Psychologisch consulent

 
BK-0561-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Psychologisch consulent

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "K110401 Psychologie"

Definitie

De psychologisch consulent past psychologisch wetenschappelijk onderbouwde theorieën, methodes en technieken toe, werkt preventief en/of begeleidt de zorggebruiker en zijn systeem waarbij een psychodiagnostisch, counselend en/of coachend proces wordt opgezet, teneinde het welzijn van personen met een zorg- en ondersteuningsnood te bevorderen.

Niveau (VKS en EQF)

6

Jaar van erkenning

versie 1, 2021

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Handelt volgens de deontologische code en ethische richtlijnen
    • Gebruikt autonoom een ethisch beslissingsmodel
    • Integreert autonoom ethische, wettelijke en deontologische normen in alle competentiedomeinen
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van de ethische principes en geldende relevante gedragscodes
    • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
  • Competentie 2:
    Oefent het beroep van psychologisch consulent op een professionele en maatschappelijk verantwoorde wijze uit
    • Faciliteert het resultaat van het psychologisch handelen in diverse contexten en situaties
    • Handelt verantwoord in diverse settings en contexten
    • Handelt om het welbevinden van anderen te bevorderen
    • Ondersteunt de zorggebruiker om acties met gunstige impact op ontwikkeling, het functioneren en welzijn te nemen
    • Streeft er naar om veranderingen te bewerkstelligen die het maatschappelijk welbevinden verbeteren
    • Bewaakt en lost autonoom situaties op die de professionele waarden en integriteit bedreigen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatschappelijke tendensen, knelpunten en opportuniteiten
    • Grondige kennis van de ethische principes en geldende relevante gedragscodes
    • Grondige kennis van settings en contexten
    • Grondige kennis van veranderingsprocessen
* Setting: de globalere werksetting, structuren binnen de organisatie en de daarbij horende regels en visielijnen, voorbeeld Centrum Geestelijke Gezondheidszorg
Context: de specifieke context waarbinnen de psychologisch consulent zijn werk uitvoert
  • Competentie 3:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Neemt in het kader van verdere professionalisering op regelmatige basis deel aan activiteiten die de eigen deskundigheid vergroten en/of versterken
    • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
    • Evalueert kritisch wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
    • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen op binnen het vakgebied en zet deze om in de praktijk (evidence-based practice*)
    • Raadpleegt relevante informatiebronnen (met inbegrip van internationale wetenschappelijke vakliteratuur)
    • Hanteert de vakterminologie zowel mondeling als schriftelijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
    • Kennis van professionele fora
    • Kennis van beschikbare en relevante opleidingen
    • Grondige kennis van vakterminologie
* * Evidence-based practide is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. De praktijk van evidence-based practice impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen hierbij een centrale rol (Offringa et al., 2000).
  • Competentie 4:
    Reflecteert, evalueert zichzelf en doet aan zelfzorg
    • Maakt gebruik van reflectie, zowel voor, tijdens als na professionele activiteit
    • Handelt weloverwogen
    • Zet zichzelf als persoon in ter bevordering van het hulpverleningsproces
    • Evalueert het eigen functioneren
    • Integreert de zelfbeoordeling in de praktijk
    • Stuurt het eigen functioneren bij waar nodig
    • Erkent beperkingen in kennis/vaardigheden en neemt acties ter remediëring
    • Neemt de noodzakelijke maatregelen om de eigen gezondheid, veiligheid en het persoonlijk welzijn te beschermen binnen het hulpverleningsproces met de zorggebruiker
    • Intervenieert onmiddellijk wanneer zich problemen voordoen die het professioneel functioneren verstoren
    • Bewaakt de grenzen van eigen professioneel handelen en respecteert waar nodig de leidinggevende rol van het autonoom geestelijke gezondheidszorgberoep
    • Neemt deel aan supervisie/intervisie
    • Pleegt overleg met collega's
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
    • Grondige kennis van reflectiemodellen
    • Grondige kennis van intervisiemodellen
    • Grondige kennis van teamgerelateerde sociale vaardigheden (vb. onderhandelingstechnieken, groepsdynamiek, zelfreflectie, conflicthantering, feedback...)
  • Competentie 5:
    Participeert actief aan teamvergaderingen en werkt interdisciplinair samen
    • Doet verslag over de inhoud van de (geleverde) psychologische zorg
    • Participeert actief aan het interdisciplinair teamoverleg vanuit de eigen discipline
    • Hanteert professionele taal
    • Staat (mee) in voor de psychologische aspecten van het dossier van de personen met zorg- en ondersteuningsnood
    • Draagt bij aan de integratie van nieuwe ontwikkelingen in het team
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van teamdynamieken
    • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
    • Grondige kennis van interdisciplinair werken
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van de methodieken om psychologische processen te beïnvloeden
    • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
  • Competentie 6:
    Ontwikkelt en onderhoudt een professionele werkrelatie met de zorggebruiker
    • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
    • Ontwikkelt een therapeutische relatie met de zorggebruiker
    • Hanteert passende gesprekstechnieken tijdens (moeilijke) communicatie en interactie
    • Communiceert mondeling, schriftelijk en non-verbaal op eenduidige en heldere wijze
    • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de zorggebruiker en contexten zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
    • Werkt cultuursensitief
    • Past de communicatie aan in functie van de diversiteit van de doelgroep
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Kennis van cultuursensitieve en diversiteitsmodellen
    • Grondige kennis van de ethische principes en geldende relevante gedragscodes
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
  • Competentie 7:
    Past wetenschappelijke inzichten en methoden toe en staat in voor effectieve en efficiënte hulpverlening
    • Voert procedures en zorgplannen uit op een wetenschappelijk gevalideerde manier
    • Volgt wetenschappelijke ontwikkelingen in het vakgebied op en zorgt ervoor dat ze geïmplementeerd kunnen worden in de praktijk
    • Gebruikt kennis van de fundamenten van de psychologie en met name de biopsychosociale interacties van zowel gezondheid als ziekte, mede beschouwd vanuit een ontwikkelingsperspectief
    • Exploreert wetenschappelijk onderbouwde behandelvormen
    • Selecteert volgens het subsidiariteitsbeginsel de meest gepaste behandelvormen
    • Selecteert in overleg met de zorggebruiker de meest gepaste behandelvorm
    • Werkt op basis van wetenschappelijk gevalideerde kennis binnen het veld van de psychodiagnostiek, de psychologische gespreksvoering, de gedragsverandering, de psychopathologie en de ontwikkelings- en leerstoornissen
    • Werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
    • Kennis van modellen uit de psychologie
    • Kennis van werkkaders uit de psychologie
    • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
    • Grondige kennis van diversiteit in modellen en werkkaders in de psychologie
    • Grondige kennis van de methodieken om psychologische processen te beïnvloeden
    • Grondige kennis van (handelingsgerichte) psychodiagnostiek
  • Competentie 8:
    Initieert het hulpverleningsproces
    • Onthaalt de zorggebruiker, familie en naasten met een hulpvraag bij intake
    • Voert het intakegesprek
    • Informeert de zorggebruiker, familie en naasten over het verloop van de begeleiding
    • Opent het administratief dossier van de zorggebruiker
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van maatschappelijke tendensen, knelpunten en opportuniteiten
    • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van observatietechnieken
  • Competentie 9:
    Organiseert het vraagverhelderingsproces
    • Luistert naar het verhaal van de zorggebruiker
    • Detecteert de hulpvraag
    • Verkent de hulpvraag door te vragen naar motieven, oorzaken en achtergrond
    • Interpreteert de signalen van de zorggebruiker
    • Behandelt de vraagverheldering op de verschillende probleemdomeinen
    • Bakent de hulpvraag af
    • Polst naar de verwachtingen van de zorggebruiker en toetst deze af bij de zorggebruiker
    • Screent en detecteert de signalen van de zorggebruiker voor doorverwijzing naar uitgebreide diagnostiek en gespecialiseerde diensten
    • Bespreekt de mogelijkheden met de zorggebruiker (coachen van zorggebruiker en omgeving, counselen van zorggebruiker en omgeving, psychologische diagnose opstellen, doorverwijzing naar een gespecialiseerde dienst)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van ontwikkelings- en leerprocessen
    • Kennis van modellen uit de psychologie
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
    • Grondige kennis van interdisciplinair werken
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van observatietechnieken
    • Grondige kennis van settings en contexten
    • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
    • Grondige kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en leerstoornissen
    • Grondige kennis van psychologische processen
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
    • Grondige kennis van psychologische theorieën
  • Competentie 10:
    Maakt een psychologische evaluatie van de zorggebruiker en diens context op vlak van problemen, mogelijkheden en vragen
    • Stelt gericht vragen om tot verbreding en verdieping te komen op vlak van problemen, mogelijkheden en vragen
    • Verwerkt alle verzamelde informatie tot een voorlopig integratief beeld
    • Communiceert geschreven en mondelinge bevindingen op heldere, constructieve, nauwkeurige en conceptueel gepaste wijze
