Amateur literair schrijver

 
BK-0551-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Amateur literair schrijver

Definitie

Een amateur literair schrijver bedenkt en schrijft teksten teneinde een literair product te realiseren.

Afbakening

Genre: proza, poëzie, dramateksten (toneelteksten, scenario, cabaretteksten,…), literaire non-fictie

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2021

Competenties

Opsomming competenties

Transversaal algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt samen
    • Communiceert gepast met alle betrokken actoren.
    • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering.
    • Respecteert de inbreng van anderen.
    • Stelt zich flexibel op.
    • Enthousiasmeert anderen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
    • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen.
    • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken in functie van zijn bijdrage.
    • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
    • Reflecteert over de eigen praktijk.
    • Ontwikkelt een eigen artistieke taal vanuit persoonlijke en maatschappelijke betrokkenheid.
    • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
    • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van cultuurgeschiedenis.
    • Basiskennis van grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
    • Basiskennis van de artistieke terminologie.
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
    • Kennis van de verschillende schrijfcontexten (literaire evenementen en podia, evenementen binnen theater- en filmsector, wedstrijden …).
  • Competentie 3:
    Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
    • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
    • Verzamelt basismateriaal.
    • Analyseert basismateriaal.
    • Werkt aan een persoonlijke visie.
    • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
    • Interageert met andere artistieke disciplines.
    • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis literatuurgeschiedenis (proza en poëzie)
    • Basiskennis van filmgeschiedenis.
    • Basiskennis van de theatergeschiedenis
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector en het genre.
    • Kennis van vakterminologie.
    • Kennis van basistechnieken research
  • Competentie 4:
    Zet artistieke concepten en ideeën om in een literaire tekst
    • Raadpleegt verschillende bronnen, sorteert en selecteert materiaal
    • Onderzoekt en verdiept zich in de thematiek van het schrijfproject
    • Vormt zich een globaal beeld van het productieproces en het eindresultaat
    • Zet de verbeelding gericht in ter ontwikkeling van het project
    • Kiest schrijftechnieken en -methodes eigen aan het genre
    • Hanteert schrijftechnieken en -methodes eigen aan het genre
    • Stemt de schrijfstijl af op de inhoud
    • Schrijft en/of bewerkt individueel of in collectief verband een literaire tekst
    • Bewaakt mee de artistieke visie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis literatuurgeschiedenis (proza en poëzie)
    • Basiskennis van cultuurgeschiedenis.
    • Basiskennis van de theatergeschiedenis
    • Basiskennis tekst- en voorstellingsanalyse
    • Basiskennis van auteursrechtwetgeving.
    • Kennis van de algemene schrijftechnieken en de schrijftechnieken verbonden aan de diverse genres
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector en het genre.
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
  • Competentie 5:
    Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
    • Toetst af of de artistieke uitdrukkingsvorm het gewenste effect heeft bereikt.
    • Reflecteert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie.
    • Stuurt bij op aangeven van andere betrokkenen.
    • Communiceert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie met de creatief verantwoordelijken, de betrokken medewerkers en het publiek.
    • Maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers.
    • Accepteert feedback.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis tekst- en voorstellingsanalyse
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van de algemene schrijftechnieken en de schrijftechnieken verbonden aan de diverse genres
    • Kennis van de verschillende schrijfcontexten (literaire evenementen en podia, evenementen binnen theater- en filmsector, wedstrijden …).
  • Competentie 6:
    Zet zich in voor de verspreiding van de literaire tekst
    • Contact leggen met personen en organisaties die literaire teksten verspreiden
    • Kiest podia, fora en dragers voor verspreiding
    • Levert inhoudelijk materiaal aan voor de communicatie over en promotie van de literaire tekst
    • Past de communicatiestijl aan de doelgroep aan.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van auteursrecht
    • Basiskennis van communicatietechnieken

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis literatuurgeschiedenis (proza en poëzie)
  • Basiskennis van cultuurgeschiedenis.
  • Basiskennis van filmgeschiedenis.
  • Basiskennis van de theatergeschiedenis
  • Basiskennis van grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
  • Basiskennis tekst- en voorstellingsanalyse
  • Basiskennis van auteursrecht
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van de artistieke terminologie.
  • Basiskennis van auteursrechtwetgeving.
  • Kennis van de algemene schrijftechnieken en de schrijftechnieken verbonden aan de diverse genres
  • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector en het genre.
  • Kennis van vakterminologie.
  • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
  • Kennis van de verschillende schrijfcontexten (literaire evenementen en podia, evenementen binnen theater- en filmsector, wedstrijden …).
  • Kennis van basistechnieken research

