennis van principes van (professionele) dialoog
    • Kennis van de complementariteit van de drie bronnen van herstelwijsheid: wetenschappelijke, praktijk en ervaringskennis
    • Kennis van zoekstrategieën voor vakspecifieke en maatschappelijke (digitale) informatie- en hulpbronnen
    • Kennis van zelfreflectiestrategieën voor professioneel functioneren
    • Kennis van strategieën voor zelfzorg
  • Competentie 7:
    Plant eigen activiteiten
    • Stelt, na overleg, een taakplanning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
    • Voert zelfstandig eigen taken uit
    • Houdt overzicht van eigen taken
    • Evalueert de voortgang van taken in overleg met verantwoordelijke, en stuurt bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van rapportering en dossiervorming
    • Basiskennis van werkplanning
    • Kennis van kantoor- en bedrijfseigen software
  • Competentie 8:
    Ondersteunt de cliënt door verbinding te maken tussen zijn leefwereld, het institutioneel kader en de dienstverleners
    • Ondersteunt cliënten in het ontwikkelen en/of delen van ervaringsverhalen
    • Luistert naar het ervaringsverhaal van de cliënt en stimuleert dialoog ifv (h)erkenning en destigmatisering
    • Bevraagt en erkent de bredere context van de cliënt
    • Duidt gemeenschappelijkheden in de ervaringen en beleving van cliënten
    • Deelt, indien nodig, eigen ervaringen om een context beter in beeld te krijgen
    • Legt de focus op wederzijds begrip en gelijkwaardigheid
    • Maakt verbinding tussen verschillende belangen en perspectieven
    • Verwoordt naar de client toe, wat er leeft bij de collega’s en organisatie en vice versa
    • Duidt het organisatieperspectief voor cliënten
    • Bewaakt de eigen middenpositie (meervoudige partijdigheid)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van vakjargon
    • Basiskennis van organisatiestructuren
    • Kennis van samenwerkingsmethoden en -technieken
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van verschillende posities in professionele relaties
    • Kennis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in relaties
    • Kennis van narratieve methoden voor het ontwikkelen en delen van ervaringsverhalen
    • Kennis van de dimensies en het basisbegrippenkader van de contextuele benadering
    • Kennis van psychische en sociale kwetsbaarheid in ifv groei en/of herstel
    • Kennis van technieken voor empowerment
  • Competentie 9:
    Informeert en ondersteunt cliënten in het zoeken en aanboren van netwerkversterkende (formele en informele) bronnen, in dialoog met het (multidisciplinair) team
    • Voorziet bezoekers/cliënten in de organisatie van documentatie
    • Ondersteunt de cliënt bij het zoeken van antwoorden op praktische vragen over levensdomeinen die voor de cliënt relevant zijn (vb. administratie, huishouding en gezin)
    • Informeert cliënten over sociale voorzieningen en rechten die aansluiten bij hun persoonlijke noden en mogelijkheden
    • Informeert over het aanbod van de eigen organisatie
    • Vertaalt vakjargon
    • Gaat mee naar diensten, indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van vakjargon
    • Basiskennis van maatschappelijke tendensen en knelpunten in de zorg of dienstverlening
    • Basiskennis van de meest courante dienst- en hulpverlening en zorgsystemen
    • Basiskennis van de sociale kaart
    • Basiskennis van methoden voor participatie en inspraak
    • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van de dimensies en het basisbegrippenkader van de contextuele benadering
    • Kennis van structurele, maatschappelijke uitsluitingsmechanismen en de effecten daarvan
    • Kennis van psychische en sociale kwetsbaarheid in ifv groei en/of herstel
    • Kennis van technieken voor empowerment
  • Competentie 10:
    Draagt bij aan krachtgerichte of herstelondersteunende zorg-, hulp- en/of dienstverlening voor cliënten
    • Signaleert drempels en knelpunten in de individuele dienstverlening
    • Stimuleert en ondersteunt de cliënt om zicht te krijgen op eigenwaarde, mogelijkheden en krachten
    • Ondersteunt de cliënt (en het cliëntensysteem) in het bepalen, plannen en opvolgen van het eigen groei- of herstelpad
    • Stimuleert participatie van de cliënt aan de zorg en/of dienstverlening, een sociaal netwerk, de maatschappij
    • Verwijst, indien nodig en in dialoog met collega’s, door naar gespecialiseerde dienstverlening
    • Observeert signalen bij de cliënt en bespreekt deze met de cliënt
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de meest courante dienst- en hulpverlening en zorgsystemen
    • Basiskennis van omtrent veranderings- en groeiprocessen en methodieken
    • Basiskennis van methoden voor participatie en inspraak
    • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
    • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van narratieve methoden voor het ontwikkelen en delen van ervaringsverhalen
    • Kennis van de complementariteit van de drie bronnen van herstelwijsheid: wetenschappelijke, praktijk en ervaringskennis
    • Kennis van de dimensies en het basisbegrippenkader van de contextuele benadering
    • Kennis van structurele, maatschappelijke uitsluitingsmechanismen en de effecten daarvan
    • Kennis van psychische en sociale kwetsbaarheid in ifv groei en/of herstel
    • Kennis van technieken voor empowerment
    • Kennis van verschillende technieken om te komen tot een groei- en/of herstelproces
    • Kennis van zelfreguleringsprocessen en -technieken (stress, draagkracht, draaglast, …)
  • Competentie 11:
    Brengt het cliëntperspectief binnen in de organisatie in overlegstructuren en werkprocessen
    • Werkt mee aan het opzetten van participatieprocessen met de doelgroep voor de uitvoering en/of evaluatie van de zorg-, hulp- en/of dienstverlening
    • Analyseert en synthetiseert de toegankelijkheid van de dienstverlening vanuit cliëntervaringen
    • Maakt de organisatie alert voor drempels in de eigen werking en /of in de samenwerking met andere actoren vanuit de eigen ervaringskennis
    • Werkt mee om de toegankelijkheid (vb informatiebronnen, herwerken van procedures) van de organisatie te verbeteren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van inzichten en werkwijzen rond cliëntperspectief
    • Basiskennis van methoden voor participatie en inspraak
    • Basiskennis van methoden voor kritische reflectie
    • Basiskennis factoren van toegankelijkheid
    • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
    • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
    • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
    • Kennis van verschillende posities in professionele relaties
    • Kennis van de dimensies en het basisbegrippenkader van de contextuele benadering
    • Kennis van structurele, maatschappelijke uitsluitingsmechanismen en de effecten daarvan
    • Kennis van psychische en sociale kwetsbaarheid in ifv groei en/of herstel