    • Toetst het voorlopig integratief beeld af bij de zorgvrager en zijn context en legt deze voor waar nodig, aan het team en stelt op basis hiervan een definitief integratief beeld
    • Vertaalt het integratief beeld naar een hulpverleningsplan
    • Verwijst de zorggebruiker door naar gepaste hulpverlening indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Kennis van modellen uit de psychologie
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
    • Grondige kennis van diversiteit in modellen en werkkaders in de psychologie
    • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
    • Grondige kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en leerstoornissen
    • Grondige kennis van psychodiagnostische modellen
    • Grondige kennis van het opmaken van een voorlopig integratief beeld
    • Grondige kennis van psychologische gespreksvoering
    • Grondige kennis van psychologische processen
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
    • Grondige kennis van psychologische theorieën
  • Competentie 11:
    Voert het psychodiagnostisch onderzoek uit
    • Screent de ernst van de hulpvraag
    • Kiest (handelings)gerichte psychodiagnostische middelen
    • Voert de psychodiagnostische stappen uit
    • Integreert en interpreteert psychodiagnostische gegevens
    • Stelt een schriftelijke verslaggeving op over de resultaten van het psychodiagnostisch onderzoek
    • Communiceert de resultaten en de indicatiestelling op aangepaste wijze naar het team, de zorggebruiker en context
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interculturele diagnostiek
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
    • Grondige kennis van observatietechnieken
    • Grondige kennis van psychodiagnostische modellen
    • Grondige kennis van psychometrische aspecten van psychodiagnostische instrumenten
    • Grondige kennis van testmethodieken en diagnostische instrumenten
    • Grondige kennis van interviewmethodieken
    • Grondige kennis van (handelingsgerichte) psychodiagnostiek
  • Competentie 12:
    Organiseert het proces van counseling
    • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
    • Responsabiliseert en emancipeert de zorggebruiker
    • Past zijn handelen aan de noden van de zorggebruiker aan
    • Zet reflectie op gang bij de zorggebruiker over het psychosociaal functioneren
    • Stelt gerichte vragen aan de zorggebruiker zodat hij inzicht verwerft in het bestaande en gewenste niveau van psychosociaal welzijn
    • Maakt de zorggebruikers bewust van mogelijk risicovol gedrag
    • Geeft psycho-educatie aan de zorggebruiker en/of omgeving over ongewenst gedrag, psychische stoornissen en leer- en ontwikkelingsstoornissen
    • Zoekt en definieert samen met de zorggebruiker mogelijke en haalbare stappen die genomen kunnen worden om het psychosociaal welzijn te bevorderen
    • Stemt het hulpverleningsplan af met de zorggebruiker
    • Begeleidt de zorggebruiker bij verwerkingsprocessen
    • Past motivationele technieken toe om verandering bij de zorggebruiker te initiëren
    • Volgt de uitvoering van het hulpverleningsplan en de daarbij horende doelstellingen op
    • Stuurt de counseling bij afhankelijk van het verloop van het proces
    • Maakt afspraken met de zorggebruiker rond het opvolgen en afsluiten van het counselingsproces
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Kennis van cultuursensitieve en diversiteitsmodellen
    • Kennis van didactische werkvormen
    • Kennis van modellen uit de psychologie
    • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
    • Grondige kennis van reflectiemodellen
    • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
    • Grondige kennis van de methodieken om psychologische processen te beïnvloeden
    • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
    • Grondige kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en leerstoornissen
    • Grondige kennis van psychologische gespreksvoering
    • Grondige kennis van veranderingsprocessen
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
  • Competentie 13:
    Coacht de zorggebruiker
    • Biedt psycho-educatie rond veranderingsprocessen
    • Ontwikkelt bewustwording bij de zorggebruiker inzake aanwezige vaardigheden
    • Coacht de zorggebruiker om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen of om bestaande vaardigheden aan te scherpen en toe te passen
    • Implementeert empirisch ondersteunde interventies (evidence-based practice)
    • Begeleidt veranderingsprocessen bij de zorggebruiker
    • Evalueert op systematische wijze het veranderingsproces en de effecten van interventies bij zorggebruikers in overleg met de zorggebruiker
    • Vraagt en hanteert op constructieve wijze feedback over interventies
    • Treft zelfstandig urgente maatregelen in crisissituaties
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van interculturele communicatie
    • Kennis van cultuursensitieve en diversiteitsmodellen
    • Kennis van didactische werkvormen
    • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
    • Grondige kennis van reflectiemodellen
    • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
    • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