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert gepast met alle betrokken actoren.
  • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering.
  • Respecteert de inbreng van anderen.
  • Stelt zich flexibel op.
  • Enthousiasmeert anderen.
  • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen.
  • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken in functie van zijn bijdrage.
  • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
  • Reflecteert over de eigen praktijk.
  • Ontwikkelt een eigen artistieke taal vanuit persoonlijke en maatschappelijke betrokkenheid.
  • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
  • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
  • Verzamelt basismateriaal.
  • Analyseert basismateriaal.
  • Werkt aan een persoonlijke visie.
  • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
  • Interageert met andere artistieke disciplines.
  • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • Raadpleegt verschillende bronnen, sorteert en selecteert materiaal
  • Onderzoekt en verdiept zich in de thematiek van het schrijfproject
  • Vormt zich een globaal beeld van het productieproces en het eindresultaat
  • Kiest schrijftechnieken en -methodes eigen aan het genre
  • Hanteert schrijftechnieken en -methodes eigen aan het genre
  • Stemt de schrijfstijl af op de inhoud
  • Bewaakt mee de artistieke visie
  • Toetst af of de artistieke uitdrukkingsvorm het gewenste effect heeft bereikt.
  • Reflecteert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie.
  • Stuurt bij op aangeven van andere betrokkenen.
  • Communiceert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie met de creatief verantwoordelijken, de betrokken medewerkers en het publiek.
  • Maakt afspraken met collega’s en betrokken medewerkers.
  • Accepteert feedback.
  • Contact leggen met personen en organisaties die literaire teksten verspreiden
  • Kiest podia, fora en dragers voor verspreiding
  • Levert inhoudelijk materiaal aan voor de communicatie over en promotie van de literaire tekst
  • Past de communicatiestijl aan de doelgroep aan.

Probleemoplossende vaardigheden

  • Zet de verbeelding gericht in ter ontwikkeling van het project
  • Schrijft en/of bewerkt individueel of in collectief verband een literaire tekst

Omgevingscontext

  • De kunstbeoefenaar is actief uit liefhebberij.
  • De kunstbeoefenaar is actief binnen de amateurkunstensector. De omgeving is artistiek/creatief.
  • De kunstbeoefenaar is actief in diverse omgevingen en omstandigheden (thuissfeer, verenigingsleven, private (commerciële) sfeer, publieke ruimte, in een culturele organisatie, via een educatieve aanbieder, onderwijsinstelling ...) zowel binnen als buiten.
  • De kunstbeoefenaar werkt soms met een publiek.
  • In hun vrije tijd beoefenen amateurkunstenaars hun activiteit.
  • De kunstbeoefenaar werkt meestal individueel en soms in groepsverband.

Handelingscontext

  • Kunstbeoefenaars hebben oog voor esthetiek.
  • Er is resultaatgerichtheid wat concentratie en nauwkeurigheid vergt.
  • Kunstbeoefenaars zijn actief betrokken bij de omgeving en gaan er flexibel mee om.
  • De handelingscontext is afwisselend, vergt enig reflectief handelen.
  • De kunstbeoefenaar heeft oog voor de lezer en het publiek door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • De kunstbeoefenaar heeft bijzondere aandacht voor de (artistieke/creatieve) context van het eindproduct.
  • Functioneren in een groep vraagt flexibiliteit.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • de keuze van genre en vormgeving
  • de keuze van schrijftechnieken en schrijfproces
  • de creatie van het literair product
  • de reflectie op en de bijsturing van de eigen tekst en de communicatie hierover
  • de keuze van de verspreiding van de tekst
Is gebonden aan
  • het intellectueel eigendomsrecht
Doet beroep op
  • informatiebronnen.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt samen
  • Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
  • Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
  • Zet artistieke concepten en ideeën om in een literaire tekst
  • Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
  • Zet zich in voor de verspreiding van de literaire tekst

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.