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van het beleid van de organisatie
  • Basiskennis van rapportering en dossiervorming
  • Basiskennis van vakjargon
  • Basiskennis van werkplanning
  • Basiskennis van inzichten en werkwijzen rond cliëntperspectief
  • Basiskennis van de principes voor bescherming van de persoonlijke levenssfeer
  • Basiskennis van kwaliteitsprincipes van welzijn en zorg
  • Basiskennis van de relatie tussen diversiteit, stigma en sociale inclusie en exclusie
  • Basiskennis van de theoretische achtergrond van het ervaringsdomein
  • Basiskennis van de geschiedenis van de emancipatiebeweging in relatie tot de eigen ervaringscontext
  • Basiskennis van beroep specifieke spanningsvelden
  • Basiskennis van organisatiestructuren
  • Basiskennis van maatschappelijke tendensen en knelpunten in de zorg of dienstverlening
  • Basiskennis van de meest courante dienst- en hulpverlening en zorgsystemen
  • Basiskennis van de sociale kaart
  • Basiskennis van omtrent veranderings- en groeiprocessen en methodieken
  • Basiskennis van methoden voor participatie en inspraak
  • Basiskennis van methoden voor kritische reflectie
  • Basiskennis factoren van toegankelijkheid
  • Kennis van samenwerkingsmethoden en -technieken
  • Kennis van beroepsethiek en deontologische code
  • Kennis van het herstelconcept gekoppeld aan eigen ervaringen
  • Kennis van kantoor- en bedrijfseigen software
  • Kennis van communicatie- en gesprekstechnieken
  • Kennis van de functies en rollen van de ervaringsdeskundige
  • Kennis van principes en methodieken van groei- en herstelgerichte zorg en/of dienstverlening
  • Kennis van sociale vaardigheden
  • Kennis van de impact van verschillen in persoonlijke referentiekaders
  • Kennis van professionele integriteit
  • Kennis van verschillende posities in professionele relaties
  • Kennis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid in relaties
  • Kennis van diversiteit: sociale (economische status, opleidingsniveau ..), etnische, religieuze of filosofische achtergrond, seksuele geaardheid, gender, ...
  • Kennis van het algemeen Nederlands
  • Kennis van grenzen presentie
  • Kennis van narratieve methoden voor het ontwikkelen en delen van ervaringsverhalen
  • Kennis van technieken voor feedback geven en ontvangen
  • Kennis van principes van (professionele) dialoog
  • Kennis van de complementariteit van de drie bronnen van herstelwijsheid: wetenschappelijke, praktijk en ervaringskennis
  • Kennis van zoekstrategieën voor vakspecifieke en maatschappelijke (digitale) informatie- en hulpbronnen
  • Kennis van zelfreflectiestrategieën voor professioneel functioneren
  • Kennis van strategieën voor zelfzorg
  • Kennis van de dimensies en het basisbegrippenkader van de contextuele benadering
  • Kennis van structurele, maatschappelijke uitsluitingsmechanismen en de effecten daarvan
  • Kennis van psychische en sociale kwetsbaarheid in ifv groei en/of herstel
  • Kennis van technieken voor empowerment
  • Kennis van verschillende technieken om te komen tot een groei- en/of herstelproces
  • Kennis van zelfreguleringsprocessen en -technieken (stress, draagkracht, draaglast, …)