    • Grondige kennis van de methodieken om psychologische processen te beïnvloeden
    • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
    • Grondige kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en leerstoornissen
    • Grondige kennis van psychologische gespreksvoering
    • Grondige kennis van psychologische processen
    • Grondige kennis van veranderingsprocessen
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
  • Competentie 14:
    Volgt het hulpverleningsproces op en faciliteert de continuïteit van de zorg
    • Analyseert de kwaliteit van de zorg met als doelstelling de eigen beroepsuitoefening en de zorg te verbeteren
    • Volgt het zorgdossier op
    • Evalueert de effectiviteit van het zorg- of behandelplan en betrekt de zorggebruiker op actieve wijze
    • Verwijst door naar gepaste hulpverlening indien nodig en informeert de zorggebruiker hierover
    • Geeft de noodzakelijke informatie over de zorggebruiker door om de continuïteit van het hulpverleningsproces te garanderen
    • Informeert de zorggebruiker over de mogelijkheden van de continuïteit van zorg
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
    • Grondige kennis van reflectiemodellen
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis van interdisciplinair werken
    • Grondige kennis van het zorglandschap
    • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
    • Grondige kennis van settings en contexten
    • Grondige kennis van veranderingsprocessen
    • Grondige kennis van evaluatietechnieken
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
  • Competentie 15:
    Interageert met professionelen uit multipele disciplines
    • Ontwikkelt en onderhoudt samenwerkingsverbanden met collega's, verschillende organisaties en disciplines
    • Neemt deel aan interdisciplinair(e) samenwerking/overleg die leiden naar gedeelde doelstellingen
    • Draagt bij aan een efficiënt functioneren van het interdisciplinair team
    • Neemt initiatief tot interdisciplinaire samenwerking/overleg in functie van het hulpverleningsproces van de zorggebruiker
    • Positioneert zich in een uitvoerende positie ten aanzien van de autonome geestelijke gezondheidszorgberoepen
    • Profileert zijn functie transparant ten opzichte van de andere professionelen waarmee wordt samengewerkt
    • Werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek onder begeleiding van de autonome geestelijke gezondheidszorgberoepen
  • met inbegrip van kennis:
    • Grondige kennis van rapportagetechnieken
    • Grondige kennis van interdisciplinair werken
    • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Kennis van maatschappelijke tendensen, knelpunten en opportuniteiten
  • Kennis van het actuele onderzoekslandschap (relevante informatiebronnen, wetenschappelijk onderzoek...)
  • Kennis van professionele fora
  • Kennis van beschikbare en relevante opleidingen
  • Kennis van teamdynamieken
  • Kennis van relevante regelgeving m.b.t. het bewaren/delen van gegevens
  • Kennis van interculturele communicatie
  • Kennis van cultuursensitieve en diversiteitsmodellen
  • Kennis van ontwikkelings- en leerprocessen
  • Kennis van interculturele diagnostiek
  • Kennis van didactische werkvormen
  • Kennis van modellen uit de psychologie
  • Kennis van werkkaders uit de psychologie
  • Grondige kennis van de ethische principes en geldende relevante gedragscodes
  • Grondige kennis van het persoonlijk referentiekader
  • Grondige kennis van vakterminologie
  • Grondige kennis van reflectiemodellen
  • Grondige kennis van intervisiemodellen
  • Grondige kennis van teamgerelateerde sociale vaardigheden (vb. onderhandelingstechnieken, groepsdynamiek, zelfreflectie, conflicthantering, feedback...)
  • Grondige kennis van rapportagetechnieken
  • Grondige kennis over de toepassing van psychologische theorieën
  • Grondige kennis van interdisciplinair werken
  • Grondige kennis van het zorglandschap
  • Grondige kennis van verbale en non-verbale methodieken
  • Grondige kennis van psychologische gespreksmodellen
  • Grondige kennis van (schriftelijke) communicatie in zorgrelaties
  • Grondige kennis van diversiteit in modellen en werkkaders in de psychologie
  • Grondige kennis van de methodieken om psychologische processen te beïnvloeden
  • Grondige kennis van observatietechnieken
  • Grondige kennis van settings en contexten
  • Grondige kennis van veelvoorkomende psychopathologieën
  • Grondige kennis van veelvoorkomende ontwikkelings- en leerstoornissen
  • Grondige kennis van psychodiagnostische modellen
  • Grondige kennis van het opmaken van een voorlopig integratief beeld
  • Grondige kennis van psychologische gespreksvoering
  • Grondige kennis van psychologische processen
  • Grondige kennis van psychometrische aspecten van psychodiagnostische instrumenten
  • Grondige kennis van testmethodieken en diagnostische instrumenten
  • Grondige kennis van interviewmethodieken
  • Grondige kennis van veranderingsprocessen
  • Grondige kennis van evaluatietechnieken
  • Grondige kennis van rollen in zorgvormen en zorgprogramma's
  • Grondige kennis van psychologische theorieën
  • Grondige kennis van (handelingsgerichte) psychodiagnostiek

Cognitieve vaardigheden

  • Gebruikt autonoom een ethisch beslissingsmodel
  • Integreert autonoom ethische, wettelijke en deontologische normen in alle competentiedomeinen
  • Faciliteert het resultaat van het psychologisch handelen in diverse contexten en situaties
  • Handelt verantwoord in diverse settings en contexten
  • Handelt om het welbevinden van anderen te bevorderen
  • Ondersteunt de zorggebruiker om acties met gunstige impact op ontwikkeling, het functioneren en welzijn te nemen
  • Neemt in het kader van verdere professionalisering op regelmatige basis deel aan activiteiten die de eigen deskundigheid vergroten en/of versterken
  • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
  • Evalueert kritisch wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
  • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen op binnen het vakgebied en zet deze om in de praktijk (evidence-based practice*)
  • Raadpleegt relevante informatiebronnen (met inbegrip van internationale wetenschappelijke vakliteratuur)
  • Hanteert de vakterminologie zowel mondeling als schriftelijk
  • Maakt gebruik van reflectie, zowel voor, tijdens als na professionele activiteit
  • Handelt weloverwogen
  • Zet zichzelf als persoon in ter bevordering van het hulpverleningsproces
  • Evalueert het eigen functioneren
  • Integreert de zelfbeoordeling in de praktijk
  • Bewaakt de grenzen van eigen professioneel handelen en respecteert waar nodig de leidinggevende rol van het autonoom geestelijke gezondheidszorgberoep
  • Neemt deel aan supervisie/intervisie
  • Pleegt overleg met collega's
  • Doet verslag over de inhoud van de (geleverde) psychologische zorg
  • Participeert actief aan het interdisciplinair teamoverleg vanuit de eigen discipline
  • Hanteert professionele taal
  • Staat (mee) in voor de psychologische aspecten van het dossier van de personen met zorg- en ondersteuningsnood
  • Draagt bij aan de integratie van nieuwe ontwikkelingen in het team
  • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
  • Ontwikkelt een therapeutische relatie met de zorggebruiker
  • Hanteert passende gesprekstechnieken tijdens (moeilijke) communicatie en interactie
  • Communiceert mondeling, schriftelijk en non-verbaal op eenduidige en heldere wijze
  • Eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de zorggebruiker en contexten zonder discriminatie op grond van ideologische, godsdienstige en filosofische overtuiging of lidmaatschap of enig ander criterium op grond waarvan kan worden gediscrimineerd
  • Werkt cultuursensitief
  • Past de communicatie aan in functie van de diversiteit van de doelgroep
  • Voert procedures en zorgplannen uit op een wetenschappelijk gevalideerde manier
  • Volgt wetenschappelijke ontwikkelingen in het vakgebied op en zorgt ervoor dat ze geïmplementeerd kunnen worden in de praktijk
  • Gebruikt kennis van de fundamenten van de psychologie en met name de biopsychosociale interacties van zowel gezondheid als ziekte, mede beschouwd vanuit een ontwikkelingsperspectief
  • Exploreert wetenschappelijk onderbouwde behandelvormen
  • Selecteert volgens het subsidiariteitsbeginsel de meest gepaste behandelvormen
  • Selecteert in overleg met de zorggebruiker de meest gepaste behandelvorm
  • Werkt op basis van wetenschappelijk gevalideerde kennis binnen het veld van de psychodiagnostiek, de psychologische gespreksvoering, de gedragsverandering, de psychopathologie en de ontwikkelings- en leerstoornissen
  • Werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek
  • Onthaalt de zorggebruiker, familie en naasten met een hulpvraag bij intake
  • Voert het intakegesprek
  • Informeert de zorggebruiker, familie en naasten over het verloop van de begeleiding
  • Opent het administratief dossier van de zorggebruiker
  • Luistert naar het verhaal van de zorggebruiker
  • Detecteert de hulpvraag
  • Verkent de hulpvraag door te vragen naar motieven, oorzaken en achtergrond
  • Interpreteert de signalen van de zorggebruiker
  • Behandelt de vraagverheldering op de verschillende probleemdomeinen
  • Bakent de hulpvraag af
  • Polst naar de verwachtingen van de zorggebruiker en toetst deze af bij de zorggebruiker
  • Screent en detecteert de signalen van de zorggebruiker voor doorverwijzing naar uitgebreide diagnostiek en gespecialiseerde diensten