Cognitieve vaardigheden

  • Biedt ondersteuning binnen de grenzen van het wetgevend en professioneel kader
  • Werkt volgens de (kwaliteits)afspraken binnen het team en de organisatie
  • Respecteert het beroepsgeheim conform het wettelijk kader
  • Herkent en respecteert de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, in het kader van de hulp- en/of dienstverlening
  • Werkt interdisciplinair mee aan het definiëren (indien van toepassing) en het verwezenlijken van gemeenschappelijke doelstellingen
  • Maakt het eigen professionele standpunt (vanuit cliëntperspectief) kenbaar tijdens overleg
  • Participeert aan cliëntbesprekingen in de krachtgerichte of herstelondersteunende hulp- en dienstverlening en stemt hierover af met de collega’s
  • Voert administratieve rapportagetaken uit
  • Handelt vanuit bewustzijn van de impact van het eigen referentiekader
  • Benadert cliënten en collega’s zonder waardeoordeel
  • Bouwt een relatie op met respect voor de medische, sociale en culturele achtergrond van de cliënt en de collega
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Handelt volgens de regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
  • Eerbiedigt de integriteit van alle betrokkenen zonder discriminatie op grond van socio-economische status en van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
  • Gaat op empathische wijze om met de cliënt en collega’s vanuit presentie
  • Luistert actief zonder een waardeoordeel te vellen
  • Vergewist zich ervan dat de gesprekspartner correct begrepen wordt
  • Past het taalgebruik aan in functie van de gesprekspartner, zowel naar inhoud als naar vorm
  • Maakt authentieke connectie met de gesprekspartner, vanuit de eigen ervaringskennis
  • Wisselt tips en ervaringen uit met collega’s om te leren van elkaars deskundigheid
  • Neemt in functie van het werk deel aan vormingsactiviteiten
  • Volgt maatschappelijke en vakspecifieke ontwikkelingen op en linkt ze aan de eigen praktijk
  • Verruimt de eigen ervaringskennis
  • Stelt, na overleg, een taakplanning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
  • Voert zelfstandig eigen taken uit
  • Houdt overzicht van eigen taken
  • Ondersteunt cliënten in het ontwikkelen en/of delen van ervaringsverhalen
  • Luistert naar het ervaringsverhaal van de cliënt en stimuleert dialoog ifv (h)erkenning en destigmatisering
  • Bevraagt en erkent de bredere context van de cliënt
  • Duidt gemeenschappelijkheden in de ervaringen en beleving van cliënten
  • Deelt, indien nodig, eigen ervaringen om een context beter in beeld te krijgen
  • Verwoordt naar de client toe, wat er leeft bij de collega’s en organisatie en vice versa
  • Duidt het organisatieperspectief voor cliënten
  • Bewaakt de eigen middenpositie (meervoudige partijdigheid)
  • Voorziet bezoekers/cliënten in de organisatie van documentatie
  • Ondersteunt de cliënt bij het zoeken van antwoorden op praktische vragen over levensdomeinen die voor de cliënt relevant zijn (vb. administratie, huishouding en gezin)
  • Informeert cliënten over sociale voorzieningen en rechten die aansluiten bij hun persoonlijke noden en mogelijkheden
  • Informeert over het aanbod van de eigen organisatie
  • Vertaalt vakjargon
  • Gaat mee naar diensten, indien nodig
  • Stimuleert en ondersteunt de cliënt om zicht te krijgen op eigenwaarde, mogelijkheden en krachten
  • Ondersteunt de cliënt (en het cliëntensysteem) in het bepalen, plannen en opvolgen van het eigen groei- of herstelpad
  • Stimuleert participatie van de cliënt aan de zorg en/of dienstverlening, een sociaal netwerk, de maatschappij
  • Verwijst, indien nodig en in dialoog met collega’s, door naar gespecialiseerde dienstverlening
  • Werkt mee aan het opzetten van participatieprocessen met de doelgroep voor de uitvoering en/of evaluatie van de zorg-, hulp- en/of dienstverlening
  • Analyseert en synthetiseert de toegankelijkheid van de dienstverlening vanuit cliëntervaringen
  • Werkt mee om de toegankelijkheid (vb informatiebronnen, herwerken van procedures) van de organisatie te verbeteren