  • Bespreekt de mogelijkheden met de zorggebruiker (coachen van zorggebruiker en omgeving, counselen van zorggebruiker en omgeving, psychologische diagnose opstellen, doorverwijzing naar een gespecialiseerde dienst)
  • Stelt gericht vragen om tot verbreding en verdieping te komen op vlak van problemen, mogelijkheden en vragen
  • Verwerkt alle verzamelde informatie tot een voorlopig integratief beeld
  • Communiceert geschreven en mondelinge bevindingen op heldere, constructieve, nauwkeurige en conceptueel gepaste wijze
  • Toetst het voorlopig integratief beeld af bij de zorgvrager en zijn context en legt deze voor waar nodig, aan het team en stelt op basis hiervan een definitief integratief beeld
  • Vertaalt het integratief beeld naar een hulpverleningsplan
  • Verwijst de zorggebruiker door naar gepaste hulpverlening indien nodig
  • Screent de ernst van de hulpvraag
  • Kiest (handelings)gerichte psychodiagnostische middelen
  • Voert de psychodiagnostische stappen uit
  • Integreert en interpreteert psychodiagnostische gegevens
  • Stelt een schriftelijke verslaggeving op over de resultaten van het psychodiagnostisch onderzoek
  • Communiceert de resultaten en de indicatiestelling op aangepaste wijze naar het team, de zorggebruiker en context
  • Bouwt een vertrouwensrelatie op met de zorggebruiker
  • Responsabiliseert en emancipeert de zorggebruiker
  • Past zijn handelen aan de noden van de zorggebruiker aan
  • Zet reflectie op gang bij de zorggebruiker over het psychosociaal functioneren
  • Stelt gerichte vragen aan de zorggebruiker zodat hij inzicht verwerft in het bestaande en gewenste niveau van psychosociaal welzijn
  • Maakt de zorggebruikers bewust van mogelijk risicovol gedrag
  • Geeft psycho-educatie aan de zorggebruiker en/of omgeving over ongewenst gedrag, psychische stoornissen en leer- en ontwikkelingsstoornissen
  • Zoekt en definieert samen met de zorggebruiker mogelijke en haalbare stappen die genomen kunnen worden om het psychosociaal welzijn te bevorderen
  • Stemt het hulpverleningsplan af met de zorggebruiker
  • Begeleidt de zorggebruiker bij verwerkingsprocessen
  • Past motivationele technieken toe om verandering bij de zorggebruiker te initiëren
  • Volgt de uitvoering van het hulpverleningsplan en de daarbij horende doelstellingen op
  • Maakt afspraken met de zorggebruiker rond het opvolgen en afsluiten van het counselingsproces
  • Biedt psycho-educatie rond veranderingsprocessen
  • Ontwikkelt bewustwording bij de zorggebruiker inzake aanwezige vaardigheden
  • Coacht de zorggebruiker om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen of om bestaande vaardigheden aan te scherpen en toe te passen
  • Implementeert empirisch ondersteunde interventies (evidence-based practice)
  • Begeleidt veranderingsprocessen bij de zorggebruiker
  • Evalueert op systematische wijze het veranderingsproces en de effecten van interventies bij zorggebruikers in overleg met de zorggebruiker
  • Vraagt en hanteert op constructieve wijze feedback over interventies
  • Treft zelfstandig urgente maatregelen in crisissituaties
  • Analyseert de kwaliteit van de zorg met als doelstelling de eigen beroepsuitoefening en de zorg te verbeteren
  • Volgt het zorgdossier op
  • Evalueert de effectiviteit van het zorg- of behandelplan en betrekt de zorggebruiker op actieve wijze
  • Verwijst door naar gepaste hulpverlening indien nodig en informeert de zorggebruiker hierover
  • Geeft de noodzakelijke informatie over de zorggebruiker door om de continuïteit van het hulpverleningsproces te garanderen
  • Informeert de zorggebruiker over de mogelijkheden van de continuïteit van zorg
  • Ontwikkelt en onderhoudt samenwerkingsverbanden met collega's, verschillende organisaties en disciplines
  • Neemt deel aan interdisciplinair(e) samenwerking/overleg die leiden naar gedeelde doelstellingen
  • Draagt bij aan een efficiënt functioneren van het interdisciplinair team
  • Neemt initiatief tot interdisciplinaire samenwerking/overleg in functie van het hulpverleningsproces van de zorggebruiker
  • Positioneert zich in een uitvoerende positie ten aanzien van de autonome geestelijke gezondheidszorgberoepen
  • Profileert zijn functie transparant ten opzichte van de andere professionelen waarmee wordt samengewerkt
  • Werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek onder begeleiding van de autonome geestelijke gezondheidszorgberoepen