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past de eigen communicatiestijl aan ten aanzien van de cliënt
  • Evalueert de voortgang van taken in overleg met verantwoordelijke, en stuurt bij
  • Legt de focus op wederzijds begrip en gelijkwaardigheid
  • Maakt verbinding tussen verschillende belangen en perspectieven
  • Signaleert drempels en knelpunten in de individuele dienstverlening
  • Maakt de organisatie alert voor drempels in de eigen werking en /of in de samenwerking met andere actoren vanuit de eigen ervaringskennis

Omgevingscontext

  • De ervaringsdeskundige kan in elke organisatie werken die participatie van de doelgroep in haar werking geïntegreerd heeft of zou willen integreren met als doel de dienstverlening beter af te stemmen op de noden en vragen van de doelgroep en de doelgroep te empoweren.
  • De ervaringsdeskundige kan duurzaam en doeltreffend ingeschakeld worden in organisaties waar voor de ontwikkeling en uitvoering van dienstverlening of beleid, tijd en ruimte wordt gemaakt voor de inbreng van verruimde ervaringskennis in dialoog met kennis van andere medewerkers en waar signalen van ervaringsdeskundigen worden opgevolgd.
  • De ervaringsdeskundige werkt binnen een organisatie, vanuit de persoonlijke ervaringsdeskundigheid. Binnen deze vertrouwde context heeft de ervaringsdeskundige verschillende soorten contacten, vb. met individuele cliënten, het team, de organisatie en het beleid. Hij/zij bewaakt steeds de middenpositie.
  • De ervaringsdeskundige dient te kunnen werken in een teamverband vanuit eigen expertise als derde bron van kennis. De ervaringsdeskundige kan individueel een van de rollen opnemen in ondersteuningstrajecten.
  • De beroepsuitoefening wordt hoofdzakelijk uitgeoefend in een dag-systeem
  • Hij/zij volgt beleidsontwikkelingen op en draagt op dat niveau proactief bij aan het bestrijden van stigma en het uitbouwen van krachtgerichte en herstelondersteunende dienstverlening of zorg.
  • De organisatie maakt werk van het creëren van een ‘ontvankelijke’ cultuur voor ervaringsdeskundigheid en voorziet in coaching en intervisie voor alle betrokkenen.

Handelingscontext

  • Ervaringsdeskundigen worden bij heel diverse opdrachten ingeschakeld: bij individuele ondersteuning en begeleiding, bij groepswerk, bij beleidswerk (binnen een organisatie of koepel), bij onderzoek en vorming, bij supervisie en advies (naar de cliënten, hulpverleners, beleidsmensen of medewerkers uit andere sectoren). (Van Regenmortel et al., 2004) Maar zij doen daar niet hetzelfde als de niet-ervaringsdeskundige hulpverleners, beleidsmedewerkers, dienstverleners of andere beroepskrachten. Een ervaringsdeskundige is geen hulpverlener. Zijn opdracht is van een heel andere aard. Eerder dan het bereiken van hulpverleningsdoelstellingen, willen we met ervaringsdeskundigen verzekeren dat gebrekkige of moeilijke dialoog die doelstellingen zo weinig mogelijk in de weg staat. Hoe ervaringsdeskundigen de problematiek van de kloof tussen de systeemwereld en de leefwereld van mensen in sociaal kwetsbare leefsituaties concreet aanpakken, kan heel verschillend zijn.
  • De beroepsuitoefening vraagt het nemen van initiatief en verantwoordelijkheidszin, creativiteit en flexibiliteit en goede contactvaardigheden om steeds de vertaalslag te maken tussen particuliere ervaringen van cliënten en de dienstverlening van de organisatie.
  • De ervaringsdeskundige heeft voldoende afstand van het eigen verhaal, staat ver genoeg in het eigen herstelproces en beschikt over voldoende veerkracht om de taken uit te voeren (hoop, kracht geven, co-creatieproces).
  • De ervaringsdeskundige wordt vaak geconfronteerd met lijden en pijn waardoor hij over voldoende copingsmechanismen moet beschikken in functie van zelfzorg, eigen draagkracht en draaglast en het eigen welbevinden.
  • De ervaringsdeskundige moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, het beleid, en connectie blijven maken met eigen kwetsbaarheid (ervaringsdeskundigheid). Dit vergt levenslang leren en goede zelfzorg strategieën.
  • Het bewaken van de middenpositie en de meervoudige partijdigheid is essentieel voor het vertrouwen en de brugfunctie. Het is niet evident om als ‘lid van de doelgroep’ hierin het midden te zoeken tussen de belangen van de cliënt en die van de organisatie. Mensen in uitsluitingssituaties zoeken houvast. Het is in de empowerende contacten belangrijk het evenwicht tussen betrokkenheid en afstand te bewaken.
  • De ervaringsdeskundige gaat vaak frequente contacten aan met de cliënt en/of het cliëntsysteem. Hij/zij creëert een veilig kader voor de cliënt om het herstel of de groei te faciliteren. Hij/zij doet proactief aan netwerkopbouw en ondersteunt ook groepssessies.
  • De ervaringsdeskundige is zich bewust van de impact van zijn handelen op de cliënt en op collega’s.
  • De ervaringsdeskundige straalt het gewenste imago uit van de eigen organisatie en vertegenwoordigt tegelijkertijd het cliëntenperspectief. Daarenboven zal de ervaringsdeskundige ook op organisatieniveau initiatieven nemen of hieraan meewerken opdat stigma weggewerkt, beeldvorming aangepast en procedures meer herstelondersteunend gemaakt worden.
  • De ervaringsdeskundige heeft aandacht voor een verzorgd taalgebruik en voorkomen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het aangaan van dialoog om verbindend te werken tussen cliënt en organisatie en beleid
  • het bieden van ondersteuning in het herstel/groeiproces van de cliënt
  • het (co-)begeleiden van groepsprocessen
  • het rapporteren van voortgang aan leidinggevend(en) en het team
  • het uitbouwen en bewaken van eigen ervaringsdeskundigheid en zelfzorg
  • het signaleren van indicatoren van herstel bevorderende of remmende elementen in dienstverlening, werkprocessen en beleid bij bevoegde personen
Is gebonden aan
  • het wetgevend en professioneel kader
  • het beroepsgeheim, indien van toepassing
  • (kwaliteits)afspraken binnen het team en de organisatie
Doet beroep op
  • eigen mogelijkheden van de cliënt
  • externe hulp- en steunbronnen voor de cliënt en zichzelf
  • het interdisciplinair team, de leidinggevende, collega’s, externen en de omgeving van de cliënt voor advies en samenwerking

Verantwoordelijkheid

  • Werkt volgens de procedure(s) en de afspraken binnen de organisatie
  • Werkt interdisciplinair samen
  • Handelt volgens de deontologische en kwaliteitsprincipes
  • Gaat correct om met diversiteit
  • Communiceert professioneel en empathisch
  • Bouwt, in dialoog met andere medewerkers, zelfstandig eigen deskundigheid op
  • Plant eigen activiteiten
  • Ondersteunt de cliënt door verbinding te maken tussen zijn leefwereld, het institutioneel kader en de dienstverleners
  • Informeert en ondersteunt cliënten in het zoeken en aanboren van netwerkversterkende (formele en informele) bronnen, in dialoog met het (multidisciplinair) team
  • Draagt bij aan krachtgerichte of herstelondersteunende zorg-, hulp- en/of dienstverlening voor cliënten
  • Brengt het cliëntperspectief binnen in de organisatie in overlegstructuren en werkprocessen

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.