Probleemoplossende vaardigheden

  • Streeft er naar om veranderingen te bewerkstelligen die het maatschappelijk welbevinden verbeteren
  • Bewaakt en lost autonoom situaties op die de professionele waarden en integriteit bedreigen
  • Stuurt het eigen functioneren bij waar nodig
  • Erkent beperkingen in kennis/vaardigheden en neemt acties ter remediëring
  • Neemt de noodzakelijke maatregelen om de eigen gezondheid, veiligheid en het persoonlijk welzijn te beschermen binnen het hulpverleningsproces met de zorggebruiker
  • Intervenieert onmiddellijk wanneer zich problemen voordoen die het professioneel functioneren verstoren
  • Stuurt de counseling bij afhankelijk van het verloop van het proces

Motorische vaardigheden

Omgevingscontext

  • De psychologisch consulent erkent en respecteert in het kader van het zorgproces de rollen, verschillen en grenzen van iedere partner, zowel binnen de eigen discipline als ten aanzien van andere disciplines
  • Het beroep van psychologisch consulent wordt uitgeoefend in uiteenlopende werkomgevingen.
  • Het beroep van psychologisch consulent kan ook mobiel uitgeoefend worden, waarbij zorg op locatie wordt geboden
  • Het beroep van psychologisch consulent wordt uitgeoefend in teamverband, multidisciplinair en/of individueel, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is
  • Het uit te voeren werk is gevarieerd en complex door de opdrachten die gebonden zijn aan de zorggebruiker
  • Het beroep van psychologisch consulent vereist een behandeling op maat van de noden van de zorggebruiker
  • De uitoefening van het beroep van psychologisch consulent vereist een kritische en onderzoekende houding
  • De uitoefening van het beroep van psychologisch consulent vraagt een sterk kwaliteitsbewustzijn
  • De uitoefening van het beroep van psychologisch consulent vraagt een analytische houding en een abstract denkvermogen
  • De psychologisch consulent handelt binnen een algemeen kader en maakt hierbij keuzes uit verschillende strategieën en behandelingswijzen
  • De psychologisch consulent komt in contact met verschillende interne en/of externe disciplines
  • De sector kent reglementeringen wat betreft veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu…
  • Sommige activiteiten kunnen gezondheidsrisico’s inhouden voor de beroepsbeoefenaar en zijn omgeving. Het naleven van de veiligheidsvoorschriften is verplicht
  • De uitoefening van het beroep van psychologisch consulent vereist het nemen van initiatieven en beslissingen voor de eigen werkzaamheden
  • De uitoefening van het beroep van psychologisch consulent vraagt een sterke verantwoordelijkheidszin

Handelingscontext

  • De psychologisch consulent verzamelt, integreert en interpreteert psychodiagnostische gegevens afhankelijk van de problematiek van de zorggebruiker
  • De ruime diversiteit aan psychische problematieken (o.a. comorbiditeit, evoluties in de samenleving…) zorgt ervoor dat de psychologisch consulent voortdurend geconfronteerd kan worden met niet-vertrouwde complexe problemen en hiermee op een innovatieve wijze dient om te gaan. Bijgevolg dient de psychologisch consulent te handelen in complexe en gespecialiseerde contexten.
  • De psychologisch consulent hanteert crisissituaties
  • De psychologisch consulent is zich bewust dat gemaakte fouten ernstige implicaties kunnen hebben op korte en lange termijn voor het welzijn van de zorggebruiker
  • De psychologisch consulent werkt op maat: casusformulering en interventieplanning zijn specifiek voor casus en context
  • De psychologisch consulent bezit de flexibiliteit om aanpassingen in interventies aan te brengen wanneer nodig
  • De psychologisch consulent past gespecialiseerde vaardigheden (o.a. behandelvormen, vraagverheldering…) toe, gebaseerd op de wetenschappelijke ontwikkelingen uit het domein van de psychologie
  • De psychologisch consulent evalueert en combineert de eigen kennis en inzichten uit het wetenschappelijk domein van de psychologie in het kader van effectieve en efficiënte hulpverlening
  • Coaching en counseling behoort tot het specifieke expertisegebied van de psychologisch consulent
  • De psychologisch consulent is de eindverantwoordelijke voor de hulpvraag van de zorggebruiker
  • De psychologisch consulent handelt volledig autonoom en met een ruime mate van initiatief. Waar nodig respecteert de psychologisch consulent de leidinggevende rol van het autonoom geestelijk gezondheidsberoep (vb. klinisch psycholoog).
  • De psychologisch consulent werkt herstelgericht samen met de zorggebruiker
  • De psychologisch consulent voert de psychologische zorg en specifieke zorgprogramma’s uit
  • De psychologisch consulent is zich voortdurend bewust van de impact van de eigen handelingen op de zorggebruiker
  • De psychologisch consulent handelt conform de professionele, ethische en deontologische principes en de wetgeving
  • De psychologisch consulent is zich bewust van de eigen culturele en individuele diversiteit in de hoedanigheid van psychologisch consulent
  • De psychologisch consulent is zich bewust van de multipele en verschillende wereldbeelden, rollen, professionele normen en bijdragen over contexten en systemen
  • De psychologisch consulent is sensitief voor de specifieke kenmerken van de culturele en individuele diversiteit van de zorggebruiker of de context zoals leeftijd, geslacht, genderidentiteit, etniciteit, cultuur, nationale origine, religie, seksuele oriëntatie, handicap, taal en socio-economische status
  • De psychologisch consulent werkt constructief samen met de collega’s en andere disciplines
  • De psychologisch consulent blijft bij met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt onder andere levenslang leren via permanente vorming
  • De psychologisch consulent draagt bij tot het positief imago van het beroep, de discipline en indien van toepassing de organisatie
  • De psychologisch consulent heeft aandacht voor een hygiënisch voorkomen en een verzorgd/correct taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Opbouwen van vertrouwensrelatie
  • Uitvoeren van psychodiagnostische taken met uitzondering van het stellen van een klinische psychodiagnose
  • Opstellen en aftoetsen van een psychologische evaluatie
  • Opstellen van een zorgplan
  • Organiseren en uitvoeren van het counselingsproces
  • Organiseren en uitvoeren van het coachingsproces
  • Verzorgen van onthaal en intake
  • Beheren van het zorgdossier
  • Doorverwijzen van de zorggebruiker
  • Ontwikkelen van eigen deskundigheid
  • Reflectie en zelfzorg
Is gebonden aan
  • De ethische principes en geldende relevante gedragscodes
Doet beroep op
  • Autonome WUG*-beroepen
  • Team
  • Professioneel netwerk
*WUG: De ‘Wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen’ wordt goedgekeurd. Deze wet vervangt een verouderde wet uit 1967 en bepaalt onder welke voorwaarden iemand een gezondheidszorgberoep mag uitoefenen. Het gaat o.a. over beroepen zoals arts, tandarts, apotheker, vroedvrouw, kinesist en nog een aantal medische en paramedische beroepen. Afgekort spreken we vanaf nu over de ‘WUG-beroepen’

Verantwoordelijkheid

  • Handelt volgens de deontologische code en ethische richtlijnen
  • Oefent het beroep van psychologisch consulent op een professionele en maatschappelijk verantwoorde wijze uit
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Reflecteert, evalueert zichzelf en doet aan zelfzorg
  • Participeert actief aan teamvergaderingen en werkt interdisciplinair samen
  • Ontwikkelt en onderhoudt een professionele werkrelatie met de zorggebruiker
  • Past wetenschappelijke inzichten en methoden toe en staat in voor effectieve en efficiënte hulpverlening
  • Initieert het hulpverleningsproces
  • Organiseert het vraagverhelderingsproces
  • Maakt een psychologische evaluatie van de zorggebruiker en diens context op vlak van problemen, mogelijkheden en vragen
  • Voert het psychodiagnostisch onderzoek uit
  • Organiseert het proces van counseling
  • Coacht de zorggebruiker
  • Volgt het hulpverleningsproces op en faciliteert de continuïteit van de zorg
  • Interageert met professionelen uit multipele disciplines

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.